Gemeente Utrecht


2005 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
87 Vragen van mevrouw D. van den Broek
(ingekomen 12 augustus 2005)

Omdat officeel benodigde documenten ontbraken, scoorden bijna alle bij een steekproef benaderde instellingen voor kinderopvang in Utrecht onvoldoende. De organisaties voor kinderopvang in Utrecht voldoen niet aan de Wet Kinderopvang, omdat zij de vereiste documenten niet in huis hebben. Dit concludeerde de GG&GD onlangs uit een door hen gehouden steekproef. In een brief aan de kinderopvangbranche noemt de GG&GD deze situatie 'desastreus'. Hierover berichtte het Utrecht Nieuwsblad op 25 juli jongstleden.

Actueel is de discussie over het terugdringen van het woud aan regels veel discussie ophef Deregulering of minder regels is een speerpunt van de huidige regering. De VVD Utrecht vraagt zich af of het in dit geval wel noodzakelijke regels zijn die bijdragen aan de kwaliteit van de kinderopvang. Doel is om kinderen goed op te vangen en niet om papieren tijgers te creeren. Is de kwaliteit van de kinderopvang gewaarborgd door het invullen en beschikbaar hebben van documenten? De aandacht wordt door detaillistische voorschriften teveel afgeleid van waar het werkelijk om draait: het goed opvangen van kinderen. Het is al moeilijk genoeg om voldoende opvang voor de kinderen te kunnen vinden. Onnodige barrieres opwerpen is dan ook het laatste wat wij moeten hebben.


Voor de VVD leidt dit tot de volgende vragen:

1. Is het college het met de VVD eens dat de kwaliteit van de kinderopvang niet afhankelijk moet zijn van teveel formaliteiten?
2. Hoe kijkt het college aan tegen al deze formele vereisten voor instellingen in de kinderopvang?
3. Is het college bereidt om dit punt aan te kaarten bij de regering in de discussie rondom deregulering?


Antwoorden van Burgemeester en wethouders
(verzonden 6 september 2005)


1. De kwaliteit van de kinderopvang is geregeld in de Wet Kinderopvang (Wk), die per 1 januari jl. van kracht is geworden. Kwaliteitsregels zijn van belang, omdat het in de kinderopvang gaat om de zorg voor een kwetsbare groep (jonge kinderen), waarop ouders moeten kunnen vertrouwen.
Ten aanzien van de kwaliteit beoogt de Wk:
. een basisniveau van minimale kwaliteitseisen vast te stellen;
. een uniform toezicht te bewerkstelligen;
. een controle op het toezicht te realiseren (toezicht op het toezicht).

Omdat de kwaliteitseisen in de Wk zeer summier omschreven zijn, hebben de brancheorganisaties en BOINK (vakbond ouders) aangedrongen op aanvullende regelgeving. Voornoemde partijen hebben in deze gezamenlijk opgetrokken wat heeft geresulteerd in een landelijk Convenant Kwaliteit, dat de minister na aarzeling geaccepteerd heeft als basis voor nadere regelgeving. Het Convenant is vervolgens in nauwe samenwerking met de betrokken partijen vertaald in de Beleidsregel kwaliteit kinderopvang en in de Beleidsregel Werkwijze toezichthouders kinderopvang.
Gezien voorgaande moet vastgesteld worden dat de formaliteiten op uitdrukkelijk verzoek van de hierboven genoemde partijen tot stand zijn gekomen, waaruit aangenomen mag worden dat de tot stand gebrachte formaliteiten niet alleen de instemming van de partijen heeft, maar ook door hen als noodzakelijk/wenselijk worden gezien.


2. Teneinde de beoogde uniformiteit te bewerkstelligen is de nieuwe werkwijze voorgeschreven Uitgangspunt in het toezicht is: bevinding = beoordeling, dat inhoudt dat op het moment van inspectiebezpel beoordeling plaatsvindt op basis van voorgeschreven veldinstrumenten. Deze werkwijze laat geen ruimte voor lokaal beleid. De brancheorganisaties en BOINK hebben hierop sterk aangedrongen. In antwoord stelt het college zich op bij het bij antwoord 1 genoemde standpunt.

3. In 2007 vindt de evaluatie plaats van de Wk. De formele vereisten zijn in nauwe samenwerking met de partijen tot stand gebracht, de discussie dient door partijen gevoerd te worden. Het nu zeer recent ingezette traject dient een kans te krijgen, voordat conclusies worden getrokken. Om die reden is het nu te vroeg om een signaal af te geven. Dat neemt niet weg dat, los van de landelijke evaluatie, ook op lokaal niveau de uitvoering van het toezicht en alles wat daar aan vastzit, geëvalueerd kan worden. De GG &GD is dat ook voornemens. Deze evaluatiegegevens kunnen mede tot input dienen voor het landelijke evaluatietraject.


---- --