Persberichten
6 september 2005
OM trekt hoger beroep in tweede terroristenzaak in
Het OM (het ressortsparket s Gravenhage) heeft besloten het ingestelde
hoger beroep in de tweede terroristenzaak in te trekken.
Deze zaak ontleende zijn terroristisch karakter vooral aan de
verdenking van (voorbereidingshandelingen voor) het rekruteren van
strijders voor de Jihad. In juni 2003 sprak de rechtbank Rotterdam
tien van de twaalf verdachten volledig vrij. De overige twee
verdachten werden veroordeeld tot zeer geringe gevangenisstraffen. In
negen zaken werd door de officier van justitie hoger beroep ingesteld.
Het instellen van hoger beroep is niet alleen een mogelijkheid om de
beslissing van een eerste rechter te wijzigen, doch ook een middel om
jurisprudentie uit te lokken in situaties waarin wetgeving niet of nog
niet toereikend is. In de tweede terroristenzaak is dit laatste met
name het geval geweest.
Intussen is wel sprake van nieuwe wetgeving. De Wet terroristische
misdrijven - die onder andere het werven voor de gewapende strijd
strafbaar stelt - is reeds in werking getreden, maar heeft geen
terugwerkende kracht. Het wetsvoorstel voor de Wet afgeschermde
getuigen - dat onder meer de mogelijkheid biedt om AIVD-ambtsberichten
voor het bewijs te gebruiken - is in een vergevorderd stadium.
Gezien de stand van zaken betreffende de nieuwe wetgeving heeft het
ressortsparket s Gravenhage besloten het hoger beroep in te trekken,
nu het voornaamste doel van het hoger beroep is weggevallen.
De intrekking van het hoger beroep brengt met zich mee dat de
vonnissen van de rechtbank Rotterdam onherroepelijk zijn geworden.
Openbaar Ministerie