Nederlands Centrum voor Dopingvraagstukken


Doping in nieuwe kabinetsnota tijd voor sport

06-09-2005

Met de nieuwe nota "TIJD VOOR SPORT; Bewegen, Meedoen, Presteren" vraagt het kabinet aandacht voor sport. In betreffende nota worden de hoofdlijnen van het beleid uiteengezet. Zo ook voor die ten aanzien van doping. De verdere uitwerking van de nota wordt met relevante partners in de sport ter hand genomen en vastgesteld in een zogeheten uitvoeringsprogramma : het Sportprogramma 2006 - 2010.

6.6 Tegengaan dopinggbruik
Doping leidt tot competitievervalsing, is ongezond voor de sporters en tast de geloofwaardigheid - en daarmee de voorbeeldwerking - van topsporters aan. Door mondialisering van de topsport heeft het anti-dopingbeleid bij uitstek een internationale dimensie. Met de oprichting van het Wereld Anti-Doping Agentschap (WADA) in 1999 hebben sportorganisaties en overheden een signaal afgegeven voor een gezamenlijke aanpak. Inmiddels heeft de sportwereld een anti-dopingcode onderschreven. In de concept-conventie van UNESCO worden taken en verantwoordelijkheden van de samenwerkende nationale overheden, afgestemd met de antid-dopingcode van de sport, juridisch verankerd. De verplichtingen die uit de conventie voortvloeien, bieden Nederlande evenwel voldoende ruimte eigen accenten in het dopingbeleid aan te brengen. Het houden van controles en het opleggen van sancties blijven de verantwoordelijkheid van de sport. Het kabinet steunt de sport bij een meer strikte aanpak conform internationale kwaliteitsnormen en een mogelijke ophoging van het aantal controles. Het kabinet streeft naar ratificatie van de UNESCO-conventie en het Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst ter bestrijding van doping van de Raad van Europa. Doping Controle Nederland (DoCoNed) en het Nederlands Centrum voor Dopingvraagstukken (NeCeDo) fuseren in 2006 om de doelmatigheid te verhogen. De nieuwe organisatie gaat, met behoud van specifieke verantwoordelijkheden, samenwerken met organisaties als NOC*NSF en Trimbos-instituut.