Zorgplicht SBB schiet tekort
Raad v dierenaangelegenheden
Zorgplicht SBB schiet tekort
Raad voor Dierenaangelegenheden: Advies sterfte grote grazers in de Oostvaardersplassen
Bij alle grote grazers in de Oostvaardersplassen (OVP) is de afgelopen jaren de sterfte
sterk toegenomen. De Wintersterfte van 2004-2005 was extra hoog (22% van de edelherten,
14% van de Konik paarden en 34% van de Heck runderen) door het optreden van een
kortdurende koude- en sneeuwperiode begin maart. Hierdoor zijn 700, veelal jonge, dieren
verhongerd. De minister van LNV heeft de Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA) gevraagd
hierover een advies uit te brengen. In juni 2005 is onder tijdsdruk een voorlopig en
gezamenlijk advies opgesteld door de Raad voor het Landelijk Gebied en een commissie
namens de RDA. Dit advies is door de RDA in zijn tweemaandelijkse vergadering echter
afgewezen omdat het welzijnsaspect onvoldoende recht werd gedaan en er is besloten om
zelfstandig een aangepast advies uit te brengen.
Allereerst is de RDA van mening dat het project Oostvaardersplassen nog steeds een
experimenteel karakter heeft. De doelstellingen van dit project (gewenste eindsituatie)
zijn nooit duidelijk geformuleerd en gegevens om het experiment goed te kunnen beoordelen
en te evalueren in onvoldoende mate verzameld. De Raad is daarom van oordeel dat
géén vergelijkbare nieuwe experimenten met grote grazers elders in
Nederland mogen worden gestart zonder een goede evaluatie van het project OVP en
toepassing van de daaruit verkregen inzichten.
De RDA komt tot de conclusie dat de draagkracht van het terrein inmiddels fors is
overschreden en dat de zorgplicht ernstig tekort is geschoten. De beheerder
(Staatsbosbeheer, SBB) had eerder preventief moeten ingrijpen door middel van
aantalsregulatie. Nu vindt onnodig lijden op grote schaal plaats. Op basis van Europese
normen, aangepast aan de voedselvoorziening van het betreffende gebied, zou het totaal
aantal grote grazers in de OVP maximaal 1500 moeten zijn om tegemoet te komen aan de
draagkracht van het gebied. Momenteel bedraagt dit aantal ongeveer 3100. In zijn advies
heeft de RDA een aantal maatregelen voorgesteld om de draagkracht van het gebied te
optimaliseren en het daarmee samenhangende lijden te minimaliseren. Deze maatregelen zijn
het verwijderen van dieren vóór de winter via vangen of doden,
geboorteregulatie en/of vergroting van het oppervlak beschikbaar gebied. De direct
uitvoerbare maatregelen dienen zoveel mogelijk als pakket uitgevoerd te worden. In het
advies wordt verwezen naar vergelijkbare maatregelen in 2002 toen minister Veerman
ingreep op de Veluwezoom toen daar een overschrijding van de draagkracht dreigde met als
gevolg overpopulatie en lijden van een populatie runderen.
Dieren in de OVP kunnen worden verwijderd door vangen en uitplaatsing naar gebieden waar
nog ruimte is. Uiteindelijk worden alle terreinen met een overschot aan graasdieren
worden geconfronteerd en het probleem verplaatst. De Raad acht deze maatregel daarom
alleen geschikt voor noodsituaties, maar als structurele oplossing ongewenst. Aangezien
er momenteel sprake is van een noodsituatie wordt gepleit om te onderzoeken of er elders
plaats is voor de dieren.
Een andere vorm van verwijdering bestaat uit doden van een aantal dieren waarna het vlees
wordt gebruikt voor consumptie. In de natuur vormen natuurlijke vijanden het hele jaar
door een bedreiging voor grote grazers en het doden dient daarom continue toegepast te
worden. Dit wordt een 'verbeterd predatormodel' genoemd, waarbij dieren worden verwijderd
voordat welzijnsproblemen kunnen optreden. De dieren moeten wel geïdentificeerd zijn,
bijvoorbeeld door een chip bij het paard en een oormerk bij het rund.
Een andere mogelijkheid is om deze dieren in de OVP te vervangen door reguliere paarden en
runderen die daar alleen tijdens voedselrijke periodes grazen en tijdens de winterperiode
weer worden verwijderd. Ook kan onderzocht worden of het primaire doel van de introductie
van grote grazers, namelijk het instandhouden van grasland ten behoeve van de vogels,
bereikt kan worden met één soort grote grazer, zoals het edelhert.
Een tweede maatregel die wordt voorgesteld is om onderzoek uit te voeren naar
geboorteregulatie. De draagkracht van een gebied zou hiermee minder snel bereikt kunnen
worden en beter in evenwicht blijven. Er is al kennis en ervaring aanwezig op het gebied
van geboorteregulatie bij wilde paarden in wildparken in de USA en bij olifanten in
Afrika. Daar wordt gesteld dat een populatie gestabiliseerd kan worden op het gewenste
niveau zonder aantasting van het dierenwelzijn en met de garantie van behoud van de
natuurlijke samenstelling van de populatie.
Als laatste maatregel kan vergroting van het oppervlak gebied plaatsvinden bij voorkeur
tot een oppervlakte van minimaal 10.000 hectare. Voorwaarde hierbij is dat ervoor gezorgd
wordt dat de draagkracht niet meer wordt overschreden. De Raad adviseert de mogelijkheden
tot oppervlakvergroting serieus te onderzoeken en waar mogelijk toe te passen.
De Raad voor Dierenaangelegenheden is een bij de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren
ingesteld orgaan waarin onder andere zijn vertegenwoordigd het Ministerie van LNV,
Ministerie van VWS, Productschappen, Dierenbescherming, Gezondheidsdienst voor Dieren,
Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde, Faculteit Diergeneeskunde,
Wageningen Universiteit en het Platform Verantwoord Huisdierenbezit.
Advies op te vragen bij de RDA, tel. 070 - 3785266, e-mail: info@RDA.nl
Contactpersoon : Dhr. P. Overgaauw 070 - 3785246/06 - 53260696.