Contactpersoon
-
Datum
6 september 2005
Ons kenmerk
DGP/MDV/U.05.02314
Doorkiesnummer
-
Bijlage(n)
-
Uw kenmerk
05/31/VW
Onderwerp
Overname Novio door HTM
Geachte voorzitter,
Conform uw verzoek doe ik u hierbij verslag van de juridische
(on)mogelijkheden om als Minister te handelen inzake de verkoop van Novio
aan HTM. Dit vooruitlopend op het overleg met de vaste commissie voor
Verkeer en Waterstaat op 7 september 2005.
Zoals ik reeds in het algemeen overleg op 22 juni 2005 heb aangegeven, heb
ik bezwaren tegen de koop van Novio door HTM. In artikel 109 van de Wet
personenvervoer 2000 (Wp2000) is immers het reciprociteitbeginsel
vastgelegd. De bedoeling daarvan is dat oneerlijke concurrentie door
vervoerbedrijven die opereren op een beschermde thuismarkt wordt
voorkomen. HTM handelt door de koop van Novio in strijd met de geest van
dit artikel, omdat HTM opereert op een nog beschermde markt en toch buiten
haar eigen markt marktaandeel verwerft. HTM handelt echter niet in strijd
met de letter van de huidige wet. De wet gaat namelijk over het meedingen
bij aanbesteden van concessies, en niet over koop of verkoop van bedrijven.
Ik kan de koop dus niet tegengaan of ongedaan maken.
Wél ben ik bezig, zoals toegezegd aan uw Kamer, met aanpassing van de wet
om het verwerven van marktaandeel tegen te gaan voor die partijen die nog
op een beschermde markt opereren. Het gaat om twee aanpassingen:
een wijziging van het reciprociteitartikel 109 Wp2000, zodanig dat
gemeentelijke vervoerbedrijven (GVB'en) én dochters van GVB'en, niet mogen
meedingen naar concessies zolang de markt van het moederbedrijf niet is
geopend. Dat geldt ook als slechts sprake is van één aandeel van het moeder-
GVB in de dochter. Deze wetswijziging is een week geleden aan uw Kamer
aangeboden. Het is aan uw Kamer om een moment te bepalen waarop deze
wetswijziging kan worden behandeld.
een wetswijziging, overeenkomstig de motie van het lid Dijksma van 30 juni
2005 (Kamerstukken II, vergaderjaar 2004-2005, 24036, nr.313). De wijziging
komt er op neer dat het voorgenomen uitstel van de aanbestedingsplicht van
3 jaar bij verkoop van een GVB, niet wordt gegeven indien het wordt
verkocht aan een ander GVB. Dat betekent dat de concessie die nu is
verleend aan Novio per
1 januari 2007 moet zijn aanbesteed. Deze wetswijziging heeft dus nog
zijn functie, ook al is de koop HTM-Novio al een feit. De wetswijziging
komt zo spoedig mogelijk naar uw Kamer.
Hierbij wil ik nog aangeven dat ik als minister niet de handhavende
instantie ben in relatie tot het reciprociteitsbeginsel; ook niet als deze
wetswijzigingen in werking treden. De Wp2000 wordt in beginsel door de
partijen in het veld zelf "gehandhaafd". Vervoerbedrijven, die menen dat
een GVB of GVB-dochter onterecht meedingt, kunnen daartoe naar de rechter
stappen.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd over de juridische
mogelijkheden om inzake de koop van Novio door HTM en vergelijkbare
situaties op te treden. Samengevat beschik ik op dit moment niet over
juridische instrumenten, maar is wetgeving in de maak die, zodra deze in uw
Kamer is behandeld, aan de huidige bezwaren tegemoet komt.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Karla Peijs
Ministerie van Verkeer en Waterstaat