Nederlandse Vereniging van Journalisten
Inbreng NVJ Rondetafelgesprek Tweede Kamer
(5 september 2005)
De verleiding is groot om bij de Tweede Kamer een pleidooi te houden
voor het behoud van de NPS of tenminste voor de programmasoorten die
bij deze omroep zijn ondergebracht. Of anders zou de compensatie van
de onvermijdelijke terugval van STER-inkomsten een goede insteek zijn.
Maar volgens de NVJ zou het de aandacht afleiden van de wezenlijke
problemen. Want zelfs als deze zaken gerepareerd zouden worden door de
Tweede Kamer, dan blijft het Kabinetsplan "Met het oog op morgen" nog
altijd overeind. En juist dat plan zal, ook is aangepaste vormen, de
publieke omroep volledig marginaliseren of zelfs volledig verwoesten.
Elke volwassen democratie verdient een stevige onafhankelijke publieke
omroep. Natuurlijk roepen uitgevers en commerciële omroepen dat het
oneerlijke concurrentie is, maar ook dat hoort inmiddels bij het
ritueel. Zelfs Fons van Westerloo erkent dat het hoge niveau van het
RTL Nieuws grotendeels wordt bepaald door de kwaliteit van het NOS
Journaal. Bertelsmann gaat echt geen miljoenen stoppen in een
nieuwsvoorziening als dat niet nodig zou blijken.
De onafhankelijke nieuwsvoorziening van de publieke omroep lijkt
gered. In box A met een verankerd budget. Maar wat blijft er van over
als de publieke omroep terug moet naar twee netten of wellicht één
net. En wat als er geen geld is om verder te experimenteren op
internet en op digitale kanalen. En wat blijft er van die leidende
journalistieke positie op radio over als het aantal radiozenders fors
zal worden teruggebracht. En dat zal het met de gefixeerde budgetten.
Het kabinet zegt niet te kiezen voor een forse sanering van de
publieke omroep; sterker er wordt gesproken van een versterking.
Natuurlijk moet er het nodige veranderen aan de publieke omroep, daar
is niemand het mee oneens. Maar het kabinet maakt een klassieke fout.
Er ligt een compromis op tafel over iets dat geen compromis verdraagt.
Er moet een keuze worden gemaakt. Of de omroepen worden opgeheven en
een centrale raad van bestuur krijgt, naar model van de BBC of VRT, de
leiding. Of de omroepen worden verantwoordelijk gemaakt voor de netten
en zenders. Zij krijgen daarbij heldere doelstellingen en worden
daarop dan ook afgerekend.
Dat de publieke omroep zich vanaf 2008 vooral moet toeleggen op
nieuws, opinie, cultuur en educatie is volgens de NVJ terecht. Maar
een totale verbanning van amusement is volgens de een stap te ver. Een
goede mix van programma's is belangrijk om een groot publiek te kunnen
blijven aanspreken. Nieuws is niet exclusief voor de publieke omroep
en amusement is niet uitsluitend het domein van de commerciële omroep.
De NVJ is uiterst somber over de toekomst die de publieke omroep nu
wacht. De NOS kan in box A even vooruit. De samenwerkingsverbanden van
de diverse omroepen zullen echter beëindigd worden. Immers waarom zou
de TROS samenwerken met de EO in Twee Vandaag als zij zich juist zal
moeten profileren. Diverse berekeningen tonen aan dat de omroepen
amper geld zullen hebben om juist de relatief dure duidende
programma's te maken. Voor box C, kunst, cultuur en educatie zal door
teruglopende reclame-inkomsten helemaal geen geld over zijn. Het geld
komt niet ergens anders in het publieke bestel terecht, maar zal
volledig verdampen. Gevolg is een negatieve spiraal: geen geld, dus
korten op kwaliteit en kwantiteit. Het is heel goed voorstelbaar dat
al voor 2008 geen geld zal zijn om een derde televisienet overeind te
houden. Op termijn moet dan ook gevreesd worden voor het voortbestaan
van een tweede net.
Het is haast stuitend te constateren dat wat betreft het publieke
omroepbestel uitsluitend aandacht is voor de drie televisiezenders.
Dat doet geen recht aan de media als radio, internet, teletekst en
digitale televisie. Juist wat betreft het oudste medium, de radio, is
vast te stellen dat de commercie het draaien van plaatjes rendabel is.
Natuurlijk is er het prachtige initiatief BNR Nieuwsradio, maar de
makers geven daar ook toe dat er geen geld is voor duiding. Het is een
kostbare en publieke taak. Prachtige samenwerkingsverbanden, immers
wie had het 15 jaar gelden voor mogelijk gehouden dat de EO nauw zou
samenwerken met de VPRO en VARA, zullen ook sneuvelen in de
profileringsnoodzaak. Als de omroepen überhaupt nog zullen investeren
in het medium. Probeert u zich daarbij ook eens de verwarring voor te
stellen bij de makers. Jarenlang kregen ze de boodschap vooral de
handen ineen te slaan, nu zullen ze met elkaar moeten concurreren.
Tenslotte vraagt de NVJ ook aandacht voor de werkgelegenheid. Wij
vragen ons af met wie er nog afspraken kunnen worden gemaakt over de
arbeidsvoorwaarden. Zeker een kwart van het personeel moet direct
vrezen voor haar werkgelegenheid. De omroephuizen krijgen nog maar een
klein deel van de programma's gegarandeerd. Voor de overige
programma's zal zij de concurrentie met externe partijen moeten
aangaan. Partijen die niet gebonden zijn aan welke cao dan ook.
Bovendien moeten de omroephuizen de commerciële boer op met haar
programma's en expertise.
Natuurlijk valt het Hilversum terecht te verwijten dat zij de
afgelopen jaren niet zelf met een goed en gedegen toekomstplan op de
proppen is gekomen. Dat de politiek haar verantwoordelijkheid neemt is
terecht. Maar de weg die nu gekozen past in de Hilversumse
compromistraditie. Maak een keuze, maar dan wel een keuze waar de
publieke omroep, dus televisie, radio, internet en teletekst, sterk
uit komt. Waar ruimte is voor experimenten op inhoudelijke en
technische vlakken. Waar een samenhang is tussen de landelijke, de
regionale en de wereldomroep. En waar een eenduidige leiding aan
gegeven wordt. Een krachtig onafhankelijk publiek bestel als bewijs
van een krachtig en volwassen democratie.