Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Toespraak van de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, Melanie Schultz van Haegen, bij de aftrap van onder andere het project Oranjekanaal van het Hoogheemraadschap Delfland in Delft

Dames en heren,

Ik stel het erg op prijs dat ik vandaag de aftrap mag geven van het project Oranjekanaal. Dit project laat zien in welke fase we met modern en dynamisch waterbeheer zitten. De schop gaat overal in de grond, de stap van papier naar bouwkeet is gezet. Kortom, we zijn onze plannen uit het Nationaal Bestuursakkoord Water snel en daadkrachtig aan het uitvoeren. En dat alles met één doel voor ogen: een robuust watersysteem dat weer decennia mee kan.

En u en ik weten dat dat meer dan noodzakelijk is. De zeespiegel stijgt, het rivierwater stijgt, en het regent vaker en heviger. Hier in het Westland weet u daarover mee te praten.

Dames en heren,

De schop gaat in de grond, dat klinkt wel gemakkelijk, maar dat is het natuurlijk niet. Het vraagt nogal wat van mensen, van bedrijven en ook van overheden. Want kiezen voor water, is vaak ook niet kiezen voor wonen, werken of recreatie. En daar ligt ook de uitdaging voor de komende jaren. Kiezen voor het een, mag niet automatisch het ander uitsluiten. In een land als het onze, moeten we ruimtelijke claims veel vaker gaan combineren door slim meervoudig ruimtegebruik.

Om de reis naar een robuust watersysteem tot een succes te maken zijn we sterk afhankelijk van de bagage die we meenemen. En daarbij mogen twee zaken niet ontbreken: een integrale aanpak en ruimte voor innovatie.

Om te beginnen een integrale aanpak. Het is duidelijk dat we water en ruimte integraal moeten benaderen. Denk alleen maar aan de trits vasthouden-bergen-afvoeren. De eerste twee stappen raken direct het terrein van de ruimtelijke ordening.

Water is in de Nota Ruimte niet voor niets aangewezen als één van de sturende principes bij de inrichting van Nederland. En dat - het zal u niet verbazen - is in mijn visie een ontzettend belangrijk principe. Het is nu zaak dat dit uitgangspunt doorsijpelt naar het werkveld van waterschappen, provincies en gemeenten. Met de watertoets - hét instrument om water- en ruimtelijk beleid perfect op elkaar af te stemmen - moet dat zeker lukken.

Het Hoogheemraadschap Delfland is zich heel goed bewust van het belang van een integrale benadering van water en ruimte. Een passend bewijs daarvan werd onlangs geleverd doordat Delfland de Landschapsprijs 2005 van de provincie Zuid-Holland in de wacht sleepte. Dat was voor het project Calamiteitenberging Woudse Polder.

Modern waterbeleid is overigens niet alleen het combineren van water en ruimte, het is ook combineren van kwantiteit en kwaliteit. De uitvoering van het Waterbeleid in de 21^ste eeuw is in volle gang. En ligt daarmee voor op de Europese Kaderrichtlijn Water. Dit faseverschil lijkt een nadeel, maar het is juist een voordeel. Waterbeheerders richten zich namelijk bij de uitvoering van de maatregelen al bij voorbaat op het verbeteren van de waterkwaliteit.

Dames en heren,

Op diezelfde reis naar een robuust watersysteem is innovatie de andere belangrijke voorwaarde voor succes. Innovatie is hét antwoord op het spanningsveld tussen ruimteclaims voor water en andere functies. Gelukkig is de watersector een sector waar innovatie inmiddels met hoofdletters wordt geschreven. Denk aan de terpen van bagger en de drijvende kassen. U kunt er bijna dagelijks in de krant over lezen. Waterinnovatie is hot, maar moet nog veel hotter worden. Ook hier geldt: van tekentafel naar bouwkeet. Doen is het motto!

Een aandachtpunt is wel dat nog te veel van potentiële innovaties in het afvoerputje verdwijnen zonder dat we er iets mee doen. Er is kortom nog volop ruimte voor meer slimme initiatieven en plannen. En daar moet ook ruimte voor worden gemaakt, net als voor het water zelf. En ruimte voor innovatie kan ook betekenen dat we wet- en regelgeving moeten aanpassen als dat innovatie in de weg staat. Denk aan de beperkingen voor buitendijks bouwen. Innovatieve bouwprojecten tonen aan dat veilig bouwen buiten de dijken in het kustgebied en langs de rivieren kan. Ik laat nu onderzoeken of we de regels niet moeten vereenvoudigen en welke mogelijkheden er zijn om buitendijks wonen langs de kust te verzekeren.

Ik heb innovatie dus hoog op mijn agenda staan. En dat geldt gelukkig ook voor het Hoogheemraadschap Delfland. Het zogenaamde programma ABCDelfland staat bol van innovatieve proefprojecten, bijvoorbeeld op het terrein van alternatieve bergingstechnieken. Denk aan waterberging in gietwaterbassins en drijvende kassen. Er loopt nu een proefproject
- uniek voor Nederland - waarin de mogelijkheden van opvang van water in kelders onder kassen bekeken wordt. Het proefproject voorziet in de opvang van 20.000 kubieke meter. Een dergelijk project helpt ook mee het acute probleem van wateroverlastproblematiek in de Oranjepolder op te lossen. Ik complimenteer Delfland en het betrokken glastuinbouwbedrijf met dit innovatieve initiatief.

Het ABCDelfland programma - dat 3,3 miljoen euro van VenW ontvangt - staat garant voor een betere inrichting en beheer van de waterhuishouding in Delfland in 2015. Het project Oranjekanaal maakt onderdeel uit van dit programma. Behalve het kanaal wordt nog een sluis aangepakt en een doorgang gegraven, een zogenaamde bypass. De dijkgraaf heeft daar in zijn toespraak al over verteld.

Wat mij betreft is elke euro die we aan deze projecten besteden verantwoord. Zeker als je kijkt naar de acute problematiek van wateroverlast in dit gebied. Het is ook goed dat het hoogheemraadschap over dit project en andere projecten helder en regelmatig communiceert met de betrokken inwoners, bijvoorbeeld door een nieuwsbrief. Want de projecten hebben een grote impact voor individuele burgers en bedrijven. Duidelijk maken wat je doet en waarom je dat doet, dat creëert draagvlak voor soms ingrijpende beslissingen. Dat is overigens ook het doel van de publiekscampagne 'Nederland leeft met Water' die momenteel weer te zien is op radio, televisie en in diverse tijdschriften. Een van de nieuwe onderwerpen die hierin aan de orde komt is een slimme combinatie van water en ruimte: drijvende woningen.

In een gebied als Delfland waar elke vierkante meter in gebruik is, vraagt elke oplossing om een zorgvuldige afweging van belangen. Het probleem is vaak dat de kosten voornamelijk op de schouders van de burgers terecht komen, terwijl de maatregelen vooral profijtelijk zijn voor bedrijven, bijvoorbeeld in de glastuinbouw. Deze problematiek vraagt creatieve oplossingen van bestuurders en bedrijven. Belangrijk is daarbij dat een betere kostenverhouding voor meer maatschappelijk draagvlak zorgt bij de uitvoering van bepaalde waterprojecten.

Dames en heren,

Maar voor nu terug naar het Oranjekanaal. Zo meteen geef ik met een symbolische druk op de knop het startsignaal voor het project. Met dit project en alle andere vaak innovatieve projecten binnen deze regio, werkt het Hoogheemraadschap Delfland aan een robuust watersysteem dat weer decennia mee kan. Ik ben er trots op dat we weer een stap verder zijn en ik wens u nog een feestelijke dag toe.

Dank u wel.