Socialistische Partij

Terrorisme, wat te doen?

De onlangs door de rechtbank aan Mohammed B. opgelegde levenslange gevangenisstraf was de enig juiste straf. Deze uitspraak vond plaats tegen de achtergrond van een toenemend aantal terroristische aanslagen: Na New York, Madrid, Bali, Istanbul, twee keer een serie in Londen en 'n paar dagen geleden een in `n Egyptisch badplaats aan de Rode Zee. Waar komen hun haat en agressie vandaan en wat moet ons antwoord daarop zijn?

---

door Jan Marijnissen

---

De groepjes die wereldwijd verantwoordelijk zijn voor het toenemend aantal terreuraanslagen hebben veel overeenkomst met terroristische organisaties als destijds de Rote Armee Fraktion en de Rode Brigade. Zij bestaan uit sektariërs die ervan uitgaan dat het `hogere' doel de middelen heiligt en die daarmee hun gewelddadig en antidemocratisch optreden rechtvaardigen. De leden hebben doorgaans een verwrongen mens- en maatschappijbeeld en sluiten zich af voor andersdenkenden. Ideologie en godsdienst worden aangeroepen als rechtvaardiging voor hun misdaden. In het geval van het moslimextremisme is er ook sprake van een culturele component: theocratie versus democratie en rurale versus op de stad georiënteerde westerse waarden.

De Vietnamezen, die jarenlang te maken hadden met Amerikaanse terreur in de vorm van bommen, napalm en Agent Orange, hebben er nooit voor gekozen om onder het motto `oog om oog, tand om tand' onschuldige Amerikaanse burgers op te blazen en zo de oorlog naar de VS te verplaatsen. Moslimterroristen blijken daar wel voor te kiezen. Daarbij gaat het om groeperingen die in hun denken en doen in veel gevallen geïsoleerd staan binnen de gemeenschap waaruit zij voortkomen. Dat neemt niet weg dat ze over een netwerk beschikken dat hen steunt. Het zijn vissen die voldoende water hebben om te kunnen zwemmen, zij het in een kleine poel. Wij, die terrorisme onacceptabel vinden, staan voor de vraag hoe die poel droog te leggen. Om over voldoende `water' te beschikken moeten terroristen al dan niet terechte frustraties kunnen exploiteren. Haat gedijt in een omgeving waarin het bestaan gekenmerkt wordt door onrechtvaardigheid, ongelijkheid, onderdrukking, armoede en bovenal uitzichtloosheid. In combinatie met het uitgangspunt dat `het doel alle middelen heiligt' ontstaat dynamiet.

Nemen we het Midden-Oosten. De Arabische wereld staat al lange tijd in economisch opzicht op een straatlengte achterstand ten opzichte van het Westen en steeds meer ook ten opzichte van de snel opkomende landen in Zuidoost Azië. Geen schim is er nog over van de culturele superioriteit zoals die nog steeds zichtbaar is in het zuiden van Spanje. Bitter weinig actuele zaken maken dat wij ons schatplichtig voelen ten opzichte van de uitvinders van het schrift, de algebra en de astronomie. Dat komt deels door de erfenis van het kolonialisme en de nog steeds ongezonde eenzijdige belangstelling van het Westen voor deze regio (olie!), deels door het dictatoriale karakter van de meeste regimes. Regimes overigens, die voor zover zij niet door het Westen in het zadel zijn geholpen, altijd welwillend tegemoet zijn getreden. Het is dan ook geen wonder dat het Westen beticht wordt van samenspanning met de onderdrukker. Ook is het niet vreemd dat men de westerse dubbelhartigheid van spreken over democratische mensenrechten in combinatie met actieve steun aan de onderdrukker, als hypocriet typeert. De harde en vaak gewelddadige onderdrukking van de politieke oppositie heeft in tal van Arabische landen tot radicalisering geleid binnen de relatief veilige muren van de moskee en het Islamitische geloof.
Voedingsbodem voor het terrorisme zijn de onderdrukking van de Palestijnen die nu al vijftig jaar voortduurt en de invallen in en bezetting van Afghanistan en Irak. Ook het beledigingen van de Islam, waaraan veel mensen zich vastklampen waar het gaat om hun identiteit en de zin van het leven, verrijken `de bodem' waar het kwaad op gedijt.
De achtergronden van het terrorisme willen begrijpen, is iets heel anders dan daar begrip voor opbrengen. Tony Blair en veel andere westerse leiders sluiten hun ogen voor de context waarbinnen het extremisme tot wasdom komt en bagatelliseren de relatie tussen het terrorisme en de politieke opstelling van het Westen ten aanzien van het Midden-Oosten. Dat is een standpunt dat niet alleen vanuit het oogpunt van moraliteit én realiteit niet deugt, maar ook politiek totaal onverantwoordelijk is. Het voedt de haat van miljoenen mensen en versterkt de onveiligheid in de wereld.

Binnen Nederland versterken de gebrekkige integratie en discriminatie van mensen `van buiten' de voedingsbodem voor terrorisme. Wie maatschappelijk niet volwaardig functioneert, wordt sneller gediscrimineerd. Onbekend, onbemind, gewantrouwd, gediscrimineerd. In feite hebben we het over twee kanten van dezelfde medaille die uiteindelijk alleen maar verliezers oplevert. Dat is ook precies de reden waarom de SP zich al vanaf het begin van de jaren tachtig inspant om het samen naar school en het gemengd wonen te stimuleren. Politici die beweren dat `de tijd' het probleem van de segregatie uiteindelijk vanzelf oplost, hebben veel verprutst. Natuurlijk kan de tijd veel doen, maar we hadden `de tijd' kunnen helpen door verstandig beleid te voeren. Door zwarte en witte scholen en wijken te laten ontstaan, zijn er in ons land letterlijk etnische en maatschappelijke tegenstellingen ontstaan. Iedereen die ooit de moeite heeft genomen met de meest direct betrokkenen - autochtoon en allochtoon - hierover te spreken weet dat een overgrote meerderheid die segregatie ongewenst vindt. Waar studeerkamergeleerden en betweterige politici niet aan wilden, is voor de betrokkenen al decennialang een waarheid als een koe: Samenleven doe je niet alleen.

De vis en het water moeten van elkaar worden gescheiden. Door de vissen te vangen, te berechten en hard doch rechtvaardig te straffen. Het proces tegen Mohammed B. vormt in dat opzicht een goed begin. Elke vorm van tolerantie ten opzichte van diegenen die zich gewelddadig intolerant betonen jegens een samenleving die tracht democratie en vrijheid te concretiseren is misplaatst. Zij die de oorlog hebben verklaard aan onze waarden, verworvenheden en beschaving, moeten er rekening mee houden dat de door hen zelf geheven ijzeren vuist uiteindelijk hen zelf zal treffen. Daarvoor is de inzet en waakzaamheid nodig van iedereen. Een democratie kan niet overleven zonder actief burgerschap en civil courage. Een bijzondere verantwoordelijkheid ligt er bij hen die het dichtst staan bij diegenen die dreigen in de ban te raken van het fata morgana van de zogenaamde martelaarsdood.
Tegelijkertijd ontkomen we er niet aan om ook over `het water', de omgeving, te spreken. Nationaal en internationaal moeten we proberen de voedingsbodem voor blinde haat en geweld weg te nemen. Dat kan alleen door alle mensen - hier en daar - te laten zien dat de intenties en het beleid van onze politieke leiders deugen. Dat begint met het voeren van een andere politiek. We zullen de harten van de verdrukten pas kunnen winnen voor een toekomst gebaseerd op vrijheid, democratie en solidariteit wanneer we aan die drie elementen ook daadwerkelijk inhoud geven. Dat kan door zo snel mogelijk de bezetting van Irak en Afghanistan op te heffen, Guantànamo Bay te ontmantelen, het Palestijns-Israelische vraagstuk op te lossen door middel van een twee-staten-oplossing, en alle dictatoriale regimes in het Midden-Oosten aan te pakken.

De rampspoed die het terrorisme aanricht laat zien hoe kwetsbaar we zijn. Maar, al zijn we dan met 6 miljard mensen en kent de aarde een gigantisch oppervlak, door de voortschrijdende technologie die een snelle en goede nieuwsvoorziening mogelijk maakt, ontstaat er bij terroristische aanslagen zoals onlangs in Londen een bijzonder gevoel van lotsverbondenheid. Wij zijn elkaars buren geworden en wat er in Londen gebeurt raakt alle mensen.
De vraag is of er een moment zal komen waarop wij ons in gelijke mate het lot van alle slachtoffers van terreur, onderdrukking en uitbuiting aantrekken, ongeacht nationaliteit, ras of religie? Hoe negatief de aanleiding voor deze overpeinzing ook mag zijn, zij lijkt mij daarom niet minder waardevol. Bedreigingen en kansen liggen dicht bij elkaar in een wereld die scheuren vertoont maar ook volop in ontwikkeling is.

Laten we ondertussen op onze hoede zijn voor diegenen die met simpele antwoorden komen voor dit ingewikkelde probleem. Zij spinnen garen bij de heersende angst, stigmatiseren hele bevolkingsgroepen, en kunnen op termijn erger worden dan de kwaal. Ook het ontmantelen van de rechtstaat, waaraan generaties lang is gebouwd, is geen antwoord op het terrorisme. Het verbieden aan iets te denken of iets te vinden, het inperken van rechten van verdachten en gestraften en het inperken van de vrijheid van meninguiting zal ons niet echt helpen in deze. Zelfs ten tijde van de Molukse treinkapingen en gijzelingen in de jaren zeventig werden deze opties niet eens genoemd, niet door links en niet door rechts. Slechts een politiek die de terroristen aanpakt en gericht is op het droogleggen van de poel waarin terroristen zwemmen, kan succesvol zijn.

15 augustus 2005