Gemeente Rotterdam

Nr. 139
2 september 2005

Duurzame groei Rotterdamse haven financieel rond

De financiering van het project Mainportontwikkeling Rotterdam is verzekerd. De betrokken vijf partijen hebben dat vandaag met handtekeningen bekrachtigd. Onderdeel van de afspraken is dat het Rijk aandeelhouder wordt van het Havenbedrijf Rotterdam N.V. Als de ruimtelijke planvorming de goedkeuring van parlement en Raad van State krijgt, staat niets de aanleg van de Tweede Maasvlakte meer in de weg. De leefbaarheid van het Rijnmondgebied krijgt door de afspraken een impuls, onder meer door geluidbeperkende maatregelen en de aanleg van nieuwe natuur- en recreatiegebieden.

Wethouder Van Sluis (Haven, Economie, Werkgelegenheid en Milieu) tekende namens de gemeente Rotterdam. Hij is opgetogen over het bereikte onderhandelingsresultaat. "Minister Zalm had al aangekondigd dat hij ons het vel over de neus zou trekken. Dat is ook gebeurd, maar we hebben op tijd teruggeduwd. Het is een historisch moment voor haven én stad. De deelname van het Rijk onderstreept het belang van de Rotterdamse haven als motor van de nationale economie. En de inwoners van Rotterdam krijgen, naast extra werkgelegenheid, een betere leefomgeving met veel extra groen."

Per 1 januari 2006 wordt het Rijk aandeelhouder voor een bedrag van 50 miljoen euro. Na definitief groen licht voor de ruimtelijke procedure (Planologische Kernbeslissing-Plus) en een onomkeerbaar besluit over de aanleg van de Tweede Maasvlakte stort het Rijk 450 miljoen euro bij en neemt het aandelenbelang toe tot 33 1/3 procent. Afgesproken is dat het Rijk geen financieel risico loopt in verband met de afwikkeling van de RDM-affaire. De gemaakte afspraken van vandaag zijn een vervolg op de bestuursovereenkomst van 25 juni 2004 tussen het Rijk, de Provincie Zuid-Holland, de Stadsregio, de gemeente Rotterdam en het Havenbedrijf Rotterdam N.V. Na deze datum is de waarde van het Havenbedrijf opnieuw bepaald, onder andere op basis van recente cijfers over de verwachte groei in de containersector. Hieruit kwam een hogere waarde dan waarmee eerder gerekend is. Daarom is afgesproken dat een bedrag van E 100 miljoen aan de gemeente toevalt als het Havenbedrijf goed presteert. Ook de netto winst van de jaren 2004 en 2005 vloeit volledig in de gemeentekas. Het Havenbedrijf maakte in 2004 maar E 7 miljoen winst, omdat het uit voorzorg een voorziening had getroffen van E 49 miljoen in verband met de RDM-affaire. Als dit bedrag niet wordt aangesproken, of ten dele, komt het ten goede aan het netto resultaat, dat als dividend aan de gemeente wordt uitgekeerd. Verder krijgt de gemeente een extra dividend van totaal E 20 miljoen over 2006 en 2007; indien de winst in die jaren dat niet toelaat, schuift het dividend door naar latere boekjaren. Het dividend voor de aandeelhouders is vastgesteld op 4 procent (met jaarlijkse indexatie van 2 procent in de periode 2009-2020) van het volgestorte aandelenkapitaal. Voor de gemeente komt dit neer op een jaarlijks regulier dividend van circa 40 miljoen, een voortzetting van het huidige dividend. Het terrein van de afvalverwerkingsinstallatie aan de Brielselaan zal aan de gemeente worden overgedragen. Dit in verband met de voorgenomen verkoop van de AVR.

Impuls voor leefbaarheid
De leefbaarheid in het Rijnmondgebied profiteert op verschillende manieren van het project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR). Het meest opvallend zijn de plannen om voor E 175 miljoen 750 ha natuur- en recreatiegebied te realiseren; Rotterdam betaalt hiervan E 9 miljoen. De provincie is hoofdverantwoordelijk voor dit deelproject. Het gaat om de volgende deelgebieden: . IJsselmonde, 600 ha
. Zuidpolder en Schiebroekse polder, 100 ha
. Schiezone, 50 ha
. Groene langzaamverkeersverbinding (over de A15)

In het kader van het deelproject Bestaand Rotterdams Gebied, waarvoor Rotterdam de hoofdverantwoordelijkheid draagt, wordt E 165 miljoen euro uitgetrokken voor maatregelen die de leefbaarheid vergroten. Voorbeelden zijn: de aanleg van (rivier)parken, o.a. bij Charlois, Delfshaven, Pernis en Hoek van Holland; versterking van de recreatieve en ecologische functie van de Landtong Rozenburg; het aanpassen van de Calandspoorbrug om de geluidsoverlast door goederentreinen te verminderen; geluidsschermen langs de A20 en de spoorlijn bij het Kleiwegkwartier; het verminderen van de geluidbelasting door toepassing van stillere wegdekken op wegen waar veel havengerelateerd verkeer rijdt; tegengaan van de ontzilting van het Oostvoornsemeer.

Noot voor de redactie/