Den Haag, 02 september 2005
Vragen van het lid Heemskerk (PvdA) aan de minister van VWS over de voorlichtingscampagne en informatievoorziening
over de zorgverzekeringswet
* Kunt u een indicatie geven van het aantal mensen dat zich tot op heden met vragen over de zorgverzekeringswet heeft gewend tot respectievelijk het Ministerie van VWS, Postbus 51 en de Belastingdienst/Toeslagen?
* Kunt u aangeven welk deel van deze vragenstellers tevreden is over het antwoord dat zij hebben gekregen? Aan welk deel van de vragenstellers heeft elk van deze drie instellingen moeten antwoorden dat 'zij helaas niet over de gevraagde informatie beschikken'? Deelt u met de PvdA-fractie de indruk dat een groot deel van de vragenstellers teleurgesteld moet worden, omdat zij geen of onvolledig antwoord krijgen op hun vragen?
* Welk percentage van de vragenstellers wordt bij elk van de drie instellingen doorverwezen naar andere instanties? Naar welke instanties worden zij vooral doorverwezen? Deelt u de indruk dat een relatief groot deel van de vragenstellers moet worden doorverwezen, en zelfs soms weer terug moet worden verwezen, en dat dit veel ergernis oproept?
* Deelt u de indruk dat door het verspreiden van informatiemateriaal waarin algemeenheden staan, veel onduidelijkheid is ontstaan voor mensen, omdat zij juist willen weten wat de gevolgen van de wet zijn in hun specifieke situatie? Klopt het dat juist de vragen die gaan over specifieke, persoonlijke situaties vaak niet (volledig) kunnen worden beantwoord?
* Zijn de drie genoemde instanties naar uw mening in staat om mensen desgevraagd een goed en volledig beeld te geven van de inkomensgevolgen in hun specifieke situatie? Klopt de indruk van de PvdA-fractie dat niet alle factoren die van invloed zijn op kosten en inkomsten altijd goed worden uitgelegd?
* Bent u met ons van mening dat een toename van de onzekerheid over de specifieke persoonlijke gevolgen van de stelselwijziging, met name wat betreft de inkomensgevolgen, onwenselijk is?
* Heeft u een indruk welke vragen het meest gesteld worden, welk soort vragen het meest leidt tot doorverwijzing en op welke terreinen de meeste vragen leven?
* Hoeveel medewerkers (gemeten in FTE) zetten het ministerie, Postbus 51 en de Belastingdienst/Toeslagen op dit moment ieder extra in om de voorlichtingscampagne en beantwoording van vragen mogelijk te maken?
* Hebt u inzicht in het aantal FTE dat bij verzekeraars, belastingdienst en zorgautoriteit op dit moment bezig is met de voorlichting die nodig is door de nieuwe zorgverzekeringswet? Zo ja, kunt u hiervan een indicatie geven?
* Wat is de prognose voor het aantal FTE dat in de genoemde organisaties op 1 januari 2006, 1 juli 2006 en 1 januari 2007 werkzaam zal zijn voor voorlichting en beantwoording van vragen?
Partij van de Arbeid