Dierenbescherming
http://www.dierenbescherming.nl
PERSBERICHT
Jagermeester Koningin wil drukjacht op Het Loo
Den Haag, 2 september 2005 - De Dierenbescherming is onthutst over de plannen van de Jagermeester van H.M. de Koningin om met de zogenaamde 'drukjacht' weer op wilde zwijnen op het Kroondomein Het Loo te gaan jagen. De Dierenbescherming kreeg vandaag een brief van het Faunafonds onder ogen waarin minister Veerman (LNV) wordt geadviseerd een vergunning voor drukjacht op Het Loo te verlenen. De bewindsman heeft zich nog niet uitgesproken over dit advies van 22 augustus jl.. 'Wij vinden het ronduit stuitend dat in kringen rond het Koninklijk Huis deze uiterst kwalijke jachtmethode weer uit de kast gehaald dreigt te worden', stelt directeur Thomas Posthumus Meyjes van de Dierenbescherming.
Posthumus Meyjes vindt het extra wrang dat na de maatschappelijke commotie rond de jachtpraktijken van het Koninklijk Huis van enkele jaren geleden nu wederom wordt gekozen voor een vorm van jacht die onherroepelijk leidt tot dierenleed. In 2001 werd de Koningin al gevraagd af te zien van het zijn van beschermvrouwe van de Dierenbescherming, onder meer als gevolg van de toen nog uitgeoefende drijfjacht op het Kroondomein.
De Dierenbescherming vindt de drukjacht niets minder dan een vorm van drijfjacht. Niet voor niets is sinds april 2002 de drijfjacht op wilde zwijnen verboden. Drijfjacht is een verzamelnaam voor verschillende op elkaar lijkende jachtmethoden. De dieren worden door drijvers opgejaagd in de richting van de jagers. Dit maakt de kans op een snelle, genadige dood erg klein. Immers, om een dier in één keer te doden, moet het dichtbij stilstaan en moet er een vitaal lichaamsdeel geraakt kunnen worden. Bij drijfjacht zijn de dieren op de vlucht en halen dan snelheden van 40 tot 50 km per uur. Hierdoor is de kans groot dat ze alleen maar worden aangeschoten. Ze zijn dan zwaargewond en moeten later alsnog uit hun lijden worden verlost. Als ze al worden gevonden.
Bij drukjacht wordt uitgegaan van een één-op-één-situatie, één jager op één zwijn. Deze laatste vorm mag van de wetgever blijven bestaan, zij het alleen in uitzonderlijke gevallen. De Dierenbescherming betreurt dit. Vooral omdat nauwelijks te controleren valt of iemand drijf- of drukjacht beoefent.