Provincie Zeeland


Nieuwe uitgave Verkeer en Vervoer Zeeland: kerncijfers, ontwikkelingen en achtergronden

In de onlangs verschenen vijfde uitgave van Verkeer en Vervoer Zeeland worden kerncijfers en ontwikkelingen op het gebied van verkeer en vervoer in Zeeland in 2004 gepresenteerd. Dit gebeurt in vier hoofdstukken: personen- en vrachtverkeer, verplaatsingsgedrag, openbaar vervoer en verkeersonveiligheid. Daarnaast is er specifieke aandacht voor twee grote landelijke onderzoeken: het Mobiliteitsonderzoek Nederland 2004 en de Openbaar Vervoer Klantenbarometer 2004. Nieuw zijn de artikelen waarin ontwikkelingen worden toegelicht en achtergronden van onderzoeken worden belicht. De uitgave is samengesteld door de Provincie Zeeland, Rijkswaterstaat Zeeland en het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Zeeland (ROVZ).

Verkeer in Zeeland

In 2004 is het verkeer in Zeeland verder toegenomen. De totale groei bedroeg, evenals in voorgaande jaren, ongeveer 3 procent. Dit blijkt uit de verkeerstellingen van de provincie Zeeland en Rijkswaterstaat Zeeland. Uitschieters zijn de directe verbindingswegen van de Westerscheldetunnel (N62, N61 en N254) en iets minder mate de A58 en N256. Het totale verkeer, maar vooral het vrachtverkeer, is op deze wegen sterker toegenomen dan in de rest van Zeeland, met veelal groeipercentages van meer dan 10 procent. Opvallende daler is de N57 op Walcheren, waar het totale verkeer, inclusief het vrachtverkeer, is afgenomen.

Uit een grootschalig verkeersonderzoek, dat in 2004 door de provincie Zeeland is uitgevoerd, blijkt dat het vrachtverkeer dat door de Westerscheldetunnel gaat voornamelijk een regionale herkomst en bestemming heeft. Zuidelijk van de tunnel heeft 81 procent een herkomst of bestemming in Zeeuws-Vlaanderen. Slechts 19 procent van het vrachtverkeer passeert de grens met België. Ook noordelijk van de tunnel is het merendeel van het vrachtverkeer regionaal georienteerd:
66 procent heeft een herkomst of bestemming op Walcheren, in de Bevelanden of op Schouwen-Duiveland en Tholen. De resterende 34 procent passeert de grens met Noord-Brabant (28 procent) en Zuid-Holland (6 procent).

Verplaatsingsgedrag

De auto en de fiets zijn de belangrijkste vervoerswijzen in Zeeland. Dit blijkt uit het Mobiliteitsonderzoek Nederland 2004 (MON). Het MON is een grootschalig landelijk onderzoek naar mobiliteitspatronen, ook met regionale uitsplitsingen.
Per dag maken Zeeuwen gemiddeld ruim drie verplaatsingen. De helft daarvan (48 procent) gebeurt met de auto - als bestuurder of passagier. De andere helft is verdeeld over de fiets (31 procent), de benenwagen (16 procent), trein en bus (2 procent) en andere vervoers-wijzen (3 procent). Opvallend is dat 50 procent van alle autoverplaatsingen korter is dan 7,5 kilometer.

Openbaar vervoer

Hoewel het busvervoer slechts een geringe rol speelt in het verplaatsingsgedrag van Zeeuwen, oordelen ze wél positief over de kwaliteit van het busvervoer. Dit blijkt uit de Openbaar Vervoer Klantenbarometer 2004, waarin reizigers via een schriftelijke enquête rapportcijfers geven aan de verschillende aspecten van het reizen per bus. In Zeeland is het algemene rapportcijfer een 7,1. Dat is ongeveer gelijk aan het landelijke rapportcijfer van 7,2. De kans op een zitplaats, de netheid van het voertuig en de (klant)vriendelijkheid van het personeel scoren hoog. De tarieven, de frequentie van rijden en de informatieverstrekking bij vertragingen en andere problemen kregen een mindere beoordeling.
Op 2 mei 2005 waren de SWATH-schepen de Prins Willem-Alexander en de Prinses Maximá precies één jaar in de vaart. In dat eerste jaar werden
687.206 passagiers vervoerd. Dit aantal ligt ruim beneden de prognose van 800.000 passagiers en is ook lager dan het aantal passagiers dat in het overgangsjaar met de PSD-schepen is vervoerd (750.000). Van de in totaal 16.556 afvaarten zijn er 798 uitgevallen (bijna 5 procent). Tweederde was het gevolg van technische problemen en storingen. Andere oorzaken waren onderhoud en reparaties (20 procent), weeromstandigheden (11 procent) en bunkeren en wisselen van schepen (2 procent).

Verkeersonveiligheid


2004 stond bij het ROVZ in het teken van een grondige analyse van de verkeersonveiligheid in Zeeland. Die analyse leverde een aantal opvallende inzichten op. Een kleine greep daaruit:

In Zeeland is jaarlijks 1 op de 1.000 inwoners als slachtoffer betrokken bij een verkeersongeval. Ter vergelijking: in Nederland is dit 1 op de 1.400 inwoners;
Ongeveer 30 procent van alle ongevallen in Zeeland is een enkelvoudig ongeval. Het merendeel van deze ongevallen is te wijten aan onvoldoende controle over het voertuig;
Bij 1 op de 5 ernstige verkeersslachtoffers (verkeersdoden én ziekenhuisgewonden) in Zeeland is sprake van alcoholgebruik;
30 procent van de automobilisten op de Zeeuwse wegen houdt minder dan twee seconden afstand tot zijn voorligger: 21 procent tussen de één en twee seconden, 9 procent zelfs minder dan één seconde.

De analyse heeft uiteindelijk geleid tot een aangescherpte doelstelling. De Provincie Zeeland, Rijkswaterstaat en de waterschappen richtten zich op 20 procent minder ernstige verkeersslachtoffers in 2010 ten opzichte van het gemiddelde in de periode 2001-2003. In concrete getallen uitgedrukt komt dit neer op een daling van 401 naar 321 ernstige verkeersslachtoffers. Als extra voorwaarde geldt daarbij dat er in 2010 ten hoogste 24 verkeersdoden zijn te betreuren.


13 september 2005 Amanda Slabbekoorn-Flohr, 0118 631 857, persberichtnummer 108/05