Antwoord van mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, op vragen van de leden Haverkamp en Ferrier (beiden CDA) over de verstoorde balans in het aantal mannen en vrouwen op Atjeh als gevolg van de tsunami.
Vraag 1
Kent u het bericht dat er als gevolg van de tsunami een verstoorde balans in het aantal mannen en vrouwen op Atjeh is ontstaan? 1)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Bent u ervan op de hoogte dat door de verstoorde balans het voor vrouwen moeilijk is een stem te hebben in de wederopbouw van hun gemeenten en dat dit versterkt wordt door de vernietiging van vele Balai inong (vrouwenhuizen), een plaats waar vrouwen bijeenkomen en waar ze kunnen rouwen, ervaringen delen en vaardigheden kunnen ontwikkelen om in hun levensonderhoud te voorzien?
Antwoord
Ja.
Vraag 3
Maakt de wederopbouw van de vrouwenhuizen deel uit van de huidige wederopbouwhulp na de tsunami, waarvoor de Nederlandse regering 40 miljoen euro heeft toegezegd? Zo ja, waar bestaat de hulp concreet uit? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
Het bedrag van EUR 40 miljoen heeft betrekking op de humanitaire hulp die Nederland begin dit jaar beschikbaar heeft gesteld voor de door de tsunami getroffen gebieden in Indonesië en Sri Lanka gezamenlijk. Van dit bedrag is EUR 22,5 miljoen besteed in Atjeh en Noord-Sumatra. Hieronder valt ook een project van de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) dat voorziet in de bouw van tijdelijke onderdakvoorziening. Hoewel het hier niet de bouw van specifieke vrouwenhuizen betreft, heeft IOM aangegeven wel voorzieningen te hebben getroffen die rekening houden met de specifieke noden van vrouwen. Zo wordt bijvoorbeeld bekeken op welke locatie de gemeenschap het liefst gehuisvest zou worden en of er speciale vereisten zijn gerelateerd aan het soort arbeid dat verricht wordt. De huisvestingsplannen worden op deze behoeften aangepast. Zo gaven vrouwen bijvoorbeeld aan dat zij ver moesten lopen voor water en sanitaire voorzieningen. In de nieuwe ontwerpen zijn deze voorzieningen daarom bij het huis geplaatst. De sanitaire ruimtes hebben ook hogere muren gekregen zodat vrouwen meer privacy hebben. Daarnaast wordt gewerkt aan het versterken van de positie van weduwen of alleenstaande vrouwen door hen te helpen in het voorzien in hun eigen levensonderhoud. Een recent voorbeeld hiervan zijn trainingen in het fokken van eenden.
Naast deze humanitaire hulp, bedraagt de Nederlandse post-tsunami wederopbouwhulp voor Indonesië en Sri Lanka EUR 200 miljoen in totaal. Hiervan gaat een bedrag van USD 100 miljoen naar het "Multidonor Trustfund for Aceh and North Sumatra" (MDTF). Het Steering Committee van het MDTF heeft onlangs een eerste huisvestingsproject voor het rampgebied goedgekeurd. De bouw van vrouwenhuizen maakt daarvan geen specifiek onderdeel uit. Voordat de herbouw van huizen van start kan gaan wordt de gemeenschap geraadpleegd over hun specifieke behoeften. Een aparte bespreking van het plan met de vrouwen van de gemeenschap maakt hier standaard onderdeel van uit. Na afronding van het plan worden deze groepen nogmaals geconsulteerd. Als in één van deze fasen wordt aangegeven dat er behoefte is aan een gemeenschaps- of een vrouwenhuis, dan kan dit (alsnog) opgenomen worden in het plan. Veel van de fondsen van het huisvestingsprogramma zullen rechtstreeks naar de getroffen families gaan, die dus een grote rol hebben in het ontwerp en de bouw van hun toekomstige huizen.
Vraag 4
Zijn er vanuit de Nederlandse regering plannen om in overleg met bijvoorbeeld het Atjeh Vrouwen Congres extra aandacht te besteden aan de versterking van de rol die vrouwen op Atjeh kunnen spelen tijdens de herstelwerkzaamheden? Zo ja, wat zijn de plannen en wat zijn de resultaten van dit overleg? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
De Nederlandse wederopbouwhulp wordt vooral gekanaliseerd via het MDTF. Daartoe is om redenen van effectiviteit en efficiency besloten. NGO's kunnen voorstellen indienen die op basis van vaststaande criteria worden beoordeeld. Nederland voert dan ook geen rechtstreeks overleg met organisaties als het Atjeh Vrouwen Congres over de wederopbouw en ondersteunt niet separaat projecten van vrouwenorganisaties in de provincie. Vrouwenorganisaties worden waar mogelijk erop geattendeerd dat zij actief met het Bureau voor Rehabilitatie en Reconstructie (de Indonesische coördinator van het wederopbouwproces) moeten samenwerken om hun doelstellingen te realiseren.
Binnen het MDTF is gender een belangrijk aandachtspunt, hetgeen Nederland ten volle ondersteunt. Recent is het beleidskader van het MDTF vastgesteld. Daarin is verankerd dat adequate aandacht voor het gender aspect een belangrijk criterium is voor de financiering van projecten uit het MDTF: "Improving the status of women and promoting their potential roles in the reconstruction effort is seen not just as an issue of human rights or social justice, but as being a crucial element to achieving sustainable development". Indieners van een programmavoorstel moeten aangeven hoe zij genderkwesties aankaarten en het Steering Committee toetst de voorstellen op dit criterium. Dit wil zeggen dat programma's zich ook moeten richten op het aanpakken van genderongelijkheid, dat zij betrokkenheid van vrouwen moeten faciliteren en dat ze zorg moeten dragen voor tastbare resultaten voor vrouwen. Nederland zal als lid van het Steering Committee van het MDTF bij het beoordelen van programmavoorstellen het belang van gender blijven benadrukken.
1) Regionaal dagblad De Gooi & Eemlander, 22 juli jl.
Ministerie van Buitenlandse Zaken