Ministerie van Buitenlandse Zaken

Samenvatting ambtsbericht Sudan, ministerie van Buitenlandse zaken.

Op 9 januari 2005 tekenden de Sudanese regering en de SPLM/A een alomvattend vredesakkoord. De Sudanese regering en de SPLM werken inmiddels samen in het Joint National Transition Team. De implementatie van het vredesakkoord verloopt langzaam. In januari 2005 bereikte de Sudanese regering ook met de NDA een tentatief akkoord.
De vredesonderhandelingen en de staakt-het-vuren-overeenkomsten hebben onmiskenbaar geleid tot een afname van de gevechten in het zuiden. Met uitzondering van enkele deelstaten en de grensgebieden met Uganda was het in de verslagperiode in grote delen van het zuiden relatief rustig. Gedurende de verslagperiode was het in het noorden van Sudan rustig, met uitzondering van Darfur waar sprake was van een verslechtering van de situatie. In Darfur was het in de verslagperiode zeer onrustig en onveilig. Naast banditisme en gevechten tussen rebellen en regeringstroepen, bleven Arabische milities (Janjawid) aanvallen uitvoeren op de burgerbevolking. Alle partijen maakten zich in de verslagperiode opnieuw schuldig aan ernstige mensenrechtenschendingen (verkrachtingen en ander seksueel geweld, bombardementen op burgerdoelen, martelingen, ontvoeringen, buitengerechtelijke executies, etc.). Het aantal ontheemden in Darfur steeg naar 2 miljoen.
De Sudanese regering heeft nog weinig gedaan om de Janjawid te ontwapenen en de verantwoordelijken voor de mensenrechtenschendingen in Darfur aan te pakken.
Noord-Sudan (met uitzondering van de deelstaten Northern Darfur, Western Darfur, Southern Darfur, Blue Nile en de grensgebieden van Kassala State) alsmede enkele gebieden in Zuid-Sudan (namelijk de garnizoensplaatsen die in handen van de regering zijn, het zuidelijke deel van de deelstaat Buheyrat, de deelstaat Western Equatoria met uitzondering van het grensgebied) vormen relatief veilige gebieden. Overgangsgebieden zijn de noordelijke deelstaat Blue Nile en de grensgebieden van Kassale State, alsmede de zuidelijke deelstaten Western Bahr el-Ghazal, Northern Bahr el-Ghazal, Warab, Buheyrat (met uitzondering van het zuiden), Bahr el-Jebel (met uitzondering van het grensgebied). De situatie is onveilig in de noordelijke deelstaten Northern Darfur, Western Darfur en Southern Darfur. Ook onveilig zijn de zuidelijke deelstaten met uitzondering van de garnizoensplaatsen die in handen van de regering zijn en de hiervoor genoemde relatief veilige en overgangsgebieden in Zuid-Sudan. De Sudanese regering bleef op het gebied van de mensenrechten een dubbel spoor volgen. Enerzijds was er sprake van meer aandacht voor mensenrechten in Sudan Algemeen ambtsbericht Sudan | mei 2005
107
en waren enkele voorzichtig positieve ontwikkelingen waar te nemen. Anderzijds wierp de Sudanese regering steeds nieuwe obstakels op. Zo bleef de vrijheid van meningsuiting aanzienlijk beperkt en bleven politieke opposanten en activisten (soms ernstige) problemen ondervinden. Ook bleef de Sudanese regering de veiligheidsdiensten als repressief instrument gebruiken. De Sudanese politie en veiligheidsdiensten bleven willekeurige arrestatie en detentie toepassen. Ook bleven zij geweld, inclusief marteling en andere vormen van onmenselijke behandeling of bestraffing, gebruiken. Met name in Darfur werd door de autoriteiten hard opgetreden tegen personen verdacht van banditisme of banden met de rebellen (willekeurige arrestaties, martelingen, doodstraffen). Als gevolg van de voortdurende strijd in Darfur bleef de aandacht van de veiligheidsdiensten zich met name richten op Darfurezen van niet-Arabische afkomst. Personen uit deze bevolkingsgroep kunnen bij vestiging buiten hun eigen woongebied in het noorden de aandacht van de autoriteiten trekken en op grond van hun etnische afkomst problemen van de zijde van de veiligheidsdiensten ondervinden. Als na verloop van tijd echter blijkt dat betrokkene geen politieke of militaire activiteiten tegen de regering onderneemt of ondernomen heeft, ondervindt betrokkene in de regel geen ernstige problemen van de zijde van de veiligheidsdiensten.
Met name niet-Arabische Darfurezen kunnen zich door een verblijf in het buitenland verdacht maken in de ogen van de autoriteiten. Deze personen lopen bij terugkeer in Sudan (in het door de regering gecontroleerde gebied) het risico te worden geconfronteerd met vormen van negatieve bejegening door de veiligheidsdiensten. Daarbij geldt dat indien betrokkkenen zich politiek of religieus niet profileren of hebben geprofileerd in Sudan danwel in het buitenland, de kans kleiner is dat zij ernstige problemen van de zijde van de autoriteiten zullen ondervinden. Als betrokkenen vóór vertrek uit Sudan gedurende langere tijd zonder problemen in het noorden hebben verbleven, dan weten de veiligheidsdiensten dat betrokkenen zich in Sudan niet oppositioneel hebben opgesteld. Als betrokkenen zich bovendien in het buitenland niet oppositioneel hebben opgesteld, is de kans op ernstige problemen met de autoriteiten gering. In de verslagperiode is het aantal ontheemden in Sudan verder toegenomen tot ongeveer 6 miljoen, met name als gevolg van het geweld in Darfur. Anderzijds was het afgelopen jaar een beweging te zien van ontheemden die op eigen initiatief terugkeerden naar hun oorspronkelijke woonomgebied in Zuid-Sudan. In de ons omringende landen worden asielaanvragen van Sudanezen individueel beoordeeld. Het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland verlenen leden van de rebellenbewegingen SLM/A en JEM asiel, behalve in die gevallen waar Algemeen ambtsbericht Sudan | mei 2005
108
uitzonderingsclausules van toepassing zijn. België kent een niet-terugkeer clausule voor afgewezen asielzoekers afkomstig uit Darfur.

Lees het hele ambtsbericht: