Raad voor de Volksgezondheid & Zorg



1 september 2005

AWBZ-zorg in perspectief

In diverse tijdschriften verschenen de afgelopen weken artikelen waarin lovend werd gesproken over kleinschalige woonvormen voor dementerende mensen. Het Anton Pieckhofje in Haarlem biedt bijvoorbeeld kleinschalige zorg voor mensen met dementie aan tegen dezelfde kosten als in de grote verpleeghuizen. Deze zorg is persoonlijker dan de zorg in grote instellingen; er is meer interactie tussen de bewoners en alles is informeler. Er kan daardoor meer en:... het kost niet meer.

Het hoeft daarom geen verbazing te wekken dat 86% van de kinderen van dementerende ouderen kiezen voor kleinschalige woonvormen voor hun ouders. Vooral omdat zij het idee hebben dat de kwaliteit van zorg in de grote instellingen slecht is. Dat blijkt uit een onderzoek van TNS NIPO in opdracht van de Stichting Alzheimer Nederland. Trouwens, ook in de zorg voor mensen met lichamelijke beperkingen zijn er voorbeelden van kleinschalige woonvormen. Door inzet van ICT kunnen mensen langer thuis blijven wonen of in beschermende woonvormen hun zelfstandigheid behouden. Allemaal goede ontwikkelingen. Ieder mens wil zo lang mogelijk zelfstandig leven en zo veel mogelijk in een huislijke, persoonlijke omgeving verblijven.

Is groot beter of verdient klein de voorkeur?
Is dus de kleinschalige woonvorm het beste antwoord op de groeiende vraag naar zorg voor dementerenden? De Stichting Alzheimer Nederland stelt zich die vraag in een artikel in Alzheimer actueel. Haar antwoord is misschien verrassend, omdat ze er niet zonder meer ja op zegt. Of grote of kleine woonvormen de voorkeur verdienen hangt volgens de stichting van veel factoren af. Alle aspecten van de zorgvraag en van de mogelijkheden die verschillende wijzen van organiseren en nieuwe technologieën bieden, moeten in overweging worden genomen. Er is vooral behoefte aan een visie op de zorg voor ouderen en dementerende mensen.

De Stichting Alzheimer Nederland heeft daar gelijk in. Bij de ziekenhuizen tref je een vergelijkbare situatie aan. Wat is de optimale schaal van een ziekenhuis? Die vraag kreeg de RVZ in 2003 te beantwoorden. Ons antwoord was genuanceerd. Minder dure en minder complexe zorg voor veel voorkomende aandoeningen zoals diabetes kan dicht bij de mensen en kleinschalig worden aangeboden. Dure en complexe zorg voor aandoeningen die minder vaak voorkomen, zoals harttransplantaties en ernstige brandwonden, moet in een beperkt aantal grote centra beschikbaar zijn. Met andere woorden: `de juiste zorg op de juiste plaats'.

Een visie met een hoofdrol voor innovatie
De Stichting Alzheimer Nederland constateert terecht dat een dergelijke visie ook voor de AWBZ-zorg moet worden ontwikkeld. Misschien blijkt het in het belang van de patiënt om een zo breed mogelijk pakket van voorzieningen aan te bieden, zodat iedereen de juiste zorg kan krijgen. En hoe staat het dan met de kwaliteit? Daar kunnen we kort en duidelijk over zijn. Of de zorg groot- of kleinschalig is: de kwaliteit moet gegarandeerd zijn. Dat blijkt ook te kunnen. Humanitas in Rotterdam en de Hogewey in Weesp laten zien dat kwalitatief goede, persoonlijke verpleeghuiszorg in een huislijke omgeving ook in grote instellingen te realiseren is. Als de kwaliteit van instellingen tekortschiet, vraagt dat om een analyse en aanpak van de oorzaak van het kwaliteitsprobleem. Dat los je niet op door standaard te kiezen voor kleinschaligheid.

---