Provincie Limburg

Zuid-Limburgse boeren mogen bemesten, maar niet overal Verlenging met één week voor graanpercelen op lössgrond

Gedeputeerde Staten van Limburg hebben besloten om onder specifieke voorwaarden de periode waarin dierlijke mest mag worden uitgereden te verlengen tot en met 7 september 2005 wegens de uitzonderlijke hoeveelheid neerslag van de afgelopen weken. Deze verlenging komt nadat minister Veerman van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) zich bereid heeft getoond het uitrijverbod, opgenomen in het 'Besluit gebruik meststoffen' (BGM), met 7 dagen uit te stellen voor specifieke akkerlanden.

De verlenging die minister Cees Veerman van LNV wil verlenen geldt alleen éénmalig voor die akkers op lössgrond in Zuid-Limburg, waar op
15 augustus nog graan (niet maïs) stond. De verlenging geldt dus uitdrukkelijk niet voor grasland. Binnen de voorwaarden die LNV stelt geldt de verlenging die GS verlenen alléén voor de niet-freatische grondwaterbeschermingsgebieden en het bodembeschermingsgebied Mergelland zoals dat is aangewezen in de Provinciale Milieuverordening Limburg, met uitzondering van de in dit bodembeschermingsgebied gelegen freatische grondwaterbeschermingsgebieden (inclusief de bijbehorende waterwingebieden).
Concreet betekent dit dat voor de volgende
grondwaterbeschermingsgebieden (inclusief de bijbehorende waterwingebieden) in Limburg het verboden blijft om dierlijke mest uit te rijden: Mookerheide, Bergen, Beegden, Waterproductie Heel, Roosteren, Craubeek, Roodborn, IJzeren Kuilen, De Tombe, De Dommel, Heer-Vroendaal en Itteren-Borgharen.

Bij de afweging van dit besluit is zowel naar het belang van de boeren bekeken als ook naar het algemeen belang met het oog op de drinkwaterwinning.
Aan de verlenging is de voorwaarde verbonden dat het uitrijden van mest op bouwland wordt gecombineerd met het inzaaien of planten van een gewas binnen 8 dagen na het bemesten.


1-9-2005 10:45