Nederlandse Politiebond
Rapport Leemhuis: prima analyse, slechte adviezen
Gepubliceerd: donderdag 01 september 2005.
De politievakbonden ACP, NPB en VMHP hebben diepgaand kennis genomen
van het lijvige rapport 'Lokaal verankerd en nationaal versterkt' van
de Stuurgroep Evaluatie Politie, in de wandelgangen beter bekend als
de com- missie Leemhuis. Vervolgens zijn ten aanzien van de inhoud de
volgende standpunten geformuleerd.
De rapportage bestaat uit een voorwoord, een managementsamenvatting,
negen hoofdstukken en acht bijlagen. De indeling van de rapportage
laat zich echter ook anders omschrijven. De eerste 114 bladzijden
vormen een analyse van de bestaande situatie, terwijl de rest van het
rapport zich richt op een (op die analyse gebaseerd)
verbeteringsvoorstel als alternatief voor het huidige politiebestel.
Analyse politiebestel
De in de analyse opgenomen beschrijving van de wijze waarop het bestel
functioneert, is van uitstekende kwaliteit. Alle bijzonderheden en
specifieke kenmerken van het func- tioneren van de Nederlandse politie
zijn er op een uiterst heldere wijze in verwoord. Een en ander is zo
duidelijk en praktijkgericht omschreven, dat dit deel gemakkelijk als
ach- tergrondliteratuur kan dienen bij studies op het gebied van
politiekunde. De stijl en toon- zetting van de analyse is diplomatiek
en zalvend. Alle geledingen en spelers in het be- stel, van werkvloer
tot korpsbeheerder, krijgen complimenten voor de kwaliteit van hun
werk en de vooruitgang die in de afgelopen tien jaar is geboekt.
Tegelijkertijd leidt de analyse tot de conclusie dat er nog veel te
verbeteren valt. De door de commissie genoemde verbeterpunten en
knelpunten zijn haar aangereikt door zowel het kabinet als de
politiebranche zelf. Vanzelfsprekend ligt de noodzaak tot veran-
dering of doorontwikkeling van de organisatie zeker niet uitsluitend
in interne factoren. Ook talrijke externe factoren, bijvoorbeeld de
internationalisering van de samenleving en de criminaliteit, de
toegenomen terreurdreiging en de toegenomen gebruiksmogelijk- heden
van technologie, vragen om een heroriëntering op de structuur van de
politie- organisatie.
Verbeteringsaanpak
Het gaat naar het oordeel van de vakorganisaties enigszins mis in het
rapport als de analyse vanaf bladzijde 114 overgaat in het beschrijven
van een verbeteringsaanpak. De analyse leidt tot de goed onderbouwde
conclusie dat het huidige bestel aanpassing vereist. In slechts
anderhalve bladzijde worden vijf theoretische mogelijkheden gepre-
senteerd, die op één na het concernmodel ogenblikkelijk weer terzijde
worden ge- schoven op basis van hun vermeende ongeschiktheid om
bestaande knelpunten het hoofd te bieden. Vervolgens wordt de rest van
de rapportage gewijd aan de uitwerking van dit concernmodel.
Allereerst moet opgemerkt worden dat de term concernmodel, in de
context van wat de stuurgroep ermee bedoelt, een beetje bedrieglijk
is. De term 'concern politie' is namelijk al enige tijd in gebruik
binnen de sector politie. Op dit moment wordt er het verbetermo- del
mee bedoeld dat de vakbonden ook voorstaan, namelijk het stimuleren en
dooront- wikkelen van samenwerking binnen de ruime mogelijkheden die
de huidige Politiewet biedt. De term concernmodel politie staat dus
feitelijk voor een model dat de stuurgroep zeer rigoureus afwijst. Dit
verklaart waarschijnlijk ook waarom de korpschefs en korps-
beheerders, in ieder geval aanvankelijk, zo positief reageerden op de
rapportage. Zij doen er dus goed aan om het rapport in zijn geheel te
bestuderen.
Nationale politie
Terug naar de rapportage. De stuurgroep stelt voor dat de
politieregio's beheerd gaan worden door een concernbestuur van vier
personen. Dit bestuur stelt beleidsplannen op, overlegt met de
ministeries, beschikt over een beheerstaf die gaat over het wagenpark,
de informatievoorziening, HRM management et cetera. Om aan alle
onduidelijkheid een eind te maken: de korpsbeheerder in zijn huidige
vorm verdwijnt, de rechtspersoonlijk- heid van een afzonderlijk korps
verdwijnt en de korpschef wordt in feite zetbaas van zijn
concernbestuur. Dit model is eigenlijk niet anders te zien als een
vorm van nationale po- litie. De stuurgroep vindt van niet. Immers, zo
betoogt zij, de huidige geografische inde- lingen van de regio's
worden zo veel mogelijk in stand gehouden. Bij 'echte' nationale
politie zouden ook die indelingen ter discussie staan. Naar onze
opvatting is deze rede- nering weinig overtuigend. Het verdwijnen van
de rechtspersoonlijkheid van korpsen is een feite een doorslaggevend
argument om van nationale politie te kunnen spreken. In lijn met de
wensen van zo ongeveer iedere betrokkene, ook van ons, blijven in de
ge- dachten van de stuurgroep de bestaande gezagsverhoudingen en dus
ook het dualisme daarin ongewijzigd.
Beheer en gezag
Door anderen is naar voren gebracht dat de stuurgroep een nieuw nadeel
introduceert in het door haar voorgestane model. Beheer wordt in het
besteladvies namelijk losgekop- peld van gezag. Volgens critici zou
dat niet verstandig zijn, omdat de combinatie van beide in de huidige
situatie juist een deel van de vooruitgang in de afgelopen tien jaar
verklaart. De politiebonden zijn het daarmee eens, ofschoon wij
opmerken dat beheer en gezag ook nu niet volledig in één hand liggen.
Het regionaal college is bepaald niet te zien als equivalent van de
gezagsdragers, ondanks het feit dat dit college bestaat uit alle
burgemeesters uit de regio, aangevuld met de hoofdofficier van
justitie. Niettemin vin- den de bonden dat het nog verder op afstand
zetten van het beheer nieuwe problemen zal introduceren.
Positie gemeenteraden
De titel van het rapport is: 'Lokaal verankerd en nationaal
versterkt'. Nationale verster- king moet, zoals gezegd, in de ogen van
de commissie plaatsvinden door de vorming van een concern. De
versterkte lokale verankering dient onder meer plaats te vinden door
de positie van de gemeenteraden wettelijk te versterken. Op zich is
dat geen slechte gedachte. Deze suggestie kan echter ook in het
huidige bestel worden gereali- seerd.
Capaciteitsverdeling
De politievakorganisaties ACP, NPB en VMHP denken dat het voorgestane
concernmodel ten koste zal gaan van de genuanceerde afwegingen die nu
plaatsvinden bij het toedelen van politiecapaciteit. Indien er een
sterke landelijke prioriteitenstelling komt, zal dat ten koste gaan
van lokale behoeften en wensen. Het is waar dat ook in de huidige
situatie een spanning bestaat tussen lokale en landelijke
prioriteiten, maar in het voorgestane model wordt deze discussie in de
praktijk beslecht door het landelijke te laten prevale- ren. Van deze
tendens, die dus alleen maar zal toenemen, zijn in de huidige situatie
al voorbeelden te noemen. Politieke hypes zoals bolletjesslikkers, een
ontsnapte tbs'er of een staatsbezoek van een bevriend staatshoofd
leiden tot inzetbeslissingen die op ande- re gronden genomen worden
dan reële dreigingsanalyses. Niet zelden hebben de inzet- gevolgen een
verlammende werking op de dagelijkse gang van zaken.
Visie op het politiewerk
Herhaaldelijk wordt in de rapportage vermeld dat visies van de politie
op haar werk ook onderwerp van democratische controle zouden moeten
zijn. Verwezen wordt onder an- dere naar de 'tegenhouden'-discussie en
het recent gepresenteerde visiedocument van de Raad van
Hoofdcommissarissen. Het al te stellig poneren van eigen opvattingen
bin- nen de politie wekt kennelijk een beetje wrevel op. Dit is een
voorbeeld, er zijn er meer, waarbij fijntjes te verstaan wordt gegeven
dat de zinsnede uit de Politiewet 'onderge- schiktheid aan het bevoegd
gezag en de geldende rechtsregelen' in de ogen van de stuurgroep iets
meer terughoudendheid van de politie vereist dan zij zelf meent.
Anders gezegd: de politie opereert in de ogen van de commissie veel te
zelfstandig in de wijze waarop dergelijke visiedocumenten worden
ontwikkeld en omarmd. Met deze opvatting wordt een fundament gelegd
voor de legitimatie van de concerngedachte nieuwe stijl.
Arbeidsvoorwaardenoverleg
Een eventuele herziening van het bestel zal ook leiden tot verandering
van arbeidsvoor- waardenoverleg en medezeggenschap. Wij beschouwen dit
op zich als een neutraal ge- geven waaraan zo nodig door ons invulling
gegeven zal worden. Omdat bepaald niet uit te sluiten valt dat er in
de nabije toekomst iets zal veranderen, adviseren wij kaderleden en
leden alle lokaal afgesproken rechtspositionele verworvenheden,
voorzover dat niet gebeurd is, op schrift te stellen. Daarmee wordt
voorkomen dat bij een overgang naar een nieuwe situatie aanspraken
verloren zullen gaan.
Conclusie
De politiebonden NPB, ACP en VMHP zijn van mening dat de rapportage
van de commis- sie Leemhuis een goede probleemanalyse presenteert van
het huidige bestel. De wijze waarop zij meent de problemen het hoofd
te bieden, vraagt een veranderingsoperatie die veel meer overhoop
haalt dan nodig is. Met doorontwikkeling van het huidige bestel kan
hetzelfde resultaat bereikt worden tegen aanzienlijk minder
inspanning. Daarnaast introduceert het voorgestane model, met name de
ontkoppeling van beheer en gezag, nieuwe problemen in de evenwichtige
afweging van lokale en nationale prioriteiten.
Hans van Duijn (NPB)
Gerrit van de Kamp (ACP)
Michiel Holtackers (VMHP)