Brandveiligheid van consumentenproducten
Jaarlijks zijn er gemiddeld 45 doden en 600 tot 700 gewonden te
betreuren bij woningbranden. Ongeveer een derde van de woningbranden
is gerelateerd aan consumentenproducten (verkeerd gebruik, defecte
producten). De Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) heeft het NIBRA
gevraagd in kaart te brengen in hoeverre consumentenproducten een
bijdrage leveren aan het ontstaan van woningbranden en aan de
uitbreiding ervan. Op basis van dit onderzoek concludeert de VWA dat
om het aantal slachtoffers te verminderen moet worden onderzocht op
welke manier producten die bijdragen aan brandverspreiding en
rookontwikkeling veiliger gemaakt kunnen worden. Het gaat dan om
producten als matrassen, meubilair, stoffering en kunststofproducten.
Een andere maatregel die aan preventie kan bijdragen is het kindveilig
maken van aanstekers.
De VWA heeft het NIBRA gevraagd in kaart te brengen in hoeverre
consumentenproducten een bijdrage leveren aan het ontstaan van
woningbranden en aan de uitbreiding ervan. De belangrijkste oorzaken
van woningbranden zijn:
- roken
- onvoorzichtigheid met kaarsen
- koken/frituren
- apparaat vat vlam
- onvoorzichtigheid met apparaten
De kans op slachtoffers bij een woningbrand is het grootst bij het in
slaap vallen tijdens het roken of terwijl er kaarsen branden. De brand
ontstaat in meubilair of beddengoed. Ook is het risico op slachtoffers
groot als tijdens het frituren de vlam in de pan slaat en water wordt
gebruikt om te blussen.
De VWA heeft de afgelopen jaren onderzoek gedaan naar de
brandveiligheid van producten zoals wasdrogers. Naast het bevorderen
van de brandveiligheid van deze producten (via veiligheidsnormen en
toezicht) blijkt uit het recente onderzoek door NIBRA dat het
belangrijk is om de brandverspreiding in kunststofproducten,
matrassen, meubilair en stoffering te verminderen. Dit is mogelijk
door in veiligheidsnormen voor deze producten gerichte
brandveiligheidseisen op te nemen. De VWA gaat in 2006 onderzoek doen
naar de brandveiligheid van genoemde producten en zal de resultaten
ervan bespreken met het ministerie van VWS en met betrokken branches.
Ook het beperken van de kans dat kinderen door het spelen met
aanstekers brand veroorzaken draagt bij aan het verminderen van het
aantal branden met slachtoffers. In Nederland worden jaarlijks ruim
150 woningbranden veroorzaakt door kinderen die met vuur, waaronder
aanstekers, spelen. In Europees verband zijn normen opgesteld voor
kindveilige aanstekers. De normen stellen onder meer dat aanstekers op
kinderen geen speciale aantrekkingskracht mogen uitoefenen. Aanstekers
die er uit zien als speelgoed of op een of andere wijze aantrekkelijk
zijn voor kinderen zetten aan tot spelen en zijn gevaarlijk voor
kinderen. Behalve voor kinderen kunnen fantasieaanstekers overigens
ook een risico vormen voor volwassenen als niet herkenbaar is waar de
vlam uit de aansteker komt. De VWA heeft onlangs per brief importeurs,
handelaren en tussenhandelaren van aanstekers geïnformeerd dat actief
gecontroleerd gaat worden op het verhandelen van dit soort
fantasieaanstekers.
Om brand te voorkomen zijn veilige producten een voorwaarde, maar
alleen niet voldoende. Het eigen gedrag speelt een grote rol bij het
voorkomen van brand. Stichting Consument en Veiligheid besteedt in
haar Campagne Brand meer aandacht aan het gedrag van mensen om brand
te voorkomen. Daarvoor heeft zij een speciale webpagina ontwikkeld:
ww.brandtest.nl.
Voedsel en Waren Autoriteit