Privatisering streekvervoer is een ramp
De verkoop van het Brabantse busbedrijf BBA is een fiasco geworden.
Het is de hoogste tijd volgens de SP voor een diepgaand onderzoek.
---
door René Roovers en Johan van den Hout
---
De perikelen rond de concessie van de BBA om in Brabant het
streekvervoer te verzorgen laat goed zien hoe rampzalig de
privatiseringsmanie uitpakt. Zélfs het CDA in de Provinciale Staten
moet dat nu toegeven, maar terugkomen op hun liberaliseringsbeleid hó
maar. Minder lijnen, minder bussen, minder passagiers, minder
onderhoud: burgers en werknemers betalen de rekening voor een mislukt
beleid. Hoog tijd voor een Statenonderzoek naar deze gang van zaken.
Gedeputeerde Janse de Jong gaf vorig jaar al toe: "driekwart van de
doelen is niet gehaald". Ook de CDA-verkeerswoordvoerder in de Staten,
Jan Mastwijk, heeft inmiddels het licht gezien: "Het moederbedrijf van
de BBA in Parijs is maar op één ding uit, en dat is zo veel mogelijk
afromen".
Maar wat hadden ze dan verwacht? Het is toch helemaal niet raar dat
het bedrijfsleven winst wil maken? Voorstanders van de vrije markt
zouden hun krokodillentranen binnen moeten houden en de consequenties
accepteren van hun eigen beleid. In ons dagelijks werk zien wij elke
keer opnieuw dat het privatiseren van publieke voorzieningen leidt tot
minder service en hogere kosten, precies het omgekeerde van de
beloftes. Daarom verzetten wij ons ook consequent tegen deze
uitverkoop, of het nu gaat om openbaar vervoer, energie, de zorg of de
dienstverlening.
Ondernemingen zijn meer geïnteresseerd in geld verdienen dan in het
verzorgen van een publieke dienst. Dat is geen probleem, maar dat
betekent wél dat ze niet geschikt zijn voor het uitvoeren van publieke
diensten. Voor hen geldt dat een buslijn onrendabel is als ze er geen
winst op kunnen maken, terwijl voor de samenleving zo'n lijn - vaak
buiten de grote steden - wel degelijk kan voorzien in een behoefte.
Het geld zal een onderneming moeten halen uit de grootste "kostenpost"
van een busbedrijf: de chauffeurs. Maar om goed te functioneren als
OV-bedrijf heb je personeel nodig dat betrouwbaar is en dat beroepseer
heeft. Als lijnen en chauffeurs verdwijnen worden werknemers én
reizigers de dupe.
Treurig
Toenmalig gedeputeerde Jan Boelhouwer (PvdA) gaf als reden voor de
verkoop dat de BBA met een sterke partner meer investeringen kon doen.
Die opzet is mislukt. Connex blijkt niet bepaald de beste oplossing.
Marktwerking roept dit soort processen over zich af. Doordat bedrijven
gedwongen zijn scherp in te schrijven op aanbestedingen, moeten ze
goedkoper gaan werken. Daardoor loopt de dienstverlening terug en is
de opdrachtgever niet tevreden. Het is echter treurig dat een Brabants
bedrijf, dat is opgebouwd door de gemeenschap, waarin heel veel
maatschappelijk kapitaal is geïnvesteerd, na zeventig jaar gewoon
verdwijnt. Veel te makkelijk wordt nu gezegd: "dat bedrijf hebben we
niet meer nodig". Volgens ons is dat pure kapitaalvernietiging.
Boelhouwer heeft met de verkoop de BBA verkwanseld. Vier jaar later
dreigt het bedrijf te verdwijnen en is er niets terecht gekomen van
alle mooie doelstellingen. Er zou snel een statenonderzoek moeten
komen naar deze gang van zaken.
Vandaag beslissen Gedeputeerde Staten over de concessie. Wij vinden
dat álle informatie daarover openbaar moet zijn zodat iedereen kan
controleren of het er eerlijk aan toe gaat en welke belangen en
afwegingen een rol spelen. Door protest van de SP Statenfractie tegen
de voorgenomen achterkamertjespolitiek was de voorbereidende
bijeenkomst van gisteren in ieder geval al voor het publiek
toegankelijk. Een diepgaand onderzoek moet aantonen hoe schadelijk de
privatisering van het openbaar vervoer is geweest en welk beleid nodig
is om een einde te maken aan deze uitverkoop.
René Roovers is voormalig lid van de Provinciale Staten voor de SP.
Johan van den Hout is fractievoorzitter SP in de Tilburgse
gemeenteraad
Gepubliceerd op 30 augustus 2005 in het Brabants Dagblad