Armoedebeleid gemeente zorgt voor lastenverlichting Bredanaars
Het armoedebeleid van de gemeente Breda werpt zijn vruchten af.
Dankzij alle regelingen waarvan huishoudens met een minimuminkomen
gebruik kunnen maken, is het inkomen van veel van hen in 2004 licht
vooruitgegaan.
De afdeling Onderzoek en Informatie van de gemeente onderzoekt
jaarlijks welke effecten het Bredase armoedebeleid heeft. Het
onderzoeksresultaat over 2004 is vastgelegd in het rapport
Armoedeprofiel Breda 2004.
In de periode 20022004 is het aantal huishoudens in Breda dat moet
rondkomen van een minimuminkomen met bijna 600 gestegen naar 8.033.
Dat is vooral te wijten aan economische ontwikkelingen. Eén op de
negen Bredase huishoudens heeft een inkomen op het sociaal minimum.
Dat is 11,4% van alle huishoudens in onze gemeente.
De huishoudens in Breda die moesten rondkomen van een minimuminkomen
zijn te verdelen in drie groepen. Het gaat om:
3.975 huishoudens met een bijstandsuitkering
1.366 bejaardenhuishoudens
2.692 huishoudens met een minimuminkomen op grond van WW, WAO,
loondienst/ zelfstandigheid
De groei heeft zich vooral voorgedaan bij de laatste groep
huishoudens. Het aantal mensen met een bijstandsuitkering nam licht
toe. Het aantal bejaardenhuishoudens nam iets af.
5.004 (= 62%) van de 8.033 huishoudens moeten al drie jaar of langer
rondkomen met een minimuminkomen.
Gebruik en bereik van armoederegelingen
De gemeente geeft huishoudens met een minimuminkomen onder meer
ondersteuning in de vorm van de BredaPas (81% van hen heeft een pas).
Ook kunnen mensen een beroep doen op bijzondere bijstand, bijvoorbeeld
voor de aanschaf van duurzame gebruikgoederen, het afsluiten van een
aanvullende ziektekostenverzekering of voor een bijdrage in
schoolkosten. Bijzondere bijstand dient ook als ondersteuning voor
chronisch zieken en gehandicapten.
Totale uitgave armoederegelingen 1,7 miljoen.
Verder kunnen mensen met een minimuminkomen om kwijtschelding van
gemeentelijke belastingen vragen. Het gaat dan om onroerend
zaakbelasting, afvalstoffenheffing en rioolrechtheffing. De gemeente
besteedde hieraan in 2004 in totaal 2,6 miljoen. Totaal van
armoederegelingen en kwijtschelding belastingen 4,3 miljoen.
Daarnaast werd ten behoeve van bijzondere bijstand voor andere
bijzondere kosten, zoals medische kosten, brillen et cetera nog eens
2,2 miljoen beschikbaar gesteld.
Armoede in Breda is niet gelijkmatig verspreid over alle buurten in de
stad. Het komt vooral voor in Geeren-Noord, Geeren-Zuid, Wisselaar,
Biesdonk, Doornbos-Linie, Station, Fellenoord, Haagpoort, Heuvel,
Tuinzigt en Kesteren.
Breda, 31 augustus 2005
Gemeente Breda