AVR

Uit: AVR Nieuws 5, 2005

Effecten Duits stortverbod zijn snel merkbaar

Sinds 1 juni geldt ook in Duitsland een stringent gehanteerd stortverbod voor afval. Er is echter onvoldoende capaciteit in Duitsland om hun aanbod aan huishoudelijk en bedrijfsafval duurzaam te verbranden. Hierdoor stijgen de verwerkingstarieven in Duitsland en wordt voor Nederlands bedrijfsafval de deur dicht gehouden. Drie miljoen ton afval per jaar blijft nu plotseling in Nederland, waardoor ook hier een capaciteitsprobleem ontstaat.
Omdat niet bekend was wat de effecten van het Duits stortverbod zouden zijn, heeft de Nederlandse afvalsector de laatste drie jaar maar beperkt in innovaties en/of capaciteitsuitbreiding geïnvesteerd. Daar komt nu verandering in. AVR investeert de komende jaren vooral in meer verbrandingscapaciteit, onder meer door de capaciteit van haar bestaande installaties uit te breiden. AVR ziet bovendien goede toekomstperspectieven voor het verwerken van biomassa, zeker nu de daarvoor geschikte stromen niet meer naar Duitsland geëxporteerd worden.

Van 2001 tot 2004 zijn miljoenen tonnen Nederlands bedrijfsafval geëxporteerd naar Duitsland. Een steeds hoger wordende stortheffing in Nederland leidde ertoe dat bedrijfsafval haar weg vond naar de goedkopere stortplaatsen in Duitsland, waar geen stortbelasting werd geheven. Jan Manders, directeur AVR - Afvalverwerking: "De officiële drijfveer voor de export naar Duitsland was nuttige toepassing. De economische wetten van de markt leerden wat anders. Afval loopt naar het laagste punt."
In Nederland kwamen afvalscheidinginstallaties gedeeltelijk leeg te staan en werden afvalverbrandingsinstallaties niet volledig benut. Dat heeft de tarieven voor inzameling en verwerking van bedrijfsafval onder druk gezet. Nu is een tegengestelde beweging zichtbaar, vooral op de spotmarkt. De ontdoeners van bedrijfsafval die geen meerjarig contract hebben, voelen als eersten de effecten. AVR heeft met het grootste deel van haar klanten langdurige verwerkingscontracten gesloten.

AVR is voorstander van een Europese markt. De grenzen voor bedrijfsafval zijn weliswaar open, maar dat geldt nog niet voor huishoudelijk afval. Een gelijkwaardig speelveld tussen Nederland, Duitsland en België is voor gezonde concurrentieverhoudingen als eerste van belang. En daarmee voor klanten. Jan Manders, directeur AVR - Afvalverwerking: "Een gelijkwaardig speelveld moet gebaseerd zijn op gelijkwaardig afvalbeleid en dezelfde fiscale instrumenten en milieueisen. Daarnaast zouden de overheden van deze landen onder dezelfde voorwaarden investeringen in nieuwe ontwikkelingen, zoals de productie van duurzame energie, moeten stimuleren."