Algemene Onderwijsbond

30 augustus 2005: CAO-overleg stopt voor het echt begonnen is. Inkomensachteruitgang voor onderwijspersoneel onacceptabel voor bonden Werknemers in het primair- en voortgezet onderwijs gaan er in inkomen op achteruit, als het aan minister Van der Hoeven ligt. Dat blijkt uit het CAO-bod dat de minister dinsdagochtend deed tijdens de eerste CAO-onderhandelingen. De werknemersorganisaties in het onderwijs (ABVAKABO FNV, Algemene Onderwijsbond AOb, AVS, Onderwijsbond CNV, CMHF) zijn daarop uit het overleg gestapt. Het bod van de minister is dusdanig laag, dat personeel in de min terecht komt. Verder onderhandelen heeft dus geen zin. Op deze manier zullen we nooit tot elkaar kunnen komen.
Aldus Liesbeth Verheggen namens de werknemersorganisaties.

Het overleg kende drie speerpunten: de hoogte van de eindejaarsuitkering, reparatie achteruitgang ziektekostenregelingen en structurele loonontwikkeling. Overkoepelend thema voor de bonden is het dreigende lerarentekort.

Onderhandelaar Veringa van het ministerie gaf aan dat er te praten is over reparatie van de inkomensachteruitgang als gevolg van de nieuwe ziektekostenwet. De eindejaarsuitkering gaat echter in ieder geval omlaag en over salarisverhoging is sowieso niet te praten: het kabinet houdt vast aan de nullijn. Het netto resultaat is dus een inkomensachteruitgang. Liesbeth Verheggen namens de werknemersorganisaties: Niet alleen het zittende onderwijspersoneel wordt hiermee geschoffeerd, het is ook een erg slechte actie in het kader van het terugdringen van het komende lerarentekort. Wie kiest er nu voor een opleiding tot leraar, als je weet dat het in die sector allemaal achteruit gaat. In tegenstelling tot andere sectoren, waar inzet beloond wordt met een verbetering van de CAO. Bovendien, zo vult Jan Duijnhouwer namens dezelfde organisaties aan,heeft onderwijspersoneel opnieuw te maken met een onbetrouwbare overheid. Afspraken over verbetering van de eindejaars-uitkering worden met voeten getreden. Ook dat vergroot de aantrekkelijkheid van het beroep niet.

Als er niets extras gedaan wordt om het werken in het onderwijs aantrekkelijker te maken, heeft Nederland over een paar jaar een groot onderwijsprobleem. De uitstroom overtreft de aanwas van personeel namelijk vele malen. Eén van de (belangrijkere) aspecten waarop beroepen in het onderwijs aan aantrekkingskracht kunnen winnen, is verbetering van de primaire arbeidsvoorwaarden: ten eerste moet het salaris omhoog, ten tweede moet het salaris concurrerend worden ten opzichte van het salaris in andere sectoren. En juist daar groeien de salarissen weer, zelfs in andere onderwijssectoren.

De eerste actie van de bonden zal vrijdag 2 september aanstaande zijn. Om 15.30 uur presenteert de minister in haar Hoftoren de nieuwe campagne om onderwijspersoneel te werven. Bestuurders van de bonden zullen vanaf 15.00 uur aanwezig zijn (ingang stationszijde) om met journalisten en eventueel anderen te praten over het nut van dit soort campagnes, als er niet tegelijkertijd echt iets verbetert voor de werknemers.