Gemeente Utrecht
2005 SCHRIFTELIJKE VRAGEN aan Gemeente Utrecht
73 Vragen van mevrouw A. van Rooij
(verzonden 15 juli 2005)
Ten gevolge van het opheffen door het Rijk van het Utrechts Symfonie Orkest - zo'n 25 jaar geleden - werd met Utrecht een compensatieregeling getroffen. Op grond van deze regeling kon Utrecht per seizoen een groot aantal orkestproducties in het Muziekcentrum Vredenburg realiseren. Deze werden verzorgd door randstedelijke orkesten (in het bijzonder door het Nederlands Filharmonisch Orkest) en door de omroeporkesten zoals het Radio Symfonisch Orkest. Het ontstane 'concerten-tekort' werd op deze wijze opgevuld, maar niet meer dan dit. Afgeleide effecten van het stedelijke symfonie-orkest in stad en regio - schoolconcerten, begeleiding amateurkoren, instroom van afgestudeerde Utrechtse conservatoriumstudenten, formaties kamermuziekensembles (met concertenseries), docentenschappen van orkestmusici in de amateursector etc. - werden echter voorgoed teniet gedaan.
Vorig jaar besloot het Rijk tot een forse bezuinigingsoperatie ten aanzien van het Muziekcentrum voor de Omroep. Hierbij ruimde niet alleen Radio Symfonie Orkest het veld maar alle orkesten. Inmiddels telt het Muziekcentrum voor de Omroep nog één orkest in grote bezetting en één in kleine bezetting. In elk geval heeft Utrecht voor het komende concertseizoen 2005-2006 al ruim 25 concerten minder moeten incasseren.
Naar de mening van D66 wordt Utrecht alsnog gedupeerd met betrekking tot het aantal orkestconcerten in Muziekcentrum Vredenburg. D66 is van mening dat Utrecht een nieuwe meerjarige financiële compensatieregeling van het Rijk dient te krijgen. Hierdoor kan het 'gat' in de orkestprogrammering van het Muziekcentrum Vredenburg blijvend worden gedicht.
Utrecht werkt al zo lang en hard aan het verbeteren van het cultureel klimaat en met het oog op onze aspiraties om in de toekomst Culturele Hoofdstad van Europa te worden, is dit een belangrijke kwestie. Utrecht mag en kan niet benadeeld worden ook in het licht van de bovengemelde geschiedenis.
Dit leidt D66 fractie tot volgende vragen:
1. Wat waren c.q. zijn de concrete voorwaarden van de compensatieregeling tussen het Rijk en de Gemeente Utrecht n.a.v. het opheffen van het Utrechts Symfonie Orkest?
2. Is het College van mening dat Utrecht ernstig benadeeld wordt door de bezuinigingen bij het Muziekcentrum voor de Omroep waardoor in het seizoen 2005-2006 al ca. 25 orkestprogramma's minder in het Muziekcentrum Vredenburg zijn geprogrammeerd?
3. Is het College van plan om met de Staatssecretaris voor Cultuur te onderhandelen om tot een financiële regeling te komen die de teruggang van het symfonische muziekaanbod van het Muziekcentrum Vredenburg compenseert?
4. Zo ja, wanneer is hierover meer bekend? En is het College van plan om de Raad over de gang van zaken in deze kwestie tijdig te informeren?
5. Zo nee, waarom niet?
6. Wat zijn de argumenten van het College indien het geen meerjarige financiële compensatieregeling bij het Rijk aanvraagt?
Antwoorden van Burgemeester en wethouders
(verzonden 30 augustus 2005)
1. Als compensatie in verband met de opheffing van het Utrechts Symfonie Orkest ontvangt de gemeente Utrecht van het rijk vanaf 1985 een bedrag van NLG 1.084.100.- ( E 491.943,13). Deze compensatie is bedoeld om Muziekcentrum Vredenburg in de gelegenheid te stellen een alternatief symfonisch programma te realiseren. Dit bedrag is dan ook op indexeringsbasis toegevoegd aan het budget van Muziekcentrum Vredenburg. De rol van Vredenburgs voormalige huisorkest (Utrechts Symfonie Orkest) is vanaf 1985 overgenomen door de Nederlandse orkesten en tevens in toenemende mate door de orkesten van het Muziekcentrum van de Omroep.
2. Het College is van mening dat voor het waarborgen van de kwaliteit van het muziekaanbod in Utrecht ca. 85 symfonische concerten per seizoen noodzakelijk zijn. Deze 85 concerten werden tot nu gegeven door de Nederlandse orkesten (25) en de orkesten van het Muziekcentrum van de Omroep (60). De van rijkswege aan het Muziekcentrum van de Omroep opgelegde bezuiniging leidde tot de samenvoeging van twee orkesten tot één orkest. Het gevolg daarvan is dat de concertcapaciteit van de omroeporkesten in Vredenburg met ingang van het seizoen 2005 - 2006 is gedaald met 25 concerten. De financiële constructie van Vredenburg met de omroepen is veel gunstiger dan die met de Nederlandse orkesten. Daardoor kunnen we niet zonder extra financiële investering de 25 omroepconcerten vervangen door concerten van Nederlandse orkesten. Het College betreurt deze reductie ten zeerste en is het met de fractie van D66 eens dat Utrecht hierdoor ernstig is benadeeld.
3. Het College is van mening dat de staatssecretaris Utrecht financieel moet compenseren voor het verlies van 25 symfonische concerten door orkesten van het Muziekcentrum van de Omroep. Het College is dan ook vanaf het moment dat de bezuiniging op het Muziekcentrum van de Omroep bekend werd, in gesprek met de staatssecretaris over de compensatie voor Utrecht. Deze gesprekken zijn nog gaande en hebben tot nu geleid tot een in de opvatting van het College ontoereikende financiële tegemoetkoming voor een structurele oplossing.
4. In een bestuurlijk overleg met wethouder Gispen heeft de staatssecretaris meegedeeld van mening te zijn dat de capaciteit van de orkesten van het Muziekcentrum van de Omroep groter is dan tot nu toe wordt verondersteld. Zij heeft daarbij toegezegd de mogelijkheid te onderzoeken het aantal concerten door orkesten van het Muziekcentrum van de Omroep in Vredenburg alsnog substantieel te vergroten. Met de staatssecretaris is overeengekomen dat zij over de resultaten van haar onderzoek omstreeks 1 oktober 2005 duidelijkheid zal verschaffen. Het College zal de gemeenteraad daarover en over het uiteindelijke onderhandelingsresultaat informeren.
5. Zie het antwoord op de eerdere vragen.
6. Zoals uit bovenstaande antwoorden kan worden opgemaakt, streeft het College naar een meerjarige financiële compensatieregeling.