Gemeente Utrecht
2005 antwoorden op SCHRIFTELIJKE VRAGEN gemeente Utrecht
86 Vragen van de heer J.H. Berends
(ingekomen 11 augustus 2005)
"Zie je iets, doe dan wat"
Als iemand tegenwoordig aan je vraagt wat je denkt bij de namen "New York, Madrid, Londen", dan zijn het vaak de woorden "aanslag, terrorisme". En terecht, sinds de verschrikkelijke aanslagen in New York op 9 september 2001. Ook Nederland werd toen wakker geschud: al vrij kort na "9/11" werd hardop nagedacht over mogelijke dreiging in Nederland, en werden sommige locaties (waaronder Utrecht CS) als "softtarget" benoemd.
Het Centraal Station van Utrecht zou een ideaal doelwit voor terroristen zijn; grote slachtofferaantallen en een totale ontwrichting van het openbaar vervoer. Als knooppunt van spoorwegen kan een verstoring van het treinverkeer niet alleen voor Utrecht, maar voor het hele land, enorme gevolgen hebben. Duizenden mensen reizen immers dagelijks met de trein. Bovendien is de beveiliging niet optimaal, want hoe moeilijk is het om een tasje met springstof mee in de trein te nemen?
De gemeente Utrecht houdt wel degelijk rekening met een terroristische aanslag en voor het Stationsgebied werd onlangs nog een nieuw rampenbestrijdingsplan vastgesteld. Echter, van een verhoogde bewaking van het station is nu geen sprake; aanwijzingen voor een concrete dreiging zijn er namelijk niet. Ook heeft een mogelijke ramp veroorzaakt door terroristen op dit moment geen prioriteit in Utrecht. Andere calamiteiten, zoals een incident met een lekkende chloortrein, krijgen meer aandacht omdat deze in het verleden al eens hebben plaatsgevonden. Maar dat is nu niet meer voldoende.
Zowel in de VS als vooral ook Londen blijken preventie en opsporing in het geval van aanslagen succesrijk te zijn door inzet van het publiek en van camera's. In beide landen loopt al langer een campagne waarin twee dingen gevraagd worden:
"kijk om je heen, en meld als je iets verdachts ziet of de gezochte herkent"
Een niet onbelangrijk neveneffect is dat zo de burger meer een gevoel van zekerheid krijgt: "mijn overheid wil wat en doet wat. En ik doe mee".
In Nederland is het nog niet zover. Op nationaal niveau komt men niet verder dan nog meer regelgeving. Inschakeling van het publiek is er niet bij.
Het nieuwe utrechtse rampenplan voor het stationsgebied besteedt hier ook geen enkele aandacht aan. Dat plan gaat ervan uit dat de ramp met de chloortrein of de aanslag al heeft plaatsgevonden. Alleen de geordende afhandeling staat dan centraal. Maar ook dat is tegenwoordig niet meer voldoende.
Net als in de VS en in Engeland moet er meer aandacht komen voor preventie, en dus voor de inschakeling van de burger, en van camera's. Daarom vraagt Leefbaar Utrecht aan het college het volgende:
1. Is het college bereid, eventueel in samenwerking met de andere G4steden, bij de betrokken ministers aan te dringen dat een publiekscampagne gestart wordt, zo mogelijk als paraplu boven lokaal te maken campagnes?
2. Zo niet, komt het college dan met een eigen utrechtse voorlichtingscampagne, met affiches compleet met een te bellen verkort telefoonnummer, in en rond HC en Utrecht CS en andere grote locaties zoals stadion, winkelcentra en Jaarbeurs, universiteit en hogeschool?
3. Is het mogelijk het cameratoezicht in het betreffende gebied en andere grote locaties verder uit te breiden, zowel fysiek met camera's, als ook een uitbreiding van de dagen en tijden waarop de beelden bekeken worden?
4. Is het college bereid samenwerking op het gebied van preventie-campagnes te zoeken met grote bedrijven en instellingen in Utrecht? Daarbij valt te denken aan NS, GVU en Connexion, maar ook ziekenhuizen, universiteit en hogeschool, bedrijventerreinen, etc.
Antwoorden van Burgemeester en wethouders
(verzonden 30 augustus 2005)
1. Het college van B&W vindt dat een publiekscampagne over terrorisme een landelijk karakter moet hebben en door de rijksoverheid moet worden georganiseerd. Het college is voorstander van zo'n landelijke campagne. Dit is ook door de burgemeester meerdere malen aan de ministers kenbaar gemaakt. De andere G4-steden hebben daar eveneens bij het Rijk op aangedrongen.
2. De ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie onderzoeken momenteel de wenselijkheid van een landelijke publiekscampagne. De G4 participeren in dit onderzoek. De ministers verwachten binnen enkele weken met voorstellen te komen.
3. Het cameratoezicht in het Stationsgebied, is niet primair een gemeentelijke aangelegenheid. Naast de camera's van de politie, maken ook NS, Corio, Jaarbeurs en busbedrijven er gebruik van toezichtscamera's.
In juni is het Alerteringssysteem Terrorismebestrijding van het Rijk voor de sector Spoor (personenvervoer en stations) in werking is getreden. Dit zijn in eerste instantie afspraken tussen het Rijk en de spoorsector over te treffen veiligheidsmaatregelen in geval van terroristische dreiging. Binnenkort start het Rijk, mee naar aanleiding van de aanslagen in Londen, met een nadere uitwerking van dit systeem. De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding neemt het initiatief om in G4-verband, samen met gemeente, politie en OV-bedrijven opnieuw bekijken hoe de kwetsbaarheid van o.a. ons Stationsgebied kan worden verminderd. Daarbij wordt ook het onderdeel cameratoezicht onder de loep genomen.
4. In de afgelopen periode heeft de politie met een aantal bedrijven en instellingen overlegd hoe men eventuele kwetsbaarheden in geval van een terroristische aanslag door preventieve maatregelen kan verminderen. Daarbij zijn echter geen preventiecampagnes richting het publiek. Zie verder het antwoord op de vragen 1 en 2.