Gemeente Utrecht
2005 Beantwoording SCHRIFTELIJKE VRAGEN Gemeente Utrecht
67 Vragen van mevrouw drs. M.C. Mos
(ingekomen 6 juli 2005)
Veel vluchtelingen hebben moeite om in Nederland een baan te vinden. Ook vluchtelingen die in het land van herkomst een goede opleiding hebben afgerond en beschikken over werkervaring als arts, advocaat, ingenieur of lerares. Dit heeft ermee te maken dat het moeilijk is om diploma's uit het land van herkomst erkend te krijgen. Daarbij speelt de Nederlandse taalbeheersing vluchtelingen parten. Ook wordt het potentieel van vluchtelingen onvoldoende herkend door instanties en werkgevers.
Voor hoger opgeleide vrouwelijke vluchtelingen is de Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF samen met het Verwey-Jonker Instituut een project gestart om met gemeenten de maatschappelijke participatie van hoger opgeleide vrouwelijke vluchtelingen te bevorderen.
GroenLinks vindt dat een goed initiatief. Hoe minder mensen aan de kant staan hoe beter. Daarbij vindt GroenLinks het belangrijk dat er een duidelijke relatie wordt gelegd tussen inburgering en werk. Werk is immers een belangrijke sleutel tot integratie.
Dit leidt tot de volgende vragen:
1. Deelt het college de mening van GroenLinks dat vluchtelingen die aan het werk willen, indien nodig, steun moeten krijgen in het kader van integratie en inburgering? Zo ja, welke activiteiten gaat het College hiertoe ondernemen?
2. Is het college met GroenLinks van mening dat de effectiviteit van inburgering toeneemt als er actief wordt samengewerkt op het gebied van inburgering en het vinden van werk?
3. Is het college bereid actief de samenwerking tussen inburgering en het vinden van werk te stimuleren? Zo ja, wanneer kan de Raad de resultaten hiervan zien?
4. Welke mogelijkheden biedt de gemeente hoger opgeleide vluchtelingen, in het bijzonder de vrouwen?
5. Is het college bereid om voor de hoger opgeleide vluchtelingenvrouwen de mogelijkheden voor werk te vergroten, door positief te reageren op het initiatief van de stichting voor Vluchteling Studenten en Verwey-Jonker Instituut?
Antwoorden van Burgemeester en wethouders
(verzonden 30 augustus 2005)
1. Ja, en dat gebeurt momenteel ook al op een aantal manieren: buiten het reguliere inburgeringsprogramma kan worden deelgenomen aan geïntegreerde trajecten (een combinatie van taal- en praktijklessen), taalwerkstages, meeloopstages en plustrajecten (als het gewenste taalniveau binnen het reguliere inburgeringsprogramma niet wordt behaald). Bij SoZaWe is sprake van een voortraject op reïntegratie bij de afdeling Bijzondere Doelgroepen.
2. Ja, mits de inburgering geleid heeft tot een voldoende resultaat dat nodig is voor een goede aansluiting naar werk. Verder moet er wel voor gewaakt worden dat de effectiviteit van de combinatie inburgering/reïntegratie niet op een gegeven moment wegvalt, wanneer m.n. hoger opgeleiden werk accepteren dat ver beneden hun niveau ligt en waarin communicatie en interactie weinig voorkomen.
3. Ja. Samenwerking tussen inburgering en het vinden van werk wordt ook nu al gestimuleerd en momenteel wordt in het kader van een integrale ketenaanpak deze samenwerking extra uitgewerkt. Dit is ook opgenomen in het MeerjarenBeleidsPlan van SoZaWe. Daarnaast zal deze aanpak ook in het nieuwe inburgeringsstelsel nog meer vorm gaan krijgen in een wettelijk kader. De invoering van de nieuwe inburgeringswet staat formeel voor juli 2006 op de planning (maar loopt naar verwachting vertraging op), concrete resultaten zijn in dit geval in de loop van 2007 te verwachten. Wij zullen de Raad informeren als de plannen concreet worden.
4. Alle nieuwkomers, waaronder de hoger opgeleide vluchtelingen, hebben dankzij het oudkomersbeleid de mogelijkheid om extra trajecten op taalgebied te volgen en een zo hoog mogelijk (toegepast) taalniveau te behalen. Verder zijn er voor hooggeschoolden mogelijkheden om via de zgn. Utrechtse Brug op een HBO- of universitaire opleiding te kunnen worden geplaatst. De specifieke oudkomerstrajecten gericht op opvoedingsondersteuning en sociale activering kunnen in bepaalde gevallen bij hogeropgeleide vrouwen ook tot grotere mogelijkheden op de arbeidsmarkt leiden. Verder wordt verwezen naar de opsomming van programma's onder antwoord 1. Momenteel wordt nog berekend om hoeveel hoger opgeleide vrouwelijke vluchtelingen het in Utrecht precies gaat.
5. Ja, het project wordt gefinancierd door het Ministerie van SoZaWe en kost de gemeente dus geen extra geld. Het initiatief wordt ondersteund en op deze wijze kan de gemeente ook gebruik maken van de expertise die aan de uitvoering ervan is verbonden. Het moet echter wel duidelijk zijn dat de gemeente zelf geen extra aanbod zal organiseren voor uitsluitend hoger opgeleide vrouwelijke vluchtelingen omdat deze reeds zoals alle inburgeraars en/of uitkeringsgerechtigden kunnen deelnemen aan verschillende activiteiten (zie boven). Er kan worden gekeken of en zo ja welke plaats het project kan hebben tussen de verschillende activiteiten die al worden aangeboden.