Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal Binnenhof4
Den Haag Directie Noord-Afrika en Midden-Oosten Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag

Datum26 augustus 2005BehandeldA.P. Wegerif

KenmerkDAM-390/05Telefoon070-348 5838

Blad1/1Fax070-348 6639

Bijlage(n)1

BetreftBeantwoording vragen van de leden Lambrechts en Van der Laan (beiden D66) over het ter dood brengen van twee tieners in Iran op grond van homoseksualiteit

Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Lambrechts en Van der Laan (beiden D66) over het ter dood brengen van twee tieners in Iran op grond van homoseksualiteit. Deze vragen werden ingezonden op 29 juli 2005 met kenmerk 2040518960.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. BotAntwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, mede namens mevrouw Verdonk, minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, en mevrouw Ross, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, op vragen van de leden Lambrechts en Van der Laan (beiden D66) over het ter dood brengen van twee tieners in Iran op grond van homoseksualiteit.

Vraag 1
Kent u de berichten dat in Iran onlangs twee tieners ter dood zijn gebracht, omdat zij homoseksueel zijn? 1) 2) Hoe reageert u op deze berichten?

Antwoord
Ja.
Nederland is principieel tegen de doodstraf. In het onderhavige geval acht ik de executies extra schokkend, omdat het zulke jonge mensen betrof, omdat de executies in het openbaar plaatsvonden en omdat mogelijk nog niet alle rechtsmiddelen waren uitgeput. De Iraanse autoriteiten hebben overigens ontkend dat betrokkenen zijn geëxecuteerd, omdat zij homoseksueel waren.

Vraag 2
Welke acties heeft u richting Iraanse overheid ondernomen om hier ten scherpste tegen te protesteren? Welke acties gaat u nog ondernemen?

Vraag 3
Welke acties onderneemt de EU in dit kader? Welke rol speelt Nederland daarbij?

Antwoord
De Iraanse Tijdelijk Zaakgelastigde is op hoogambtelijk niveau hierover onderhouden. Daarbij is de bezorgdheid in ruime kring hier te lande overgebracht. Het Britse EU-Voorzitterschap heeft namens de EU in een publieke verklaring diepe bezorgdheid uitgesproken over de executies en er daarbij aan herinnerd dat executies van personen jonger dan 18 jaar tijdens het delict, in strijd zijn met de International Convention on Civil and Political Rights (ICCPR) en de Convention on the Rights of the Child (CRC). Ook is Iran in deze verklaring opgeroepen zijn moratorium op dergelijke executies in wetgeving om te zetten. Tevens heeft het EU-Voorzitterschap op 22 augustus een gesprek met het Iraanse ministerie van Buitenlandse Zaken gevoerd om opheldering over deze gevallen en het Iraanse beleid te krijgen. Het accent van de EU-bemoeienis ligt niet op het element dat de geëxecuteerden homoseksueel zouden zijn geweest, omdat dat volgens de Iraanse autoriteiten niet de reden van de executies is geweest. Nederland is voorstander van een gezamenlijk EU-optreden en steunt het Britse Voorzitterschap in deze kwestie.

Vraag 4
Welke gevolgen dient deze terechtstelling te hebben voor het opnemen in Nederland van homoseksuele asielzoekers uit Iran? Bent u bereid om af te zien van eventuele uitzettingen van homoseksuele asielzoekers naar Iran? Zo neen, waarom niet?

Antwoord
De gevolgen van deze terechtstelling voor het landgebonden asielbeleid kan ik eerst beoordelen wanneer de resultaten van het nader onderzoek naar deze gebeurtenissen en de achtergronden ervan bekend zijn. Tot deze resultaten bekend zijn zullen geen homoseksuele asielzoekers naar Iran worden uitgezet.


1) http://www.outrage.org.uk/;

2) Volkskrant, 27 juli jl.