Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk
d.d. 8 augustus 2005 AV/A&Z/2005/62729 nr. 2040519330
Onderwerp Datum
Kamervragen van het lid Gerkens 29 augustus 2005

./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Gerkens (SP) over de kinderopvang.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)

2040519330

Vragen van het lid Gerkens (SP) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de kinderopvang. (Ingezonden 5 augustus 2005)


1
Wat is uw reactie op het bericht dat de kinderopvang wordt gedwongen tot schaalvergroting? 1)

Schaalvergroting kan worden gezien als één van de instrumenten van de kinderopvangbranche om de bedrijfsvoering efficiënter te maken. De keuze van het instrument is de primaire verantwoordelijkheid van de kinderopvangorganisaties.


2
Hoe staat de daling van de vraag naar kinderopvang in verhouding met de doelstelling van het kabinet meer kinderopvang te verwezenlijken?

De genoemde daling van de vraag naar kinderopvang is ook voor het kabinet een punt van aandacht. Hierover zal ik u nader informeren bij de begrotingsstukken.


3
Leidt de ontwikkeling van schaalvergroting tot minder keuzevrijheid voor gebruikers van kinderopvang? Zo ja, welke gevolgen heeft dit dan voor de door u geprezen marktwerking in de sector en de daarbij behorende prijsontwikkeling? Zo neen, waarom niet?

Afhankelijk van de vorm waarin schaalvergroting plaats heeft, hebben ouders meer of minder keuzevrijheid. Immers een kinderopvangorganisatie kan binnen haar organisatie differentiëren naar prijs en kwaliteit. Veel organisaties doen dat ook.


4
Leidt de schaalvergroting naar uw mening tot beperkte spreiding en dus toegankelijkheid van kinderopvang? Zo neen, waarom niet?

Naar mijn idee zal schaalvergroting eerder leiden tot efficiencymaatregelen dan tot sluiting van vestigingen. Daarnaast geldt dat sommige vestigingen zonder schaalvergroting wellicht niet zouden kunnen voortbestaan.


5
Hoe wordt de kwaliteit in de kinderopvang gewaarborgd wanneer er steeds minder marktwerking kan plaatsvinden, waardoor ouders de veronderstelde druk op het kinderdagverblijf kunnen uitoefenen?

Ik onderschrijf de stelling dat er steeds minder marktwerking kan plaats vinden niet, zoals ik hiervoor heb aangegeven.


1) Parool, 2 augustus jl.