Gemeente Utrecht

2005 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
94 Vragen van mevrouw drs. J.A. Hoitink
(ingekomen 29 augustus 2005)

Bij basisschool De Kleine Dichter stonden op het nieuwe, openbare plein wat speeltoestellen van de oude school. De Dienst Stadsbeheer vond uit dat deze niet meer aan de strenge keuringseisen voldeden en haalde ze weg. Er kwamen geen speeltoestellen voor in de plaats.

Het plein is nu kaal en saai voor kinderen. Alleen voetballen en basketballen kan er nog, maar klauteren of schommelen niet meer. Veel kinderen spelen liever op het braakliggende terreintje aan de overkant. Over de weg tussen het plein en het braakliggend terrein raast dagelijks bouwverkeer. Vanwege de onveiligheid is rondom het braakliggend terrein nu een bouwhek heen gezet. Helaas is het hek niet al te best gemonteerd en oogt het ook niet zo heel solide. Een beetje avontuurlijk kind klimt tussen de hekdelen door of graaft een kuil om er onderdoor te kruipen.

De ouders in de buurt staan doodsangsten uit, want nog maar twee jaar geleden is er in Parkhaven een jongetje verongelukt. Hij heette Mohamed en kwam onder een bouwhek. Voor iedereen die Mohamed kende moet het verschrikkelijk zijn om te denken dat een vergelijkbaar ongeval misschien nog eens kan gebeuren.

GroenLinks vind dat aan deze onveilige situatie zo snel mogelijk een einde moet komen. Dat brengt ons tot de volgende vragen.


1. Is het College het met GroenLinks eens dat er onmiddellijk veilige bouwhekken geplaatst moeten worden? Zo ja, kan het College aangeven op welke termijn dit gerealiseerd zal zijn?
2. Deelt het College de opvatting van GroenLinks, dat bouwhekken rond braakliggende terreinen altijd 'kinderbestendig' moeten zijn, en dat ze als zij dat niet zijn, beter niet geplaatst kunnen worden?
3. Wil het College onmiddellijk alles wat nodig is in het werk stellen om te zorgen dat de verantwoordelijk uitvoerder(s) een veilige werk- en verkeerssituatie op en rondom de bouwterreinen van Parkhaven creëren, in het bijzonder in de buurt van speelterreinen en de basisschool?
4. Is het College bereid om zo snel mogelijk een aantrekkelijke speelsituatie op het plein te creëren door het plaatsen van nieuwe speeltoestellen? Zo ja, wanneer kan dit gereed zijn?
5. Kan het College aangeven op welke manier de communicatie met de bezorgde ouders, omwonenden en personeel van school en kinderdagverblijf verzorgd zal worden?