Gemeente Rotterdam

Collegeleden kijken mee in de keuken van Stadstoezicht

Hoe doen parkeercontroleurs hun werk? Hoe werkt het toezichtsmodel in het Oude Westen? Hoe effectief is de nieuwe regelgeving rond het huisvestingsbeleid? Zijn deze voldoende of moet het toch anders? Hoe zit het met de uitvoering van het hondenbeleid? Laten mensen hun honden uit daar waar het mag? Op deze en andere vragen kregen de collegeleden vandaag, vrijdag 26 augustus antwoord. Door zelf mee te lopen met medewerkers van de dienst Stadstoezicht en op die manier een indruk te krijgen van hun dagelijkse praktijk. De dienst Stadstoezicht organiseerde deze keer het maandelijkse werkbezoek van het college.

Het karakter van het werkbezoek was er vooral op gericht om collegeleden een indruk te geven van de dagelijkse praktijk. Met medewerkers van de dienst ging elk van hen op pad, en werd het gezelschap zo in kleine groepjes opgedeeld. Het bezoek begon met een korte briefing waarin werd verteld wie wat ging doen, waar naar toe en met wie. Na afloop vertelden de collegeleden elkaar tijdens de debriefing wat hen het meeste was opgevallen en bijgebleven. Wat ging goed? Wat zou beter kunnen, of anders moeten.

Groepjes

De collegeleden werden opgedeeld in zes groepjes. Zo ging wethouder Stefan Hulman op pad met enkele parkeercontroleurs en bezocht hij de parkeerwinkel in het centrum. Marianne Van den Anker bezocht de Dordstelaan en omgeving om daar polshoogte te nemen van de situatie. Lucas Bolsius liep mee met de hondenbrigade in Charlois. Leonard Geluk bezocht basisschool de Toermalijn in het kader van voorlichting over HALT. Marco Pastors ging op pad met een interventieteam. En Burgemeester Opstelten was in het Oude Westen te vinden waar hij tekst en uitleg kreeg over toezicht en handhaving in dat gebied.

Weerbaarheid

Na afloop volgde zoals gezegd de debriefing. Een moment waarop de groep weer bij elkaar kwam en aan elkaar werd verteld wat men ervan vond. In algemene zin waren alle collegeleden erg onder de indruk van de professionaliteit en inzet van de medewerkers bij Stadstoezicht. In positieve zin viel met name de communicatieve weerbaarheid van de medewerkers op. Hoe zij zich verbaal goed wisten te redden in lastige situaties en professioneel hun werk deden. Weerbaarheid van de medewerkers was wel een punt van aandacht vonden de meeste collegeleden. Het vergroten van de weerbaarheid en training is belangrijk gezien de toenemende agressie waarmee Stadtoezichtmedewerkers mee te maken.

Bestuurlijke boete

Een ander punt was de organisatie van bevoegdheden, hoe bureaccratisch en omslachtig zaken soms geregeld zijn. In de praktijk is het niet altijd makkelijk om een echt lik-op-stuk beleid te voeren wanneer bevoegdheden bij verschillende partijen liggen. Zo is bijvoorbeeld alleen een milieucontroleur bevoegd om hondeneigenaars een boete te geven als ze hun hond uitlaten waar het niet mag. Iemand van de hondenbrigade heeft deze bevoegdheid niet en mag de mensen alleen aanspreken op hun fout. Sorry dat wist ik niet is dan het makkelijkste en meest gehoorde weerwoord, en daarmee eindigt het verhaal vaak.

Een snelle invoering van de bestuurlijke boete zou in dit soort gevallen een zeer welkom instrument zijn. Stadstoezichtmedewerkers zouden een dergelijke boete kunnen uitdelen wanneer het gaat om kleine overtredingen in de publieke ruimte. Aan de invoering van deze boete wordt gewerkt.

Door middel van de werkbezoeken wordt het College vanuit de praktijk geïnformeerd over de voortgang van de collegeprioriteiten. De collegeleden nemen persoonlijk kennis van resultaten en knelpunten. Op die manier houdt het College voeling met wat er leeft in de stad en kan het signalen oppakken.

Bron: Bestuursdienst, 26-08-2005