Ministerie van Buitenlandse Zaken

Algemeen Ambtsbericht Liberia

Directie Personenverkeer, Migratie en Vreemdelingenzaken Afdeling Asiel- en Migratiezaken
Den Haag
070-348 5964
26 augustus 2005

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

Inhoudsopgave Pagina
1 Inleiding 4
2 Landeninformatie 5 2.1 Basisgegevens 5 2.1.1 Land en volk 5 2.1.2 Staatsinrichting 6 2.1.3 Geschiedenis 8 2.2 Politieke ontwikkelingen 11 2.3 Veiligheidssituatie 21 2.4 Sociaal-economische situatie 30
3 Mensenrechten
32 3.1 Juridische context 32 3.1.1 Verdragen 32 3.1.2 Nationale wetgeving 33 3.2 Toezicht op naleving van de mensenrechten 34 3.3 Naleving en schendingen 36 3.3.1 Vrijheid van meningsuiting 36 3.3.2 Vrijheid van vereniging en vergadering 37 3.3.3 Vrijheid van godsdienst 38 3.3.4 Bewegingsvrijheid 39 3.3.5 Rechtsgang 41 3.3.6 Arrestaties en detenties 43 3.3.7 Mishandeling en foltering 45 3.3.8 Verdwijningen 46 3.3.9 Buitengerechtelijke executies en moorden 46 3.3.10 Doodstraf 47 3.4 Positie van specifieke groepen 47 3.4.1 Meisjes en vrouwen 47 3.4.2 Minderjarigen 51 3.4.3 Etnische groepen en minderheden 54 3.4.4 Dienstplicht en desertie 58 3.4.5 Positie homoseksuelen 59
4 Migratieproblematiek 60 4.1 Ontheemden- en vluchtelingenstromen in en uit Liberia 60 4.1.1 Buiten Liberia 60 4.1.2 Binnen Liberia 61 4.2 Terugkeer 62 4.3 Beleid van andere Europese landen 65 4.4 Activiteiten van internationale organisaties 66
---

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005


5 Samenvatting 68
Bijlage I: Literatuurlijst 69
Bijlage II: Kaart van Liberia 78
Bijlage III: Samenstelling van de overgangsregering 79


---

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005


1 Inleiding

In dit algemene ambtsbericht wordt de huidige situatie in Liberia beschreven voorzover deze van belang is voor de beoordeling van asielverzoeken van personen die afkomstig zijn uit Liberia en voor besluitvorming over de terugkeer van afgewezen Liberiaanse asielzoekers. Dit ambtsbericht is een actualisering van eerdere ambtsberichten over de situatie in Liberia (laatstelijk januari 2005). Dit algemeen ambtsbericht beslaat de periode van december 2004 tot en met juli 2005.

Dit ambtsbericht is gebaseerd op informatie van openbare en vertrouwelijke bronnen. Bij de opstelling is gebruik gemaakt van informatie van verschillende organisaties van de Verenigde Naties, niet-gouvernementele organisaties, vakliteratuur en berichtgeving in de media. Een overzicht van de geraadpleegde openbare bronnen is opgenomen in de literatuurlijst. Bovendien liggen bevindingen ter plaatse en vertrouwelijke rapportages van de Nederlandse vertegenwoordiging in Dakar (Senegal) en in EU-lidstaten aan dit algemeen ambtsbericht ten grondslag. In het algemeen ambtsbericht wordt veelvuldig verwezen naar geraadpleegde openbare bronnen. Daar waar openbare bronnen zijn vermeld, wordt de tekst in veel gevallen ook ondersteund door informatie die op vertrouwelijke basis is ingewonnen.

In hoofdstuk twee wordt ingegaan op recente ontwikkelingen op politiek, veiligheids- en sociaal-economisch gebied. Deze beschrijving wordt voorafgegaan door een overzicht van de geschiedenis van Liberia. Ook is een korte passage over de geografie en de bevolking van Liberia opgenomen.

In hoofdstuk drie wordt de mensenrechtensituatie in Liberia geschetst. Na een beschrijving van wettelijke garanties en internationale verdragen waarbij Liberia partij is, komen de mogelijkheden van toezicht op de naleving van de mensenrechten aan de orde. Daarna volgt de beschrijving van de naleving dan wel schending van enkele klassieke mensenrechten. Ten slotte wordt de positie van specifieke groepen, waaronder minderjarigen, belicht.

In hoofdstuk vier komen de opvang van binnenlands ontheemden, het beleid van een aantal andere Europese landen inzake asielzoekers uit Liberia en activiteiten van internationale organisaties, waaronder de positie van UNHCR, aan de orde.

Een algehele samenvatting volgt in hoofdstuk vijf.

4

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005


2 Landeninformatie

2.1 Basisgegevens
2.1.1 Land en volk

De Republiek Liberia is gelegen aan de westkust van Afrika en beslaat een gebied ter grootte van ruim 110.000 vierkante kilometer (bijna 3 maal Nederland). Het land grenst in het westen aan Sierra Leone, in het noorden aan Guinee, in het oosten aan Ivoorkust en in het zuiden aan de Atlantische Oceaan.1

Liberia is administratief verdeeld in vijftien counties of provincies met elk een eigen hoofdstad (hoofdstad tussen haakjes), vanaf de grens met Sierra Leone met de wijzers van de klok mee: Grand Cape Mount (Robertsport), Gbarpolu (Bopolu), Lofa (Voinjama), Bong (Gbarnga), Nimba (Sanniquellie), Grand Gedeh (Zwedru), River Gee (Fish Town), Maryland (Harper), Grand Kru (Barclayville), Sinoe (Greenville), River Cess (River Cess), Grand Bassa (Buchanan), Margibi (Kakata), Montserrado (Monrovia ­ tevens nationale hoofdstad) en Bomi (Tubmanburg).2 Een kaart van Liberia is toegevoegd als Bijlage II.

Bevolking
De bevolking bestaat uit ruim 3,3 miljoen inwoners en is etnisch divers. De grootste etnische groep wordt gevormd door de Kpelle (bijna 500.000) die het centrale deel van het land bewonen, in het bijzonder Bong County. Op de tweede en de derde plaats komen de Bassa in de regio rond Buchanan en de Gio in Nimba County. Andere bekende groepen zijn de Krahn, Mandingo, Gbandi (ook wel Bandi genoemd), Kru en Vai.3 Geen enkele groep vormt de meerderheid van de bevolking. 2,5% van de bevolking, de Americo-Liberians, stamt af van destijds uit de Verenigde Staten gekomen ex-slaven. De resterende 2,5% bestaat uit `buitenlanders', onder wie Afrikanen, Libanezen en Aziaten.

40% van de bevolking is christen of aanhanger van een combinatie van het christendom en traditionele inheemse godsdiensten. Ongeveer 20% van de bevolking is moslim. De resterende 40% is aanhanger van traditionele inheemse godsdiensten. Ten slotte is er een kleine Baha'i gemeenschap.4 Het christendom en de traditionele inheemse godsdiensten komen in het hele land voor. De islam komt overwegend voor bij de Mandingo in de noordelijke en de oostelijke provincies en onder de Vai in het noordwesten.


1 CIA, The World Factbook 2005
2 www.newafrica.com

3 Zie ook paragraaf 3.4.2 van dit ambtsbericht.
4 U.S. Department of state, International Religious Freedom Report 2004: Liberia, september 2004

---

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

Talen
De officiële voertaal in Liberia is Engels, dat ook in het onderwijs wordt gebruikt. Het gesproken Liberiaans Engels vindt zijn oorsprong in het Engels van de bevrijde slaven die zich in de negentiende eeuw vanuit de Verenigde Staten op het huidige grondgebied vestigden. Dit Liberiaanse Engels kent verschillende varianten, waarvan het gebruik onder meer afhankelijk is van de sociale klasse. Het Liberiaanse Engels wijkt af van de op het Engels gebaseerde pidgin-talen in landen ten oosten van Liberia en van het Krio, dat wordt gesproken in Sierra Leone.5 Naast het Liberiaanse Engels worden nog ruim twintig traditionele talen gesproken: Bandi (ook wel Gbandi genoemd), Bassa, Dan, Dewoin, Gbii, Glaro- Twabo, Glio-Oubi, Gola, Grebo, Kisi, Klao, Kpelle, Krahn, Krumen, Kuwaa, Loma, Mano, Manya, Mende, Sapo, Tajuasohn en Vai.6 Een aantal van deze traditionele talen wordt niet alleen gesproken, maar ook gebruikt als schrijftaal.7 Veel Liberianen beheersen meerdere talen. Als lingua franca tussen sprekers van verschillende lokale talen wordt niettemin vaak het (gesproken) Liberiaans Engels gebruikt.8

2.1.2 Staatsinrichting

Liberia is een constitutionele republiek met een sterk presidentschap naar Amerikaans model. De grondwet dateert van 1986 en werd in 1988 geamendeerd. De grondwet kent in principe een scheiding van de drie machten - de wetgevende, de uitvoerende en de rechtsprekende- maar de president heeft traditioneel grote macht. In de huidige overgangsregering is de macht van de `voorzitter', zoals deze conform het vredesakkoord wordt genoemd, beperkter dan die van voorgaande presidenten.9

De uitvoerende macht ligt in handen van de president, die staatshoofd, regeringsleider en opperbevelhebber van het leger is. De president wordt door middel van algemene verkiezingen gekozen voor een periode van zes jaar en is herkiesbaar.10 De president benoemt een kabinet van ministers. Vervolgens dient de benoeming van een kabinet te worden bekrachtigd door het parlement.

5 www.globalsecurity.org

6 www.ethnologue.com

7 CIA, The World Factbook 2004 en The Economist Intelligence Unit, Country Profile Guinee, Sierra Leone, Liberia 2002
8 www.globalsecurity.org
9 Zie ook paragraaf 2.2
10 In de grondwet van 1986 was sprake van maximaal twee termijnen. De geamendeerde grondwet van 1988 laat het aantal termijnen vrij.
---

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

De wetgevende macht berust bij een volksvertegenwoordiging, die bestaat uit twee kamers. Deze worden eveneens voor een termijn van zes jaar door middel van algemene verkiezingen samengesteld. De Senaat telt 30 leden (twee per provincie) en het Huis van Afgevaardigden telt 64 leden. In de Liberiaanse volksvertegenwoordiging zijn meerdere partijen vertegenwoordigd. Het reguliere parlement is krachtens het vredesakkoord van 18 augustus 2003 opgeschort en vervangen door een wetgevende macht die uit één kamer bestaat. In dit overgangsparlement hebben vertegenwoordigers zitting van alle partijen die het vredesakkoord hebben ondertekend, namelijk LURD, MODEL, NPP, de reguliere politieke partijen en het maatschappelijk middenveld. Ook elk van de vijftien provincies bekleedt een zetel in het overgangsparlement.

Liberia is een sterk gecentraliseerde staat. Formeel is het aan de president om de provinciebestuurders (governors of superintendents genaamd) te benoemen.11 De leiders op gemeentelijk en tribaal niveau dienen elke zes jaar door de bevolking gekozen te worden12, maar deze lokale verkiezingen hebben om organisatorische en financiële redenen sinds begin jaren negentig niet meer plaatsgevonden.13

De rechterlijke macht is gebaseerd op het Brits-Amerikaanse model en kent drie niveaus. De hoogste instantie is het Supreme Court in Monrovia. In elke provincie zetelt een aan het Supreme Court ondergeschikte algemene rechtbank, het Circuit Court. Daarnaast zetelen in beginsel in elke provincie vijf gespecialiseerde Hoven die ook ondergeschikt zijn aan het Supreme Court en die zijn belast met respectievelijk jeugdzaken, arbeidsrecht, schuldvordering, erfrecht en belastingen. Indien deze Hoven niet in een provincie aanwezig zijn, worden hun taken overgenomen door het Circuit Court van de betreffende provincie. Op lokaal niveau wordt, afhankelijk van de grootte van het ressort, rechtgesproken door Magistral Courts of Justices of the Peace.

Buiten deze formele, drieledige structuur wordt in afnemende mate op lokaal niveau door traditionele leiders recht gesproken op basis van ongeschreven, per bevolkingsgroep verschillend, traditioneel recht; het zogenoemde sassywood- systeem.14 Dit kan worden toegepast op huwelijks-, erf- en voogdijkwesties. Het is aan de betrokkene om op deze terreinen de keuze te maken tussen het formele recht van de Domestic Relations Law of het traditionele recht. Vergrijpen vallen altijd onder het formele recht.


11 Constitution of the Republic of Liberia, 6 januari 1986, artikel 54
12 Idem, artikel 56

13 U.S. Department of state, Country reports on human rights practices- Liberia 2003, februari 2004

14 CIA, The world factbook 2002; U.S. Department of state, Country reports, februari 2004. Zie voor meer informatie het ambtsbericht van juni 2004.
---

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

Indien personen er op lokaal niveau niet in slagen een geschil met behulp van sassywood te beslechten, kunnen zij zich wenden tot het Office of Native and Tribal Affairs van het ministerie van Binnenlandse Zaken, dat een oplossing zal zoeken. Formele rechtbanken bemoeien zich traditiegetrouw niet met zaken waarop sassywood van toepassing is. Conform artikel 65 van de Liberiaanse grondwet heeft het Supreme Court echter wel het laatste woord over zowel zaken die onder het formele recht vallen als zaken waarop sassywood van toepassing is.

2.1.3 Geschiedenis

Hieronder volgt een bondig overzicht van de geschiedenis van Liberia tot en met november 2004, waarbij met name aandacht wordt besteed aan de ontwikkelingen sinds de ondertekening van het vredesakkoord in augustus 2003. Een uitgebreider overzicht van de vroegere geschiedenis van Liberia is te vinden in de algemene ambtsberichten van mei 2003 en januari 2004. De ontwikkelingen vanaf december 2004 zijn terug te vinden in paragraaf 2.2 en 2.3.

Liberia, dat nimmer gekoloniseerd is geweest, werd tot 1980 politiek sterk gedomineerd door de nazaten van bevrijde Amerikaanse slaven (de Americo- Liberians), die de republiek Liberia in 1847 hadden gesticht. In 1980 vond na een periode van onrust over deze dominantie een militaire staatsgreep plaats door Samuel Doe. Doe's wrede en autoritaire bewind luidde een periode in van verzet en burgeroorlog: tussen 1989 en 1997 werd Liberia geteisterd door gewapende strijd tussen meerdere facties, die uiteindelijk in het voordeel van de krijgsheer Charles Taylor werd beslecht. Taylor bezegelde zijn militaire overwinning met zijn verkiezing tot president in 1997.

Ofschoon de regering-Taylor aanvankelijk door een deel van de bevolking werd beschouwd als een welkom alternatief voor het regime van Samuel Doe en de jarenlange burgeroorlog, bleek een nieuwe periode van intimidaties, armoede en onzekerheid te zijn aangebroken. De regering van Taylor kwam vanaf 1999 onder vuur te liggen van de kant van de rebellenbeweging Liberians United for Reconciliation and Democracy (LURD). In februari 2003 voegde zich een tweede rebellenbeweging bij het verzet tegen Taylor, de Movement for Democracy in Liberia (MODEL). Twee maanden later was bijna tweederde van het grondgebied van Liberia in handen van LURD- en MODEL-rebellen.

Vredesproces
Na diverse vergeefse (internationale) vredesinitiatieven, werd op 17 juni 2003 onder internationale druk en onder auspiciën van de regionale organisatie ECOWAS (Economic Community of West African States) in Accra (Ghana) een staakt-het-vuren-overeenkomst gesloten door de regering-Taylor, LURD en
---

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

MODEL. Na diverse schendingen van het bestand - culminerend in zware gevechten in Monrovia in juni en juli 2003 -, weken van diplomatiek getouwtrek en de stationering van een door Nigeria geleide ECOWAS-troepenmacht werd op 18 augustus 2003 in Accra uiteindelijk een vredesakkoord bereikt.

Het vredesakkoord voorzag in ontwapening van strijders en in de installatie van een overgangsregering. In deze regering namen de drie voormalige strijdende partijen (LURD, MODEL en de National Patriotic Party, NPP, van de regering- Taylor) zitting, samen met vertegenwoordigers van reguliere - dat wil zeggen ongewapende - politieke partijen en het maatschappelijk middenveld. Het mandaat van deze overgangsregering loopt volgens het vredesakkoord af in januari 2006, wanneer de macht zal worden overgedragen aan een kabinet samengesteld door de winnaar van verkiezingen die in oktober 2005 zullen plaatsvinden. In de bijlage is een overzicht opgenomen van de zetelverdeling binnen de huidige overgangsregering.

De implementatie van het vredesakkoord verliep tussen augustus 2003 en november 2004 met horten en stoten. De internationaal gesteunde overgangsregering, geïnstalleerd op 14 oktober 2003 en geleid door zakenman Gyude Bryant, had te kampen met gebrekkige loyaliteit van regeringsleden, corruptie en een leiderschapscrisis binnen LURD.15 De regering slaagde er dan ook niet in in het overeengekomen tempo hervormingen door te voeren of het gezag in het hele land terug te winnen, waardoor de voormalige strijdende partijen in grote delen van het land nog de dienst uitmaakten. Bovendien werd nog gevreesd voor invloed van oud-president Taylor, die bij zijn vertrek naar Nigeria - waar hij sinds 11 augustus 2003 in ballingschap leeft - had aangegeven Liberia niet voorgoed te verlaten. Taylor is door het Speciale Hof in Sierra Leone aangeklaagd wegens oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid16.

Na een periode zonder grote veiligheidscrises braken eind oktober 2004 in Monrovia en enkele andere steden ernstige onlusten uit, waarbij 16 personen om het leven kwamen en 208 gewonden vielen.17 Soldaten van de sinds 1 oktober


15 The Forum, Budgetary evasion, 26 oktober 2004; AFP, Les Libériens, soulagés par la paix, dénoncent les problèmes persistants, 11 augustus 2004; DPA, EU representative frowns `lavish' spending by Liberian gov't, 26 augustus 2004; IRIN, Bryant appeals for $44m to complete DDR and send IDPs home, 14 september 2004 en IRIN, IMF and World Bank demand more transparency in public finances, 26 oktober 2004
16 Statement of David M. Crane, Chief Prosecutor, Special Court for Sierra Leone, 4 juni 2003 en Human Rights Watch, 4 juni 2003

17 Drie doden zouden gevallen zijn toen een UNMIL-pantserwagen hen per ongeluk overreed bij het verspreiden van een menigte. AP, UN peacekeepers fire in air in Liberian capital to enforce round-the-clock curfew after violence, 30 oktober 2004; AP, 31 oktober 2004; AFP, 31 oktober 2004 en Reuters, 31 oktober 2004
---

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

2003 in Liberia gestationeerde VN-vredesmacht UNMIL18 schoten met scherp op relschoppers en assisteerden de Liberiaanse autoriteiten bij de arrestatie van 398 personen, onder wie vele gewapende leden van LURD.19 Sommige waarnemers verklaarden de onlusten als een uitvloeisel van animositeit tussen moslims en christenen, terwijl andere bronnen de gewelddadigheden weten aan etnische geschillen, ontevreden oud-strijders en/of de NPP van oud-president Taylor.20

Korte tijd later, in november 2004, ondertekenden LURD, MODEL en de strijders van de voormalige regering een overeenkomst waarmee ze zich ontbonden als gewapende groeperingen en werd het ontwapeningsproces van oud-strijders voltooid. De ontwapening was voor wat betreft het deelnemersaantal zeer succesvol, maar daar tegenover stonden het relatief lage aantal wapens dat werd ingeleverd, de vermoedens dat het ontwapeningsproces niet alle oud-strijders bereikte en de achterblijvende reïntegratie- en rehabilitatiemogelijkheden voor oud-strijders. 21

Internationale context
Ondanks alle binnenlandse problemen kon de overgangsregering internationaal op grote steun rekenen. De relatie met de buurlanden Ivoorkust, Sierra Leone en Guinee verbeterde. Deze relatie had de voorgaande decennia onder zware druk gestaan, omdat veel van de gewapende groeperingen in Liberia tijdens de verschillende burgeroorlogen steun ontvingen vanuit de buurlanden. Zo werd LURD, die hoofdzakelijk uit leden van de Mandingo-bevolkingsgroep bestaat, in zijn strijd tegen Charles Taylor gesteund door Guinee, waar ook Mandingo wonen. MODEL ontving steun uit Ivoorkust.22 Deze steun van buitenlandse regeringen voor Liberiaanse rebellenbewegingen werd mede ingegeven door het feit dat Charles Taylor al jarenlang assistentie verleende aan de gewapende oppositie in de buurlanden.

VN-sancties
Vanwege de steun aan buitenlandse rebellen en de daaruit voortvloeiende destabilisatie van West-Afrika legde de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties Liberia vanaf 1992 successievelijk een wapenembargo en een reisverbod op en verbood de handel in Liberiaanse diamanten en hout. Ook werden de financiële tegoeden van sleutelfiguren bevroren. In afwachting van een verbetering van de


18 United Nations Mission in Liberia
19 Reuters, At least 16 dead in Liberia riots ­UN, 1 november 2004
20 IRIN, Riots kill 16, delay repatriation of refugees, 1 november 2004 en Reuters, Liberians riot in capital, four dead, 29 oktober 2004
21 DPA, Liberian generals hand over weapons to UN mission, 4 november 2004
22 Report of the Panel of Experts appointed pursuant to paragraph 4 of Security Council resolution 1458 (2003), concerning Liberia, S/2003/498 (17 april 2003) ; IRIN, 31 oktober 2003; Reuters, 5 november 2003 en Peter Takirambudde, Liberia: where the arms come from, International Herald Tribune, 17 september 2003
10

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

stabiliteit in de West-Afrikaanse onder de Liberiaanse overgangsregering, verlengde de Veiligheidsraad op 22 december 2003 de bestaande sancties tot 21 december 2005. 23

De VN-sancties hebben betrekking op cruciale producten en zijn gericht tegen bepaalde personen. Het conflict dat Liberia sinds 1989 teisterde werd namelijk grotendeels ingegeven door de strijd om persoonlijke macht en rijkdom en had weinig tot niets te maken met het welzijn van Liberia en zijn bevolking. De strijd tussen machthebbers en rebellen concentreerde zich op het in handen krijgen van Liberia's natuurlijke rijkdommen, met name diamanten en hout.

Etnische kaart
De leiders van gewapende groeperingen speelden bij het in handen krijgen van de natuurlijke rijkdommen de etnische kaart om steun te verwerven. Sinds 1989, toen de gewelddadige opstand tegen de toenmalige president Doe begon, zijn de strijdende partijen in Liberia steeds langs etnische lijnen verdeeld geweest. Hoewel rivaliserende groeperingen in de loop der jaren verschillende keren van naam en samenstelling veranderden, was een voortdurend element in het gewapende conflict de rivaliteit tussen groepen Mano en Gio enerzijds en groepen Krahn en Mandingo anderzijds. Ofschoon gewapende groeperingen uit deze laatste bevolkingsgroepen ook gezamenlijk zijn opgetrokken tegen de Mano en de Gio (zoals ten tijde van het bewind van Samuel Doe bijvoorbeeld gebeurde), duurde het doorgaans niet lang voordat een dergelijk samenwerkingsverband van Krahn- en Mandingo-strijders ook weer langs etnische lijnen werd opgesplitst. Dit was wederom duidelijk zichtbaar bij de laatste machtswisseling in Liberia: president Taylor, een Americo-Liberiaan die met steun van de Mano en de Gio aan de macht was gekomen, werd bestreden door LURD, die hoofdzakelijk uit Mandingo's bestaat, en MODEL, dat vele Krahn in de gelederen heeft24.

2.2 Politieke ontwikkelingen
De politieke ontwikkelingen die van december 2004 tot en met juli 2005 in Liberia plaatsvonden laten een gemengd beeld zien. Enerzijds lopen de voorbereidingen voor de presidents- en parlementsverkiezingen op 11 oktober 2005 goed en is enige vooruitgang geboekt met het herstel van het staatsgezag en de oprichting van de commissies waarin het vredesakkoord voorziet. Anderzijds deden zich tijdens de verslagperiode zorgwekkende en in potentie destabiliserende ontwikkelingen voor op het gebied van corruptie en werd de invloed van oud-president Taylor in Liberia opnieuw voelbaar.


23 S/RES/1607

24 Nicole Itano, Small boys with florescent guns, 18 oktober 2003
---

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

Corruptie
Verschillende waarnemers noemen corruptie als belangrijke destabiliserende factor waar Liberia op dit moment mee te kampen heeft. Leden van de overgangsregering en van het overgangsparlement bewijzen met de voortdurende berichten over hun ondoorzichtige handelswijze en corruptie geen dienst aan pogingen te komen tot herstel van het staatsgezag. Ook verhindert corruptie de volledige implementatie van het vredesakkoord.25 Leden van de regering jagen volgens een waarnemer elk hun eigen agenda na; van een samenhangend beleid is geen sprake. Ook regeringsvoorzitter Bryant zou zich schuldig maken aan corruptie. Zo onthulde het panel of experts dat namens de Verenigde Naties onderzoek doet naar de aan sancties onderhevige Liberiaanse hout- en diamantsector dat een aantal Liberiaanse ministers in februari 2005 in het geheim een contract ondertekenden met de onervaren West African Mining Corporation (WAMCO). Dit contract, getekend door de ministers Mason (Land, Mijn en Energie; als minister voorgedragen door MODEL), Kamara (Financiën, voorgedragen door LURD) en Ja'neh (Justitie; voorgedragen door LURD) en een niet bij name genoemde vertegenwoordiger van regeringsvoorzitter Bryant, zou WAMCO voor de komende tien jaar het recht geven diamanten te winnen in West- Liberia. In het contract, dat in strijd is met het bestaande diamantenembargo, werd ook expliciet toestemming verleend aan WAMCO om ter bescherming van de onderneming milities op te richten. Er zijn berichten dat ook oud-president Taylor bij de contractsluiting met WAMCO betrokken was.26 Inmiddels heeft de Liberiaanse regering het contract met WAMCO nietig verklaard.27

Leden van de regering hebben tijdens de verslagperiode getracht audits door de Europese Commissie en ECOWAS te verhinderen en zich teweer gesteld tegen anti-corruptiemaatregelen.28 Volgens een welingelichte bron wordt ongeveer 25% van de Liberiaanse overheidsinkomsten buiten de staatskas gehouden en doorgesluisd naar individuen in met name de haven, de petroleumindustrie en het Bureau voor Maritieme Zaken. In maart 2005 werd een aantal parlementariërs, onder wie parlementsvoorzitter en LURD-kopstuk George Dweh, door een meerderheid van het parlement voor onbepaalde tijd geschorst wegens verdenking


25 Report of the Panel of Experts appointed pursuant to paragraph 8 of Security Council resolution 1579 (2004), concerning Liberia, S/2005/360 (13 juni 2005); Resolutie Veiligheidsraad, S/RES/1607, 21 juni 2005; The Analyst, US$2.2M secret deal backfires, 18 april 2005; The Analyst, ATDI suspends activities in Liberia, 4 mei 2005 en Panapress, Corruption obscures Liberia's road to economic recovery, 24 juli 2005
26 Africa Confidential, Warlord on the loose, 27 april 2005 en Coalition for International Justice (CIJ), Following Taylor's money: a path of war and destruction, mei 2005
27 Rapaport, Liberia cancels WAMCO concession, 8 juli 2005, gevonden op www.diamonds.net
28 Report of the Secretary-General pursuant to Security Council resolution 1579 (2004) regarding Liberia, S/2005/376, 7 juni 2005
12

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

van corruptie.29 Een deel van de parlementariërs die voor de schorsing stemden werd ook zelf beschuldigd van corruptie in het rapport dat Dweh's wangedrag aan het licht bracht.30 Dweh heeft zijn schorsing aangevochten bij het Supreme Court in Monrovia; de uitslag van deze procedure is nog niet bekend. Een internationale waarnemer meent dat de rol van Dweh nu is uitgespeeld. George Koukou fungeert als waarnemend parlementsvoorzitter.31

Naar aanleiding van deze en andere gevallen van corruptie organiseerde de Europese Commissie in mei 2005 een bijeenkomst met het IMF, ECOWAS, de VN, de Verenigde Staten en de Wereldbank. De aanwezigen concludeerden dat het financiële wanbeheer, het gebrek aan transparantie en het gebrek aan accountability van de Liberiaanse overheid de implementatie van het vredesakkoord ondermijnen en werken sindsdien aan het verstrekkende Liberia Economic Governance Action Plan (EGAP).32 Dit conceptplan, dat volgens sommige Liberianen een protectoraat zou maken van hun land, behelst onder meer een inperking van de mogelijkheden van de regering om contracten te gunnen, de stationering van internationale toezichthouders op belangrijke ministeries en de aanstelling van buitenlandse rechters.33 Vooruitlopend op het EGAP, en mogelijk teneinde invoering van het plan af te wenden, ontwierp de overgangsregering een alternatieve strategie voor financiële transparantie en werd het hoofd van het Bureau voor Maritieme Zaken voor onbepaalde tijd geschorst wegens corruptie.34 Ook de raad van bestuur van de National Port Authority werd geschorst.35

Op 21 juni 2005 verlengde de Veiligheidsraad alle sancties jegens Liberia tot 21 december 2005.36 De wapen-, hout- en diamantembargo's blijven tot die tijd van kracht, net zoals het reisverbod en de bevriezing van financiële tegoeden van sleutelfiguren.

Staatsgezag


29 Sixth Progress Report of the Secretary-General on the United Nations Mission in Liberia, S/2005/177 (17 maart 2005) en S/2005/376
30 IRIN, Leaders of transitional parliament suspended for corruption, 14 maart 2005 en Liberian Observer, Parliament ssuspends leadership over corruption charges, 14 maart 2005
31 Bureau of African Affairs United States Department of State, Background note: Liberia, april 2005

32 S/2005/376

33 IRIN, Donors step up anti-graft fight with plan to limit government's powers, 16 juni 2005 en The News, International community withdraws controversial trusteeship document, 17 juni 2005

34 IRIN, Government floats alternative plan to counter donors' anti-corruption scheme, 15 juli 2005; AP, Liberia's interim leader suspends head of country's lucrative shipping registry, 15 juli 2005 en The Analyst, Bryant undermines trusteeship, 16 juni 2005
35 The Analyst, My suspicion was political, 6 juli 2005
36 S/RES/1607

13

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

De overgangsregering is volgens diverse bronnen nog steeds niet in staat het land te besturen, al is gedurende de verslagperiode enige vooruitgang geboekt. Regeringsvoorzitter Bryant benoemde begin 2005 provinciebestuurders en hun plaatsvervangers voor twaalf van de vijftien provincies. De benoeming van zes van hen (Bomi, Margibi, Nimba, Grand Cape Mount, Montserrado en Gbarpolu) is door het parlement bekrachtigd; de andere zes benoemingen (voor de provincies Grand Gedeh, Grand Kru, River Cess, River Gee, Sinoe en Maryland) nog niet. De meeste provinciebestuurders zijn lid van Bryants eigen Liberia Action Party. Tijdens de verslagperiode heeft de regering bijna 600 ambtenaren door het land gestationeerd, waaronder belastingontvangers, douanebeambten en immigratiemedewerkers. De mogelijkheden van de provinciebestuurders en andere overheidsdienaren om hun werkzaamheden naar behoren uit te voeren worden echter ernstig gehinderd door gebrekkige voorzieningen.37 Er zijn geen berichten bekend over intimidatie van of angst onder overheidsdienaren; het is gezien het gebrek aan voorzieningen echter de vraag in hoeverre zij zich buiten hun kantoor (kunnen) begeven. Regeringsvoorzitter Bryant heeft gedurende de verslagperiode enkele keren werkbezoeken afgelegd buiten Monrovia. Bij een bezoek aan Ganta in mei 2005 werd hij door in het RR-programma teleurgestelde oud-strijders met stenen bekogeld, waarna hij halsoverkop vertrok.38

LURD, MODEL en de voormalige president Taylor hebben elk nog hun eigen invloedsgebieden in het land. De afbakening van de respectievelijke gebieden is sinds de ondertekening van het vredesakkoord in augustus 2003 en het einde van de gevechtshandelingen in grote lijnen gelijk gebleven. Ruwweg gaat het om de volgende verdeling: LURD-aanhangers bevinden zich hoofdzakelijk in Lofa, Bong, Bomi, Grand Cape Mount, Gbarpolu en het noordwestelijke puntje van Nimba; MODEL is vooral aanwezig in Grand Gedeh, Grand Kru, River Gee, Maryland, River Cess, Sinoe en een deel van Nimba dat aan Ivoorkust grenst. Aanhangers van de regering-Taylor bevinden zich met name in Grand Bassa, Margibi, Montserrado, het zuidelijke gedeelte van Bong en het grootste gedeelte van Nimba.39

De positie van regeringsvoorzitter Bryant is gedurende de verslagperiode met name in de ogen van de Liberiaanse bevolking en de internationale gemeenschap verzwakt vanwege zijn vermeende betrokkenheid bij corruptie.40 In december 2004 betichtte LURD Bryant ervan een heksenjacht te voeren tegen LURD- kopstukken, nadat Bryant LURD-woordvoerder Charles Bennie wegens `gedrag


37 S/2005/177

38 S/2005/177

39 Zie ook het algemeen ambtsbericht Liberia van juni 2004
40 AFP, Interim president Bryant `met with jeers and boos' in Monrovia street, 11 december 2004

14

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

onverenigbaar met het ambt' had ontslagen als hoofd van de Douane.41 De schorsing van parlementsvoorzitter Dweh heeft geen zichtbare gevolgen gehad voor de positie van Bryant, maar zal hem niet ongelegen komen, gezien de prominente rol die Dweh inneemt binnen LURD en daarmee onder leden van de regering en het parlement.

Het leiderschapsconflict binnen LURD sleepte zich gedurende de verslagperiode voort. LURD-voorzitter Sekou Damate Conneh heeft zijn echtgenote, tevens rivaal, Aisha beticht van het voorbereiden van een aanslag op zijn leven, samen met de lijsttrekker van de All Liberian Coalition Party (ALCOP), Alhaji Kromah. Kromah beschuldigt Conneh er juist van het op zijn leven gemunt te hebben.42

UNMIL ondersteunt de overgangsregering op zowel civiel als veiligheidsgebied bij het herstellen van het staatsgezag. Jacques Klein, Speciaal Gezant van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties voor Liberia, heeft Liberia eind april 2005 verlaten.43 Tot het aantreden van zijn opvolger, de Brit Alan Doss, op 21 juli 2005 werd zijn functie waargenomen door Abou Moussa, de voormalig plaatsvervanger van Klein. Doss, die in juli 2005 werd benoemd door VN- Secretaris-Generaal Kofi Annan, was tot die tijd plaatsvervangend Speciaal Gezant van Kofi Annan in Ivoorkust.44

Verkiezingen
Gedurende de verslagperiode zijn voorbereidingen getroffen voor de presidents- en parlementsverkiezingen van 11 oktober 2005. Op 17 december 2004 werd de Electoral Reform Bill aangenomen, waardoor deze voorbereidingen van start konden gaan.45 Zo heeft tussen 25 april en 21 mei 2005 de registratie van kiezers plaatsgevonden, tot in de verste uithoeken van het land. In totaal werden 1,3 miljoen personen geregistreerd, ongeveer evenveel mannen als vrouwen, op een geschat electoraat van 1,5 miljoen personen. Alle Liberianen van 18 jaar en ouder konden zich registreren als kiezer. De Liberiaanse nationaliteit kon aangetoond worden met een (eventueel verlopen) paspoort, een naturalisatiecertificaat, een geboortebewijs (evt. gecombineerd met een akte van afstand van een tweede nationaliteit) of door bevestiging door een traditionele leider of door een verklaring onder ede van twee geregistreerde getuigen.46


41 DPA, Former LURD executives complain of Liberian `witch-hunt', 30 december 2005
42 The Analyst, LURD death squad lives on, 7 juni 2005
43 IRIN, UN chief Jacques Klein departs suddenly, saying much still to be done, 29 april 2005
44 AFP, Le Britannique Alan Doss nouveau représentant de l'Onu au Liberia, 15 juli 2005 en IRIN, Alan Doss confirmed as new UN special representative, 21 juli 2005
45 S/2005/177

46 National Elections Committee, Liberian refugees: your right to know, your right to participate (folder)

15

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

Vanuit de buurlanden terugkerende Liberiaanse vluchtelingen kregen tussen 23 mei en 4 juni 2005 een extra kans om zich als kiezer te registreren. Leden van de Nationale Kiesraad (National Elections Commission, NEC) zijn het land doorgereisd om zich te informeren over de afbakening van kiesdistricten en er zijn verschillende initiatieven op het gebied van kiezerseducatie. Tegelijkertijd beperken het hoge analfabetisme, de lage toegang tot de media en de gebrekkige infrastructuur, zeker in de regentijd, de informatievoorziening aan met name plattelandsbewoners over de verkiezingen en de kandidaten.47 Dertig procent van de geregistreerde kiezers bevindt zich in en rond Monrovia, waardoor de kiezers in de hoofdstad een zwaar stempel zullen drukken op de verkiezingsuitslag. Onder bedreiging van NEC-medewerkers zouden in Lofa ook honderden Guineeërs van Mandingo-afkomst zich hebben laten registreren als kiezer.48

Tweeëntwintig kandidaten die zich voor deelname aan de presidentsverkiezingen bij de National Elections Commission lieten registreren voldeden aan de voorwaarden. Ook zijn er 22 kandidaten voor het vice- presidentschap.49 Hoewel het in de gegeven politieke en humanitaire situatie moeilijk is voorspellingen te doen over de uitslag van de presidentsverkiezingen, lijken de volgende kandidaten volgens verschillende bronnen de grootste kanshebbers te zijn voor het presidentschap50:


· Ellen Johnson-Sirleaf (Unity Party), voorzitter van de Governance Reform Commission en voormalig medewerker van de Wereldbank;
· Varney Sherman (Liberia Action Party van regeringsvoorzitter Bryant), veel steun onder de doorgaans welgestelde en invloedrijke Libanezen in Liberia ­ die echter geen stemrecht hebben51;

· Charles Brumskine (United Democratic Party), advocaat;
· Winston Tubman (National Democratic Party of Liberia), voormalig VN- gezant in Somalië52. Tubman is zelf naar verluidt Americo-Liberiaan en stelt dat zijn partij open staat voor alle bevolkingsgroepen53, in reactie op beweringen dat de partij van oudsher vooral steun vindt onder de Krahn-, Sapo- en Grebo-bevolkingsgroepen;

· Togba Nah Tipoteh (Liberian People's Party), de geschorste voorzitter van de havenautoriteit van Monrovia;

· George Weah (Congress for Democratic Change), voormalig profvoetballer.


47 The Economist Intelligence Unit (EIU), Country report Liberia, juni 2005
48 BBC News, Poll threat in northern Liberia, 3 mei 2005 en AP, Citizens from Guinea registering to vote in Liberia's postwar elections, officials say, 3 mei 2005
49 IRIN, Ex-footballer Weah cleared to stand as election campaign kicks off, 15 augustus 2005
50 EIU, Country report Liberia, juni 2005
51 BBC News, Lebanese demand Liberia poll rights, 22 juli 2005
52 Reuters, Ex-president's nephew eyes Liberian leadership, 26 januari 2005
53 The Analyst, NDPL for all Liberians, not Krahn people, 30 mei 2005
16

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

Waarnemers vrezen dat voormalige commandanten van met name LURD en MODEL, maar mogelijk ook aanhangers van Charles Taylor, trachten invloed uit te oefenen op de politiek onervaren, maar onder jongeren populaire Weah. Weah zou ook in het zuidoosten van Liberia, onder leden van de Krahn-bevolkingsgroep, populair zijn. Sommige bronnen menen dat ook Roland Massaquoi, de kandidaat van oud-president Taylors NPP, kansrijk is. Andere kandidaten zouden vooral meedoen aan de verkiezingen in de hoop een goede positie te verwerven onder een nieuwe regering. Ook de omstreden LURD-leider Sekou Damate Conneh en zijn Progressive Democratic Party zullen naar veler verwachting geen hoge ogen gooien bij de verkiezingen, al zijn er ook geruchten dat hij de handen ineen wil slaan met NPP-kandidaat Massaquoi.54 Volgens een waarnemer zou de corruptie die in Liberia woekert het meest serieus bestreden worden indien Ellen Johnson- Sirleaf de verkiezingen zou winnen.

De uitslag van de parlementsverkiezingen is nog moeilijker te voorspellen dan de verkiezingen voor het presidentschap. Er hebben zich 512 kandidaten aangemeld voor de 64 zetels in het Huis van Afgevaardigden en 206 kandidaten voor de 30 zetels in de Senaat.55 De partij van oud-president Taylor, de National Patriotic Party, is één van de best georganiseerde partijen en kan dus niet worden uitgevlakt. De NPP zou zelfs proberen in andere partijen te infiltreren teneinde deze van binnenuit te destabiliseren. Andere partijen met een redelijke organisatiegraad zijn de Unity Party, de National Democratic Party of Liberia en de Liberia Action Party (LAP). De Unity Party en de Liberian People's Party slaan mogelijk voor de verkiezingen de handen ineen. Regeringsvoorzitter Bryant moest publiekelijk afstand nemen van zijn partij LAP, na geruchten dat de LAP kantoorruimte van de overgangsregering gebruikte. Ook kwam de LAP tijdens de verslagperiode in de problemen wegens het verbod op campagnevoering, dat tot 15 augustus 2005 van kracht was. De LAP werd voor een aanzienlijk bedrag beboet wegens de vroegtijdige verspreiding van foto's van aanvoerder Sherman. Tegelijkertijd voerden vrijwel alle partijen tot 15 augustus 2005 ongestraft activiteiten uit die als campagnevoeren geïnterpreteerd zouden kunnen worden. Sommige politici trachten steun onder de arme bevolking te verwerven door de distributie van rijst of door ontheemden gratis vervoer naar de plaats van herkomst te bieden in ruil voor hun stem. 56 Jewel Taylor, de echtgenote van de voormalige president, is gesignaleerd in Bong, waar zij naar verluidt steun trachtte te


54 IRIN, Former rebel leader to run for president, 27 april 2005 en IRIN, Bryant warns presidential candidates against ritual killings, 29 juni 2005
55 IRIN, Ex-footballer Weah cleared to stand as election campaign kicks off, 15 augustus 2005
56 EIU, Country report Liberia, juni 2005 en IRIN, Camps begin to close but many IDPs still worried about getting home, 23 juni 2005
17

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

verwerven voor een senaatszetel. De campagnetijd eindigt op 10 oktober 2005, een dag voor de opening van de stembussen.57

De verkiezingsuitslag wordt uiterlijk 26 oktober 2005 verwacht.58

Dat niet iedereen het vredesakkoord beschouwt als in beton gegoten, bleek uit de gooi die de minister van Arbeid, Lavella Supawood en de minister voor Presidentiële Aangelegenheden59, Jackson Doe, beiden van LURD, wilden doen naar respectievelijk het presidentschap en een senaatszetel. De internationale gemeenschap moest ingrijpen om hen er van te doordringen dat zij als kabinetsleden op basis van het vredesakkoord uitgesloten zijn van deelname aan de verkiezingen.60 Ook de minister van Justitie, Kabineh Ja'neh, die samen met Aisha Conneh een dissidente alliantie vormt binnen LURD, zou politieke aspiraties koesteren. De leiding van MODEL ambieert voorzover bekend geen politieke rol.

Commissies opgericht op basis van het vredesakkoord Het vredesakkoord van augustus 2003 voorziet in de oprichting van een vijftal commissies: naast de National Elections Commission (zie boven) gaat het hierbij om de Waarheids- en Verzoeningscommissie (Truth and Reconciliation Commission), de Mensenrechtencommissie (National Commission on Human Rights), de Commissie inzake Bestuurlijke Hervorming (Governance Reform Commission) en de Contract and Monopolies Commission.

Het wetsvoorstel dat het mandaat van de onafhankelijke Mensenrechtencommissie afbakent werd in juli 2004 naar het overgangsparlement gezonden, maar werd pas op 1 maart 2005 aangenomen.61 Regeringsvoorzitter Bryant benoemde de leden van de Commissie zonder raadpleging van parlement en maatschappelijk middenveld. De verwachtingen van de internationale gemeenschap ten aanzien van de Commissie in haar huidige samenstelling zijn laag.

Op 10 juni 2005 bereikte de regering overeenstemming over de wet die de oprichting van de Waarheids- en Verzoeningscommissie formaliseert, na een lange periode van onenigheid tussen regeringsvoorzitter Bryant en de minister van Justitie over de samenstelling van de commissie.62 De wet moet nog door het


57 DPA, Liberia's Elections Commission issues voting timetable, 7 februari 2005
58 S/2005/177

59 Ook wel de minister voor Staatszaken genoemd, zoals bijvoorbeeld in de bijlage bij het algemeen ambtsbericht Liberia van juni 2004.
60 S/2005/177 en S/2005/376

61 S/2005/177

62 Humanitarian Coordination Section of the United Nations Mission in Liberia (HCS UNMIL), Situation report 112, 7-11 augustus 2004, Amnesty International, Liberia, 18 augustus 2004 en DPA, Liberia government passes reconciliation bill, 11 juni 2005
18

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

parlement worden aangenomen. Volgens verschillende bronnen probeerden individuen die menen te vrezen te hebben van de Commissie het aannemen van de wet te verhinderen. Het is niet bekend wie de negen personen zijn die op basis van de oprichtingswet de Commissie uiteindelijk zullen vormen.63 Volgens een bron zijn de commissieleden niet erg professioneel en roepen ze weerstand op door zich te profileren als tribunaal. De eigenlijke taken van de Waarheids- en Verzoeningscommissie zijn de beoordeling van strafvrijstelling en het bieden van een forum waar daders en slachtoffers van mensenrechtenschendingen gepleegd tussen 1979 en 2003 hun ervaringen kunnen uitwisselen.64 Zware misdrijven als schendingen van het internationale humanitaire recht, misdaden tegen de menselijkheid en grove mensenrechtenschendingen zullen door de Waarheids- en Verzoeningscommissie worden uitgesloten van amnestie.65 Een waarnemer meent dat deze Commissie, die naar verwachting twee jaar zal blijven bestaan66, de komende jaren dan ook belangrijker zal zijn dan de Mensenrechtencommissie. Dezelfde waarnemer signaleert dat er nog geen budget beschikbaar is gesteld voor de Waarheidscommissie.

De Governance Reform Commission en de Contract and Monopolies Commission functioneren volgens een waarnemer naar behoren. Hun mogelijkheden worden echter beperkt door de context van corruptie. De internationale gemeenschap is onder het Liberia Economic Governance Action Plan voornemens de Contract and Monopolies Commission te ondersteunen zodat de evaluatie van concessies en contracten wordt versterkt.

Invloed Taylor
Gedurende de verslagperiode verschenen verschillende berichten over de invloed van oud-president Taylor op de situatie in Liberia. De NGO Coalition for International Justice (CIJ) schetste in mei 2005 een beeld van voortdurende inmenging in Liberiaanse zaken door Taylor. Zo zou Taylor, in ballingschap in Nigeria, volgens onderzoekers van het Speciale Hof in Sierra Leone ten minste negen van de politieke partijen die meedoen aan de verkiezingen in oktober 2005 financieel ondersteunen. Het zou in dit verband in ieder geval gaan om Roland Massaquoi, presidentskandidaat namens Taylors oude partij NPP en om Francis Galawolo, de NPP-er die binnen de partij de voorverkiezingen voor het presidentskandidaatschap verloor.67 Galawolo bevestigde in mei 2005 dat Taylor zich in NPP-zaken heeft gemengd.68 Volgens presidentskandidaat Togba Nah


63 UNMIL Press Briefing, 15 juni 2005
64 Comprehensive peace agreement, artikel XIII
65 UNMIL Press Briefing, 15 juni 2005
66 UNMIL Press Briefing, 15 juni 2005
67 Jeune Afrique/L'Intelligent, La menace Taylor, 5-11 juni 2005 en The Economist, Still in the shadow of the warlords, 4 juni 2005
68 The Analyst, Taylor meddling claims confirmed, 2 mei 2005
19

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

Tipoteh wordt ook Varney Sherman door Taylor gesteund.69 Door politici te steunen zou Taylor de bereidheid van Liberia's aanstaande leider om hem te (laten) berechten kunnen verkleinen. Ook zou Taylor het door de VN opgelegde reisverbod aan zijn laars lappen en zou hij betrokken zijn geweest bij de mislukte moordaanslag op de Guinese president Lansana Conté op 19 januari 2005.70 Zowel de CIJ als Human Rights Watch menen dat Taylor en zijn vertrouwelingen verantwoordelijk zijn voor de rekrutering van mogelijk honderden strijders, teneinde Guinee te destabiliseren. De CIJ noemt in dit verband de generaals `Coco' Dennis en Adolphus Dolo (generaal `Peanut Butter').71 Taylor zou ook samenwerken met de president van Burkina Faso, Blaise Compoaré, met wie hij zowel ten opzichte van Ivoorkust als Guinee op één lijn zou zitten.72 De CIJ stelt tevens dat het Speciale Hof reden heeft aan te nemen dat Taylor de ernstige onlusten in Monrovia van oktober 2004 financieel heeft gesteund. Taylor beschikt over een groot vermogen dat via ingewikkelde financiële constructies in het buitenland is ondergebracht en zou volgens de CIJ door onder meer de Liberiaanse ambassadeur in Nigeria worden geholpen bij zijn financiële transacties.

Ondanks zijn ballingschap in Nigeria is Taylor volgens de CIJ nog altijd in staat een inkomen te verwerven uit investeringen in de Liberiaanse economie, zoals de GSM-aanbieder LoneStar.73 De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft de Liberiaanse regering dan ook opgeroepen alsnog de maatregelen te treffen die vereist zijn voor het bevriezen van de financiële tegoeden van Taylor en de zijnen.74

Bovengenoemde activiteiten van Taylor druisen in tegen de voorwaarden die destijds zijn verbonden aan diens ballingschap in Nigeria. De Nigeriaanse president Obasanjo stelt echter zich niet bewust te zijn van onbetamelijkheden in Taylors gedrag en ziet geen reden de wegens oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid aangeklaagde Taylor uit te leveren aan het Speciale Hof in Sierra Leone.75 De West-Afrikaanse organisatie ECOWAS meent eveneens dat van harde bewijzen van Taylors inmenging in Liberiaanse zaken geen sprake is.76 Obasanjo heeft aangegeven desgevraagd bereid te zijn Taylor uit te leveren aan een


69 The Analyst, My suspicion was political, 6 juli 2005
70 Jeune Afrique/L'Intelligent, La menace Taylor, 5-11 juni 2005 en Global Witness, Timber, Taylor, Soldier, Spy: How Liberia's uncontrolled resource exploitation, Charles Taylor's manipulation and the re-recruitment of ex-combatants are threathening regional peace, juni 2005

71 CIJ, Following Taylor's money, mei 2005 en Human Rights Watch (HRW), Youth, poverty and blood: the lethal legacy of West Africa's regional warriors, maart 2005
72 Africa Confidential, Warlord on the loose, 27 april 2005
73 CIJ, Following Taylor's money, mei 2005
74 S/RES/1607

75 Jeune Afrique/L'Intelligent, Les vérités d'Obasanjo, 29 mei-4 juni 2005
76 Reuters, Regional leaders await evidence on Liberia's Taylor, 15 juli 2005
20

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

democratisch gekozen regering in Liberia (doch niet aan het Speciale Hof in Sierra Leone).77 Gedurende de verslagperiode oefenden onder meer de Europese Unie, de Verenigde Staten, de Verenigde Naties en een coalitie van 300 (deels Afrikaanse) NGO's druk uit op Nigeria om Taylor over te dragen aan het Hof.78 Ook de Liberiaanse minister van Justitie, Kabineh Ja'neh, sprak zich in juli 2005 uit voor berechting van Taylor, gevolgd door een gezamenlijke oproep van de Liberiaanse, Sierra Leoonse en Guinese regeringen aan Nigeria om de voorwaarden verbonden aan Taylors ballingschap nog eens te bekijken.79

Internationaal
De internationale steun voor de Liberiaanse overgangsregering is tijdens de verslagperiode vanwege de vele aanwijzingen van corruptie afgenomen. De Europese Unie heeft de uitbetaling van 400 miljoen EURO ontwikkelingssteun afhankelijk gemaakt van vooruitgang op het gebied van corruptiebestrijding en een einde aan de straffeloosheid (zie ook paragraaf 3.3.5).80

Regeringsvoorzitter Bryant spant zich met wederzijdse bezoeken onverminderd in voor het verbeteren van de betrekkingen met Liberia's buurlanden.81 Bryant stelt zich neutraal op ten aanzien van de burgeroorlog in Ivoorkust en onderhoudt regelmatig contact met de Guinese premier Diallo.82

2.3 Veiligheidssituatie

De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties noemde de veiligheidssituatie in Liberia in juni 2005, `hoewel breekbaar, relatief stabiel'.83 Gedurende de verslagperiode bleven grote veiligheidscrises uit en de succesvolle registratie van kiezers tot in de zeer afgelegen gebieden van het land laat zien dat de


77 EIU, Country report Liberia, juni 2005 en AP, Nigeria won't hand over ousted Liberian president to a third country, 21 juli 2005
78 Global Witness, A time for justice: why the international community, UN security council and Nigeria should help facilitate Charles Taylor's immediate extradition to the Special Court for Sierra Leone, juni 2005; Jeune Afrique/L'Intelligent, La menace Taylor, 5-11 juni 2005; Human Rights Watch, UN Security Council:ensure justice in West Africa, 24 mei 2005; IRIN, Taylor still looms large as election countdown begins, 30 juni 2005; AFP, Une coalition africaine exige l'extradition du Libérien Charles Taylor, 30 juni 2005 en EIU, Country report Liberia, juni 2005
79 The Analyst, Justice minister debunks UNMIL boss' statement, 8 juli 2005 en Reuters, West African leaders call for Taylor exile review, 30 juli 2005
80 DPA, Liberia sets op committee to investigate massacre, 15 juni 2005
81 Freetown radio UNAMSIL, Liberian leader ends two-day visit to Sierra Leone, 20 augustus 2004 en AFP, Bryant: la Côte d'Ivoire ne doit pas répéter `le mal que nous sommes fait', 18 november 2004

82 The Economist Intelligence Unit, Country report Liberia, december 2004
83 S/2005/376

21

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

veiligheidssituatie voor burgers aanzienlijk is verbeterd. In het vervolg van deze paragraaf zullen achtereenvolgens drie factoren aan bod komen die van belang zijn voor de veiligheid in Liberia: allereerst ontwapening en (internationale) rekrutering, gevolgd door ontwikkelingen ten aanzien van leger en politie en ten slotte de positie van burgers.

Ontwapening en (internationale) rekrutering
Eind november 2004 werd het ontwapeningsproces, dat van start ging in december 2003 en na een pauze weer vanaf 15 april 2004, voltooid. Volgens cijfers van de VN hebben 101.495 personen aan het proces deelgenomen. In deze periode werden bij de ontwapeningscentra echter slechts 28.314 functionerende wapens ingeleverd.84 Onder de personen die zich meldden voor het DDRR (Disarmament, Demobilisation, Reintegration and Rehabilitation)-proces bevonden zich ruim
22.370 vrouwen, 8523 jongens en 2440 meisjes onder de achttien jaar.85

Ondanks de hoge aantallen mensen die zich meldden voor ontwapening, blijven twijfels bestaan over het bereik van het DDRR-proces. Het is onzeker of de harde kern van strijders wel bereikt is met het programma.86 De criteria voor deelname aan het proces waren volgens Human Rights Watch onduidelijk en werden flexibel toegepast, waardoor lang niet alle personen die in aanmerking kwamen voor deelname aan het DDRR-proces zich meldden voor ontwapening, terwijl groepen die hiervoor niet in aanmerking kwamen zich wél meldden, soms op voordracht van voormalige commandanten. Ook vertelden commandanten hun strijders dat het voor deelname aan het DDRR-proces verplicht was een (aanzienlijk) deel van de ontwapeningstoelage aan de commandanten te betalen.87

Sinds 1 november 2004 is een ieder die nog een wapen draagt en niet tot de politie, het leger of paramilitaire eenheden behoort, in overtreding van de Liberiaanse wapenwet.88 Gedurende de verslagperiode zijn enkele personen aangehouden op verdenking van dit strafbare feit. UNMIL-medewerkers vinden nu en dan achtergelaten wapens langs de openbare weg. Er zijn berichten dat er rond Monrovia wapens worden verborgen. Een NGO-medewerker in de provincie Bong gaat er vanuit dat ook daar nog volop wapens aanwezig zijn. Het VN Panel of Experts dat toeziet op naleving van de sancties jegens Liberia suggereerde in juni 2005 dat veel wapens uit MODEL-gebied hun weg hebben gevonden naar Ivoorkust, omdat UNMIL in MODEL-gebied nog nooit wapens heeft gevonden. Het panel merkte tevens op dat wapenopslagplaatsen mogelijk verschillende keren


84 Ibidem

85 Ibidem

86 International Crisis Group (ICG), Liberia and Sierra Leone: rebuilding failed states, 8 december 2004

87 HRW, Youth, poverty and blood, maart 2005
88 AP, UN gives Liberia's fighters two months to disarm or face prosecution, 1 september 2004
---

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

vlak voor de komst van UNMIL zijn verplaatst en dat burgers uit angst voor represailles van oud-strijders geen vragen durven te beantwoorden over geheime bergplaatsen voor wapens of over rekruteringsactiviteiten.89 UNDP voert een gemeenschapsproject uit waarbij wapens worden verzameld en vernietigd.90

Nu de ontwapening en demobilisatie achter de rug zijn, dient de volgende fase van het DDRR-proces zich aan. De middelen en de planning van de reïntegratie en rehabilitatie (RR) van de strijders zijn echter ondermaats, waardoor dit onderdeel niet goed van de grond komt.91 Door de hoge opkomst voor het ontwapeningsproces zijn fondsen bedoeld voor reïntegratie en rehabilitatie noodgedwongen besteed aan ontwapening en demobilisatie. In juni 2005, zes maanden na de beëindiging van de ontwapening en demobilisatie en na noodkreten van hulpverleners, was er nog een tekort van US$ 10 miljoen. Voor 43.000 strijders moest het reïntegratie- en rehabilitatieproces toen nog beginnen.92 De RR- programma's die al wel van de grond zijn gekomen hebben te kampen met tekorten: zo werden in januari 2005 4000 gedemobiliseerde strijders die in het kader van het DDRR-proces een middelbare schoolopleiding genoten van school gestuurd omdat hun schoolgeld niet was betaald. Uiteindelijk ging het DDRR- programma alsnog over tot betaling.93 Tijdens de verslagperiode zijn voormalig strijders verschillende keren de straat op gegaan om op intimiderende wijze te protesteren tegen het uitblijven van reïntegratie- en rehabilitatie-mogelijkheden. In maart 2005 vielen voormalig strijders een UNMIL-post in Ganta aan.94 Verschillende waarnemers noemen de vertraging van het RR-proces een belangrijk punt van zorg.95 Ontwapende strijders die nog niet aan een opleiding of baan zijn geholpen hangen maar wat rond op straat en zijn gemakkelijk te mobiliseren voor van alles en nog wat. De huidige situatie in Liberia is vergelijkbaar met de situatie aan de vooravond van de eerdere oorlogen en voormalige strijders zullen zonder meer opnieuw gaan vechten als er voor hen geen bestaansalternatief is, meent een andere bron. In Monrovia zou de havendirecteur 900 voormalige strijders in dienst hebben als beveiligingspersoneel. Een bron in Liberia meldt geruchten over herbewapening van de voormalige strijdende partijen, in welk verband ook de naam van voormalig president Taylor wordt genoemd.

Taylor zou door heel West-Afrika aan hem loyale groeperingen paraat hebben staan, die hem indien noodzakelijk financieel, politiek of militair kunnen bijstaan.


89 S/2005/360

90 S/2005/177

91 S/2004/525 en HRW, Youth, poverty and blood, maart 2005
92 S/2005/376 en IRIN, UN still needs $10 million for ex-combatants, 10 juni 2005
93 HRW, Youth, poverty and blood, maart 2005
94 HCS UNMIL, UNMIL Humanitarian situation report, 30 maart - 5 april 2005 en AP, Ex- child soldiers rampage through northern Liberian town to protest unpaid school fees, 11 mei 2005

95 S/2005/177 en Global Witness, Timber, Taylor, Soldier, Spy, juni 2005
23

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

Ook zouden deze 36 groepen Taylor van inlichtingen voorzien.96 Er vindt rekrutering van Liberianen plaats om te vechten in Ivoorkust en Guinee.97 Van Taylor wordt beweerd dat hij de Guinese president Lansana Conté wil omverwerpen vanwege diens vermoedelijke steun aan LURD. De Guinese president zou op zijn beurt door LURD-prominent Aisha Conteh Liberianen laten werven om zich tegen Taylor-aanhangers te beschermen.98 In de buurt van N'Zérékoré, een plaats in de Guinese jungle, zou zich één of meerdere trainingskampen bevinden. Het is onduidelijk of dit kamp/deze kampen bevolkt worden door LURD-strijders en/of door aanhangers van voormalig president Taylor. Rekrutering van Liberianen zou plaatsvinden in Voinjama (Lofa), Ganta en elders in Nimba.99 Er zijn aanwijzingen dat militaire trainingskampen in Guinee niet alleen zijn gericht op de destabilisering van Guinee, maar mogelijk op een opstand in Liberia zelf.100

Deze berichten passen in de turbulente geschiedenis van de landen van de Mano River Union (Liberia, Sierra Leone en Guinee) en Ivoorkust , die immers wordt gekenmerkt door destabilisering van het ene land door het andere (zie ook paragraaf 2.1.2).

Zo gaven onder de personen die zich bij de Liberiaanse ontwapeningscentra meldden 612 aan een andere dan de Liberiaanse nationaliteit te hebben.101 Het gaat hierbij onder meer om 50 Ivorianen, 308 Guineëers en 242 Sierra Leonezen. In interviews door Human Rights Watch gaven West-Afrikaanse strijders echter aan dat het aantal Sierra Leonezen in de LURD alleen al in de honderden liep en dat velen van hen aangaven de Liberiaanse nationaliteit te hebben uit vrees uitgesloten te worden van de voordelen van het DDRR-proces. De LURD-officier die verantwoordelijk was voor rekrutering in Sierra Leone vertrouwde Human Rights Watch toe tijdens de gewapende strijd ten minste 2000 Sierra Leonezen te hebben aangenomen.102 Liberia is met Sierra Leone overeengekomen dat de ontwapende Sierra Leonezen vanuit Liberia kunnen terugkeren naar hun vaderland.103


96 Global Witness, Timber, Taylor, Soldier, Spy, juni 2005
97 Report of the Panel of Experts appointed pursuant to paragraph 8 of Security Council resolution 1579 (2004), concerning Liberia, S/2005/360 (13 juni 2005)
98 Reuters, Disarmament starts in Liberia rebel stronghold, 9 september 2004
99 EIU, Country Report Liberia, september 2004; S/2005/360 en Global Witness, Timber, Taylor, Soldier, Spy: How Liberia's uncontrolled resource exploitation, Charles Taylor's manipulation and the re-recruitment of ex-combatants are threathening regional peace, juni 2005

100 S/2005/360

101 S/2005/376

102 HRW, Youth, poverty and blood, maart 2005
103 IRIN, Former soldiers who fled to Sierra Leone start coming home, 7 april 2005
24

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

Omgekeerd keerden in april 2005 389 Liberiaanse oud-strijders die in Sierra Leone gedetineerd waren terug naar Liberia.104 Het gaat om strijders die tussen 1991-2001 met de Sierra Leoonse Revolutionary United Front meevochten om de Sierra Leoonse regering omver te werpen, en om Taylor-getrouwe strijders die in 2003 op de vlucht sloegen voor LURD. Zij kunnen in Liberia op amnestie rekenen.105

Een in maart 2005 verschenen rapport van Human Rights Watch, waarvoor zestig West-Afrikaanse strijders zijn geïnterviewd, bevestigt eerdere berichten dat in de West-Afrikaanse subregio een pool van ervaren huurlingen actief is, die in verschillende landen hebben gevochten.106 De ervaring van de geïnterviewde strijders leert, dat zij vaak aan het eind van de jaren tachtig of in de jaren negentig reeds als kind (gedwongen) zijn gerekruteerd in Sierra Leone of Liberia en dat zij, bij gebrek aan perspectief op andere middelen van bestaan, sindsdien hebben gevochten voor verschillende groeperingen in deze landen en in Ivoorkust en Guinee. 107

Deze `regionale strijders' worden doorgaans niet betaald voor hun inspanningen, maar krijgen de opbrengst van plunderingen in het vooruitzicht gesteld, of, in sommige gevallen, de voordelen van een toekomstig VN-ontwapeningsproces.108

Tussen april 2004 en maart 2005 bleek meer dan tweederde van de Liberianen onder de geïnterviewden benaderd te zijn voor militaire activiteiten in Ivoorkust of Guinee.109 De politieke situatie in Liberia's buurland Ivoorkust is instabiel en de Ivoriaanse president Gbagbo is er in het verleden door de VN en internationale NGOs van beschuldigd MODEL te steunen.110 De intensiteit van rekrutering van Liberianen voor de strijd in Ivoorkust nam met name toe kort voor offensieven van het Ivoriaanse leger FANCI tegen de Forces Nouvelles-rebellen, zoals in november 2004. VN- en NGO-medewerkers bevestigden tegenover Human Rights Watch dat honderden gedemobiliseerde Liberiaanse strijders, onder wie kinderen die reeds met hun familie waren herenigd, sinds november 2004 zijn gerekruteerd en met name aan de zijde van Ivoriaanse regeringsmilities meevechten. De rekrutering vond vooral plaats onder leden van de Krahn-bevolkingsgroep in Grand Gedeh, River Gee and Maryland, provincies die grenzen aan Ivoorkust en waar de reïntegratie- en rehabilitatieprojecten voor oud-strijders volgens Human


104 S/2005/376

105 IRIN, Sierra Leone to send back 500 detained Liberian fighters, 28 september 2004
106 DPA, Former Liberian FM says Liberian conflict source of mercenary force, 1 september 2004 en HRW, Youth, poverty and blood, maart 2005
107 HRW, Youth, poverty and blood, maart 2005
108 Ibidem

109 Ibidem

110 S/2003/498 en Peter Takirambudde, International Herald Tribune, 17 september 2003
25

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

Rights Watch disproportioneel tekortschieten.111 Er zouden honderden Liberianen zijn gerekruteerd, van wie vele deel uitmaken van de Lima-militie die actief is in west-Ivoorkust, rond Guiglo en Toulepleu.112 In Lofa zouden veel kinderen worden gerekruteerd.113

De Forces Nouvelles zouden enkele Liberiaanse kinderen hebben gerekruteerd in Bong en Nimba en de rekruteringsactiviteiten vooral richten op de Gio- bevolkingsgroep. Ook in Monrovia, waar zich 44.000 voormalig strijders bevinden vinden rekruteringsactiviteiten plaats, met name met het oog op activiteiten in Guinee. 114 Tevens zijn Human Rights Watch berichten ter ore gekomen over de rekrutering van Liberiaanse vluchtelingen, onder wie minderjarigen, vanuit een vluchtelingenkamp in West-Ivoorkust in november 2004.115 De rekrutering van Liberianen voor de strijd in Ivoorkust zou veelal door andere Liberianen worden uitgevoerd, met name door voormalig commandanten onder hun oude manschappen. Deze rekrutering ging tot ten minste juni 2005 door.116 In maart 2005 werd in Zwedru een Ivoriaan met Liberiaans paspoort door de UNMIL- politie CIVPOL gearresteerd wegens rekruteringsactiviteiten. Nadat twee getuigen hun verklaring weer introkken, werd deze persoon weer vrijgelaten.117 Radio France Internationale berichtte dat een geheim VN-rapport Liberiaanse strijders verantwoordelijk houden voor de moord op 41 dorpelingen in de Ivoriaanse plaatsen Guitrozon en Duékoué op 31 mei 2005.118

Een aantal door Human Rights Watch geïnterviewde strijders stelde dat een onderminister in de Liberiaanse overgangsregering direct betrokken is bij deze activiteiten en dat deze daarover regelmatig in contact staat met de Ivoriaanse autoriteiten. 119 In juni 2005 stelde een Liberiaanse parlementariër dat zich in de provincie Grand Cape Mount Sierra Leoonse strijders bevonden die de bevolking angst aanjoegen.120


111 HRW, Youth, poverty and blood, maart 2005
112 Save the children UK, 22 juli 2004; Human Rights Watch, Côte d'Ivoire: ex-child soldiers recruited for war, 31 maart 2005 en HRW, Youth, poverty and blood, maart 2005
113 The Analyst, Punish rape, sodomy suspects, 8 juni 2005
114 S/2005/360

115 HRW, Youth, poverty and blood, maart 2005
116 S/2005/376

117 S/2005/360

118 Radio France Internationale, UN report says Liberian mercenaries killed Ivorian villagers on 31 May, 7 juli 2005

119 HRW, Youth, poverty and blood, maart 2005; Human Rights Watch, Recruitment of ex-child soldiers in Côte d'Ivoire, 30 maart 2005 en Global Witness, Timber, Taylor, Soldier, Spy, juni 2005

120 The Analyst, Kamajors cause stir in Cape Mount, 9 juni 2005
26

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

Teneinde grensoverschrijdende rekrutering en eventuele wapensmokkel te verhinderen, plegen UNMIL en de VN-missies in Sierra Leone en Ivoorkust regelmatig overleg en werken zij samen op het gebied van grensbewaking. De VN-Veiligheidsraad riep UNMIL en de VN-machten in Sierra Leone en Ivoorkust in juni 2005 op hun samenwerking op het gebied van grensbewaking te intensiveren, met het oog op bestrijding van wapensmokkel en de rekrutering van huurlingen.121 Het mandaat van de VN-macht in Sierra Leone, UNAMSIL, loopt in december 2005 af.122 Op een top in februari 2005 spraken de leiders van Guinee, Liberia en Sierra Leone af samen te werken op het gebied van vrede en veiligheid.123

Ontwikkelingen ten aanzien van leger en politie
Het officiële Liberiaanse leger, de Armed Forces of Liberia (AFL), speelt in de huidige veiligheidscontext geen rol van betekenis, afgezien van de rellen die zij in juni 2005 in Monrovia veroorzaakten uit protest tegen achterstallige loonbetalingen. Meer dan honderd soldaten plunderden hun barakken in het centrum van Monrovia en wierpen wegversperringen op in de hoofdstad. Het ministerie van Defensie werd geblokkeerd en UNMIL moest er aan te pas komen om de minister van Defensie te ontzetten. UNMIL heeft inmiddels besloten de kosten voor afvloeiing van soldaten uit de oude AFL voor zijn rekening te nemen. De Verenigde Staten heeft toegezegd een nieuw nationaal leger op te zetten en te trainen. Dit leger zal wegens geldgebrek niet 4000, zoals aanvankelijk gepland, maar slechts 2000 soldaten tellen.124 Alle Liberianen met een onbesmet blazoen op het gebied van mensenrechten kunnen naar een functie in het nieuwe leger solliciteren, ook soldaten van het 15.000 tellende `oude' leger AFL en voormalige LURD- en MODEL-strijders.125 De rekrutering voor het nieuwe leger zal in september 2005, na de ontmanteling van de AFL, van start gaan. De eerste rekruten zullen in december 2005 hun training afronden, hetgeen betekent dat Liberia het tijdens de verkiezingsperiode zonder functionerend leger moet stellen.126 De minister van Defensie heeft in een brief aan UNMIL de VN- vredesmacht gevraagd het voortouw te behouden bij het waarborgen van de veiligheid totdat het leger hervormd is.127

Het hoofd van de Liberia National Police (LNP), Chris Massaquoi, werd in januari 2005 tijdelijk geschorst wegens diefstal van een politie-generator. Het is


121 S/RES/1607

122 IRIN, UN troops to leave by the end of the year, 1 juli 2005
123 EIU, Country report Liberia, juni 2005
124 IRIN, New national army to have 2,000 troops, half as many as expected, 29 juni 2005
125 IRIN, Soldiers loot their own barracks to protest at pay arrears, 15 juni 2005 en Reuters, Soldiers in Liberia protest over pay arrears, 14 juni 2005
126 S/2005/376 en IRIN, New national army to have 2,000 troops, half as many as expected, 29 juni 2005

127 S/2005/376

27

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

niet bekend of Massaquoi nog steeds geschorst is.128 Onder supervisie van de Verenigde Naties wordt de LNP geleidelijk vervangen door de Liberia Police Service.129 De training van nieuwe politiemedewerkers ging in juli 2004 van start. Deze politiemacht bestaat zowel uit agenten afkomstig uit de oude Liberian National Police en de veiligheidsdienst Special Security Services (SSS) als uit nieuwe rekruten, die afkomstig zijn uit de verschillende etnische groepen in Liberia. De nieuwe rekruten worden in overleg met de mensenrechtenfunctionarissen van UNMIL gescreend op hun mensenrechtenverleden. Ook verzorgt UNMIL voorlichting over mensenrechten aan politie en leger.130 UNMIL streeft ernaar 1900 van de beoogde 3500 agenten te hebben opgeleid voor de verkiezingen van oktober 2005.131 In Monrovia, Ganta en Gbarnga zijn alarmnummers operationeel die burgers kunnen bellen in geval van nood. De politie is in alle provincies aanwezig.132 Waarnemers stellen echter dat burgers zich nog niet veilig voelen en dat zij ondanks de aanwezigheid van de politie onvoldoende kunnen rekenen op bescherming door de autoriteiten. In de woorden van één van hen: `die kerels doen niets'. De UNMIL-politie CIVPOL ondersteunt de oprichting van `community police forums', burgerwachten in Monrovia. Deze mogen niet zelfstandig patrouilles uitvoeren.

Het is onbekend in hoeverre de SSS inmiddels is hervormd, zoals ten doel gesteld in het vredesakkoord van 18 augustus 2003. De SSS doet dienst als presidentiële bewakingseenheid. In juni 2005 kwamen leden van de SSS verhaal halen op een school, nadat leerlingen uit het raam verwensingen hadden geroepen naar het passerend konvooi van regeringsvoorzitter Bryant. Hoewel een aanwezige bij het incident de komst van de SSS-leden intimiderend noemde, liep de kwestie met een sisser af en werden de betreffende leerlingen door de school voor twee weken geschorst.

Positie van burgers
Ondanks bovengenoemde berichten is de veiligheidssituatie voor burgers tijdens de verslagperiode aanmerkelijk verbeterd. De VN-vredesmacht in Liberia, UNMIL, heeft haar stationering gedurende de verslagperiode uitgebreid naar Foya (provincie Lofa, aan de grens met Sierra Leone), Toe Town (Grand Gedeh), Fish Town (Maryland) en Barclayville (Grand Kru).133 UNMIL heeft de situatie in Liberia volgens welingelichte bronnen onder controle, al geldt dit in mindere mate


128 Reuters, Liberia's top cop suspended over generator theft, 8 januari 2005
129 S/2004/430

130 S/2005/177

131 HCS UNMIL, Situation report no. 108, 10-16 juli 2004
132 S/2005/376

133 United Nations Departrment of Peacekeeping Operations Cartographic Section, UNMIL deployment as of June 2005 (vergeleken met situatie zoals in september 2004 en februari 2005)

28

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

voor de rurale gebieden en patrouilleert UNMIL doorgaans niet `s nachts.134 Hoewel UNMIL niet permanent present is aan de grenzen met Ivoorkust en Guinee, noemt een internationale hulpverlener de stationering van UNMIL `voldoende' en het grensgebied met Ivoorkust `fragiel maar veilig'. 135 UNMIL bestaat uit 15.000 manschappen en blijft tot ten minste 19 september 2005 in het land.136 De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft eind juni 2005 het mandaat van UNMIL versterkt, zodat de vredesmacht nu ook gemachtigd is de Liberiaanse overheid te ondersteunen bij het herwinnen van de zeggenschap over de diamant- en houtkapgebieden in het land.137

Zoals in paragraaf 2.2 reeds naar voren kwam, hebben de voormalige strijdende partijen elk nog hun eigen invloedsgebieden in het land. In enkele delen van Liberia, met name in gebieden met natuurlijke rijkdommen, levert dit problemen op. Zo bezetten (naar verluidt gewapende) voormalige strijders van LURD nog altijd de Guthrie-rubberplantage in de provincie Bomi. Zij vallen de lokale bevolking lastig en maken zich schuldig aan intimidatie. Ook dreigen ze met geweld als zou worden geprobeerd hen te verjagen. In juni 2005 gaven te ze kennen vertrek te overwegen indien ze alsnog zouden mogen deelnemen aan het DDRR-programma.138 Een rubberplantage in Sinoe werd begin 2005 gesloten nadat MODEL-strijders hadden geprobeerd een eigendomsconflict met geweld in hun voordeel te beslechten.139 Ook in diamantwinningsgebieden in Lofa, Nimba en Gbarpolu en houtkapgebieden in Grand Bassa, River Cess en Sinoe maken oud- strijders de dienst uit en heeft de overgangsregering noch UNMIL controle.140 In Gbarpolu zouden militaire trainingsactiviteiten plaatsvinden. Dit geldt ook voor Nationaal Park Sapo (provincie Sinoe), dat door 4000 personen, met name voormalig MODEL-strijders illegaal wordt bewoond, bejaagd en ontgonnen voor goud- en diamantdelving.141 In Sinoe, en rond Harper en Zwedru zijn de commandostructuren van MODEL nog intact en vormen deze de basis van de georganiseerde misdaad.142

De commandostructuren van LURD zouden mogelijk in Ganta en Gbarnga, en volgens één bron ook elders in het land, nog intact zijn. Dit zijn ook de steden waar sommige burgers die zich als kiezer wilden registreren door oud-strijders zijn lastiggevallen. Een bron noemt een incident waarbij UNMIL-soldaten zich in


134 S/2005/360

135 S/2005/177 en Global Witness, Timber, Taylor, Soldier, Spy, juni 2005
136 Resolutie Veiligheidsraad, S/RES/1561, 17 september 2004
137 S/2005/376 en S/RES/1607

138 The Analyst, Fighters set conditions to lift Gutherie siege, 13 juni 2005 en S/2005/360
139 S/2005/177 en Global Witness, Timber, Taylor, Soldier, Spy, juni 2005
140 Global Witness, Timber, Taylor, Soldier, Spy, juni 2005
141 Global Witness, Timber, Taylor, Soldier, Spy, juni 2005
142 Global Witness, Timber, Taylor, Soldier, Spy, juni 2005 en S/2005/360
29

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

Ganta door met machetes gewapende Liberianen hun automatische geweren lieten afpakken.

In Foya, Kolahun en Voinjama (provincie Lofa) worden burgers met enige regelmaat lastiggevallen door voormalig LURD-strijders, al zou de situatie zijn verbeterd sinds UNMIL zijn aanwezigheid in deze gebieden heeft opgevoerd. Global Witness citeert angstige burgers die stellen dat de voormalige strijders in het gebied nog steeds over wapens beschikken.143

Met de terugkeer van vluchtelingen, ontheemden en voormalig strijders naar hun regio van herkomst is het risico van conflicten over (land-)eigendom ontstaan. Er worden verschillende initiatieven genomen teneinde dergelijke conflicten niet uit de hand te laten lopen en deze te ontdoen van een etnische component.144 In Lofa en Nimba zouden aan etniciteit gerelateerde conflicten bestaan ­ onder meer over huizen- en grondbezit - tussen verschillende groeperingen, waarbij voormalig strijders een rol spelen. Er is echter weinig bekend over wat precies gaande is.

Voor zo ver bekend is er geen sprake meer van wegversperringen anders dan van UNMIL of de politie. Bij de wegversperringen van de politie is het niet ongebruikelijk dat passanten om een financiële `bijdrage' worden gevraagd.

De grootschalige corruptie in Liberia draagt ook een veiligheidsrisico in zich: zo is naar verluidt 40% van de containers in de haven van Monrovia niet aan douanecontrole onderhevig.

In Monrovia worden volgens een bron de menigtes bij demonstraties steeds groter en vinden er steeds vaker escalaties plaats. Het meest recente voorbeeld gedurende de verslagperiode waren de rellen veroorzaakt door leden van het officiële Liberiaanse leger in juni 2005 (zie pagina 27).145

2.4 Sociaal-economische situatie
Liberia is vanwege de aanwezigheid van grondstoffen in potentie een welvarend land, dat als gevolg van economisch wanbeleid en een geschiedenis van voortdurende gewapende strijd kampt met een dramatische sociaal-economische situatie.

De Liberiaanse infrastructuur is in zeer slechte staat: wegen zijn overwoekerd door het oerwoud, bruggen zijn tijdens de oorlog verwoest en alleen in Monrovia,


143 Global Witness, Timber, Taylor, Soldier, Spy, juni 2005
144 S/2005/177

145 IRIN, Soldiers loot their own barracks to protest at pay arrears, 15 juni 2005
30

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

Kakata en Buchanan is er een (mobiel) telefoonnetwerk.146 Zelfs in Monrovia, waar zich het leeuwendeel van de 3,3 miljoen Liberianen bevindt, zijn stroom- en watervoorzieningen nog niet in voldoende mate aanwezig.147

Volgens cijfers van de Verenigde Naties bedraagt de werkloosheid in Liberia 85%. Er is sprake van achterstallige loonbetalingen door de overheid. De overgangsregering is bereid deze salarissen alsnog uit te betalen over de eigen zittingsperiode. Na een ambtenarenstaking in juli 2005 zegde de regering toe ook vier maanden van de achterstanden die zijn ontstaan in de Taylor-periode voor haar rekening te nemen.148 Deze achterstanden bedragen voor ambtenaren 18 maanden en voor militairen 20-24 maanden. Met het oog op een efficiëntere loonuitbetaling zijn gedurende de verslagperiode filialen van de Centrale Bank geopend in Buchanan, Gbarnga en Tubmanburg. Overheidsdienaren hoeven op die manier niet meer naar Monrovia om hun salaris te innen.

Bijna 80% van de bevolking leeft in armoede (minder dan 1 Amerikaanse dollar inkomsten per dag) en van dit percentage leeft weer de helft in absolute armoede (minder dan een halve Amerikaanse dollar inkomsten per dag).149 Driekwart van de Liberiaanse bevolking heeft geen toegang tot veilig drinkwater en minder dan tien procent van de bevolking heeft toegang tot medische voorzieningen.150 Schattingen van het aantal HIV/AIDS-geïnfecteerden lopen uiteen van 10 tot 25% van de volwassenen.151

De prijs van rijst, het basisvoedsel van de Liberianen, steeg in de eerste drie maanden van 2005 van US$23 per 50 kilo naar meer dan US$40.152 Ruim 500.000 Liberianen zijn aangewezen op voedselhulp van het World Food Programme (WFP). Door achterstallige donorbetalingen heeft WFP tussen juli 2004 en maart 2005 de voedselrantsoenen per persoon per dag geleidelijk moeten terugbrengen tot 64% van het benodigde aantal calorieën.153


146 IRIN, Where are the weapons?, 28 juli 2004
147 AFP, Liberian government, UNHCR to begin returning displaced people home, 8 november 2004

148 DPA, Civil servants call off strike in Liberia after compromise deal, 14 juli 2005
149 S/2003/498

150 AP, UNEP: more than a decade of conflict in Liberia has left most of the country's population without access to safe water and health care, 13 februari 2004
151 Watchlist, Nothing left to lose, juni 2004; UNMIL Press Release, UNMIL begins HIV/AIDS counseling workshop for peacekeepers, 28 juni 2004; HCS UNMIL, Situation report no. 106, 26 juni-2 juli 2004 en IRIN, HIV help at back of queue in war-battered north-east, 22 juni 2005

152 S/2005/360

153 IRIN, WFP prioritises returning refugees and IDPs in food distribution, 4 maart 2005 en Fifth progress report of the Secretary-General on the United Nations Mission in Liberia, S/2004/972, 17 december 2004

31

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

Tot tenminste 21 december 2005 zijn met betrekking tot Liberia op basis van resoluties van de VN-Veiligheidsraad een wapen- en diamantembargo, reisrestricties voor belangrijke leden van de regering van oud-president Taylor en een verbod op de invoer van Liberiaans hout van kracht.154

Verschillende bronnen stellen dat Liberia voldoende mogelijkheden voor buitenlandse investeringen en economische groei biedt indien een eind zou worden gemaakt aan instabiliteit en corruptie. Buitenlandse bedrijven hebben belangstelling getoond voor de winning van olie, rubber, goud en diamanten in Liberia, en zijn tevens geïnteresseerd in het opzetten van de telecommunicatiesector.155

Donoren hebben voldoende middelen toegezegd voor de wederopbouw van Liberia op langere termijn. In april 2005 was $353 miljoen van de in februari 2004 toegezegde $520 miljoen daadwerkelijk uitgekeerd aan de diverse VN- organisaties.156 De overheidsbegroting voor de periode juli 2004-juni 2005 bedroeg US$ 80 miljoen.157

3 Mensenrechten
3.1 Juridische context
3.1.1 Verdragen
Liberia is partij bij de volgende verdragen158:
· Verdrag inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide (geratificeerd op 9 juni 1950)

· Het Vluchtelingenverdrag van 1951 (geratificeerd op 15 oktober 1964) en het daarbij behorende Protocol van 1967 (geratificeerd op 27 februari 1980)
· Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle Vormen van Rassendiscriminatie (geratificeerd op 5 november 1976)
· Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen (geratificeerd op 17 juli 1984)

· Verdrag inzake de Rechten van het Kind (geratificeerd op 4 juni 1993).
· Statuut van het Internationaal Strafhof (geratificeerd op 8 oktober 2003)


154 S/RES/1607

155 EIU, Country Report Liberia, juni 2004; The Forum, Communication revolution!, 5 oktober 2004;IRIN, Firestone deal could mark return of private investors, 22 februari 2005 en AP, Liberia signs offshoreexploration deals with oil companies, 21 juni 2005
156 EIU, Country report Liberia, juni 2005
157 S/2005/360

158 Informatie afkomstig van www.unhchr.ch, IRIN, 12 november 2003 en www.unhcr.ch
32

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005


· Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten (geratificeerd op 22 september 2004)
· Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (geratificeerd op 22 september 2004)
· Verdrag tegen Foltering en andere Wrede, Onmenselijke of onterende Behandeling of Bestraffing (geratificeerd op 22 september 2004)

Liberia is partij bij het Afrikaanse Handvest inzake de Rechten van de Mens en van Volkeren. Daarnaast heeft Liberia de volgende Afrikaanse verdragen ondertekend, maar nog niet geratificeerd:
· Protocol behorende bij het Afrikaans Handvest inzake de Rechten van de Mens en van Volkeren over de oprichting van het Afrikaanse Hof voor de Rechten van de Mens en van Volkeren
· Protocol behorende bij het Afrikaans Handvest inzake de Rechten van de Mens en van Volkeren over de rechten van vrouwen in Afrika
· Verdrag inzake de specifieke aspecten van Vluchtelingenproblemen in Afrika
· Afrikaans Handvest inzake de Rechten en Welzijn van het Kind

De Liberiaanse overgangsregering heeft in 2004 gerapporteerd aan het comité van toezicht van het Verdrag voor de Rechten van het Kind. Het comité heeft Liberia gevraagd dat opnieuw te doen in 2009.159 Zeker tot in maart 2005 werd gewerkt aan een National Human Rights Action Plan, dat een raamwerk moet bieden voor toekomstige vervulling van de rapportageverplichtingen aan organen van toezicht bij de diverse verdragen.160

3.1.2 Nationale wetgeving

De grondwet van 6 januari 1986 (geamendeerd in 1988) is gebaseerd op de algemene beginselen van de rechtsstaat. De grondwet voorziet in de bescherming van een aantal klassieke rechten, zoals vrijheid van meningsuiting, vrijheid van vereniging en vergadering, vakbondsvrijheid, bewegings- en vestigingsvrijheid. Ook is een aantal sociale rechten in de grondwet opgenomen.

In het vredesakkoord van 18 augustus 2003 benadrukten de ondertekenaars het belang van respect voor de mensenrechten zoals vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, het Afrikaanse Handvest inzake Mensenrechten en de Rechten van Volkeren en de Liberiaanse wetgeving. Een aantal rechten en fundamentele vrijheden wordt in het vredesverdrag met name genoemd: het recht op leven, het recht gevrijwaard te zijn van foltering, het recht


159 Committee on the rights of the child, Thirty-six session, Consideration of reports submitted by states parties under article 44 of the Convention, 1 juli 2004
160 S/2005/177

---

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

op een eerlijke rechtsgang, vrijheid van geweten, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van vergadering en het recht op deelname aan het landsbestuur.

Het vredesakkoord spreekt ook van een `nationaal en man-vrouw evenwicht (...) voor alle benoemingen binnen de overgangsregering'. Conform het vredesakkoord is een Governance Reform Commission opgericht (zie paragraaf 2.2), die onder meer verantwoordelijk zal zijn voor het in acht nemen van een `nationale en regionale balans in benoemingen'161. Dit kan worden geïnterpreteerd als een voorzichtige verwijzing naar gelijke kansen voor de verschillende etnische groepen in Liberia.

3.2 Toezicht op naleving van de mensenrechten

In het vredesakkoord van 18 augustus 2003 is sprake van de oprichting van een Independent National Commission on Human Rights. Deze commissie, voorgezeten door mensenrechtenadvocaat Atty Dempster Brown, ziet in samenwerking met internationale organisaties en NGOs toe op naleving van de mensenrechten en bevordert kennis van en respect voor deze rechten.162 De mensenrechtencommissie komt echter slechts moeizaam op stoom (zie paragraaf 2.2).

Gedurende de verslagperiode waren tientallen Liberiaanse niet-gouvernementele organisaties actief op het gebied van mensenrechten, democratisering en goed bestuur.163 Onder de gevestigde organisaties zijn onder meer:
· de Catholic Justice and Peace Commission (JPC), geleid door Atty Augustine Toe164;

· de Foundation for International Dignity (FIND) onder leiding van Samuel Kofi Woods;

· de Liberia Coalition of Human Rights Defenders, geleid door Aloysius Toe, die in maart 2005 de Reebok Human Rights Award ontving165;
· het National Democratic Institute;

· het Center for Democratic Empowerment (CEDE) van Dr. Amos Sawyer;
· de National Women's Commission of Liberia (NAWOCOL), een overkoepelende organisatie waarin 105 Liberiaanse vrouwenorganisaties zijn vertegenwoordigd.166


161 Comprehensive peace agreement, artikel XVI
162 EIU, Country Report Liberia, maart 2004 en Annex 3 bij de Comprehensive peace agreement, 18 augustus 2003
163 UNMIL Humanitarian Information Center, www.humanitarianinfo.org/liberia
164 FBIS report, Selection list Liberia Press, 8 juni 2005
165 The Perspective, Aloysius Toe receives Reebok Human Rights Award, 8 maart 2005
166 Amnesty in actie, Stop straffeloosheid in Liberia, juni 2005
34

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

De NGO Good Governance Committee wordt geleid door David Korti, die naar verluidt vriendschappelijke betrekkingen onderhoudt met oud-president Taylor en van hem ook financiële steun ontvangt.167

Daarnaast verschijnen er in de Liberiaanse pers geregeld berichten over de oprichting van nieuwe NGOs, zoals de Movement for peace and justice in Liberia (MOPJIL).168 Over de activiteiten en achtergrond van deze en andere nieuwe NGOs is geen informatie voorhanden.

Bovenstaande en andere organisaties zijn buiten Monrovia nauwelijks actief.

Ook de internationale gemeenschap volgt de mensenrechtensituatie in Liberia met aandacht. Het mandaat van UNMIL, zoals verwoord in Veiligheidsraadresolutie 1509, stipuleert nadrukkelijk dat de VN-soldaten zullen toezien op naleving van de mensenrechten. Ook dient UNMIL het respect voor de mensenrechten te bevorderen en een bijdrage te leveren aan activiteiten op het gebied van de rechten van de mens van andere organisaties.169 Met deze doelen voor ogen heeft UNMIL mensenrechtenmedewerkers geplaatst in acht van de vijftien provincies, onder meer in Gbarnga, Buchanan, Monrovia, Tubmanburg, Voinjama, Zwedru en Harper.170

In april 2005 rapporteerde Onafhankelijk Expert Charlotte Abaka aan de VN- Mensenrechtencommissie over de mensenrechtensituatie in Liberia. Abaka signaleerde veel vooruitgang ten opzichte van een jaar daarvoor, en noemde als uitdaging nog de reïntegratie en rehabilitatie van voormalig strijders, de positie van vrouwen en capaciteitsopbouw van NGOs. Ook betreurde Abaka het feit dat Liberia niet bij de betreffende zitting van de Mensenrechtencommissie vertegenwoordigd was.

Toezicht op de mensenrechten vindt tevens plaats in het kader van de periodieke rapportage van het Panel of Experts in verband met de aan Liberia opgelegde VN- sancties.

Ook de internationale mensenrechtenorganisaties Amnesty International en Human Rights Watch rapporteren over de mensenrechtensituatie in Liberia.


167 CIJ, Following Taylor's money, mei 2005
168 The Perspective, Group launches nonpartisan political movement, lists priamry objectives, 12 juni 2005

169 S/RES/1509

170 Amnesty International, Liberia, 18 augustus 2004 en S/2005/177
35

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

3.3 Naleving en schendingen
In algemene zin kan gesteld worden dat de huidige overgangsregering zich gedurende de verslagperiode voor zover bekend niet schuldig heeft gemaakt aan mensenrechtenschendingen. Gezien het beperkte staatsgezag, corruptie (mede in de hand gewerkt door lage ambtenarensalarissen) en het slecht functionerende justitieel systeem is bescherming van de mensenrechten in Liberia echter niet gegarandeerd. De minister voor Gender en Ontwikkeling, Vabah Gayflor, noemde Liberia in juni 2005 een `failed state' waarin het justitieel systeem niet werkt.171

Binnen het slecht functionerende en corrupte politie- en rechtssysteem (zie paragraaf 3.3.5) worden gezagsdragers in het algemeen minder hard ­ of in het geheel niet - gestraft voor eventuele mensenrechtenschendingen en andere misdrijven dan daders die niet tot de autoriteiten behoren. Zo verklaarde een hooggeplaatste internationale waarnemer in oktober 2004: `De politie staat boven de wet'. Sinds die tijd zijn wel enkele politiemedewerkers wegens misdrijven geschorst en zij worden mogelijk vervolgd (zie ook paragraaf 3.4.2).172

In de volgende subparagrafen wordt ingegaan op de situatie wat betreft specifieke rechten en schendingen daarvan gedurende de verslagperiode (december 2004 - juli 2005). De beschikbare informatie blijft grotendeels beperkt tot het gebied rondom Monrovia. Waar informatie over de rest van het land beschikbaar is, staat dit expliciet vermeld.

3.3.1 Vrijheid van meningsuiting

De vrijheid van meningsuiting wordt door de grondwet gegarandeerd. Mensenrechtenactivisten en burgers met een uitgesproken mening worden voor zover bekend door de overgangsregering met rust gelaten. Ook journalisten kunnen voor zover bekend zonder hinder van de autoriteiten hun werk doen. Er zijn geen berichten bekend van journalisten die zich onveilig voelen.

Niettemin bepleiten journalisten de invoering van een wet die de overheid verplicht stelt informatie openbaar te maken en afschaffing van de `libel law', een artikel in het wetboek van strafrecht uit de jaren zeventig dat voor de regering schadelijke berichten verbiedt.173 Liberia staat op de 123e plaats (van de 167) van de World press freedom ranking van de internationale organisatie Reporters


171 The Analyst, Punish rape, sodomy suspects, 8 juni 2005
172 AFP, Fouilles après les émeutes de Monrovia qui ont fait 14 morts, 1 november 2004
173 The Forum, UNDP, UNESCO welcome roadmap for free press in Liberia, 26 oktober 2004; Liberian Express, Conteh awaits induction, 24-31 oktober en DPA, Journalists, activists, call for media reform in Liberia, 25 oktober 2004
36

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

without Borders.174 De Association of Independent Media Editors (ASIME) wil de onafhankelijke journalistiek in Liberia bevorderen.

Liberianen zijn voor hun informatievoorziening veelal afhankelijk van de verschillende radiostations die het land telt. De vele kranten die in Monrovia verschijnen kennen namelijk een beperkte oplage en buiten de hoofdstad zijn ze nauwelijks verkrijgbaar. Bovendien is het overgrote deel van de Liberianen analfabeet. De berichtgeving in de kranten is vaak van slechte kwaliteit en heeft hoofdzakelijk betrekking op Monrovia.

Kranten dienen zich te registreren bij het ministerie van Informatie.175 Een aantal kranten en radiostations is (impliciet) partijgebonden, en bijvoorbeeld in handen van personen die zich kandidaat stellen voor de presidentsverkiezingen van oktober 2005.176 Journalisten zouden tegen betaling ongunstige berichten hebben gepubliceerd over politici en onder bedreiging van negatieve publiciteit burgers hebben afgeperst.177

In juni 2005 vond een incident plaats waarbij leden van de presidentiële bewakingsdienst SSS intimiderend reageerden op een scheldkanonnade aan het adres van de president (zie paragraaf 2.3).

3.3.2 Vrijheid van vereniging en vergadering

De grondwet (artikel 17) garandeert de vrijheid van vereniging en vergadering. Volgens een actief lid van een politieke partij heerst er een `gezond klimaat', waarin politieke partijen in tegenstelling tot het tijdperk-Taylor nergens in het land geïntimideerd worden en vormt het verbod, tot 1 september 2005, op prematuur campagnevoeren voor de verkiezingen van oktober 2005 (zie paragraaf 2.2) geen belemmering voor het ontplooien van politieke activiteiten. Politici van verschillende signatuur reisden gedurende de verslagperiode zonder problemen door het land, ook door het afgelegen zuidoosten.178

Liberia kent achttien geregistreerde politieke partijen en zes partijen die door de kiesraad zijn gecertificeerd, maar nog niet geregistreerd. Nog minstens tien andere politieke partijen bevinden zich in het certificerings- en registratieproces. De achttien langst geregistreerde partijen waren alle betrokken bij het sluiten van het vredesakkoord op 18 augustus 2003 en mochten gezamenlijk kandidaten


174 Reporters without borders, Third annual worldwide press freedom index, 26 oktober 2004
175 EIU, Country Report Liberia, juni 2004
176 Jeune Afrique/L'Intelligent no. 2283, 10-16 oktober 2004
177 U.S. Department of state, Country reports on human rights practices 2004, 28 februari 2005
178 The Analyst, Ellen tours southeast, 14 juni 2005
37

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

aanleveren voor de overgangsregering en voor het overgangsparlement. Voor zo ver bekend ondervinden nieuwe politieke partijen geen problemen bij het registratieproces van de zijde van de nationale kiesraad.

Voor demonstraties moet 72 uur van tevoren een vergunning worden aangevraagd bij het ministerie van Justitie. Deze toestemming is niet gebonden aan politieke voorwaarden; het gaat om een formaliteit die de politie in staat stelt de benodigde verkeers- en andere maatregelen te treffen om de demonstratie in goede banen te leiden. Volgens het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken zien de Liberiaanse autoriteiten niet actief toe op naleving van het vergunningvereiste.179 Er zijn gedurende de verslagperiode geen berichten geweest van demonstraties die geen doorgang vonden omdat de vergunningaanvraag opzettelijk door de autoriteiten werd vertraagd. Demonstraties liepen gedurende de verslagperiode enkele malen uit op gewelddadige rellen.180

3.3.3 Vrijheid van godsdienst

De grondwet (artikel 14) garandeert de vrijheid van godsdienst. Elke godsdienstige gezindte is voor de wet gelijk. De regering respecteert voor zover bekend het recht van vrijheid van godsdienst in de praktijk.181 Liberia kent het principe van scheiding van kerk en staat en heeft geen staatsgodsdienst, al is het land volgens verschillende bronnen als christelijke staat gesticht. De (week-) kalender is volgens de christelijke rust- en feestdagen ingericht. Moslims hebben tegen deze laatste praktijk bezwaar aangetekend bij het parlement.182

Alle organisaties, ook religieuze groeperingen, moeten geregistreerd zijn bij de overheid en het doel van hun organisatie vastleggen. Traditionele inheemse godsdienstgroeperingen zijn echter gevrijwaard van deze plicht. Registratie is routinematig en er zijn geen gevallen bekend dat het registratieproces moeizaam of discriminerend verloopt.183

In Liberia wonen christenen, aanhangers van traditionele godsdiensten en een groeiend aantal moslims. In de Inter-Religious Council, geleid door moslimvoorman Sheik Kafumba Konneh, zijn christenen en moslims vertegenwoordigd.184 Volgens een geestelijk leider in Liberia is er geen sprake van religieuze spanningen en zijn leiders van zowel christenen als moslims juist


179 U.S. Department of state, Country reports, 28 februari 2005
180 S/2005/177

181 U.S. Department of state, International Religious Freedom, september 2004
182 Ibidem

183 Ibidem

184 Ibidem

38

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

gericht op vreedzame coëxistentie. Tijdens de oorlog zijn veel kerken en moskeeën afgebrand en dat zou her en der wel kwaad bloed hebben gezet. In juli 2005 trad een christelijk geestelijk leider toe tot de National Reformation Party, een politieke partij die hoofdzakelijk uit moslims bestaat en streeft naar een brugfunctie tussen moslims en christenen.185 Tijdens de hevige onlusten die eind oktober 2004 in Monrovia plaatsvonden zijn moslims zwaar getroffen en zijn ook kerken verwoest. Er is geen nieuwe informatie voorhanden over de mate waarin deze onlusten zouden zijn ingegeven door religieuze verdeeldheid.

Er zijn tevens buitenlandse zendingsgroepen aanwezig in Liberia, waaronder baptisten, rooms-katholieken en Jehova's getuigen.

In het dagelijks spraakgebruik wordt gerept van `Liberianen' en `moslims', waarbij `Liberianen' het christelijk deel der natie betreft.186

Er is geen nieuwe informatie beschikbaar over de steun die de overgangsregering moslims had toegezegd bij het terugkrijgen van (religieuze) eigendommen die oud-president Taylor wegens vermeende LURD-sympathieën had geconfisqueerd.187

3.3.4 Bewegingsvrijheid

Reizen naar het buitenland
Volgens artikel 13 (b) van de Liberiaanse grondwet heeft iedere Liberiaanse burger het recht om zonder voorafgaande voorwaarden en op elk gewenst moment Liberia te verlaten en binnen te komen. Er zijn tientallen grensovergangen. De belangrijkste punten om Liberia veilig in en uit te reizen zijn Bo Waterside (vanuit Sierra Leone), Voinjama (vanuit Guinee), Harper (vanuit Ivoorkust), de haven van Monrovia en Robertsfield International Airport bij Harbel. In 2004 zouden overheidsfunctionarissen Mandingo's bij de grens hebben lastig gevallen en afgeperst. Nadere gegevens ontbreken.188

Voor een beperkt aantal personen is de internationale bewegingsvrijheid beknot. Op 21 juni 2005 verlengde de Veiligheidsraad de sancties jegens Liberia tot 21 december 2005.189 Dit betekent dat er buitenlandse-reisrestricties blijven bestaan voor belangrijke leden van de regering van oud-president Taylor, de krijgsmacht en hun partners. In april 2005 bracht de VN een geactualiseerde lijst uit van


185 The Analyst, Bishop, Islamic cleric merge for presidency, 13 juli 2005
186 Eigen waarneming opsteller ambtsbericht.
187 U.S. Department of state, International Religious Freedom, september 2004
188 U.S. Department of state, Country reports, 28 februari 2005
189 S/RES/1607

39

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

personen voor wie deze beperkingen gelden, waarop ook de namen prijken van enkele leden van LURD (onder meer de geschorste parlementsvoorzitter Dweh) en MODEL.190

Paspoorten en andere identiteitsbewijzen
Voor het verkrijgen van een paspoort dient de aanvrager twee pasfoto's en het oude paspoort of een geboortebewijs te overleggen bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Het geboortebewijs kan met een formulier en twee pasfoto's bij het ministerie van Volksgezondheid worden aangevraagd. Het register van geboortebewijzen in Monrovia zou nog `min of meer in tact' zijn. Er zouden door omkoping van ambtenaren echter valse geboortebewijzen in omloop zijn. Vanwege de lage salarissen zou het ambtenarenapparaat volgens een bron vatbaar zijn voor omkoping. Ziekenhuizen, maar ook traditionele vroedvrouwen op het platteland, zijn verplicht geboortes bij het ministerie van Volksgezondheid aan te melden. Het comité van toezicht van het Verdrag voor de Rechten van het Kind constateerde in juli 2004 dat de geboorte van een aanzienlijk aantal kinderen, met name op het platteland, niet geregistreerd is bij het ministerie van Volksgezondheid.191 Als dit voor een individu het geval is, kan betrokkene bij `Criminal Court B' in Monrovia aantonen Liberiaan te zijn. Dit gebeurt op basis van verklaring onder ede, een taaltest en getuigenissen onder ede van twee personen. De verwerking van een paspoortaanvraag duurt twee weken. Voor zover bekend ondervindt men geen politieke problemen bij het aanvragen van een paspoort. In het verleden zou oud-president Taylor tegen betaling diplomatieke paspoorten hebben uitgegeven aan buitenlandse zakenlieden.192 Liberiaanse diplomatieke paspoorten zijn twee jaar geldig; burgerpaspoorten vijf jaar. De Liberiaanse regering is voornemens een nieuw type paspoort in te voeren waarin ook biometrische kenmerken zijn opgenomen, maar heeft hierbij geen tijdpad voor ogen.

Naast de afgifte van geboortebewijzen, paspoorten en identiteitskaarten biedt de Liberiaanse wet geen mogelijkheden andere bewijzen van Liberiaanse nationaliteit te verstrekken. Liberiaanse ambassades in het buitenland zijn dus niet gemachtigd tot de afgifte van nationaliteitsverklaringen. De afgifte van geboortebewijzen gebeurt uitsluitend door het ministerie van Volksgezondheid. Het Bureau of National Identification van het ministerie van Financiën geeft sinds 1990 vanwege de burgeroorlog geen identiteitskaarten meer uit, maar was tot die tijd de enige verantwoordelijke autoriteit voor de afgifte van die documenten. Geboortebewijzen en identiteitskaarten kunnen dus niet door Liberiaanse


190 United Nations Security Council Press Release, Security Council committee on Liberia updates its travel ban list, SC/8359, 14 april 2005
191 Committee on the rights of the child, 1 juli 2004
192 CIJ, Following Taylor's money, mei 2005
40

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

ambassades worden afgegeven. Het is niet bekend of Liberiaanse ambassades in het buitenland bevoegd zijn paspoorten af te geven.

Rijbewijzen worden voor de duur van één jaar afgegeven door de Motor Vehicle Section van de Public Safety Division op het nationale hoofdkwartier van de Liberiaanse politie in Monrovia. Voor het verkrijgen van een rijbewijs dient de aanvrager twee pasfoto's, 20 Amerikaanse dollar en een certificaat van een rijschool te overleggen. Ook verlenging (door middel van een stempel in het rijbewijs) kost 20 dollar. In geval van vermissing dienen voor een vervangend rijbewijs hetzelfde geldbedrag en twee pasfoto's te worden ingeleverd.

De uitgifte van identiteitskaarten door de National Elections Committee is afgeblazen. Wel is aan burgers die zich in april en mei 2005 als kiezer lieten inschrijven een registratiekaart afgegeven, die is voorzien van een foto.193

Global Witness berichtte in juni 2005 dat de Ivoriaanse rebellenbeweging Forces Nouvelles Liberiaanse en Sierra Leoonse rekruten van valse Ivoriaanse identiteitskaarten voorziet, zodat deze gemakkelijk de grens kunnen oversteken en in aanmerking kunnen komen voor deelname aan het Ivoriaanse ontwapeningsprogramma.194

Interne bewegingsvrijheid
Binnen Liberia is de bewegingsvrijheid voor burgers gedurende de verslagperiode verbeterd. Voor zover bekend is geen sprake meer van irreguliere wegversperringen. Wel kan burgers bij reguliere checkpoints van de Liberiaanse politie om smeergeld worden gevraagd.195 UNMIL kondigde in maart 2005 aan afpersing en intimidatie van burgers bij de landsgrenzen te willen terugbrengen door de aanwezigheid van (al dan niet zelfbenoemde) grensbeambten te stroomlijnen.196

3.3.5 Rechtsgang

De grondwet stipuleert een onafhankelijke rechterlijke macht. De rechtspraak is gebaseerd zowel op de Amerikaanse common law principes als op ongeschreven traditioneel recht. Volgens de grondwet heeft de verdachte recht op een eerlijk


193 National Elections Commission, Liberian refugees: your right to know, your right to participate (folder)

194 Global Witness, Timber, Taylor, Soldier, Spy, juni 2005
195 U.S. Department of state, Country reports, 28 februari 2005
196 S/2005/177

41

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

proces. Onder het vredesakkoord is de structuur van de rechterlijke macht ongewijzigd gebleven.197

De grootste mensenrechtenproblemen in Liberia zijn de algemene staat van straffeloosheid en het slecht functionerende rechtssysteem.198 Hoge internationale functionarissen spreken over de Liberiaanse politie- en rechtspraktijk als `het slechtst functionerende rechtssysteem dat ik ooit ergens heb gezien' en een systeem gericht op `zelfverrijking door overheidsdienaren'.

In maart 2005 functioneerden de circuit courts in acht (Bomi, Bong, Grand Bassa, Grand Cape Mount, Grand Gedeh, Margibi, Montserrado en Nimba) van de vijftien provincies. In slechts 11 van de 21 circuit courts waren op dat moment rechters benoemd. Van de 138 magistrate courts was 60% operationeel. Regeringsvoorzitter Bryant heeft zes Justices of the Peace in Monrovia laten sluiten omdat deze geen licentie meer zouden hebben. UNMIL verzorgde tijdens de verslagperiode trainingen voor openbaar aanklagers en rechtshandhavingfunctionarissen.199 Liberia kampt met een groot tekort aan juristen, waardoor het merendeel van de magistraten niet juridisch geschoold is. Slechts in Monrovia functioneert een juvenile court, waardoor minderjarigen vaak volgens het volwassenenrecht worden berecht.200

Zowel de Liberiaanse rechters als de politie ontberen de benodigde vaardigheden en middelen.201 Ook komt corruptie op grote schaal voor.202 Vanwege de corruptie trachten burgers de politie en de rechterlijke macht te omzeilen en worden veel zaken onderling (financieel) afgehandeld tussen slachtoffer en dader. Ook worden aangiftes vaak weer ingetrokken omdat slachtoffers van misdrijven het vervoer van en naar de rechtszaal niet kunnen betalen.

Door het ontbreken van een technisch laboratorium is het enige bewijs in veel rechtszaken een bekentenis van de dader. Bij het uitblijven van een bekentenis is het moeilijk deze zaken rond te krijgen.

Op het Liberiaanse platteland is nog steeds, maar volgens een bron in afnemende mate, sprake van sassywood, een systeem van traditionele rechtspraak in huwelijks-, erf- en voogdijkwesties. Er zijn geen concrete gevallen van deze traditionele rechtspraak tijdens de verslagperiode bekend.


197 Comprehensive peace agreement, 18 augustus 2003
198 S/2005/360

199 S/2005/177

200 Ibidem

201 The Analyst, Liberia criminal justice system is weak, 17 juni 2005
202 The Perspective, Ellen Johnson-Sirleaf raises alarm over deep corruption in Liberia, 14 april 2004 en U.S. Department of state, Country reports, 28 februari 2005
42

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

Gedurende de verslagperiode deden zich weer gevallen van eigenrichting voor, bijvoorbeeld naar aanleiding van verdenkingen van rituele moorden, zoals in Pleebo en Harper (provincie Maryland) eind januari 2005. In Harper vernielde een menigte eigendommen van de politie en UNMIL en er vielen enkele gewonden onder de burgerbevolking. Gedurende twee weken was een nachtelijk uitgaansverbod van kracht.203 De Catholic Justice and Peace Commission organiseerde in juni 2005 een workshop over eigenrichting. Deelnemers riepen de regering op het rechtssysteem te verbeteren, zodat burgers het recht niet langer in eigen hand zouden (hoeven) nemen.204

Tijdens de verslagperiode verscheen een rapport van Human Rights Watch waarin West-Afrikaanse strijders aangeven dat LURD, in tegenstelling tot andere gewapende groeperingen, tijdens de strijd in Liberia trachtte wreedheden jegens de burgerbevolking te beperken. Ook legden LURD-commandanten vrijheids- en lijfstraffen op aan strijders die zich misdroegen jegens de burgerbevolking. Dit gebeurde echter op inconsequente en gebrekkige wijze, waardoor op verkrachting van meisjes onder de 15 jaar executie stond, terwijl verkrachting van meisjes en vrouwen boven die leeftijd onbestraft bleef.205

Op aandringen van de Europese Unie, die ontwikkelingshulp ervan afhankelijk had gemaakt, heeft de Liberiaanse regering een team onder leiding van de minister van Justitie opgericht dat onderzoek zal gaan doen naar de massamoord op burgers in de provincie River Gee in 2003 (zie ook het algemeen ambtsbericht Liberia van juni 2004).206 De voorzitter van de Nationale Mensenrechtencommissie brengt volgens een Liberiaanse krant Dan Morias, de minister van Binnenlandse Zaken uit NPP-gelederen, met het bloedbad in River Gee in verband.207 Sekou Damate Conneh, de leider van LURD, sprak zich in februari 2005 uit voor een generaal pardon voor een ieder die in de burgeroorlog gevochten heeft. Dit pardon zou volgens Conneh, die zich tevens tegenstander van de waarheids- en verzoeningscommissie betoonde, ook van toepassing moeten zijn op Charles Taylor.208

3.3.6 Arrestaties en detenties


203 S/2005/177 en IRIN, Bryant warns presidential candidates against ritual killings, 29 juni 2005

204 The Analyst, Citizens speak against mob justce, 20 juni 2005
205 HRW, Youth, poverty and blood, maart 2005
206 DPA, Liberia sets op committee to investigate massacre, 15 juni 2005
207 FBIS report, Selection list Liberia Press, 14 juni 2005
208 Reuters, Liberian ex-rebel leader wants general amnesty, 22 februari 2005
43

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

Onder de huidige regering is voor zover bekend nauwelijks sprake van willekeurige arrestaties en detenties.

Er werden gedurende de verslagperiode voor zover bekend geen politieke gevangenen door de overheid gedetineerd.209

Het gevangenissysteem functioneert slecht. Er is sprake van overbevolking, slechte voorzieningen en corruptie. In Liberia waren in maart 2005 slechts zes gevangenissen operationeel: de centrale gevangenis in Monrovia, Bondiway, Kakata Central, Saniquellie, Gbarnga en Buchanan. De gevangenis in Buchanan werd op 3 januari 2005 geopend, waarna op dezelfde dag nog enkele gevangenen wisten te ontsnappen.210 Alle gevangenissen hebben te kampen met personeelstekorten en met ondermaatse voorzieningen, onder meer op het gebied van voedsel, transport en medische zorg.211 Detentie vindt verder plaats in politiecellen op het hoofdkwartier van de Liberian National Police in Monrovia, onder doorgaans erbarmelijke omstandigheden.

Het merendeel van de gedetineerden is niet veroordeeld en zit, gezamenlijk met veroordeelde misdadigers, langer dan de voorgeschreven 48 uur in voorarrest. De overschrijding van de 48-uurs-termijn is doorgaans het gevolg van het niet of slecht functioneren van rechtbanken. Personen die niet over de middelen beschikken op borgtocht vrij te komen, zitten daarom langdurig in voorarrest en worden soms zelfs `vergeten'.

Hoewel gedetineerde vrouwen en kinderen volgens het beleid van de overgangsregering gescheiden van mannen dienen te worden opgesloten, bestaan er in praktijk slechts in Monrovia en Gbarnga gescheiden faciliteiten voor vrouwelijke gedetineerden. Elders wordt wel geprobeerd vrouwen gescheiden te houden van mannelijke gedetineerden.212 Volgens een internationale hulpverlener is het wettelijk toegestaan voor politiefunctionarissen om minderjarige gevangenen in huis te nemen in plaats van in de gevangenis te houden. De familie die slachtoffer is van het misdrijf dat het kind heeft gepleegd is in dergelijke gevallen verantwoordelijk voor de kosten van voedsel en onderdak. Het is de bron niet bekend in welke mate deze vorm van detentie in praktijk voorkomt.

Er bevindt zich een klein, maar groeiend aantal kinderen in de centrale gevangenis in Monrovia. Deze gevangenis beschikt niet over separate voorzieningen voor kinderen. Het ministerie van Gezondheidszorg, dat verantwoordelijk is voor het onderbrengen van kinderen die door het juvenile court zijn veroordeeld, is door


209 U.S. Department of state, Country reports, 28 februari 2005
210 S/2005/177

211 S/2004/430 en U.S. Department of state, Country reports, 28 februari 2005
212 S/2004/430

---

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

onder meer UNICEF, UNMIL en de opperrechter opgeroepen een geschikte locatie te zoeken voor de detentie van kinderen.213

De overgangsregering heeft voor zover bekend geen onofficiële detentiecentra.214 Het Rode Kruis, lokale organisaties, de mensenrechtensectie van UNMIL en de VN-politie CIVPOL hebben toegang tot gedetineerden in overheidshechtenis.215

Er is geen informatie bekend over arrestaties en detenties in gebieden waar de overgangsregering geen gezag uitoefent (zie paragraaf 2.3 over de veiligheidssituatie).

3.3.7 Mishandeling en foltering

Artikel 21 van de Liberiaanse grondwet bevat een verbod op foltering en onmenselijke behandeling en stelt overtreding van dit verbod door overheidsfunctionarissen strafbaar. De grondwet garandeert de mogelijkheid voor slachtoffers van foltering of een onmenselijke behandeling in een civiele procedure verhaal te halen.216

Voor zover bekend is tijdens de verslagperiode geen sprake geweest van mishandeling en foltering door de overheid. Volgens een bron was gedurende de verslagperiode wel sprake van mishandeling van burgers door voormalige strijders, bijvoorbeeld op plantages.

De NGO Concerned Christian Community verzamelt getuigenissen en gegevens van seksueel geweld, maar dit wordt bemoeilijkt door het ontbreken van medische en politierapporten.217 De mensenrechtensectie van UNMIL signaleerde in maart 2005 dat seksueel geweld jegens en verkrachting van kinderen niet altijd door de Liberiaanse autoriteiten wordt onderzocht of vervolgd. UNMIL biedt daarom medisch onderzoek en sociaal-psychologische begeleiding voor de slachtoffers en zoekt indien nodig een veilige verblijfplaats.218 Zie voor meer informatie over seksueel geweld paragraaf 3.4.1.


213 HCS of UNMIL, no. 107, 2-9 juli 2004
214 Onder meer U.S. Department of state, Country reports, februari 2004
215 U.S. Department of state, Country reports, februari 2004 en S/2005/177
216 Constitution of the Republic of Liberia, 6 januari 1986, artikel 21.e
217 Amnesty International, Liberia, 18 augustus 2004
218 S/2005/177

45

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

Binnen het traditionele systeem van rechtspraak, sassywood, is het mogelijk dat een schuldige wordt aangewezen door middel van een pijnlijke lichamelijke beproeving, terwijl de veroordeling doorgaans bestaat uit een geldboete. 219 Sassywood wordt volgens juridische bronnen in Monrovia toegestaan zolang dit niet in strijd is met het grondwettelijke verbod op foltering. Zoals in paragraaf 3.3.5 reeds aangegeven zijn er zijn geen concrete gevallen van deze traditionele rechtspraak tijdens de verslagperiode bekend.

3.3.8 Verdwijningen
Gedurende de verslagperiode verschenen geen berichten over politiek gemotiveerde verdwijningen. Wel was sprake van verdwijningen die in verband worden gebracht met rituele moorden (zie paragraaf 3.3.9).

3.3.9 Buitengerechtelijke executies en moorden

Tijdens de verslagperiode is er voor zover bekend geen sprake geweest van buitengerechtelijke executies en moorden door de Liberiaanse autoriteiten.

Tijdens de verslagperiode verschenen verschillende berichten in de pers over rituele moorden, onder meer in de provincies Maryland, Montserrado, Bong, Rivercess, River Gee, Nimba, Grand Gedeh en Grand Bassa. Gedurende de eerste twee weken van juni 2005 zouden zich bijvoorbeeld zes gevallen van rituele moord hebben voorgedaan.220 Het waarheidsgehalte van dergelijke berichten, over moorden, al dan niet in het kader van geheime genootschappen, waarbij `geluksbrengende' organen worden verwijderd, is moeilijk te controleren. De Liberiaanse bevolking en media nemen de berichten doorgaans echter uiterst serieus en brengen deze in verband met de aanstaande verkiezingen: politici zouden kracht willen ontlenen aan de organen van de slachtoffers ­een theorie die al decennialang opgeld doet in Liberia, met name in verkiezingstijd.221 Inwoners van Buchanan namen in juni 2005 een vrijwillige avondklok in acht naar aanleiding van de vermeende rituele moord op dertien kinderen tussen de 12 en 16 jaar. Regeringsvoorzitter Bryant maakte kort daarop bekend dat er enkele


219 Methoden die in het kader van sassywood worden toegepast om te bepalen of een verdachte schuldig is aan bijvoorbeeld overspel zijn onder meer het drukken van een gloeiend metalen voorwerp op het lichaam van de verdachte, slaag door een `magisch begaafde persoon', of het plaatsen van hete kolen op de voeten van verdachten.
220 The Analyst, 13 killed in ritual murders in Grand Bassa, 13 juni 2005; AP, Liberia's leader reports arrests made over ritual killings, says no clemency for convicts, 28 juni 2005; IRIN, Bryant warns presidential candidates against ritual killings, 29 juni 2005 en DPA, Ritualistic killings a growing problem in Liberia, 12 juli 2005
221 The Analyst, `Gboyos' go wild, 13 juli 2005
46

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

arrestaties waren verricht en dat daders wat hem betreft de doodstraf konden krijgen.222 Het ministerie van Justitie meldde in juli 2005 dat twintig personen vast zitten op verdenking van betrokkenheid bij rituele moorden.223

3.3.10 Doodstraf

De Liberiaanse wetgeving kent de doodstraf voor moord en landverraad.224 De laatste tenuitvoerlegging van de doodstraf vond in 1995 plaats.225 Op 10 juni 2005 veroordeelde de rechtbank in Zwedru een man wegens moord (in 2004) tot de doodstraf. Deze veroordeling kan slechts worden uitgevoerd na bekrachtiging door de president, die de mogelijkheid heeft deze om te zetten in levenslange gevangenisstraf. Het is niet bekend of regeringsvoorzitter Bryant de rechterlijke uitspraak zal bekrachtigen. Wel kondigde hij in juni 2005 aan het executiebevel te zullen ondertekenen van personen die veroordeeld worden voor het plegen van een rituele moord.226 De minister voor Gender en Ontwikkeling, Vabah Gayflor, stelde in juli 2005 dat personen die zich schuldig hebben gemaakt aan verkrachting van baby's en jonge meisjes de doodstraf verdienen.227

3.4 Positie van specifieke groepen
3.4.1 Meisjes en vrouwen

De grondwet bepaalt dat de positie van mannen en vrouwen gelijk is. In de praktijk hebben vrouwen echter te kampen met een maatschappelijke achterstand. Zo gaan meisjes minder vaak naar school dan jongens en is pas in 2003 een wet aangenomen die het vrouwen mogelijk maakt te erven. Deze wet verhindert ook dat vrouwen als het eigendom van hun echtgenoot worden beschouwd en als zodanig geërfd kunnen worden door mannelijke familieleden van de echtgenoot. De invoering van deze wet heeft dergelijke traditionele opvattingen en praktijken echter nog niet uitgebannen.

De overgangsregering kent vrouwelijke ministers voor Onderwijs, voor Gender en Ontwikkeling en voor Jeugd en Sport. Alle drie de vrouwelijke ministers zijn


222 The Analyst, 13 killed in ritual murders in Grand Bassa, 13 juni 2005; AP, Liberia's leader reports arrests made over ritual killings, says no clemency for convicts, 28 juni 2005 en IRIN, Bryant warns presidential candidates against ritual killings, 29 juni 2005
223 DPA, Ritualistic killings a growing problem in Liberia, 12 juli 2005
224 Criminal Procedure Law, Liberia, January 1969, www.AllAfrica.com, 4 oktober 2002
225 Amnesty International, West Africa: Time to abolish the death penalty, oktober 2003
226 IRIN, Bryant warns presidential candidates against ritual killings, 29 juni 2005
227 The Analyst, Rapist must bears death penalty, 11 juli 2005
47

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

voorgedragen door de ongewapende politieke partijen en het maatschappelijk middenveld. Vier van de 76 parlementsleden zijn vrouw.228 Van alle kandidaten voor het (vice-)presidentschap, het Huis van Afgevaardigden en de Senaat is in totaal 14% vrouw.229

Het familierecht in Liberia is niet eenduidig, omdat een deel van de bevolking valt onder het traditionele gewoonterecht. Sassywood wordt toegepast op huwelijks-, erf- en voogdijkwesties. Het is aan de betrokkene om op deze terreinen de keuze te maken tussen het formele recht van de Domestic Relations Law of het traditionele recht, doorgaans voordat een huwelijk wordt voltrokken. De keuze voor sassywood dan wel het formele rechtssysteem is onomkeerbaar. Bewoners op het platteland zullen hierbij op basis van traditie en mogelijk sociale druk doorgaans kiezen voor het traditionele recht, terwijl de hoger opgeleide stadsbewoners meestal liever onder het formele rechtssysteem vallen. Vergrijpen vallen altijd onder het formele recht. Onder de Domestic Relations Law is de huwbare leeftijd voor vrouwen 18 jaar, maar het is met toestemming van de ouders voor meisjes mogelijk vanaf het zestiende jaar te trouwen. Onder het gewoonterecht kunnen meisjes reeds op twaalfjarige leeftijd in het huwelijk treden. Polygamie is voor mannen onder het traditionele recht mogelijk. De Domestic Relations Law laat hiervoor geen ruimte.

Seksueel geweld tegen vrouwen
Volgens het Wetboek van Strafrecht is de maximale straf voor iemand die schuldig wordt bevonden aan verkrachting vijf jaar gevangenisstraf. Verkrachting is echter een misdrijf waarbij vrijlating tegen borgstelling mogelijk is, al wordt volgens een waarnemer gewerkt aan afschaffing van deze bepaling. De Association of Female Lawyers of Liberia (AFELL), daarbij gesteund door regeringsvoorzitter Bryant en de minister voor Gender en Ontwikkeling, maakt zich sterk voor strafverzwaring en voor het verbreden van de definitie van verkrachting, waardoor het begrip ook seksueel misbruik omvat dat nu nog wordt gerekend tot het lichtere vergrijp `aanranding'.230 De Liberiaanse politie doet vaak weinig moeite seksueel geweld te vervolgen en ontbeert daarvoor ook de middelen. Een internationale hulpverlener stelt dat in praktijk weinig bescherming tegen seksueel geweld bestaat.

Er heerst terughoudendheid om aangifte te doen van verkrachting of seksueel misbruik, zeker wanneer dit binnen de familie heeft plaatsgevonden- hetgeen volgens een bron meestal het geval is. Vrouwen, en met name tieners, krijgen zelf vaak de schuld van seksueel misbruik. Volgens de oprichtster van de nationale vrouwenkoepel NAWOCOL en van de Women and Children Rehabilitation


228 U.S. Department of state, Country reports, 28 februari 2005
229 Liberian Observer, Election campaiging begins Monday, 10 augustus 2005
230 The Analyst, Rapist must bears death penalty, 11 juli 2005
48

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

Center (WOCHIRRC) is het voor vrouwen niet veilig om aangifte te doen en leidt aangifte doorgaans niet tot een veroordeling, maar tot nieuwe bedreigingen en intimidaties door de dader.231 In veel gevallen worden incidenten van seksueel geweld binnen de familie of de gemeenschap afgehandeld, al probeert een aantal advocaten en de mensenrechtensectie van UNMIL dergelijke zaken - soms met succes- voor de rechtbank te krijgen.232 In juni 2005 liepen in Gbarnga drie rechtszaken tegen daders van seksueel geweld. Het aantal meldingen van verkrachting en seksueel geweld neemt volgens internationale hulpverleners toe.

Veel daders van seksueel misbruik zijn naar verluidt voormalige strijders. Een rapport van Amnesty International van december 2004 bevestigt eerdere berichten over het hoge aantal vrouwen dat tijdens de gewapende strijd tussen 1999-2003 slachtoffer is geworden van seksueel geweld.233 Amnesty International zet de Liberiaanse autoriteiten onder druk om over te gaan tot veroordeling van de daders.234 De minister voor Gender en Ontwikkeling sprak zich in juli 2005 in krachtige bewoordingen uit tegen seksueel geweld en voor veroordeling van de daders en zette een campagne tegen geweld jegens vrouwen in gang.235 Ook een aantal van mogelijk twintig UNMIL-militairen zou zich schuldig hebben gemaakt aan seksueel misbruik.236 Eind februari 2005 bezocht een onder-Secretaris- Generaal van de Verenigde Naties Liberia om namens Kofi Annan het zero- tolerance beleid ten aanzien van seksuele uitbuiting en seksueel misbruik over te brengen aan het UNMIL-personeel.237

WOCHIRRC, in 2002 opgericht door Wata Modad, heeft door het hele land tien in meer of mindere mate functionerende opvanghuizen voor slachtoffers van verkrachting. In de centra wordt traumabegeleiding, scholing en materiële hulp geboden.238

De Liberian Refugee Repatriation and Resettlement Commission (LRRRC), die van overheidszijde belast is met de coördinatie van vluchtelingen- en ontheemdenkwestie, beschikt over tien speciale raadslieden inzake seksueel geweld. Hun aanpak is gericht op begeleiding van zowel dader als slachtoffer en


231 Amnesty in actie, Stop straffeloosheid in Liberia, juni 2005
232 Amnesty International, Liberia, 18 augustus 2004; Amnesty International, No impunity for rape ­ a crime against humanity and a war crime, 14 december 2004; The Analyst, Driver indicted for rape, 7 juli 2005 en The Analyst, Rapist must bears death penalty, 11 juli 2005
233 Amnesty International, No impunity for rape, 14 december 2004; Watchlist, Nothing left to lose, juni 2004 en Amnesty International, Liberia, 18 augustus 2004
234 Amnesty in actie, Stop straffeloosheid in Liberia, juni 2005
235 The Analyst, Rapist must bears death penalty, 11 juli 2005
236 U.S. Department of state, Country reports, 28 februari 2005
237 S/2005/177

238 Amnesty in actie, Stop straffeloosheid in Liberia, juni 2005
49

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

op verzoening tussen beide betrokken families. In laatste instantie kan deze commissie overgaan tot juridische stappen.

UNHCR organiseert in de provincie Gbarpolu een theaterproject over seksueel geweld, speciaal gericht op jongeren.239 In ontheemdenkampen vindt een bewustwordingscampagne over seksueel geweld plaats.240

Genitale verminking
Genitale verminking (`vrouwenbesnijdenis' in de volksmond, doorgaans afgekort als FGM - female genital mutilation) is in Liberia niet bij de wet verboden. De genitale verminking betreft type II­ het verwijderen van de clitoris van de vrouw. In Liberia wordt de meest ernstige vorm, infibulatie, voor zover bekend niet toegepast.241 FGM komt volgens een internationale hulpverlener veel voor, maar er is weinig exacte informatie bekend. Gezien de situatie in Liberia en de geheimzinnigheid waarmee FGM is omgeven is dit niet verwonderlijk. FGM vindt vooral plaats op het Liberiaanse platteland, maar verspreidt zich volgens een waarnemer naar de steden door de urbanisatie van de Mandingo-bevolkingsgroep, waarbinnen FGM met name voorkomt. In ontheemdenkampen in Gbarnga is naar schatting van een hulpverlener 65% van de meisjes besneden. De ontheemden in deze kampen zijn hoofdzakelijk afkomstig uit de provincies Lofa, Gbarpolu en Bong.

De overheid biedt geen bescherming tegen de uitvoering van genitale verminking.242 Het hoofd van de Liberiaanse Mensenrechtencommissie zou gesteld hebben dat FGM cultureel aanvaardbaar is, maar zou deze uitspraak hebben ingetrokken na een reprimande van toenmalig VN-gezant Klein. Klein heeft de Mensenrechtencommissie opgeroepen de uitroeiing van FGM tot een prioriteit van het beleid te maken.243 UNMIL heeft een genderadviseur, die ook verantwoordelijk is voor FGM-beleid.

FGM is een onderdeel van een initiatieproces voor vrouwen dat plaatsvindt binnen geheime genootschappen, Sande geheten. Het initiatieproces, dat zich vaak in het oerwoud afspeelt en daarom ook wel bush school wordt genoemd, besloeg voor de burgeroorlog drie maanden tot 2 jaar, maar blijft tegenwoordig vaak beperkt tot één of twee maanden. Volgens een waarnemer komen leden van Sande- genootschappen regelmatig naar de ontheemdenkampen, waarbij ze meisjes en


239 UNHCR, Repatriation and reintegration operations for Liberians, Update no. 4, oktober 2004-februari 2005

240 The Analyst, Driver indicted for rape, 7 juli 2005
241 U.S. Department of state, Country reports, februari 2004
242 U.S. Department of state, Country reports, februari 2004
243 UNMIL Press Release, Special Representative pledges full support to Independent Human Rights Commission, 21 juli 2004

50

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

vrouwen die niet geïnitieerd zijn `onrein' noemen. Een internationale hulpverlener vermoedt dat FGM zal toenemen naarmate meer ontheemde en gevluchte Liberianen terugkeren naar hun oorspronkelijke woonplaats en de sociale structuren in gemeenschappen worden hersteld.

Het is niet duidelijk in hoeverre het voor vrouwen mogelijk is zich te onttrekken aan genitale verminking. Volgens één bron is het mogelijk je uit te kopen uit een Sande-genootschap.

3.4.2 Minderjarigen

Minderjarigheid
De Liberiaanse wet definieert een kind als `een persoon die nog niet volwassen is' (has not reached his maturity). De Liberiaanse grondwet geeft geen leeftijdsdefinitie van een kind dan wel minderjarige. Er is slechts omschreven dat de stemgerechtigde leeftijd achttien jaar is. Hoofdstuk acht, artikel 77 zegt: `iedere Liberiaan van achttien jaar of ouder heeft het recht om zich als stemgerechtigde te registreren en te stemmen in publieke verkiezingen en referenda'.

Liberia is partij bij het Verdrag voor de Rechten van het Kind. In de praktijk is de implementatie in Liberia door de burgeroorlogen ernstig vertraagd. Vooralsnog zijn er volgens het comité van toezicht van het Verdrag voor de Rechten van het Kind inconsistenties tussen het gestelde in het Verdrag en de nationale wetgeving. Ook is het Verdrag nog niet voldoende bekendgesteld bij de diverse overheidsinstellingen en het grote publiek.244

De leeftijd om arbeid in loondienst te mogen verrichten, is gesteld op zestien jaar. De huwelijksgerechtigde leeftijd is vastgesteld voor mannen op 21 jaar en voor vrouwen op achttien jaar. Mannen tussen de 16 en de 21 jaar oud en vrouwen tussen de 16 en de 18 jaar oud kunnen met toestemming van de ouders in het huwelijk treden.245 Onder het gewoonterecht kunnen meisjes echter al op twaalfjarige leeftijd trouwen. De officiële minimumleeftijd voor dienstneming in het leger is zestien jaar.246 Liberia heeft het Optionele Protocol inzake de betrokkenheid van kinderen bij gewapend conflict bij het Verdrag voor de Rechten van het Kind wel getekend, maar nog niet geratificeerd.

Meer dan 43 % van de Liberiaanse bevolking is jonger dan 15 jaar.247


244 Committee on the rights of the child, 1 juli 2004
245 Domestic Relation Law Liberia, Hoofdstuk 2, subsection 2.2
246 Artikel 20 National Defense Law
247 CIA, The World Factbook 2005
51

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

Reis- en identiteitsdocumenten
Mannen beneden 21 jaar en vrouwen beneden achttien jaar kunnen niet zelfstandig een reisdocument aanvragen. De aanvraag wordt namens hen gedaan door de ouders of voogd die tevens het aanvraagformulier ondertekenen.

Zelfstandigheid
In sociaal-maatschappelijk opzicht worden personen in de leeftijd van zestien en zeventien jaar niet beschouwd als zelfstandig. Zelfs meerderjarige personen die al getrouwd zijn worden vaak niet beschouwd als zelfstandig in de volledige betekenis van het woord. Hun ouders blijven hun beslissingen beïnvloeden en hen veelal moreel en financieel ondersteunen. Door hun ouders worden deze meerderjarigen kortom nog beschouwd als `kinderen'.

Voogdij
De Liberiaanse wet kent geen maximumleeftijd inzake voogdij. In praktijk wordt voor mannen de leeftijd van 21 jaar en voor vrouwen van achttien jaar gehanteerd.
248 In het geval van officiële echtscheiding worden kinderen conform de wet aan de vader toegewezen, al is het voor de vader niet verplicht de voogdij daadwerkelijk op zich te nemen. In praktijk blijven de kinderen doorgaans bij de moeder. Ook biedt de wet de moeder de mogelijkheid de automatische voogdij voor de vader bij de rechtbank aan te vechten.

Opvang van minderjarigen
Wezen worden opgenomen, of - indien de alleenstaande minderjarige al wat ouder is - financieel bijgestaan door de familie in brede zin. Onder het traditionele recht worden wezen doorgaans toegewezen aan de oudste broer van de overleden vader. Indien de moeder van het kind nog leeft, wordt ook zij aan deze broer van haar overleden echtgenoot toegekend, hoewel dat sinds 2003 wettelijk verboden is (zie paragraaf 3.4.1). Opvang van wezen in een weeshuis is uitzonderlijk, omdat er vrijwel altijd een familielid is die voor een minderjarige kan zorgen.

Indien er echter geen familie is, ligt de verantwoordelijkheid voor de zorg van wezen volgens een internationale hulpverlener bij de overheid. Weeshuizen vallen onder verantwoordelijkheid van het ministerie van Volksgezondheid, maar zijn doorgaans in particuliere handen. In heel Liberia zijn er ongeveer 135 weeshuizen, waar in totaal 12.000 kinderen zouden leven.249 De kwaliteit van de leefomstandigheden in deze opvang ligt over het algemeen op hetzelfde lage niveau als de gemiddelde leefomstandigheden van de bevolking. Een internationale hulpverlener stelt dat de weeshuizen in werkelijkheid vaak niet gericht zijn op bescherming van kinderen, maar gezien worden als middel om inkomsten te genereren. Deze hulpverlener sluit het bestaan van kinderhandel in

248 Domestic Relation Law

249 Watchlist, Nothing left to lose, juni 2004
52

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

weeshuizen niet uit. Verdere informatie ontbreekt, al zouden er wel 15 gevallen bekend zijn van kinderen die Liberia zijn binnengesmokkeld.

UNICEF heeft 64 weeshuizen in Monrovia beoordeeld op onder meer zorgvoorzieningen, hygiënenormen, kwaliteit van het personeel, onderwijsmogelijkheden en vrijwilligheid van verblijf. Ook beoordeelde UNICEF of de kinderen in de tehuizen werkelijk wees waren en of geen sprake was van kinderhandel of van adoptie door het weeshuis. Uit het onderzoek bleek dat een groot aantal van de beoordeelde weeshuizen van slechte kwaliteit is en dat de kinderen die er verblijven vaak geen wees zijn. UNICEF tracht deze kinderen weer met hun ouders te verenigen. Wanneer UNICEF met een wees geconfronteerd wordt, wordt deze overgebracht naar een weeshuis dat aan de UNICEF-normen voldoet. Het Liberiaanse maatschappelijk werk gaat vervolgens op zoek naar een pleeggezin. Pleeggezinnen zijn doorgaans moeilijk te vinden, omdat zij geen tegemoetkoming in de kosten van de opvang van het kind ontvangen. UNICEF is voornemens onderzoek te doen naar weeshuizen buiten Monrovia. In december 2004 sloot de overgangsregering twee weeshuizen in Monrovia wegens de `deplorabele omstandigheden' die er heersten, en merkte 32 andere weeshuizen aan voor mogelijke sluiting op termijn.250

Er zijn geen separate opvangkampen voor ontheemde kinderen, maar UNICEF richt(te) in de reguliere ontheemdenkampen en in de inkwartieringskampen (waar gedemobiliseerde kinderen kortstondig verbleven voordat ze naar een interim care centre werden overgebracht251) kindvriendelijke ruimtes in. De Liberiaanse overgangsregering, VN-organisaties en nationale en internationale NGOs werken samen in een Child Protection Working group.252

(Seksueel) misbruik
Volgens de nationale coördinator van de National Child Rights Observatory Group (NACROG) is er in ongeveer 75% van de gemelde gevallen van seksueel misbruik, inclusief verkrachtingen, sprake van een minderjarig slachtoffer.253 Volgens een internationale hulpverlener neemt het aantal meldingen van verkrachting van kinderen tussen de 2 en 14 jaar toe. Veel daders zijn familie van het slachtoffer. Ook zijn er berichten van onderwijzers die kinderen seksuele diensten vragen bij wijze van `schoolgeld'- lerarensalarissen worden niet regelmatig betaald. Met name tienerslachtoffers zouden zelf de schuld krijgen van seksueel misbruik. UNMIL voert een publiekscampagne tegen seksueel geweld tegen kinderen.


250 U.S. Department of state, Country reports, 28 februari 2005
251 www.humanitarianinfo.org/liberia
252 UNICEF, Protecting children, gevonden op www.humanitarianinfo.org/liberia
253 The Analyst, Punish rape, sodomy suspects, 8 juni 2005
53

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

Tijdens de verslagperiode werd een meisje dat op het politiebureau aangifte kwam doen van seksueel misbruik vervolgens door de lokale politiecommandant misbruikt. De commandant werd geschorst en zal volgens een waarnemer waarschijnlijk vervolgd worden.

Volgens de NACROG is in Liberia in toenemende mate sprake van kinderarbeid.254 In mijnen in de provincie Bong is volgens een waarnemer sprake van kinderarbeid en kinderprostitutie.

3.4.3 Etnische groepen en minderheden

Algemeen overzicht
Er zijn zestien hoofdbevolkingsgroepen in Liberia. Deze worden gegroepeerd op basis van de taal die zij spreken. De drie Liberiaanse taalgroepen zijn: Mende, de West-Atlantische talen en Kwa. Talen uit de Mende-groep worden gesproken door de Mandingo, Vai, Gbandi, Kpelle, Loma (ook wel Lorma genoemd), Mende, Gio (Dan) en de Mano (Mah). Talen uit de West-Atlantische groep worden gesproken door de Gola en Kissi, terwijl talen uit de Kwa-groep worden gesproken door de Bassa, Dei (Dey), Grebo, Kru, Belle en de Krahn.

De bevolkingsgroepen in Liberia hebben niet alleen een eigen taal, maar ook een algemeen erkend ­ oorspronkelijk ­ grondgebied, eigen tradities en een sterk zelfbewustzijn. Oorspronkelijk waren de meeste etnische groepen hoofdzakelijk agrarisch gericht. De Mandingo zijn van oorsprong handelaren afkomstig uit Guinee. De Kru, Bassa en Grebo leefden voornamelijk van de opbrengsten van de visserij, de jacht en hetgeen de bossen opleveren. De meeste etnische groepen houden zich tegenwoordig - voor zover mogelijk in de huidige situatie- ook bezig met andere economische activiteiten.

De positie van de verschillende etnische groepen De grondwet verbiedt etnische discriminatie. Alle etnische groepen hebben volgens de grondwet gelijke rechten.255 Een belangrijke uitzondering op het verbod op etnische discriminatie vormen echter niet-negroïde personen. Artikel 27 van de grondwet stipuleert dat alleen `negroïde personen of personen van negroïde afkomst' door geboorte of naturalisatie burger van Liberia kunnen worden. Een negroïde vrouw die met een Liberiaan in het huwelijk treedt kan de Liberiaanse nationaliteit verwerven indien ze ook aan de andere voorwaarden voor naturalisatie voldoet.256 De nationaliteitswetgeving zegt niets over de


254 The Analyst, Punish rape, sodomy suspects, 8 juni 2005
255 Constitution of the Republic of Liberia, 6 januari 1986, artikel 11
256 Aliens and Naturalization law of Liberia (15 mei 1973), artikel 21.30
54

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

naturalisatiemogelijkheden voor een negroïde man die met een Liberiaanse vrouw in het huwelijk treedt

Niet-negroïde en daarmee niet-Liberiaanse personen zouden in sommige gevallen gediscrimineerd worden. Zo is het niet-Liberianen die in Liberia rechten hebben gestudeerd niet toegestaan een advocatenpraktijk te beginnen, terwijl dit voor Liberianen wel mogelijk is. Ook het bekleden van een hoge politieke positie is volgens een ingewijde voor niet-Liberianen uit den boze. In praktijk beschikken sommige Libanezen uit Liberia wel over een (diplomatiek) Liberiaans paspoort.

Tijdens de burgeroorlog was er sprake van discriminatie van en vergelding tussen etnische groepen. Vele leden van bevolkingsgroepen die afweken van die van de bezetters van een bepaald gebied werden verjaagd of sloegen zelf op de vlucht. In de woorden van een mensenrechtenactivist: "Iedereen die het gevoel had ergens niet thuis te horen is tijdens de oorlog vertrokken". Een voormalig LURD-generaal gaf in november 2004 aan dat `iedereen die deelnam aan de oorlog dat deed om etnische, familie- of andere belangen te verdedigen'.257

Een aantal wijken in Monrovia is genoemd naar de bevolkingsgroep die in die buurt de meerderheid vormt, zoals Lorma quarter en Bassa community. In de wijk Jacob Town zouden vooral Mandingo's leven.258 Het is niet bekend of andere wijken in Monrovia of in andere steden ook een dergelijke concentratie van leden van een bepaalde bevolkingsgroep kennen.

Hieronder volgt een overzicht van een aantal Liberiaanse etnische groepen en hun positie in de Liberiaanse samenleving.

Mandingo
De Mandingo zijn oorspronkelijk uit Guinee afkomstig en worden daarom, ondanks hun lange aanwezigheid in Liberia, door veel Liberianen nog steeds als buitenlanders beschouwd.259 De Mandingo hadden onder het Taylor-regime te lijden onder verhoogde repressie wegens verondersteld lidmaatschap van LURD. Met name de bevolking van Nimba zou er moeite mee hebben dat Guinese Mandingo's vrijelijk heen en weer reizen tussen Guinee en Liberia.

Het comité van toezicht van het Verdrag voor de Rechten van het Kind constateerde in juli 2004 dat er op het gebied van de kinderrechten sprake was van discriminatie jegens kinderen van Mandingo-afkomst.260 Tijdens de


257 DPA, 4 november 2004

258 DPA, 1 november 2004

259 Human Rights Watch, World report 2003; International Crisis Group, Liberia: security challenges, 3 november 2003 en ICG, Liberia and Sierra Leone, 8 december 2004
260 Committee on the rights of the child, 1 juli 2004
---

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

kiezersregistratie in april en mei 2005 klaagden sommige leden van de Mandingo- bevolkingsgroep dat zij werden uitgesloten van deelname aan het registratieproces. De Interreligious Council bevestigde deze klacht, terwijl de nationale kiesraad en UNMIL hebben ontkend dat er sprake was van uitsluiting. Volgens een waarnemer in Gbarnga was echter onder sommige personen inderdaad sprake van weerstand jegens de registratie van Mandingo's. De onlusten die eind oktober 2004 in Monrovia plaatsvonden zouden deels door anti-Mandingo sentimenten zijn ingegeven. Mandingo's zijn tijdens de onlusten zwaar getroffen.

UNHCR meldt dat het samenleven van Mandingo's met andere etnische groepen moeizaam gaat, met name met de Gio en de Mano en vooral in Monrovia en in de provincies Lofa en Nimba.261 Naar verwachting van verschillende bronnen zal de antipathie jegens Mandingo's in met name Nimba en Lofa opspelen met de terugkeer van Mandingo's naar deze provincies.262 Teneinde animositeit tegen te gaan, vonden op initiatief van lokale leiders in Lofa gedurende de maand juli 2005 reinigingsrituelen plaats, gericht op verzoening tussen Lorma's en Mandingo's.263 In december 2004 woonde president Bryant een conferentie in Nimba bij, gericht op verzoening tussen Mandingo's enerzijds en de Gio en de Mano anderzijds.264 Volgens een internationale waarnemer zal de positie van Mandingo's echter kwetsbaarder worden naarmate de situatie in Liberia zich normaliseert, omdat zij niet van oudsher een band hebben met een specifiek deel van het land. Volgens een andere bron is etniciteit in Nimba de doorslaggevende factor bij de reïntegratiemogelijkheden in de provincie: de Mano en de Gio zouden een Taylor- getrouwe ex-strijder gemakkelijker in hun midden accepteren dan een terugkerende Mandingo die niet aan gevechtshandelingen heeft deelgenomen. De International Crisis Group citeerde in december 2004 een LURD-commandant die stelde dat LURD heeft gevochten om een eind te maken aan discriminatie van Mandingo's. Aangezien LURD er samen met MODEL in geslaagd is de regering- Taylor te doen vertrekken en hoge posities te verwerven in de overgangsregering, zullen veel Mandingo's zich volgens de International Crisis Group niet snel neerleggen bij een gemarginaliseerde positie.265

Gbandi
Het comité van toezicht van het Verdrag voor de Rechten van het Kind constateerde in juli 2004 dat er op het gebied van de kinderrechten sprake was van


261 UNHCR's position on the treatment of Liberian asylum seekers and return to Liberia, 3 augustus 2005

262 ICG, Liberia and Sierra Leone, 8 december 2004
263 UNHCR News stories, Rival ethnic groups smoke peace pipe in Liberia's Lofa county, 20 juli 2005

264 DPA, Conference on tribal reconciliation ends without firm resolution, 10 december 2004
265 ICG, Liberia and Sierra Leone, 8 december 2004
56

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

discriminatie jegens kinderen van Gbandi-afkomst.266 Verder zijn er geen berichten bekend dat de Gbandi te vrezen hebben voor problemen op basis van hun etnische afkomst. De Gbandi komen, in tegenstelling tot vele andere bevolkingsgroepen die ook in buurlanden voorkomen, alleen in Liberia voor.

Krahn, Gio en Mano
Onder het Taylor-regime werden de Krahn beschuldigd van steun aan LURD. Sinds de opkomst van MODEL, dat voornamelijk uit Krahn bestaat, werd met nog groter wantrouwen dan daarvoor aangekeken tegen de Krahn-bevolkingsgroep en kon deze rekenen op vervolging door regeringstroepen.267 Het comité van toezicht van het Verdrag voor de Rechten van het Kind constateerde in juli 2004 dat er op het gebied van de kinderrechten sprake was van discriminatie jegens kinderen van Krahn-afkomst.268 Volgens de Britse hulporganisatie Oxfam bestaan er in de provincie Nimba ernstige spanningen tussen de Krahn enerzijds en de Mano en de Gio anderzijds.269 Een kandidaat-lijsttrekker van de politieke partij United People Party, tevens oud-minister onder Taylor, riep begin juli kiezers op niet op personen van Krahn-, Gio- of Mano-afkomst te stemmen, omdat zij het land weer in oorlog zouden storten.270 Verder zijn geen berichten bekend dat Krahn, Gio of Mano te vrezen hebben voor problemen op basis van hun etnische afkomst.

Americo-Liberianen
Liberia werd tot 1980 politiek sterk gedomineerd door de nazaten van bevrijde Amerikaanse slaven die de republiek in 1847 hadden gesticht. Deze dominantie riep wrevel op onder andere bevolkingsgroepen en werd in 1980 beëindigd door de staatsgreep van Samuel Doe, van Krahn-afkomst. Hierop volgde tussen 1989 en 1997 een burgeroorlog, waarbij uiteindelijk Charles Taylor zegevierde, een Americo-Liberiaan. Americo-Liberianen vormen nog steeds de elite in Liberia. Zo zijn naar verluidt alle presidentskandidaten, met uitzondering van George Weah, Americo-Liberiaan.271 Onder andere etnische groepen, waarbij met name Mandingo's worden genoemd, bestaat mogelijk weerstand tegen de sterke positie van de Americo-Liberianen. Ondanks deze eventuele weerstand onder niet- Americo-Liberianen zijn er geen berichten bekend van discriminatie of intimidatie van de Americo-Liberianen.


266 Committee on the rights of the child, 1 juli 2004
267 Commission on Human Rights, Report of the High Commissioner for Human Rights- Situation of human rights and fundamental freedoms in Liberia, E/CN.4/2004/5 (8 augustus 2003)

268 Committee on the rights of the child, 1 juli 2004
269 Oxfam, 26 maart 2004

270 The Analyst, Teahjay in trouble with women group, 6 juli 2005
271 De vader van Weah zou afkomstig zijn uit de Kru-bevolkingsgroep, en zijn moeder van Bassa-afkomst. The Perspective, Weah's bid for the Liberian presidency: prospects and implications, 6 december 2004

57

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

3.4.4 Dienstplicht en desertie

Liberia kent een algemene dienstplicht voor gezonde mannen vanaf 16 jaar.272 In praktijk wordt deze plicht slechts in werking geroepen als het land in oorlog is. Mannen zijn verplicht zich zo snel mogelijk na hun zestiende verjaardag te laten registreren voor militaire dienst, op straffe van maximaal een jaar gevangenisstraf.273 Bepaalde beroepsgroepen, zoals rechters, parlementariërs en artsen, zijn vrijgesteld van militaire dienst en op verzoek van een werkgever kan de vervulling van de dienstplicht maximaal een jaar worden uitgesteld.274

Kinderen geassocieerd met de strijdende partijen Kinderen tussen de 14 en de 17 jaar vormden een aanzienlijk deel van de strijdende partijen in Liberia, met name in de milities aan regeringszijde.275 Onder de 101.495 personen die zich meldden voor deelname aan het DDRR- proces bevonden zich 8523 minderjarige jongens en 2440 meisjes, hetgeen aanzienlijk minder is dan aanvankelijk was verwacht.276 Bij genoemde getallen dient aangetekend te worden, dat in deze getallen zowel de kinderen die daadwerkelijk gevochten hebben zijn meegerekend, als de kinderen die anderszins met de gewapende partijen optrokken. In de meeste gevallen ging het om gedwongen rekrutering277, waaraan in Liberia niet of nauwelijks viel te ontsnappen.

Uit vraaggesprekken met kinderen die zich wel meldden voor het ontwapeningsproces bleek dat veel kinderen inmiddels naar hun ouders waren teruggekeerd, door hun commandanten te werk werden gesteld in bijvoorbeeld de rubberwinning of dat zij slecht geïnformeerd waren over het DDRR-proces en zich daarom niet meldden.278 Te demobiliseren kinderen verbleven zes tot twaalf weken in de interim care centers, waar jongens en meisjes gescheiden van elkaar worden opgevangen.279 De familie was daarna in de meeste gevallen bereid kinderen geassocieerd met de strijdende partijen weer op te nemen.


272 Artikel 20 National Defense Law
273 Artikel 21 National Defense Law
274 Artikel 22 National Defense Law
275 Reuters, 31 augustus 2003; E/CN.4/2004/5; IRIN, 9 juni 2003, 24 september 2003 en 4 november 2003 en Human Rights Watch, How to fight, how to kill: child soldiers in Liberia, februari 2004

276 S/2005/376 en Amnesty International, The promises of peace for 21,000 child soldiers, 17 mei 2004

277 UNICEF, 25 september 2003
278 Watchlist, Nothing left to lose, juni 2004 en Amnesty International, Liberia, 18 augustus 2004

279 www.humanitarianinfo.org/liberia
58

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

Als onderdeel van het ontwapeningsproces ontvingen kinderen via een ouder of voogd een toelage van $300, waarvoor vooral door LURD en MODEL was gepleit.280 In praktijk bleek dat ook commandanten, van zowel LURD, MODEL als NPP, zich uitgaven als voogd of dat zij de wapens van kindsoldaten aan hun eigen kinderen meegaven naar een ontwapeningscentrum.281 Kinderen die geassocieerd waren met de strijdende partijen nemen volgens Save the Children bij gebrek aan perspectief noodgedwongen hun toevlucht tot prostitutie, diefstal, drugshandel en een leven op straat.282

Anderen hebben zich wederom aangemeld voor deelname aan gewapende strijd, met name in het buurland Ivoorkust. Minderjarige Liberianen maken deel uit van de Lima -militie die actief is in west-Ivoorkust, rond Guiglo en Toulepleu.283 Zie voor meer informatie over de huidige rekrutering van minderjarigen paragraaf 2.3.

3.4.5 Positie homoseksuelen

Artikel 14.72 van het Liberiaanse wetboek van strafrecht betreft vrijwillige sodomie. Het artikel stelt dat `afwijkende seksuele gemeenschap' een misdrijf in de eerste graad is. Sodomie wordt bestraft met een boete en/of gevangenisstraf. Om voor homoseksualiteit vervolgd te worden dient een persoon op heterdaad betrapt te worden. Er is niets bekend over vervolging wegens homoseksualiteit gedurende de verslagperiode.

In Liberia bestaan geen organisaties die ijveren voor de rechten van homoseksuelen.

In 2001 werd een socio-culturele studie verricht onder de bevolking van Monrovia. Volgens het ministerie van Volksgezondheid bleek daaruit een `toename' van homoseksualiteit en van biseksualiteit onder mannen.284

Er is nauwelijks informatie bekend over de maatschappelijke houding jegens homoseksualiteit. Volgens één bron in Liberia vindt geen stigmatisering van homoseksuelen plaats. Verschillende andere bronnen stellen echter dat in Liberia een taboe rust op homoseksualiteit en dat homoseksualiteit indruist tegen de


280 Bijeenkomst ontwapeningscommissie, bijgewoond door opsteller ambtsbericht
281 Amnesty International, Liberia, 18 augustus 2004
282 HCS of UNMIL, 23-30 juli 2004
283 Save the children UK, 22 juli 2004; Human Rights Watch, Côte d'Ivoire: ex-child soldiers recruited for war, 31 maart 2005 en HRW, Youth, poverty and blood, maart 2005
284 National Aids and STI Control Program, augustus 2004
59

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

`morele waarden' van Liberianen.285 Een Liberiaanse krant berichtte in juni 2005 dat sommige banken in Liberia zijn `infested with'(vergeven zijn van, geteisterd worden door) homoseksuelen en dat een Liberiaanse geestelijke zou hebben gewaarschuwd niet op homoseksuele politici te stemmen, omdat god homoseksualiteit zou verafschuwen.286 In februari 2005 sprak een zakenman die zich kandidaat heeft gesteld voor een senaatszetel namens de provincie Montserrado zich uit tegen homoseksualiteit, dat hij `onrein, onbijbels, onacceptabel en ongezond' noemde. De oorzaken van homoseksualiteit zocht hij in `omgevingsfactoren, groepsdwang en hormonale onevenwichtigheid' en hij schetste voor homoseksuelen `in zekere samenlevingen' een leven als verschoppeling.287

4 Migratieproblematiek

In dit hoofdstuk staat het migratievraagstuk van Liberianen centraal. Na een overzicht van de verschillende stromen vluchtelingen en ontheemden, volgt in paragraaf 4.2 informatie over terugkeer van Liberianen. Vervolgens komen in paragraaf 4.3 en 4.4 respectievelijk het beleid van andere Europese landen en het beleid van internationale organisaties aan bod.

4.1 Ontheemden- en vluchtelingenstromen in en uit Liberia 4.1.1 Buiten Liberia

In de omringende landen bevinden zich ongeveer 300.000 Liberiaanse vluchtelingen.

Guinee
In Guinee bevinden zich ongeveer 80.000 Liberiaanse vluchtelingen.288 In mei 2005 richtten honderden van hen de Association of Liberian Refugees in Guinea op teneinde te ijveren voor de vervolging van oud-president Taylor. Volgens de leden van deze organisatie ondervinden Liberiaanse vluchtelingen in Guinee problemen vanwege hun vermeende sympathie voor Taylor. Naar verluidt


285 The Analyst, Gays invade bank, 1 juni 2005 en Daniel Somerville, No nation for gays, 26 juli 2004, gevonden op www.mask.org.za
286 The News, Bank executive accused of sexual harassment by his junior employees, 10 juni 2005

287 The Analyst, Elect leadership with quality track records, 22 februari 2005
288 European Commission Humanitarian Office (ECHO), Guinea: a beleaguered country, 8 juni 2005, gevonden op http://europa.eu.int/comm/echo/field/guinea/index_en.htm
60

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

bevinden zich om deze reden in de Guinese gevangenissen 200 Liberiaanse vluchtelingen.289

Sierra Leone
In Sierra Leone bevinden zich ongeveer 62.000 Liberiaanse vluchtelingen.290 In het land is geregeld sprake van spanningen tussen hen en de lokale bevolking.291

Ivoorkust
In Ivoorkust bevinden zich ongeveer 47.000 Liberiaanse vluchtelingen.292 Zij ontvangen geen voedselhulp van de Ivoriaanse regering en worden door de lokale bevolking en de overheid gediscrimineerd vanwege de betrokkenheid van Liberianen bij rebellengroepen die strijden tegen de Ivoriaanse president Gbagbo.293 Volgens Human Rights Watch vond in 2004 in een west-Ivoriaans vluchtelingenkamp rekrutering van Liberianen voor de strijd in Ivoorkust plaats (zie paragraaf 2.3).

Ghana
In Ghana bevinden zich ongeveer 42.000 Liberiaanse vluchtelingen, die vrijwel allemaal leven in het Buduburam-kamp op 35 kilometer afstand van Accra.294

Nigeria
In Nigeria bevinden zich ongeveer 2600 Liberiaanse vluchtelingen, die daar doorgaans al vijftien jaar verblijven.295

4.1.2 Binnen Liberia

UNHCR maakt in haar hulpverlening geen onderscheid tussen vluchtelingen, ontheemden en teruggekeerde vluchtelingen.

UNHCR is op 8 november 2004 van start gegaan met de geassisteerde terugkeer van Liberiaanse ontheemden. (zie paragraaf 4.2).296 Sindsdien is het aantal


289 The Liberian Times, Liberian refugees in Guinea want Taylor `arrested', 6 mei 2005
290 UNHCR Sierra Leone Operations Update, Statistics as of 31 January 2005
291 AFP, Violentes émeutes entre réfugiés libériens et étudiants, 1 maart 2004 en UNHCR News Stories, Plea for Liberian peace in Sarkannedou, 11 augustus 2004
292 UNHCR Briefing Notes, Returns of Liberians on increase, 19 juli 2005
293 AFP, Liberian refugees fearing renewed conflict in Côte d'Ivoire return home, 30 december 2005; Refugees International, Liberian refugees in Côte d'Ivoire, 29 juni 2005,; AFP, Red carpet welcome for Liberian refugees a thing of the past in Ivory Coast, 18 januari 2004; AFP, Final group of refugees leave for Abidjan en route to United States, 21 februari 2004 en IRIN, Insecurity in west accelerates return home of Liberian refugees, 20 juli 2005
294 UNHCR, Voluntary repatriation in West Africa, maart 2004
295 AP, Nigeria to reptriate 2,000 Liberian refugees after 15 years, 23 juni 2005
61

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

ontheemden aanzienlijk gedaald. In de ontheemdenkampen rondom Monrovia bevonden zich in juni 2005 nog ongeveer 140.000 ontheemde personen.297 Camp Watch Teams, bestaande uit patrouillerende ontheemden, trachten de veiligheid in de kampen te vergroten.298 De Liberian Refugee Repatriation and Resettlement Commission (LRRRC), die van overheidszijde belast is met de coördinatie van vluchtelingen- en ontheemdenkwestie, heeft in verband met de terugkeer van vele ontheemden naar de plaats van herkomst in juni 2005 vier ontheemdenkampen rondom Monrovia gesloten en lege hutten en faciliteiten afgebroken. Ontheemden die een terugkeerpakket hebben ontvangen, zijn door de LRRRC gewaarschuwd dat zij niet op verdere hulp hoeven te rekenen indien zij het geld voor vervoer naar de plaats van herkomst aan andere zaken dan terugkeer besteden.299

Naast de Liberiaanse ontheemden bevinden zich binnen de grenzen van Liberia gevluchte burgers uit andere landen. In januari 2005 ging het hierbij nog om ongeveer 10.000 Ivorianen.300 Zij bevinden zich hoofdzakelijk in de provincies Nimba en Maryland. UNHCR heeft in de eerste helft van 2005 de uitgifte van identiteitskaarten aan de Ivoriaanse vluchtelingen ter hand genomen.301

Ook verblijven er nog 2800 Sierra Leoonse vluchtelingen in Liberia, die zijn achtergebleven nadat UNHCR in juli 2004 het repatriëringsprogramma voor Sierra Leonezen beëindigde.302 UNHCR tracht voor deze groep andere duurzame oplossingen te vinden en heeft hen in april 2005 van identiteitskaarten voorzien.303

4.2 Terugkeer
Liberia heeft met UNHCR en de regionale buurlanden Ivoorkust, Guinee, Sierra Leone, Nigeria en Ghana overeenkomsten gesloten over de veilige en waardige vrijwillige terugkeer van Liberiaanse vluchtelingen.304 In de overeenkomsten garandeert Liberia de bewegingsvrijheid van teruggekeerde vluchtelingen en


296 AFP, Liberian government, UNHCR to begin returning displaced people home, 8 november 2004

297 IRIN, Camps begin to close but many IDPs still worried about getting home, 23 juni 2005
298 UNMIL IDP Unit, IDP Return in Liberia update #20, 15 juni 2005, gevonden op www.humanitarianinfo.org/liberia
299 IRIN, Camps begin to close but many IDPs still worried about getting home, 23 juni 2005 en The Analyst, LRRRC closed down 4 IDP camps, 20 juni 2005
300 UNHCR Global Appeal 2005
301 UNHCR News Stories, Refugees in Liberia receive ID cards, 26 april 2005
302 In juli 2003, toen het conflict in Liberia op zijn hevigst was, zette UNHCR een schip in om Sierra Leonese vluchtelingen te repatriëren.
303 HCS of UNMIL, 16-22 juli 2004 en UNHCR News Stories, Refugees in Liberia receive ID cards, 26 april 2005

304 DPA, Another 300,000 refugees get green light to go home, 27 september 2004 en AP, Nigeria to reptriate 2,000 Liberian refugees after 15 years, 23 juni 2005
62

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

belooft het dat de overheid teruggekeerde vluchtelingen niet zal vervolgen, discrimineren of bestraffen vanwege hun vlucht uit Liberia.305

Sinds februari 2005 zijn alle Liberiaanse provincies door de County Resettlement Assessment Committees (CRAC), waarin onder meer de Liberian Refugee Repatriation and Resettlement Commission zitting heeft, veilig verklaard voor de (vrijwillige) terugkeer van vluchtelingen en ontheemden. Internationale hulpverleners zijn van mening dat de veiligheidssituatie geen belemmering meer is voor terugkeer naar Liberia en naar de plaats van herkomst, al citeerde de nieuwsdienst IRIN in juni 2005 nog een ontheemde man die bang was terug te keren naar Gbarpolu.306 Volgens andere internationale hulpverleners ontbreken echter vaak nog basisvoorzieningen op het gebied van bestuur, gezondheidszorg en onderwijs. Minderjarigen kunnen volgens een internationale hulpverlener vanuit het buitenland wel naar Monrovia worden uitgezet, maar in verband met het ontbreken van onderwijsfaciliteiten niet naar het platteland.

Op 1 oktober 2004 ging het repatriëringsprograma van UNHCR van start, met de terugkeer van 200 Liberianen uit Sierra Leone en Ghana307. Onder dit programma biedt UNHCR ondersteuning aan Liberiaanse vluchtelingen die vrijwillig terugkeren uit Sierra Leone, Ivoorkust, Guinee en Ghana. Zij verblijven voor een periode van maximaal 24 uur in één van de zeventien transitcentra alvorens ter hoogte van hun oorspronkelijke woonplaats op de grote weg te worden afgezet308.

Tussen oktober 2004 en halverwege juli 2005 assisteerde UNHCR 28.000 vluchtelingen bij hun terugkeer naar Liberia; aanzienlijk minder dan de 50.000 waarop UNHCR alleen al tussen oktober en december 2004 had gerekend. Daarnaast zijn tienduizenden vluchtelingen spontaan en zonder hulp teruggekeerd vanuit de buurlanden. UNHCR hoopt in 2005 66.000 vluchtelingen te assisteren bij de terugkeer naar Liberia, waarbij rekening wordt gehouden met vertraging in de terugkeer in de aanloop naar de verkiezingen in Liberia.309


305 AP, First UN-sponsored wave of Liberian refugees scheduled to return home Friday, 27 september 2004

306 IRIN, Camps begin to close but many IDPs still worried about getting home, 23 juni 2005
307 IRIN, 1 oktober 2004

308 De transitcentra bevnden zich in Perry Town, VOA (beide bij Monrovia), Bo Waterside, Sinje, Tubmanburg, Gbarnga, Ganta, Saclapea, Zwedru, Toe Town, Greenville, Harper, Pleebo, Salayea, Zorzor, Kolahun en Voinjama. LRRRC, Performance report, 19 oktober 2004

309 UNHCR, Repatriation and reintegration operations for Liberians, Update no. 4, oktober 2004-februari 2005; UNHCR News stories, Liberian govt declares four counties safe for return ahead of UNHCR repatriation, 16 september 2004 en UNHCR Briefing Notes, Returns of Liberians on increase, 19 juli 2005
63

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

Op 8 november 2004 ging het programma van begeleide terugkeer voor ontheemden van start.310 Tussen november 2004 en halverwege juli 2005 heeft UNHCR onder dit programma ruim 189.000 ontheemden geassisteerd. 311 Vooral ontheemden uit de provincie Lofa zijn volgens een bron geïnteresseerd in terugkeer naar hun oorspronkelijke woonplaats. Volgens een NGO-bron schiet UNHCR's terugkeerprogramma voor ontheemden tekort. Terugkerende ontheemden zouden op hun reis niet worden beschermd en de voorzieningen in hun dorpen zou ernstig tekortschieten. Het Wereldvoedselprogramma (WFP) maakte in maart 2005 bekend dat terugkerende vluchtelingen en ontheemden kunnen rekenen op volledige voedselrantsoenen, terwijl de rantsoenen van andere door WFP gesteunde burgers vanwege geldgebrek zijn teruggebracht tot 64% van het vereiste aantal calorieën per dag.312 In april en mei 2005 stelden de Norwegian Refugee Council, de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) en een coalitie van 310 Liberiaanse NGOs dat de terugkeer van ontheemden in verband met de verkiezingen overhaast plaatsvindt en logistieke en veiligheidsproblemen veroorzaakt.313 Onder de 1,3 miljoen burgers die zich tussen april en juni als kiezer lieten registreren bevinden zich ruim 61.000 ontheemden. Van hen gaf 75% desgevraagd aan in oktober 2005 te willen stemmen in de plaats van herkomst. De keuze voor de stemlocatie is bindend. Een waarnemer vraagt zich af of de ontheemden in oktober 2005 daadwerkelijk in dergelijke groten getale zullen zijn teruggekeerd naar de plaats van herkomst. Volgens een andere bron is de ontheemden niet duidelijk gemaakt dat stemmen in de plaats van herkomst slechts één van de beschikbare opties was.

Liberiaanse vluchtelingen die uit de buurlanden terugkeren ondervinden volgens verschillende bronnen geen moeilijkheden. Over de behandeling van afgewezen Liberiaanse asielzoekers bij terugkeer uit Europa naar Liberia is niets bekend.

IOM heeft reïntegratieprogramma's beschikbaar voor vrijwillige terugkeerders. UNHCR zou voor vrijwillig teruggekeerde Liberianen met een opleiding (met name medisch geschoolden en onderwijzers) mogelijkheden kunnen zoeken voor uitoefening van hun beroep, waarbij tegelijkertijd kan worden bijgedragen aan de wederopbouw van de gemeenschap van herkomst. De Liberiaanse overheid voert geen reïntegratieprogramma's voor terugkeerders uit.

In de provincies Montserrado, Margibi, Grand Cape Mount, Lofa, Nimba, Grand Gedeh, Maryland, Grand Kru en River Gee heeft UNHCR in samenwerking met het ICRC en NGOs monitoringmechanismes opgericht, waarmee het aantal


310 AFP, 8 november 2004

311 UNHCR Briefing Notes, Returns of Liberians on increase, 19 juli 2005
312 IRIN, WFP prioritises returning refugees and IDPs in food distribution, 4 maart 2005
313 IRIN, Aid groups say resettlement of displaced people is too hasty, 6 mei 2005
64

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

terugkeerders en de behoeftes in de gemeenschappen waarnaar zij terugkeren in kaart worden gebracht.314

De reïntegratie van teruggekeerde vluchtelingen en ontheemden wordt gecompliceerd door de bezetting van hun land of huis door voormalige strijders of door andere burgers. Verschillende waarnemers voorzien een toename van het aantal geschillen over grond- en huizenbezit naarmate meer vluchtelingen en ontheemden terugkeren. Zowel de Liberian Refugee Repatriation and Resettlement Commission als UNHCR trachten in overleg met de lokale autoriteiten te bemiddelen bij dergelijke conflicten.

Het UNHCR-hoofdkantoor adviseert landen van opvang om asielaanvragen van Liberianen op hun individuele merites te behandelen en daarbij aandacht te schenken aan uitsluitingsgronden zoals verwoord in artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag. Ook beveelt UNHCR aanvullende bescherming aan voor Liberiaanse asielzoekers die op individuele basis niet in aanmerking komen voor de vluchtelingenstatus. UNHCR pleit tevens voor een moratorium op de terugkeer van afgewezen Liberiaanse asielzoekers.315

4.3 Beleid van andere Europese landen

Verenigd Koninkrijk
Het Verenigd Koninkrijk beoordeelt asielaanvragen van Liberianen op individuele basis en voert geen speciaal beleid ten aanzien van (bepaalde categorieën) Liberiaanse asielzoekers. In 2004 vroegen 235 Liberianen asiel aan in het Verenigd Koninkrijk. Gedwongen terugkeer van Liberianen wordt mogelijk geacht en vindt daadwerkelijk plaats.

Zwitserland
In Zwitserland worden asielaanvragen van Liberianen als laatste prioriteit behandeld. Bij de behandeling van de asielverzoeken wordt speciale aandacht besteed aan Mandingo's, politiek activisten en voormalig strijders die zeggen te vrezen te hebben van vervolging. Vrouwen, bejaarden en kinderen zonder familieleden of economische achtergrond in Liberia van wie de asielaanvraag is afgewezen kunnen aanspraak maken op tijdelijke bescherming in Zwitserland. Gedwongen terugkeer van Liberianen wordt mogelijk geacht en vindt daadwerkelijk plaats.


314 UNHCR, Repatriation and reintegration operations for Liberians, Update no. 4, oktober 2004-februari 2005

315 UNHCR's position on the treatment of Liberian asylum seekers and return to Liberia, 3 augustus 2005

65

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

België
België hanteert ten aanzien van Liberiaanse asielzoekers tot eind 2005 een de facto besluitmoratorium. Asielaanvragen van Liberianen worden tot die tijd slechts beoordeeld op hun ontvankelijkheid in België. Asielaanvragen die niet ontvankelijk zijn worden voorzien van een `niet-terugleidingsclausule'.

Er is geen informatie bekend over het beleid ten aanzien van Liberiaanse asielzoekers van andere Europese landen.

4.4 Activiteiten van internationale organisaties

Diverse internationale organisaties en NGOs houden zich bezig met de hulpverlening aan ontheemden en (teruggekeerde) vluchtelingen in Liberia. De hulpverlening wordt bemoeilijkt door de slechte infrastructuur in Liberia, met name in de regentijd. Volgens een internationale hulpverlener zijn er gedurende de verslagperiode enkele incidenten geweest waarbij NGO- en VN-medewerkers zijn lastiggevallen en bedreigd, onder meer in Ganta, Zwedru en Buchanan. Deze hulpverlener wijt de incidenten aan frustratie van ontwapende strijders over het uitblijven van reïntegratie- en rehabilitatiemogelijkheden. Volgens enkele NGO- bronnen wordt de hulpverlening gecompromitteerd en in gevaar gebracht door het feit dat de humanitaire hulpverlening van de VN sinds juli 2004 onder de naam Humanitarian Coordination Section volledig is geïntegreerd in UNMIL.316

Activiteiten van de VN-organisaties
In het kader van het United Nations Consolidated Appeal for Liberia voeren diverse VN-organisaties activiteiten uit op het gebied van de voedselvoorziening, landbouw, gezondheidszorg, huisvesting, onderwijs en bescherming van mensenrechten en opbouw van de rechtsstaat. Naast UNHCR en UNICEF zijn de volgende organisaties actief: FAO, UNDP, UNFPA, UNMAS, WFP en WHO.317 OCHA is in juli 2004 volledig geïntegreerd in UNMIL en gaat sindsdien door het leven als de Humanitarian Coordination Section. UNHCR heeft kantoren in Monrovia, Gbarnga, Harper, Saclapea, Zwedru, Tubmanburg en Voinjama.318

Activiteiten van het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) Het ICRC houdt zich bezig met bescherming van en hulpverlening aan ontheemden. De activiteiten van het ICRC bestaan onder meer uit het chloreren van drinkwaterbronnen, voedselverstrekking aan weeshuizen in Monrovia en het herenigen van familieleden. Het ICRC houdt zich verder bezig met medische assistentie en vaccinatieprogramma's in de kampen en registreert schendingen van


316 HCS of UNMIL, 2-9 juli 2004
317 www.humanitarianinfo.org/liberia
318 UNHCR Global Appeal 2005
---

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

het internationaal humanitair recht. Ook wordt voorlichting over het oorlogsrecht gegeven aan gewapende strijders en bezoekt het ICRC gevangenen. Het ICRC heeft kantoren in Monrovia, Zwedru, Voinjama en Saniquellie319.

Activiteiten van NGOs
In Liberia zijn ongeveer veertig internationale NGOs actief.320 Veel lokale niet- gouvernementele organisaties implementeren de activiteiten van VN-organisaties en internationale NGOs.


319 ICRC, Newsletter Liberia, no. 3, augustus 2004
320 Humanitarian Information Centre, Liberia INGO statistical information, www.humanitarianinfo.org/liberia

67

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

5 Samenvatting

De ontwikkelingen in Liberia staan sinds het einde van de burgeroorlog in augustus 2003 in het teken van de soms problematische consolidatie van het gezag van de overgangsregering en de verdere, eveneens moeizame implementatie van het vredesakkoord van augustus 2003. De politieke ontwikkelingen tussen december 2004 tot en met juli 2005 in Liberia laten een gemengd beeld zien. Enerzijds lopen de voorbereidingen voor de presidents- en parlementsverkiezingen op 11 oktober 2005 goed en is enige vooruitgang geboekt met het herstel van het staatsgezag en de oprichting van de commissies waarin het vredesakkoord voorziet. Anderzijds deden zich tijdens de verslagperiode zorgwekkende en in potentie destabiliserende ontwikkelingen voor op het gebied van corruptie en werd de invloed van oud-president Taylor in Liberia opnieuw voelbaar.

De veiligheidssituatie wordt door de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties `hoewel breekbaar, relatief stabiel' genoemd. Gedurende de verslagperiode bleven grote veiligheidscrises uit en de succesvolle registratie van kiezers tot in de zeer afgelegen gebieden van het land laat zien dat de veiligheidssituatie voor burgers aanzienlijk is verbeterd. Op sommige plaatsen in het land, met name de gebieden met natuurlijke rijkdommen die in handen zijn van voormalig strijders, ondervinden burgers nog wel problemen. Het achterblijven van reïntegratie- en rehabilitatiemogelijkheden voor ontwapende strijders vormde tijdens de verslagperiode een bron van zorg. Bovendien gaat een potentiële dreiging voor de (regionale) veiligheidssituatie uit van rekrutering en militaire training van strijders, waarover gedurende de verslagperiode diverse berichten verschenen. Zowel oud- president Taylor als Ivoriaanse en Guinese leiders zouden de hand hebben in deze activiteiten. De hervorming van het Liberiaanse leger en de politie is nog niet voltooid.

De huidige Liberiaanse regering heeft zich gedurende de verslagperiode voor zover bekend niet schuldig heeft gemaakt aan mensenrechtenschendingen. Gezien het beperkte staatsgezag, corruptie (mede veroorzaakt door lage ambtenarensalarissen) en het slecht functionerende justitieel systeem is bescherming van de mensenrechten in Liberia echter niet gegarandeerd.

Op 1 oktober 2004 ging het UNHCR-programma voor vrijwillige terugkeer van de honderdduizenden Liberiaanse vluchtelingen vanuit de West-Afrikaanse regio van start. Begin november 2004 werd dit gevolgd door de start van begeleide terugkeer van de toen nog 300.000 ontheemden in Liberia. Liberia telde in juni 2005 nog 140.000 ontheemden.


68

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005


Bijlage I: Literatuurlijst

Voor dit ambtsbericht is gebruik gemaakt van de volgende openbare bronnen:

Africa Confidential

Agence France-Presse

Agreement on the ceasefire and cessation of all hostilities between the Government of the Republic of Liberia and Liberians United for Reconciliation and Democracy and the Movement for Democracy in Liberia, 17 juni 2003

Algemeen Nederlands Persbureau

Aliens and Naturalization law of Liberia (15 mei 1973)

Amnesty in actie, `Stop straffeloosheid in Liberia', juni 2005

Amnesty International Press Releases

Amnesty International, No impunity for rape ­ a crime against humanity and a war crime, 14 december 2004

Amnesty International, One year after Accra - immense human rights challenges remain, 18 augustus 2004

Amnesty International, Open letter to permanent representatives at the Africa Union (AU) regarding the case of Charles Taylor, former president of Liberia, indicted for crimes against humanity and war crimes, 5 augustus 2004

Amnesty International, The promises of peace for 21,000 child soldiers, 17 mei 2004

Amnesty International, West Africa: Time to abolish the death penalty, oktober 2003, AFR 05/003/2003

The Analyst, Liberiaans dagblad

Associated Press

BBC News


69

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

Bryant, Gyude, Liberia: the way forward- Annual message delivered bij Chairman Gyude Bryant, 26 januari 2004

Bureau of African Affairs United States Department of State, Background note: Liberia, april 2005

CIA, The World Factbook 2002 t/m 2005

Coalition for International Justice, Following Taylor's money: a path of war and destruction, mei 2005

Comprehensive peace agreement between the government of Liberia and the Liberians United for Reconciliation and Democracy (LURD) en the Movement for Democracy in Liberia (MODEL) and political parties, 18 augustus 2003

Constitution of the Republic of Liberia, 6 januari 1986

Criminal Procedure Law, Liberia, januari 1969

Deutsche Presseagentur

Domestic Relation Law, Liberia

The Economist, `Still in the shadow of the warlords', 4 juni 2005

The Economist Intelligence Unit, Country Profile Guinee, Sierra Leone, Liberia, 2002

The Economist Intelligence Unit, Country Profile Liberia, september 2003

The Economist Intelligence Unit, Country Report Liberia, maart 2004

The Economist Intelligence Unit, Country Report Liberia, juni 2004

The Economist Intelligence Unit, Country Report Liberia, september 2004

The Economist Intelligence Unit, Country Report Liberia, december 2004

The Economist Intelligence Unit, Country Report Liberia, juni 2005

Ellis, Stephen , The mask of anarchy- The destruction of Liberia and the religious dimension of an African civil war (Londen 1999)


70

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

European Commission Humanitarian Office (ECHO), `Guinea: a beleaguered country, 8 juni 2005', gevonden op
http://europa.eu.int/comm/echo/field/guinea/index_en.htm

FBIS report, Selection list Liberia Press

The Forum, Liberiaanse krant

Freetown radio UNAMSIL

Global Witness, A time for justice: why the international community, UN security council and Nigeria should help facilitate Charles Taylor's immediate extradition to the Special Court for Sierra Leone, juni 2005

Global Witness, Timber, Taylor, Soldier, Spy: How Liberia's uncontrolled resource exploitation, Charles Taylor's manipulation and the re-recruitment of ex- combatants are threathening regional peace, juni 2005

The Guardian

The Heritage, Liberiaans dagblad

Human Rights Watch, How to fight, how to kill: child soldiers in Liberia, februari 2004

Human Rights Watch, Recruitment of ex-child soldiers in Côte d'Ivoire, 30 maart 2005

Human Rights Watch, UN Security Council: ensure justice in West Africa, 24 mei 2005

Human Rights Watch, UN: press Nigeria to hand over Charles Taylor, 21 juni 2004

Human Rights Watch, World Report 2003

Human Rights Watch, Youth, poverty and blood: the lethal legacy of West Africa's regional warriors, maart 2005

ICRC, Newsletter Liberia no. 3, augustus 2004

Induction address by His Excellency C. Gyude Bryant, Chairman, National Transitional Government of Liberia, 14 oktober 2003
71

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

The Inquirer, Liberiaans dagblad

Integrated Regional Information Network (IRIN), informatievoorziening OCHA, VN

Inter Press Service

International Contact Group on Liberia Press Releases

International Crisis Group, Liberia and Sierra Leone: rebuilding failed states, 8 december 2004

International Crisis Group, Liberia: security challenges, 3 november 2003

International Crisis Group, Rebuilding Liberia: prospects and perils, 30 januari 2004

International Monitoring Committee, Press Statement, 18 oktober 2004

Itano, Nicole, Small boys with florescent guns ans the leaders behind them: Charles Taylor and the rebels who unseated him, Institute for Security Studies, 18 oktober 2003

Jeune Afrique/L'Intelligent

Liberian Express, Liberiaanse krant

Liberian Observer, Liberiaanse krant

The Liberian Standard, Liberiaans weekblad

The Liberian Times, Liberiaanse krant

National Aids and STI Control Program, National multisectoral plan for the prevention and control of HIV/Aids 2004-2007, augustus 2004

National Defense Law

National Elections Commission, Liberian refugees: your right to know, your right to participate (folder)

The New National, Liberiaanse krant

72

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

The News, Liberiaans dagblad

Norwegian Refugee Council, Liberia: fragile peace must be consolidated before IDPs can return home, 26 mei 2004

Oxfam, Reintegration Assessment Report, 26 maart 2004

Pan-African News Agency (PANA)

Radio France Internationale

Refugees International, Liberian refugees in Côte d'Ivoire, 29 juni 2005

Reporters without borders, Third annual worldwide press freedom index, 26 oktober 2004

Reuters

Save the children UK, Emergency statement Liberia, 22 juli 2004

Special Court for Sierra Leone, Briefing to the Security Council by Justice Emmanuel Olayinka Ayoola, president, 24 mei 2005

Statement of David M. Crane, Chief Prosecutor, Special Court for Sierra Leone, 4 juni 2003

Takirambudde, Peter , `Liberia: where the arms come from', International Herald Tribune, 17 september 2003

U.S. Department of state, Country report on human rights practices: Liberia 2003, februari 2004

U.S. Department of state, Country reports on human rights practices 2004, 28 februari 2005

U.S. Department of state, International Religious Freedom Report 2004, september 2004

Watchlist on children and armed conflict, Nothing left to lose: the legacy of armed conflict and Liberia's children, juni 2004


73

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

Publicaties van de Verenigde Naties

Commission on Human Rights, Report of the High Commissioner for Human Rights- Situation of human rights and fundamental freedoms in Liberia, E/CN.4/2004/5 (8 augustus 2003)

Committee on the rights of the child, Thirty-six session, Consideration of reports submitted by states parties under article 44 of the Convention, 1 juli 2004

Fifth progress report of the Secretary-General on the United Nations Mission in Liberia, S/2004/972 (17 december 2004)

Fourth Progress Report of the Secretary-General on the United Nations Mission in Liberia, S/2004/725 (10 september 2004)

Humanitarian Coordination Section of the United Nations Mission in Liberia, Situation reports

Report of the Panel of Experts appointed pursuant to paragraph 4 of Security Council resolution 1458 (2003), concerning Liberia, S/2003/498 (17 april 2003)

Report of the Panel of Experts appointed pursuant to paragraph 2 of Security Council resolution 1549 (2004), concerning Liberia, S/2004/955 (6 december 2004)

Report of the Panel of Experts appointed pursuant to paragraph 8 of Security Council resolution 1579 (2004), concerning Liberia, S/2005/176 (17 maart 2005)

Report of the Panel of Experts appointed pursuant to paragraph 8 of Security Council resolution 1579 (2004), concerning Liberia, S/2005/360 (13 juni 2005)

Report of the Secretary-General pursuant to Security Council resolution 1579 (2004) regarding Liberia, S/2005/376 (7 juni 2005)

Report of the Security Council Committee established pursuant to resolution 1521 (2003) concerning Liberia, S/2004/1025 (31 december 2004)

Report of the Security Council mission to West Africa, 20-29 juni 2004, S/2004/525 (2 juli 2004)

Resolutie Veiligheidsraad, S/RES/1343 (7 maart 2001)

Resolutie Veiligheidsraad, S/RES/1408 (6 mei 2002)
74

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

Resolutie Veiligheidsraad, S/RES/1458 (28 januari 2003)

Resolutie Veiligheidsraad, S/RES/1478 (6 mei 2003)

Resolutie Veiligheidsraad, S/RES/1497 (1 augustus 2003)

Resolutie Veiligheidsraad, S/RES/1509 (19 september 2003)

Resolutie Veiligheidsraad, S/RES/1521 (22 december 2003)

Resolutie Veiligheidsraad, S/RES/788 (19 november 1992)

Resolutie Veiligheidsraad, S/RES/1532 (12 maart 2004)

Resolutie Veiligheidsraad, S/RES/1561 (17 september 2004)

Resolutie Veiligheidsraad, S/RES/1579 (21 december 2004)

Resolutie Veiligheidsraad, S/RES/1607 (21 juni 2005)

Second Progress Report of the Secretary-General on the United Nations Mission in Liberia, S/2004/229 (22 maart 2004)

Sixth Progress Report of the Secretary-General on the United Nations Mission in Liberia, S/2005/177 (17 maart 2005)

Third progress report of the Secretary-General on the United Nations Mission in Liberia, S/2004/430 (26 mei 2004)

UN News Service

UNHCR Global Appeal 2005

UNHCR, Briefing Notes

UNHCR, News stories

UNHCR, Repatriation and Reintegration operations in Liberia-Update no. 2, maart-juni 2004

UNHCR, Voluntary repartiation in West Africa, maart 2004


75

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

UNHCR's position on the treatment of Liberian asylum seekers and return to Liberia, 3 augustus 2005

UNICEF, Protecting children, gevonden op www.humanitarianinfo.org/liberia

UNICEF, Press releases

United Nations Consolidated Appeals Process, Liberia 2004, november 2003

United Nations Press Releases

United Nations Security Council Press Release, Security Council committee on Liberia updates its travel ban list, SC/8359, 14 april 2005

UNMIL IDP Unit, IDP return in Liberia update 16, 21 mei 2005

UNMIL Press Releases

World Food Programme (WFP) Press Releases

Websites

www.allafrica.com

www.diamonds.net

www.ethnologue.com

www.globalsecurity.org

www.humanitarianinfo.org/liberia

www.mask.org.za

www.newafrica.com.

www.panapress.com

www.reliefweb.org

www.theperspective.org, internetkrant van Liberianen in de VS


76

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005

www.unhchr.ch

www.unhcr.ch


77

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005


Bijlage II: Kaart van Liberia


78

Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005


Bijlage III: Samenstelling van de overgangsregering

Voormalige regering van Charles Taylor:
Defensie Daniel Chea Binnenlandse Zaken Dan Morias Post en Telecommunicatie Eugene Nagbe Planning en Economische Zaken Christian Herbert Gezondheidszorg en Welzijn Peter Coleman

LURD:
Financiën Luseni Kamara Justitie Kabineh Ja'neh Arbeid Lavella Supawood Transport Vamba Kanneh Presidentiële Aangelegenheden Jackson Doe

MODEL:
Land, Mijnen en Energie Jonathan Mason Handel Samuel Wlue (Wolo) Landbouw George Karmee (Kammie) Publieke Werken Irwin Coleman Buitenlandse Zaken Thomas Nimely Yaya

Ongewapende politieke partijen en het
maatschappelijk middenveld:
Onderwijs Evelyn Kandakai Gender en Ontwikkeling Varbah Gayflor Informatie Bill Allen Rurale Ontwikkeling Ernest Jones Jeugd en Sport Wytonia Bounce Nationale Veiligheid Lorsy Kendor


79


---- --