Algemeen Ambtsbericht Liberia
Directie Personenverkeer, Migratie en Vreemdelingenzaken
Afdeling Asiel- en Migratiezaken
Den Haag
070-348 5964
26 augustus 2005
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
Inhoudsopgave Pagina
1 Inleiding 4
2 Landeninformatie 5
2.1 Basisgegevens 5
2.1.1 Land en volk 5
2.1.2 Staatsinrichting 6
2.1.3 Geschiedenis 8
2.2 Politieke ontwikkelingen 11
2.3 Veiligheidssituatie 21
2.4 Sociaal-economische situatie 30
3 Mensenrechten
32
3.1 Juridische context 32
3.1.1 Verdragen 32
3.1.2 Nationale wetgeving 33
3.2 Toezicht op naleving van de mensenrechten 34
3.3 Naleving en schendingen 36
3.3.1 Vrijheid van meningsuiting 36
3.3.2 Vrijheid van vereniging en vergadering 37
3.3.3 Vrijheid van godsdienst 38
3.3.4 Bewegingsvrijheid 39
3.3.5 Rechtsgang 41
3.3.6 Arrestaties en detenties 43
3.3.7 Mishandeling en foltering 45
3.3.8 Verdwijningen 46
3.3.9 Buitengerechtelijke executies en moorden 46
3.3.10 Doodstraf 47
3.4 Positie van specifieke groepen 47
3.4.1 Meisjes en vrouwen 47
3.4.2 Minderjarigen 51
3.4.3 Etnische groepen en minderheden 54
3.4.4 Dienstplicht en desertie 58
3.4.5 Positie homoseksuelen 59
4 Migratieproblematiek 60
4.1 Ontheemden- en vluchtelingenstromen in en uit Liberia 60
4.1.1 Buiten Liberia 60
4.1.2 Binnen Liberia 61
4.2 Terugkeer 62
4.3 Beleid van andere Europese landen 65
4.4 Activiteiten van internationale organisaties 66
---
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
5 Samenvatting 68
Bijlage I: Literatuurlijst 69
Bijlage II: Kaart van Liberia 78
Bijlage III: Samenstelling van de overgangsregering 79
---
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
1 Inleiding
In dit algemene ambtsbericht wordt de huidige situatie in Liberia beschreven
voorzover deze van belang is voor de beoordeling van asielverzoeken van
personen die afkomstig zijn uit Liberia en voor besluitvorming over de terugkeer
van afgewezen Liberiaanse asielzoekers. Dit ambtsbericht is een actualisering van
eerdere ambtsberichten over de situatie in Liberia (laatstelijk januari 2005). Dit
algemeen ambtsbericht beslaat de periode van december 2004 tot en met juli 2005.
Dit ambtsbericht is gebaseerd op informatie van openbare en vertrouwelijke
bronnen. Bij de opstelling is gebruik gemaakt van informatie van verschillende
organisaties van de Verenigde Naties, niet-gouvernementele organisaties,
vakliteratuur en berichtgeving in de media. Een overzicht van de geraadpleegde
openbare bronnen is opgenomen in de literatuurlijst. Bovendien liggen
bevindingen ter plaatse en vertrouwelijke rapportages van de Nederlandse
vertegenwoordiging in Dakar (Senegal) en in EU-lidstaten aan dit algemeen
ambtsbericht ten grondslag. In het algemeen ambtsbericht wordt veelvuldig
verwezen naar geraadpleegde openbare bronnen. Daar waar openbare bronnen zijn
vermeld, wordt de tekst in veel gevallen ook ondersteund door informatie die op
vertrouwelijke basis is ingewonnen.
In hoofdstuk twee wordt ingegaan op recente ontwikkelingen op politiek,
veiligheids- en sociaal-economisch gebied. Deze beschrijving wordt voorafgegaan
door een overzicht van de geschiedenis van Liberia. Ook is een korte passage over
de geografie en de bevolking van Liberia opgenomen.
In hoofdstuk drie wordt de mensenrechtensituatie in Liberia geschetst. Na een
beschrijving van wettelijke garanties en internationale verdragen waarbij Liberia
partij is, komen de mogelijkheden van toezicht op de naleving van de
mensenrechten aan de orde. Daarna volgt de beschrijving van de naleving dan wel
schending van enkele klassieke mensenrechten. Ten slotte wordt de positie van
specifieke groepen, waaronder minderjarigen, belicht.
In hoofdstuk vier komen de opvang van binnenlands ontheemden, het beleid van
een aantal andere Europese landen inzake asielzoekers uit Liberia en activiteiten
van internationale organisaties, waaronder de positie van UNHCR, aan de orde.
Een algehele samenvatting volgt in hoofdstuk vijf.
4
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
2 Landeninformatie
2.1 Basisgegevens
2.1.1 Land en volk
De Republiek Liberia is gelegen aan de westkust van Afrika en beslaat een gebied
ter grootte van ruim 110.000 vierkante kilometer (bijna 3 maal Nederland). Het
land grenst in het westen aan Sierra Leone, in het noorden aan Guinee, in het
oosten aan Ivoorkust en in het zuiden aan de Atlantische Oceaan.1
Liberia is administratief verdeeld in vijftien counties of provincies met elk een
eigen hoofdstad (hoofdstad tussen haakjes), vanaf de grens met Sierra Leone met
de wijzers van de klok mee: Grand Cape Mount (Robertsport), Gbarpolu (Bopolu),
Lofa (Voinjama), Bong (Gbarnga), Nimba (Sanniquellie), Grand Gedeh (Zwedru),
River Gee (Fish Town), Maryland (Harper), Grand Kru (Barclayville), Sinoe
(Greenville), River Cess (River Cess), Grand Bassa (Buchanan), Margibi (Kakata),
Montserrado (Monrovia tevens nationale hoofdstad) en Bomi (Tubmanburg).2
Een kaart van Liberia is toegevoegd als Bijlage II.
Bevolking
De bevolking bestaat uit ruim 3,3 miljoen inwoners en is etnisch divers. De
grootste etnische groep wordt gevormd door de Kpelle (bijna 500.000) die het
centrale deel van het land bewonen, in het bijzonder Bong County. Op de tweede
en de derde plaats komen de Bassa in de regio rond Buchanan en de Gio in Nimba
County. Andere bekende groepen zijn de Krahn, Mandingo, Gbandi (ook wel
Bandi genoemd), Kru en Vai.3 Geen enkele groep vormt de meerderheid van de
bevolking. 2,5% van de bevolking, de Americo-Liberians, stamt af van destijds uit
de Verenigde Staten gekomen ex-slaven. De resterende 2,5% bestaat uit
`buitenlanders', onder wie Afrikanen, Libanezen en Aziaten.
40% van de bevolking is christen of aanhanger van een combinatie van het
christendom en traditionele inheemse godsdiensten. Ongeveer 20% van de
bevolking is moslim. De resterende 40% is aanhanger van traditionele inheemse
godsdiensten. Ten slotte is er een kleine Baha'i gemeenschap.4 Het christendom en
de traditionele inheemse godsdiensten komen in het hele land voor. De islam komt
overwegend voor bij de Mandingo in de noordelijke en de oostelijke provincies en
onder de Vai in het noordwesten.
1 CIA, The World Factbook 2005
2 www.newafrica.com
3 Zie ook paragraaf 3.4.2 van dit ambtsbericht.
4 U.S. Department of state, International Religious Freedom Report 2004: Liberia, september
2004
---
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
Talen
De officiële voertaal in Liberia is Engels, dat ook in het onderwijs wordt gebruikt.
Het gesproken Liberiaans Engels vindt zijn oorsprong in het Engels van de
bevrijde slaven die zich in de negentiende eeuw vanuit de Verenigde Staten op het
huidige grondgebied vestigden. Dit Liberiaanse Engels kent verschillende
varianten, waarvan het gebruik onder meer afhankelijk is van de sociale klasse.
Het Liberiaanse Engels wijkt af van de op het Engels gebaseerde pidgin-talen in
landen ten oosten van Liberia en van het Krio, dat wordt gesproken in Sierra
Leone.5 Naast het Liberiaanse Engels worden nog ruim twintig traditionele talen
gesproken: Bandi (ook wel Gbandi genoemd), Bassa, Dan, Dewoin, Gbii, Glaro-
Twabo, Glio-Oubi, Gola, Grebo, Kisi, Klao, Kpelle, Krahn, Krumen, Kuwaa,
Loma, Mano, Manya, Mende, Sapo, Tajuasohn en Vai.6 Een aantal van deze
traditionele talen wordt niet alleen gesproken, maar ook gebruikt als schrijftaal.7
Veel Liberianen beheersen meerdere talen. Als lingua franca tussen sprekers van
verschillende lokale talen wordt niettemin vaak het (gesproken) Liberiaans Engels
gebruikt.8
2.1.2 Staatsinrichting
Liberia is een constitutionele republiek met een sterk presidentschap naar
Amerikaans model. De grondwet dateert van 1986 en werd in 1988 geamendeerd.
De grondwet kent in principe een scheiding van de drie machten - de wetgevende,
de uitvoerende en de rechtsprekende- maar de president heeft traditioneel grote
macht. In de huidige overgangsregering is de macht van de `voorzitter', zoals deze
conform het vredesakkoord wordt genoemd, beperkter dan die van voorgaande
presidenten.9
De uitvoerende macht ligt in handen van de president, die staatshoofd,
regeringsleider en opperbevelhebber van het leger is. De president wordt door
middel van algemene verkiezingen gekozen voor een periode van zes jaar en is
herkiesbaar.10 De president benoemt een kabinet van ministers. Vervolgens dient
de benoeming van een kabinet te worden bekrachtigd door het parlement.
5 www.globalsecurity.org
6 www.ethnologue.com
7 CIA, The World Factbook 2004 en The Economist Intelligence Unit, Country Profile Guinee,
Sierra Leone, Liberia 2002
8 www.globalsecurity.org
9 Zie ook paragraaf 2.2
10 In de grondwet van 1986 was sprake van maximaal twee termijnen. De geamendeerde
grondwet van 1988 laat het aantal termijnen vrij.
---
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
De wetgevende macht berust bij een volksvertegenwoordiging, die bestaat uit twee
kamers. Deze worden eveneens voor een termijn van zes jaar door middel van
algemene verkiezingen samengesteld. De Senaat telt 30 leden (twee per provincie)
en het Huis van Afgevaardigden telt 64 leden. In de Liberiaanse
volksvertegenwoordiging zijn meerdere partijen vertegenwoordigd. Het reguliere
parlement is krachtens het vredesakkoord van 18 augustus 2003 opgeschort en
vervangen door een wetgevende macht die uit één kamer bestaat. In dit
overgangsparlement hebben vertegenwoordigers zitting van alle partijen die het
vredesakkoord hebben ondertekend, namelijk LURD, MODEL, NPP, de reguliere
politieke partijen en het maatschappelijk middenveld. Ook elk van de vijftien
provincies bekleedt een zetel in het overgangsparlement.
Liberia is een sterk gecentraliseerde staat. Formeel is het aan de president om de
provinciebestuurders (governors of superintendents genaamd) te benoemen.11 De
leiders op gemeentelijk en tribaal niveau dienen elke zes jaar door de bevolking
gekozen te worden12, maar deze lokale verkiezingen hebben om organisatorische
en financiële redenen sinds begin jaren negentig niet meer plaatsgevonden.13
De rechterlijke macht is gebaseerd op het Brits-Amerikaanse model en kent drie
niveaus. De hoogste instantie is het Supreme Court in Monrovia. In elke provincie
zetelt een aan het Supreme Court ondergeschikte algemene rechtbank, het Circuit
Court. Daarnaast zetelen in beginsel in elke provincie vijf gespecialiseerde Hoven
die ook ondergeschikt zijn aan het Supreme Court en die zijn belast met
respectievelijk jeugdzaken, arbeidsrecht, schuldvordering, erfrecht en belastingen.
Indien deze Hoven niet in een provincie aanwezig zijn, worden hun taken
overgenomen door het Circuit Court van de betreffende provincie. Op lokaal
niveau wordt, afhankelijk van de grootte van het ressort, rechtgesproken door
Magistral Courts of Justices of the Peace.
Buiten deze formele, drieledige structuur wordt in afnemende mate op lokaal
niveau door traditionele leiders recht gesproken op basis van ongeschreven, per
bevolkingsgroep verschillend, traditioneel recht; het zogenoemde sassywood-
systeem.14 Dit kan worden toegepast op huwelijks-, erf- en voogdijkwesties. Het is
aan de betrokkene om op deze terreinen de keuze te maken tussen het formele
recht van de Domestic Relations Law of het traditionele recht. Vergrijpen vallen
altijd onder het formele recht.
11 Constitution of the Republic of Liberia, 6 januari 1986, artikel 54
12 Idem, artikel 56
13 U.S. Department of state, Country reports on human rights practices- Liberia 2003, februari
2004
14 CIA, The world factbook 2002; U.S. Department of state, Country reports, februari 2004. Zie
voor meer informatie het ambtsbericht van juni 2004.
---
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
Indien personen er op lokaal niveau niet in slagen een geschil met behulp van
sassywood te beslechten, kunnen zij zich wenden tot het Office of Native and
Tribal Affairs van het ministerie van Binnenlandse Zaken, dat een oplossing zal
zoeken. Formele rechtbanken bemoeien zich traditiegetrouw niet met zaken
waarop sassywood van toepassing is. Conform artikel 65 van de Liberiaanse
grondwet heeft het Supreme Court echter wel het laatste woord over zowel zaken
die onder het formele recht vallen als zaken waarop sassywood van toepassing is.
2.1.3 Geschiedenis
Hieronder volgt een bondig overzicht van de geschiedenis van Liberia tot en met
november 2004, waarbij met name aandacht wordt besteed aan de ontwikkelingen
sinds de ondertekening van het vredesakkoord in augustus 2003. Een uitgebreider
overzicht van de vroegere geschiedenis van Liberia is te vinden in de algemene
ambtsberichten van mei 2003 en januari 2004. De ontwikkelingen vanaf december
2004 zijn terug te vinden in paragraaf 2.2 en 2.3.
Liberia, dat nimmer gekoloniseerd is geweest, werd tot 1980 politiek sterk
gedomineerd door de nazaten van bevrijde Amerikaanse slaven (de Americo-
Liberians), die de republiek Liberia in 1847 hadden gesticht. In 1980 vond na een
periode van onrust over deze dominantie een militaire staatsgreep plaats door
Samuel Doe. Doe's wrede en autoritaire bewind luidde een periode in van verzet
en burgeroorlog: tussen 1989 en 1997 werd Liberia geteisterd door gewapende
strijd tussen meerdere facties, die uiteindelijk in het voordeel van de krijgsheer
Charles Taylor werd beslecht. Taylor bezegelde zijn militaire overwinning met
zijn verkiezing tot president in 1997.
Ofschoon de regering-Taylor aanvankelijk door een deel van de bevolking werd
beschouwd als een welkom alternatief voor het regime van Samuel Doe en de
jarenlange burgeroorlog, bleek een nieuwe periode van intimidaties, armoede en
onzekerheid te zijn aangebroken. De regering van Taylor kwam vanaf 1999 onder
vuur te liggen van de kant van de rebellenbeweging Liberians United for
Reconciliation and Democracy (LURD). In februari 2003 voegde zich een tweede
rebellenbeweging bij het verzet tegen Taylor, de Movement for Democracy in
Liberia (MODEL). Twee maanden later was bijna tweederde van het grondgebied
van Liberia in handen van LURD- en MODEL-rebellen.
Vredesproces
Na diverse vergeefse (internationale) vredesinitiatieven, werd op 17 juni 2003
onder internationale druk en onder auspiciën van de regionale organisatie
ECOWAS (Economic Community of West African States) in Accra (Ghana) een
staakt-het-vuren-overeenkomst gesloten door de regering-Taylor, LURD en
---
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
MODEL. Na diverse schendingen van het bestand - culminerend in zware
gevechten in Monrovia in juni en juli 2003 -, weken van diplomatiek getouwtrek
en de stationering van een door Nigeria geleide ECOWAS-troepenmacht werd op
18 augustus 2003 in Accra uiteindelijk een vredesakkoord bereikt.
Het vredesakkoord voorzag in ontwapening van strijders en in de installatie van
een overgangsregering. In deze regering namen de drie voormalige strijdende
partijen (LURD, MODEL en de National Patriotic Party, NPP, van de regering-
Taylor) zitting, samen met vertegenwoordigers van reguliere - dat wil zeggen
ongewapende - politieke partijen en het maatschappelijk middenveld. Het mandaat
van deze overgangsregering loopt volgens het vredesakkoord af in januari 2006,
wanneer de macht zal worden overgedragen aan een kabinet samengesteld door de
winnaar van verkiezingen die in oktober 2005 zullen plaatsvinden. In de bijlage is
een overzicht opgenomen van de zetelverdeling binnen de huidige
overgangsregering.
De implementatie van het vredesakkoord verliep tussen augustus 2003 en
november 2004 met horten en stoten. De internationaal gesteunde
overgangsregering, geïnstalleerd op 14 oktober 2003 en geleid door zakenman
Gyude Bryant, had te kampen met gebrekkige loyaliteit van regeringsleden,
corruptie en een leiderschapscrisis binnen LURD.15 De regering slaagde er dan
ook niet in in het overeengekomen tempo hervormingen door te voeren of het
gezag in het hele land terug te winnen, waardoor de voormalige strijdende partijen
in grote delen van het land nog de dienst uitmaakten. Bovendien werd nog
gevreesd voor invloed van oud-president Taylor, die bij zijn vertrek naar Nigeria -
waar hij sinds 11 augustus 2003 in ballingschap leeft - had aangegeven Liberia
niet voorgoed te verlaten. Taylor is door het Speciale Hof in Sierra Leone
aangeklaagd wegens oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid16.
Na een periode zonder grote veiligheidscrises braken eind oktober 2004 in
Monrovia en enkele andere steden ernstige onlusten uit, waarbij 16 personen om
het leven kwamen en 208 gewonden vielen.17 Soldaten van de sinds 1 oktober
15 The Forum, Budgetary evasion, 26 oktober 2004; AFP, Les Libériens, soulagés par la paix,
dénoncent les problèmes persistants, 11 augustus 2004; DPA, EU representative frowns
`lavish' spending by Liberian gov't, 26 augustus 2004; IRIN, Bryant appeals for $44m to
complete DDR and send IDPs home, 14 september 2004 en IRIN, IMF and World Bank
demand more transparency in public finances, 26 oktober 2004
16 Statement of David M. Crane, Chief Prosecutor, Special Court for Sierra Leone, 4 juni 2003
en Human Rights Watch, 4 juni 2003
17 Drie doden zouden gevallen zijn toen een UNMIL-pantserwagen hen per ongeluk overreed
bij het verspreiden van een menigte. AP, UN peacekeepers fire in air in Liberian capital to
enforce round-the-clock curfew after violence, 30 oktober 2004; AP, 31 oktober 2004; AFP,
31 oktober 2004 en Reuters, 31 oktober 2004
---
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
2003 in Liberia gestationeerde VN-vredesmacht UNMIL18 schoten met scherp op
relschoppers en assisteerden de Liberiaanse autoriteiten bij de arrestatie van 398
personen, onder wie vele gewapende leden van LURD.19 Sommige waarnemers
verklaarden de onlusten als een uitvloeisel van animositeit tussen moslims en
christenen, terwijl andere bronnen de gewelddadigheden weten aan etnische
geschillen, ontevreden oud-strijders en/of de NPP van oud-president Taylor.20
Korte tijd later, in november 2004, ondertekenden LURD, MODEL en de strijders
van de voormalige regering een overeenkomst waarmee ze zich ontbonden als
gewapende groeperingen en werd het ontwapeningsproces van oud-strijders
voltooid. De ontwapening was voor wat betreft het deelnemersaantal zeer
succesvol, maar daar tegenover stonden het relatief lage aantal wapens dat werd
ingeleverd, de vermoedens dat het ontwapeningsproces niet alle oud-strijders
bereikte en de achterblijvende reïntegratie- en rehabilitatiemogelijkheden voor
oud-strijders. 21
Internationale context
Ondanks alle binnenlandse problemen kon de overgangsregering internationaal op
grote steun rekenen. De relatie met de buurlanden Ivoorkust, Sierra Leone en
Guinee verbeterde. Deze relatie had de voorgaande decennia onder zware druk
gestaan, omdat veel van de gewapende groeperingen in Liberia tijdens de
verschillende burgeroorlogen steun ontvingen vanuit de buurlanden. Zo werd
LURD, die hoofdzakelijk uit leden van de Mandingo-bevolkingsgroep bestaat, in
zijn strijd tegen Charles Taylor gesteund door Guinee, waar ook Mandingo wonen.
MODEL ontving steun uit Ivoorkust.22 Deze steun van buitenlandse regeringen
voor Liberiaanse rebellenbewegingen werd mede ingegeven door het feit dat
Charles Taylor al jarenlang assistentie verleende aan de gewapende oppositie in de
buurlanden.
VN-sancties
Vanwege de steun aan buitenlandse rebellen en de daaruit voortvloeiende
destabilisatie van West-Afrika legde de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Liberia vanaf 1992 successievelijk een wapenembargo en een reisverbod op en
verbood de handel in Liberiaanse diamanten en hout. Ook werden de financiële
tegoeden van sleutelfiguren bevroren. In afwachting van een verbetering van de
18 United Nations Mission in Liberia
19 Reuters, At least 16 dead in Liberia riots UN, 1 november 2004
20 IRIN, Riots kill 16, delay repatriation of refugees, 1 november 2004 en Reuters, Liberians
riot in capital, four dead, 29 oktober 2004
21 DPA, Liberian generals hand over weapons to UN mission, 4 november 2004
22 Report of the Panel of Experts appointed pursuant to paragraph 4 of Security Council
resolution 1458 (2003), concerning Liberia, S/2003/498 (17 april 2003) ; IRIN, 31 oktober
2003; Reuters, 5 november 2003 en Peter Takirambudde, Liberia: where the arms come from,
International Herald Tribune, 17 september 2003
10
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
stabiliteit in de West-Afrikaanse onder de Liberiaanse overgangsregering,
verlengde de Veiligheidsraad op 22 december 2003 de bestaande sancties tot 21
december 2005. 23
De VN-sancties hebben betrekking op cruciale producten en zijn gericht tegen
bepaalde personen. Het conflict dat Liberia sinds 1989 teisterde werd namelijk
grotendeels ingegeven door de strijd om persoonlijke macht en rijkdom en had
weinig tot niets te maken met het welzijn van Liberia en zijn bevolking. De strijd
tussen machthebbers en rebellen concentreerde zich op het in handen krijgen van
Liberia's natuurlijke rijkdommen, met name diamanten en hout.
Etnische kaart
De leiders van gewapende groeperingen speelden bij het in handen krijgen van de
natuurlijke rijkdommen de etnische kaart om steun te verwerven. Sinds 1989, toen
de gewelddadige opstand tegen de toenmalige president Doe begon, zijn de
strijdende partijen in Liberia steeds langs etnische lijnen verdeeld geweest.
Hoewel rivaliserende groeperingen in de loop der jaren verschillende keren van
naam en samenstelling veranderden, was een voortdurend element in het
gewapende conflict de rivaliteit tussen groepen Mano en Gio enerzijds en groepen
Krahn en Mandingo anderzijds. Ofschoon gewapende groeperingen uit deze
laatste bevolkingsgroepen ook gezamenlijk zijn opgetrokken tegen de Mano en de
Gio (zoals ten tijde van het bewind van Samuel Doe bijvoorbeeld gebeurde),
duurde het doorgaans niet lang voordat een dergelijk samenwerkingsverband van
Krahn- en Mandingo-strijders ook weer langs etnische lijnen werd opgesplitst. Dit
was wederom duidelijk zichtbaar bij de laatste machtswisseling in Liberia:
president Taylor, een Americo-Liberiaan die met steun van de Mano en de Gio aan
de macht was gekomen, werd bestreden door LURD, die hoofdzakelijk uit
Mandingo's bestaat, en MODEL, dat vele Krahn in de gelederen heeft24.
2.2 Politieke ontwikkelingen
De politieke ontwikkelingen die van december 2004 tot en met juli 2005 in Liberia
plaatsvonden laten een gemengd beeld zien. Enerzijds lopen de voorbereidingen
voor de presidents- en parlementsverkiezingen op 11 oktober 2005 goed en is
enige vooruitgang geboekt met het herstel van het staatsgezag en de oprichting van
de commissies waarin het vredesakkoord voorziet. Anderzijds deden zich tijdens
de verslagperiode zorgwekkende en in potentie destabiliserende ontwikkelingen
voor op het gebied van corruptie en werd de invloed van oud-president Taylor in
Liberia opnieuw voelbaar.
23 S/RES/1607
24 Nicole Itano, Small boys with florescent guns, 18 oktober 2003
---
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
Corruptie
Verschillende waarnemers noemen corruptie als belangrijke destabiliserende
factor waar Liberia op dit moment mee te kampen heeft. Leden van de
overgangsregering en van het overgangsparlement bewijzen met de voortdurende
berichten over hun ondoorzichtige handelswijze en corruptie geen dienst aan
pogingen te komen tot herstel van het staatsgezag. Ook verhindert corruptie de
volledige implementatie van het vredesakkoord.25 Leden van de regering jagen
volgens een waarnemer elk hun eigen agenda na; van een samenhangend beleid is
geen sprake. Ook regeringsvoorzitter Bryant zou zich schuldig maken aan
corruptie. Zo onthulde het panel of experts dat namens de Verenigde Naties
onderzoek doet naar de aan sancties onderhevige Liberiaanse hout- en
diamantsector dat een aantal Liberiaanse ministers in februari 2005 in het geheim
een contract ondertekenden met de onervaren West African Mining Corporation
(WAMCO). Dit contract, getekend door de ministers Mason (Land, Mijn en
Energie; als minister voorgedragen door MODEL), Kamara (Financiën,
voorgedragen door LURD) en Ja'neh (Justitie; voorgedragen door LURD) en een
niet bij name genoemde vertegenwoordiger van regeringsvoorzitter Bryant, zou
WAMCO voor de komende tien jaar het recht geven diamanten te winnen in West-
Liberia. In het contract, dat in strijd is met het bestaande diamantenembargo, werd
ook expliciet toestemming verleend aan WAMCO om ter bescherming van de
onderneming milities op te richten. Er zijn berichten dat ook oud-president Taylor
bij de contractsluiting met WAMCO betrokken was.26 Inmiddels heeft de
Liberiaanse regering het contract met WAMCO nietig verklaard.27
Leden van de regering hebben tijdens de verslagperiode getracht audits door de
Europese Commissie en ECOWAS te verhinderen en zich teweer gesteld tegen
anti-corruptiemaatregelen.28 Volgens een welingelichte bron wordt ongeveer 25%
van de Liberiaanse overheidsinkomsten buiten de staatskas gehouden en
doorgesluisd naar individuen in met name de haven, de petroleumindustrie en het
Bureau voor Maritieme Zaken. In maart 2005 werd een aantal parlementariërs,
onder wie parlementsvoorzitter en LURD-kopstuk George Dweh, door een
meerderheid van het parlement voor onbepaalde tijd geschorst wegens verdenking
25 Report of the Panel of Experts appointed pursuant to paragraph 8 of Security Council
resolution 1579 (2004), concerning Liberia, S/2005/360 (13 juni 2005); Resolutie
Veiligheidsraad, S/RES/1607, 21 juni 2005; The Analyst, US$2.2M secret deal backfires, 18
april 2005; The Analyst, ATDI suspends activities in Liberia, 4 mei 2005 en Panapress,
Corruption obscures Liberia's road to economic recovery, 24 juli 2005
26 Africa Confidential, Warlord on the loose, 27 april 2005 en Coalition for International
Justice (CIJ), Following Taylor's money: a path of war and destruction, mei 2005
27 Rapaport, Liberia cancels WAMCO concession, 8 juli 2005, gevonden op www.diamonds.net
28 Report of the Secretary-General pursuant to Security Council resolution 1579 (2004)
regarding Liberia, S/2005/376, 7 juni 2005
12
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
van corruptie.29 Een deel van de parlementariërs die voor de schorsing stemden
werd ook zelf beschuldigd van corruptie in het rapport dat Dweh's wangedrag aan
het licht bracht.30 Dweh heeft zijn schorsing aangevochten bij het Supreme Court
in Monrovia; de uitslag van deze procedure is nog niet bekend. Een internationale
waarnemer meent dat de rol van Dweh nu is uitgespeeld. George Koukou fungeert
als waarnemend parlementsvoorzitter.31
Naar aanleiding van deze en andere gevallen van corruptie organiseerde de
Europese Commissie in mei 2005 een bijeenkomst met het IMF, ECOWAS, de
VN, de Verenigde Staten en de Wereldbank. De aanwezigen concludeerden dat het
financiële wanbeheer, het gebrek aan transparantie en het gebrek aan
accountability van de Liberiaanse overheid de implementatie van het
vredesakkoord ondermijnen en werken sindsdien aan het verstrekkende Liberia
Economic Governance Action Plan (EGAP).32 Dit conceptplan, dat volgens
sommige Liberianen een protectoraat zou maken van hun land, behelst onder meer
een inperking van de mogelijkheden van de regering om contracten te gunnen, de
stationering van internationale toezichthouders op belangrijke ministeries en de
aanstelling van buitenlandse rechters.33 Vooruitlopend op het EGAP, en mogelijk
teneinde invoering van het plan af te wenden, ontwierp de overgangsregering een
alternatieve strategie voor financiële transparantie en werd het hoofd van het
Bureau voor Maritieme Zaken voor onbepaalde tijd geschorst wegens corruptie.34
Ook de raad van bestuur van de National Port Authority werd geschorst.35
Op 21 juni 2005 verlengde de Veiligheidsraad alle sancties jegens Liberia tot 21
december 2005.36 De wapen-, hout- en diamantembargo's blijven tot die tijd van
kracht, net zoals het reisverbod en de bevriezing van financiële tegoeden van
sleutelfiguren.
Staatsgezag
29 Sixth Progress Report of the Secretary-General on the United Nations Mission in Liberia,
S/2005/177 (17 maart 2005) en S/2005/376
30 IRIN, Leaders of transitional parliament suspended for corruption, 14 maart 2005 en Liberian
Observer, Parliament ssuspends leadership over corruption charges, 14 maart 2005
31 Bureau of African Affairs United States Department of State, Background note: Liberia, april
2005
32 S/2005/376
33 IRIN, Donors step up anti-graft fight with plan to limit government's powers, 16 juni 2005 en
The News, International community withdraws controversial trusteeship document, 17 juni
2005
34 IRIN, Government floats alternative plan to counter donors' anti-corruption scheme, 15 juli
2005; AP, Liberia's interim leader suspends head of country's lucrative shipping registry, 15
juli 2005 en The Analyst, Bryant undermines trusteeship, 16 juni 2005
35 The Analyst, My suspicion was political, 6 juli 2005
36 S/RES/1607
13
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
De overgangsregering is volgens diverse bronnen nog steeds niet in staat het land
te besturen, al is gedurende de verslagperiode enige vooruitgang geboekt.
Regeringsvoorzitter Bryant benoemde begin 2005 provinciebestuurders en hun
plaatsvervangers voor twaalf van de vijftien provincies. De benoeming van zes
van hen (Bomi, Margibi, Nimba, Grand Cape Mount, Montserrado en Gbarpolu) is
door het parlement bekrachtigd; de andere zes benoemingen (voor de provincies
Grand Gedeh, Grand Kru, River Cess, River Gee, Sinoe en Maryland) nog niet. De
meeste provinciebestuurders zijn lid van Bryants eigen Liberia Action Party.
Tijdens de verslagperiode heeft de regering bijna 600 ambtenaren door het land
gestationeerd, waaronder belastingontvangers, douanebeambten en
immigratiemedewerkers. De mogelijkheden van de provinciebestuurders en andere
overheidsdienaren om hun werkzaamheden naar behoren uit te voeren worden
echter ernstig gehinderd door gebrekkige voorzieningen.37 Er zijn geen berichten
bekend over intimidatie van of angst onder overheidsdienaren; het is gezien het
gebrek aan voorzieningen echter de vraag in hoeverre zij zich buiten hun kantoor
(kunnen) begeven. Regeringsvoorzitter Bryant heeft gedurende de verslagperiode
enkele keren werkbezoeken afgelegd buiten Monrovia. Bij een bezoek aan Ganta
in mei 2005 werd hij door in het RR-programma teleurgestelde oud-strijders met
stenen bekogeld, waarna hij halsoverkop vertrok.38
LURD, MODEL en de voormalige president Taylor hebben elk nog hun eigen
invloedsgebieden in het land. De afbakening van de respectievelijke gebieden is
sinds de ondertekening van het vredesakkoord in augustus 2003 en het einde van
de gevechtshandelingen in grote lijnen gelijk gebleven. Ruwweg gaat het om de
volgende verdeling: LURD-aanhangers bevinden zich hoofdzakelijk in Lofa,
Bong, Bomi, Grand Cape Mount, Gbarpolu en het noordwestelijke puntje van
Nimba; MODEL is vooral aanwezig in Grand Gedeh, Grand Kru, River Gee,
Maryland, River Cess, Sinoe en een deel van Nimba dat aan Ivoorkust grenst.
Aanhangers van de regering-Taylor bevinden zich met name in Grand Bassa,
Margibi, Montserrado, het zuidelijke gedeelte van Bong en het grootste gedeelte
van Nimba.39
De positie van regeringsvoorzitter Bryant is gedurende de verslagperiode met
name in de ogen van de Liberiaanse bevolking en de internationale gemeenschap
verzwakt vanwege zijn vermeende betrokkenheid bij corruptie.40 In december
2004 betichtte LURD Bryant ervan een heksenjacht te voeren tegen LURD-
kopstukken, nadat Bryant LURD-woordvoerder Charles Bennie wegens `gedrag
37 S/2005/177
38 S/2005/177
39 Zie ook het algemeen ambtsbericht Liberia van juni 2004
40 AFP, Interim president Bryant `met with jeers and boos' in Monrovia street, 11 december
2004
14
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
onverenigbaar met het ambt' had ontslagen als hoofd van de Douane.41 De
schorsing van parlementsvoorzitter Dweh heeft geen zichtbare gevolgen gehad
voor de positie van Bryant, maar zal hem niet ongelegen komen, gezien de
prominente rol die Dweh inneemt binnen LURD en daarmee onder leden van de
regering en het parlement.
Het leiderschapsconflict binnen LURD sleepte zich gedurende de verslagperiode
voort. LURD-voorzitter Sekou Damate Conneh heeft zijn echtgenote, tevens
rivaal, Aisha beticht van het voorbereiden van een aanslag op zijn leven, samen
met de lijsttrekker van de All Liberian Coalition Party (ALCOP), Alhaji Kromah.
Kromah beschuldigt Conneh er juist van het op zijn leven gemunt te hebben.42
UNMIL ondersteunt de overgangsregering op zowel civiel als veiligheidsgebied
bij het herstellen van het staatsgezag. Jacques Klein, Speciaal Gezant van de
Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties voor Liberia, heeft Liberia eind april
2005 verlaten.43 Tot het aantreden van zijn opvolger, de Brit Alan Doss, op 21 juli
2005 werd zijn functie waargenomen door Abou Moussa, de voormalig
plaatsvervanger van Klein. Doss, die in juli 2005 werd benoemd door VN-
Secretaris-Generaal Kofi Annan, was tot die tijd plaatsvervangend Speciaal
Gezant van Kofi Annan in Ivoorkust.44
Verkiezingen
Gedurende de verslagperiode zijn voorbereidingen getroffen voor de presidents-
en parlementsverkiezingen van 11 oktober 2005. Op 17 december 2004 werd de
Electoral Reform Bill aangenomen, waardoor deze voorbereidingen van start
konden gaan.45 Zo heeft tussen 25 april en 21 mei 2005 de registratie van kiezers
plaatsgevonden, tot in de verste uithoeken van het land. In totaal werden 1,3
miljoen personen geregistreerd, ongeveer evenveel mannen als vrouwen, op een
geschat electoraat van 1,5 miljoen personen. Alle Liberianen van 18 jaar en ouder
konden zich registreren als kiezer. De Liberiaanse nationaliteit kon aangetoond
worden met een (eventueel verlopen) paspoort, een naturalisatiecertificaat, een
geboortebewijs (evt. gecombineerd met een akte van afstand van een tweede
nationaliteit) of door bevestiging door een traditionele leider of door een
verklaring onder ede van twee geregistreerde getuigen.46
41 DPA, Former LURD executives complain of Liberian `witch-hunt', 30 december 2005
42 The Analyst, LURD death squad lives on, 7 juni 2005
43 IRIN, UN chief Jacques Klein departs suddenly, saying much still to be done, 29 april 2005
44 AFP, Le Britannique Alan Doss nouveau représentant de l'Onu au Liberia, 15 juli 2005 en
IRIN, Alan Doss confirmed as new UN special representative, 21 juli 2005
45 S/2005/177
46 National Elections Committee, Liberian refugees: your right to know, your right to
participate (folder)
15
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
Vanuit de buurlanden terugkerende Liberiaanse vluchtelingen kregen tussen 23
mei en 4 juni 2005 een extra kans om zich als kiezer te registreren. Leden van de
Nationale Kiesraad (National Elections Commission, NEC) zijn het land
doorgereisd om zich te informeren over de afbakening van kiesdistricten en er zijn
verschillende initiatieven op het gebied van kiezerseducatie. Tegelijkertijd
beperken het hoge analfabetisme, de lage toegang tot de media en de gebrekkige
infrastructuur, zeker in de regentijd, de informatievoorziening aan met name
plattelandsbewoners over de verkiezingen en de kandidaten.47 Dertig procent van
de geregistreerde kiezers bevindt zich in en rond Monrovia, waardoor de kiezers in
de hoofdstad een zwaar stempel zullen drukken op de verkiezingsuitslag. Onder
bedreiging van NEC-medewerkers zouden in Lofa ook honderden Guineeërs van
Mandingo-afkomst zich hebben laten registreren als kiezer.48
Tweeëntwintig kandidaten die zich voor deelname aan de
presidentsverkiezingen bij de National Elections Commission lieten registreren
voldeden aan de voorwaarden. Ook zijn er 22 kandidaten voor het vice-
presidentschap.49 Hoewel het in de gegeven politieke en humanitaire situatie
moeilijk is voorspellingen te doen over de uitslag van de presidentsverkiezingen,
lijken de volgende kandidaten volgens verschillende bronnen de grootste
kanshebbers te zijn voor het presidentschap50:
· Ellen Johnson-Sirleaf (Unity Party), voorzitter van de Governance Reform
Commission en voormalig medewerker van de Wereldbank;
· Varney Sherman (Liberia Action Party van regeringsvoorzitter Bryant), veel
steun onder de doorgaans welgestelde en invloedrijke Libanezen in Liberia
die echter geen stemrecht hebben51;
· Charles Brumskine (United Democratic Party), advocaat;
· Winston Tubman (National Democratic Party of Liberia), voormalig VN-
gezant in Somalië52. Tubman is zelf naar verluidt Americo-Liberiaan en stelt
dat zijn partij open staat voor alle bevolkingsgroepen53, in reactie op
beweringen dat de partij van oudsher vooral steun vindt onder de Krahn-,
Sapo- en Grebo-bevolkingsgroepen;
· Togba Nah Tipoteh (Liberian People's Party), de geschorste voorzitter van de
havenautoriteit van Monrovia;
· George Weah (Congress for Democratic Change), voormalig profvoetballer.
47 The Economist Intelligence Unit (EIU), Country report Liberia, juni 2005
48 BBC News, Poll threat in northern Liberia, 3 mei 2005 en AP, Citizens from Guinea
registering to vote in Liberia's postwar elections, officials say, 3 mei 2005
49 IRIN, Ex-footballer Weah cleared to stand as election campaign kicks off, 15 augustus 2005
50 EIU, Country report Liberia, juni 2005
51 BBC News, Lebanese demand Liberia poll rights, 22 juli 2005
52 Reuters, Ex-president's nephew eyes Liberian leadership, 26 januari 2005
53 The Analyst, NDPL for all Liberians, not Krahn people, 30 mei 2005
16
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
Waarnemers vrezen dat voormalige commandanten van met name LURD en
MODEL, maar mogelijk ook aanhangers van Charles Taylor, trachten invloed uit
te oefenen op de politiek onervaren, maar onder jongeren populaire Weah. Weah
zou ook in het zuidoosten van Liberia, onder leden van de Krahn-bevolkingsgroep,
populair zijn. Sommige bronnen menen dat ook Roland Massaquoi, de kandidaat
van oud-president Taylors NPP, kansrijk is. Andere kandidaten zouden vooral
meedoen aan de verkiezingen in de hoop een goede positie te verwerven onder een
nieuwe regering. Ook de omstreden LURD-leider Sekou Damate Conneh en zijn
Progressive Democratic Party zullen naar veler verwachting geen hoge ogen
gooien bij de verkiezingen, al zijn er ook geruchten dat hij de handen ineen wil
slaan met NPP-kandidaat Massaquoi.54 Volgens een waarnemer zou de corruptie
die in Liberia woekert het meest serieus bestreden worden indien Ellen Johnson-
Sirleaf de verkiezingen zou winnen.
De uitslag van de parlementsverkiezingen is nog moeilijker te voorspellen dan de
verkiezingen voor het presidentschap. Er hebben zich 512 kandidaten aangemeld
voor de 64 zetels in het Huis van Afgevaardigden en 206 kandidaten voor de 30
zetels in de Senaat.55 De partij van oud-president Taylor, de National Patriotic
Party, is één van de best georganiseerde partijen en kan dus niet worden
uitgevlakt. De NPP zou zelfs proberen in andere partijen te infiltreren teneinde
deze van binnenuit te destabiliseren. Andere partijen met een redelijke
organisatiegraad zijn de Unity Party, de National Democratic Party of Liberia en
de Liberia Action Party (LAP). De Unity Party en de Liberian People's Party
slaan mogelijk voor de verkiezingen de handen ineen. Regeringsvoorzitter Bryant
moest publiekelijk afstand nemen van zijn partij LAP, na geruchten dat de LAP
kantoorruimte van de overgangsregering gebruikte. Ook kwam de LAP tijdens de
verslagperiode in de problemen wegens het verbod op campagnevoering, dat tot
15 augustus 2005 van kracht was. De LAP werd voor een aanzienlijk bedrag
beboet wegens de vroegtijdige verspreiding van foto's van aanvoerder Sherman.
Tegelijkertijd voerden vrijwel alle partijen tot 15 augustus 2005 ongestraft
activiteiten uit die als campagnevoeren geïnterpreteerd zouden kunnen worden.
Sommige politici trachten steun onder de arme bevolking te verwerven door de
distributie van rijst of door ontheemden gratis vervoer naar de plaats van herkomst
te bieden in ruil voor hun stem. 56 Jewel Taylor, de echtgenote van de voormalige
president, is gesignaleerd in Bong, waar zij naar verluidt steun trachtte te
54 IRIN, Former rebel leader to run for president, 27 april 2005 en IRIN, Bryant warns
presidential candidates against ritual killings, 29 juni 2005
55 IRIN, Ex-footballer Weah cleared to stand as election campaign kicks off, 15 augustus 2005
56 EIU, Country report Liberia, juni 2005 en IRIN, Camps begin to close but many IDPs still
worried about getting home, 23 juni 2005
17
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
verwerven voor een senaatszetel. De campagnetijd eindigt op 10 oktober 2005, een
dag voor de opening van de stembussen.57
De verkiezingsuitslag wordt uiterlijk 26 oktober 2005 verwacht.58
Dat niet iedereen het vredesakkoord beschouwt als in beton gegoten, bleek uit de
gooi die de minister van Arbeid, Lavella Supawood en de minister voor
Presidentiële Aangelegenheden59, Jackson Doe, beiden van LURD, wilden doen
naar respectievelijk het presidentschap en een senaatszetel. De internationale
gemeenschap moest ingrijpen om hen er van te doordringen dat zij als
kabinetsleden op basis van het vredesakkoord uitgesloten zijn van deelname aan
de verkiezingen.60 Ook de minister van Justitie, Kabineh Ja'neh, die samen met
Aisha Conneh een dissidente alliantie vormt binnen LURD, zou politieke
aspiraties koesteren. De leiding van MODEL ambieert voorzover bekend geen
politieke rol.
Commissies opgericht op basis van het vredesakkoord
Het vredesakkoord van augustus 2003 voorziet in de oprichting van een vijftal
commissies: naast de National Elections Commission (zie boven) gaat het hierbij
om de Waarheids- en Verzoeningscommissie (Truth and Reconciliation
Commission), de Mensenrechtencommissie (National Commission on Human
Rights), de Commissie inzake Bestuurlijke Hervorming (Governance Reform
Commission) en de Contract and Monopolies Commission.
Het wetsvoorstel dat het mandaat van de onafhankelijke Mensenrechtencommissie
afbakent werd in juli 2004 naar het overgangsparlement gezonden, maar werd pas
op 1 maart 2005 aangenomen.61 Regeringsvoorzitter Bryant benoemde de leden
van de Commissie zonder raadpleging van parlement en maatschappelijk
middenveld. De verwachtingen van de internationale gemeenschap ten aanzien
van de Commissie in haar huidige samenstelling zijn laag.
Op 10 juni 2005 bereikte de regering overeenstemming over de wet die de
oprichting van de Waarheids- en Verzoeningscommissie formaliseert, na een lange
periode van onenigheid tussen regeringsvoorzitter Bryant en de minister van
Justitie over de samenstelling van de commissie.62 De wet moet nog door het
57 DPA, Liberia's Elections Commission issues voting timetable, 7 februari 2005
58 S/2005/177
59 Ook wel de minister voor Staatszaken genoemd, zoals bijvoorbeeld in de bijlage bij het
algemeen ambtsbericht Liberia van juni 2004.
60 S/2005/177 en S/2005/376
61 S/2005/177
62 Humanitarian Coordination Section of the United Nations Mission in Liberia (HCS UNMIL),
Situation report 112, 7-11 augustus 2004, Amnesty International, Liberia, 18 augustus 2004
en DPA, Liberia government passes reconciliation bill, 11 juni 2005
18
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
parlement worden aangenomen. Volgens verschillende bronnen probeerden
individuen die menen te vrezen te hebben van de Commissie het aannemen van de
wet te verhinderen. Het is niet bekend wie de negen personen zijn die op basis van
de oprichtingswet de Commissie uiteindelijk zullen vormen.63 Volgens een bron
zijn de commissieleden niet erg professioneel en roepen ze weerstand op door zich
te profileren als tribunaal. De eigenlijke taken van de Waarheids- en
Verzoeningscommissie zijn de beoordeling van strafvrijstelling en het bieden van
een forum waar daders en slachtoffers van mensenrechtenschendingen gepleegd
tussen 1979 en 2003 hun ervaringen kunnen uitwisselen.64 Zware misdrijven als
schendingen van het internationale humanitaire recht, misdaden tegen de
menselijkheid en grove mensenrechtenschendingen zullen door de Waarheids- en
Verzoeningscommissie worden uitgesloten van amnestie.65 Een waarnemer meent
dat deze Commissie, die naar verwachting twee jaar zal blijven bestaan66, de
komende jaren dan ook belangrijker zal zijn dan de Mensenrechtencommissie.
Dezelfde waarnemer signaleert dat er nog geen budget beschikbaar is gesteld voor
de Waarheidscommissie.
De Governance Reform Commission en de Contract and Monopolies Commission
functioneren volgens een waarnemer naar behoren. Hun mogelijkheden worden
echter beperkt door de context van corruptie. De internationale gemeenschap is
onder het Liberia Economic Governance Action Plan voornemens de Contract and
Monopolies Commission te ondersteunen zodat de evaluatie van concessies en
contracten wordt versterkt.
Invloed Taylor
Gedurende de verslagperiode verschenen verschillende berichten over de invloed
van oud-president Taylor op de situatie in Liberia. De NGO Coalition for
International Justice (CIJ) schetste in mei 2005 een beeld van voortdurende
inmenging in Liberiaanse zaken door Taylor. Zo zou Taylor, in ballingschap in
Nigeria, volgens onderzoekers van het Speciale Hof in Sierra Leone ten minste
negen van de politieke partijen die meedoen aan de verkiezingen in oktober 2005
financieel ondersteunen. Het zou in dit verband in ieder geval gaan om Roland
Massaquoi, presidentskandidaat namens Taylors oude partij NPP en om Francis
Galawolo, de NPP-er die binnen de partij de voorverkiezingen voor het
presidentskandidaatschap verloor.67 Galawolo bevestigde in mei 2005 dat Taylor
zich in NPP-zaken heeft gemengd.68 Volgens presidentskandidaat Togba Nah
63 UNMIL Press Briefing, 15 juni 2005
64 Comprehensive peace agreement, artikel XIII
65 UNMIL Press Briefing, 15 juni 2005
66 UNMIL Press Briefing, 15 juni 2005
67 Jeune Afrique/L'Intelligent, La menace Taylor, 5-11 juni 2005 en The Economist, Still in the
shadow of the warlords, 4 juni 2005
68 The Analyst, Taylor meddling claims confirmed, 2 mei 2005
19
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
Tipoteh wordt ook Varney Sherman door Taylor gesteund.69 Door politici te
steunen zou Taylor de bereidheid van Liberia's aanstaande leider om hem te
(laten) berechten kunnen verkleinen. Ook zou Taylor het door de VN opgelegde
reisverbod aan zijn laars lappen en zou hij betrokken zijn geweest bij de mislukte
moordaanslag op de Guinese president Lansana Conté op 19 januari 2005.70 Zowel
de CIJ als Human Rights Watch menen dat Taylor en zijn vertrouwelingen
verantwoordelijk zijn voor de rekrutering van mogelijk honderden strijders,
teneinde Guinee te destabiliseren. De CIJ noemt in dit verband de generaals
`Coco' Dennis en Adolphus Dolo (generaal `Peanut Butter').71 Taylor zou ook
samenwerken met de president van Burkina Faso, Blaise Compoaré, met wie hij
zowel ten opzichte van Ivoorkust als Guinee op één lijn zou zitten.72 De CIJ stelt
tevens dat het Speciale Hof reden heeft aan te nemen dat Taylor de ernstige
onlusten in Monrovia van oktober 2004 financieel heeft gesteund. Taylor beschikt
over een groot vermogen dat via ingewikkelde financiële constructies in het
buitenland is ondergebracht en zou volgens de CIJ door onder meer de Liberiaanse
ambassadeur in Nigeria worden geholpen bij zijn financiële transacties.
Ondanks zijn ballingschap in Nigeria is Taylor volgens de CIJ nog altijd in staat
een inkomen te verwerven uit investeringen in de Liberiaanse economie, zoals de
GSM-aanbieder LoneStar.73 De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft de
Liberiaanse regering dan ook opgeroepen alsnog de maatregelen te treffen die
vereist zijn voor het bevriezen van de financiële tegoeden van Taylor en de
zijnen.74
Bovengenoemde activiteiten van Taylor druisen in tegen de voorwaarden die
destijds zijn verbonden aan diens ballingschap in Nigeria. De Nigeriaanse
president Obasanjo stelt echter zich niet bewust te zijn van onbetamelijkheden in
Taylors gedrag en ziet geen reden de wegens oorlogsmisdaden en misdaden tegen
de menselijkheid aangeklaagde Taylor uit te leveren aan het Speciale Hof in Sierra
Leone.75 De West-Afrikaanse organisatie ECOWAS meent eveneens dat van harde
bewijzen van Taylors inmenging in Liberiaanse zaken geen sprake is.76 Obasanjo
heeft aangegeven desgevraagd bereid te zijn Taylor uit te leveren aan een
69 The Analyst, My suspicion was political, 6 juli 2005
70 Jeune Afrique/L'Intelligent, La menace Taylor, 5-11 juni 2005 en Global Witness, Timber,
Taylor, Soldier, Spy: How Liberia's uncontrolled resource exploitation, Charles Taylor's
manipulation and the re-recruitment of ex-combatants are threathening regional peace, juni
2005
71 CIJ, Following Taylor's money, mei 2005 en Human Rights Watch (HRW), Youth, poverty
and blood: the lethal legacy of West Africa's regional warriors, maart 2005
72 Africa Confidential, Warlord on the loose, 27 april 2005
73 CIJ, Following Taylor's money, mei 2005
74 S/RES/1607
75 Jeune Afrique/L'Intelligent, Les vérités d'Obasanjo, 29 mei-4 juni 2005
76 Reuters, Regional leaders await evidence on Liberia's Taylor, 15 juli 2005
20
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
democratisch gekozen regering in Liberia (doch niet aan het Speciale Hof in Sierra
Leone).77 Gedurende de verslagperiode oefenden onder meer de Europese Unie, de
Verenigde Staten, de Verenigde Naties en een coalitie van 300 (deels Afrikaanse)
NGO's druk uit op Nigeria om Taylor over te dragen aan het Hof.78 Ook de
Liberiaanse minister van Justitie, Kabineh Ja'neh, sprak zich in juli 2005 uit voor
berechting van Taylor, gevolgd door een gezamenlijke oproep van de Liberiaanse,
Sierra Leoonse en Guinese regeringen aan Nigeria om de voorwaarden verbonden
aan Taylors ballingschap nog eens te bekijken.79
Internationaal
De internationale steun voor de Liberiaanse overgangsregering is tijdens de
verslagperiode vanwege de vele aanwijzingen van corruptie afgenomen. De
Europese Unie heeft de uitbetaling van 400 miljoen EURO ontwikkelingssteun
afhankelijk gemaakt van vooruitgang op het gebied van corruptiebestrijding en een
einde aan de straffeloosheid (zie ook paragraaf 3.3.5).80
Regeringsvoorzitter Bryant spant zich met wederzijdse bezoeken onverminderd in
voor het verbeteren van de betrekkingen met Liberia's buurlanden.81 Bryant stelt
zich neutraal op ten aanzien van de burgeroorlog in Ivoorkust en onderhoudt
regelmatig contact met de Guinese premier Diallo.82
2.3 Veiligheidssituatie
De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties noemde de veiligheidssituatie in
Liberia in juni 2005, `hoewel breekbaar, relatief stabiel'.83 Gedurende de
verslagperiode bleven grote veiligheidscrises uit en de succesvolle registratie van
kiezers tot in de zeer afgelegen gebieden van het land laat zien dat de
77 EIU, Country report Liberia, juni 2005 en AP, Nigeria won't hand over ousted Liberian
president to a third country, 21 juli 2005
78 Global Witness, A time for justice: why the international community, UN security council
and Nigeria should help facilitate Charles Taylor's immediate extradition to the Special Court
for Sierra Leone, juni 2005; Jeune Afrique/L'Intelligent, La menace Taylor, 5-11 juni 2005;
Human Rights Watch, UN Security Council:ensure justice in West Africa, 24 mei 2005;
IRIN, Taylor still looms large as election countdown begins, 30 juni 2005; AFP, Une
coalition africaine exige l'extradition du Libérien Charles Taylor, 30 juni 2005 en EIU,
Country report Liberia, juni 2005
79 The Analyst, Justice minister debunks UNMIL boss' statement, 8 juli 2005 en Reuters, West
African leaders call for Taylor exile review, 30 juli 2005
80 DPA, Liberia sets op committee to investigate massacre, 15 juni 2005
81 Freetown radio UNAMSIL, Liberian leader ends two-day visit to Sierra Leone, 20 augustus
2004 en AFP, Bryant: la Côte d'Ivoire ne doit pas répéter `le mal que nous sommes fait', 18
november 2004
82 The Economist Intelligence Unit, Country report Liberia, december 2004
83 S/2005/376
21
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
veiligheidssituatie voor burgers aanzienlijk is verbeterd. In het vervolg van deze
paragraaf zullen achtereenvolgens drie factoren aan bod komen die van belang zijn
voor de veiligheid in Liberia: allereerst ontwapening en (internationale)
rekrutering, gevolgd door ontwikkelingen ten aanzien van leger en politie en ten
slotte de positie van burgers.
Ontwapening en (internationale) rekrutering
Eind november 2004 werd het ontwapeningsproces, dat van start ging in december
2003 en na een pauze weer vanaf 15 april 2004, voltooid. Volgens cijfers van de
VN hebben 101.495 personen aan het proces deelgenomen. In deze periode
werden bij de ontwapeningscentra echter slechts 28.314 functionerende wapens
ingeleverd.84 Onder de personen die zich meldden voor het DDRR (Disarmament,
Demobilisation, Reintegration and Rehabilitation)-proces bevonden zich ruim
22.370 vrouwen, 8523 jongens en 2440 meisjes onder de achttien jaar.85
Ondanks de hoge aantallen mensen die zich meldden voor ontwapening, blijven
twijfels bestaan over het bereik van het DDRR-proces. Het is onzeker of de harde
kern van strijders wel bereikt is met het programma.86 De criteria voor deelname
aan het proces waren volgens Human Rights Watch onduidelijk en werden flexibel
toegepast, waardoor lang niet alle personen die in aanmerking kwamen voor
deelname aan het DDRR-proces zich meldden voor ontwapening, terwijl groepen
die hiervoor niet in aanmerking kwamen zich wél meldden, soms op voordracht
van voormalige commandanten. Ook vertelden commandanten hun strijders dat
het voor deelname aan het DDRR-proces verplicht was een (aanzienlijk) deel van
de ontwapeningstoelage aan de commandanten te betalen.87
Sinds 1 november 2004 is een ieder die nog een wapen draagt en niet tot de politie,
het leger of paramilitaire eenheden behoort, in overtreding van de Liberiaanse
wapenwet.88 Gedurende de verslagperiode zijn enkele personen aangehouden op
verdenking van dit strafbare feit. UNMIL-medewerkers vinden nu en dan
achtergelaten wapens langs de openbare weg. Er zijn berichten dat er rond
Monrovia wapens worden verborgen. Een NGO-medewerker in de provincie Bong
gaat er vanuit dat ook daar nog volop wapens aanwezig zijn. Het VN Panel of
Experts dat toeziet op naleving van de sancties jegens Liberia suggereerde in juni
2005 dat veel wapens uit MODEL-gebied hun weg hebben gevonden naar
Ivoorkust, omdat UNMIL in MODEL-gebied nog nooit wapens heeft gevonden.
Het panel merkte tevens op dat wapenopslagplaatsen mogelijk verschillende keren
84 Ibidem
85 Ibidem
86 International Crisis Group (ICG), Liberia and Sierra Leone: rebuilding failed states, 8
december 2004
87 HRW, Youth, poverty and blood, maart 2005
88 AP, UN gives Liberia's fighters two months to disarm or face prosecution, 1 september 2004
---
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
vlak voor de komst van UNMIL zijn verplaatst en dat burgers uit angst voor
represailles van oud-strijders geen vragen durven te beantwoorden over geheime
bergplaatsen voor wapens of over rekruteringsactiviteiten.89 UNDP voert een
gemeenschapsproject uit waarbij wapens worden verzameld en vernietigd.90
Nu de ontwapening en demobilisatie achter de rug zijn, dient de volgende fase van
het DDRR-proces zich aan. De middelen en de planning van de reïntegratie en
rehabilitatie (RR) van de strijders zijn echter ondermaats, waardoor dit onderdeel
niet goed van de grond komt.91 Door de hoge opkomst voor het
ontwapeningsproces zijn fondsen bedoeld voor reïntegratie en rehabilitatie
noodgedwongen besteed aan ontwapening en demobilisatie. In juni 2005, zes
maanden na de beëindiging van de ontwapening en demobilisatie en na noodkreten
van hulpverleners, was er nog een tekort van US$ 10 miljoen. Voor 43.000
strijders moest het reïntegratie- en rehabilitatieproces toen nog beginnen.92 De RR-
programma's die al wel van de grond zijn gekomen hebben te kampen met
tekorten: zo werden in januari 2005 4000 gedemobiliseerde strijders die in het
kader van het DDRR-proces een middelbare schoolopleiding genoten van school
gestuurd omdat hun schoolgeld niet was betaald. Uiteindelijk ging het DDRR-
programma alsnog over tot betaling.93 Tijdens de verslagperiode zijn voormalig
strijders verschillende keren de straat op gegaan om op intimiderende wijze te
protesteren tegen het uitblijven van reïntegratie- en rehabilitatie-mogelijkheden. In
maart 2005 vielen voormalig strijders een UNMIL-post in Ganta aan.94
Verschillende waarnemers noemen de vertraging van het RR-proces een belangrijk
punt van zorg.95 Ontwapende strijders die nog niet aan een opleiding of baan zijn
geholpen hangen maar wat rond op straat en zijn gemakkelijk te mobiliseren voor
van alles en nog wat. De huidige situatie in Liberia is vergelijkbaar met de situatie
aan de vooravond van de eerdere oorlogen en voormalige strijders zullen zonder
meer opnieuw gaan vechten als er voor hen geen bestaansalternatief is, meent een
andere bron. In Monrovia zou de havendirecteur 900 voormalige strijders in dienst
hebben als beveiligingspersoneel. Een bron in Liberia meldt geruchten over
herbewapening van de voormalige strijdende partijen, in welk verband ook de
naam van voormalig president Taylor wordt genoemd.
Taylor zou door heel West-Afrika aan hem loyale groeperingen paraat hebben
staan, die hem indien noodzakelijk financieel, politiek of militair kunnen bijstaan.
89 S/2005/360
90 S/2005/177
91 S/2004/525 en HRW, Youth, poverty and blood, maart 2005
92 S/2005/376 en IRIN, UN still needs $10 million for ex-combatants, 10 juni 2005
93 HRW, Youth, poverty and blood, maart 2005
94 HCS UNMIL, UNMIL Humanitarian situation report, 30 maart - 5 april 2005 en AP, Ex-
child soldiers rampage through northern Liberian town to protest unpaid school fees, 11 mei
2005
95 S/2005/177 en Global Witness, Timber, Taylor, Soldier, Spy, juni 2005
23
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
Ook zouden deze 36 groepen Taylor van inlichtingen voorzien.96 Er vindt
rekrutering van Liberianen plaats om te vechten in Ivoorkust en Guinee.97 Van
Taylor wordt beweerd dat hij de Guinese president Lansana Conté wil
omverwerpen vanwege diens vermoedelijke steun aan LURD. De Guinese
president zou op zijn beurt door LURD-prominent Aisha Conteh Liberianen laten
werven om zich tegen Taylor-aanhangers te beschermen.98 In de buurt van
N'Zérékoré, een plaats in de Guinese jungle, zou zich één of meerdere
trainingskampen bevinden. Het is onduidelijk of dit kamp/deze kampen bevolkt
worden door LURD-strijders en/of door aanhangers van voormalig president
Taylor. Rekrutering van Liberianen zou plaatsvinden in Voinjama (Lofa), Ganta
en elders in Nimba.99 Er zijn aanwijzingen dat militaire trainingskampen in Guinee
niet alleen zijn gericht op de destabilisering van Guinee, maar mogelijk op een
opstand in Liberia zelf.100
Deze berichten passen in de turbulente geschiedenis van de landen van de Mano
River Union (Liberia, Sierra Leone en Guinee) en Ivoorkust , die immers wordt
gekenmerkt door destabilisering van het ene land door het andere (zie ook
paragraaf 2.1.2).
Zo gaven onder de personen die zich bij de Liberiaanse ontwapeningscentra
meldden 612 aan een andere dan de Liberiaanse nationaliteit te hebben.101 Het gaat
hierbij onder meer om 50 Ivorianen, 308 Guineëers en 242 Sierra Leonezen. In
interviews door Human Rights Watch gaven West-Afrikaanse strijders echter aan
dat het aantal Sierra Leonezen in de LURD alleen al in de honderden liep en dat
velen van hen aangaven de Liberiaanse nationaliteit te hebben uit vrees uitgesloten
te worden van de voordelen van het DDRR-proces. De LURD-officier die
verantwoordelijk was voor rekrutering in Sierra Leone vertrouwde Human Rights
Watch toe tijdens de gewapende strijd ten minste 2000 Sierra Leonezen te hebben
aangenomen.102 Liberia is met Sierra Leone overeengekomen dat de ontwapende
Sierra Leonezen vanuit Liberia kunnen terugkeren naar hun vaderland.103
96 Global Witness, Timber, Taylor, Soldier, Spy, juni 2005
97 Report of the Panel of Experts appointed pursuant to paragraph 8 of Security Council
resolution 1579 (2004), concerning Liberia, S/2005/360 (13 juni 2005)
98 Reuters, Disarmament starts in Liberia rebel stronghold, 9 september 2004
99 EIU, Country Report Liberia, september 2004; S/2005/360 en Global Witness, Timber,
Taylor, Soldier, Spy: How Liberia's uncontrolled resource exploitation, Charles Taylor's
manipulation and the re-recruitment of ex-combatants are threathening regional peace, juni
2005
100 S/2005/360
101 S/2005/376
102 HRW, Youth, poverty and blood, maart 2005
103 IRIN, Former soldiers who fled to Sierra Leone start coming home, 7 april 2005
24
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
Omgekeerd keerden in april 2005 389 Liberiaanse oud-strijders die in Sierra
Leone gedetineerd waren terug naar Liberia.104 Het gaat om strijders die tussen
1991-2001 met de Sierra Leoonse Revolutionary United Front meevochten om de
Sierra Leoonse regering omver te werpen, en om Taylor-getrouwe strijders die in
2003 op de vlucht sloegen voor LURD. Zij kunnen in Liberia op amnestie
rekenen.105
Een in maart 2005 verschenen rapport van Human Rights Watch, waarvoor zestig
West-Afrikaanse strijders zijn geïnterviewd, bevestigt eerdere berichten dat in de
West-Afrikaanse subregio een pool van ervaren huurlingen actief is, die in
verschillende landen hebben gevochten.106 De ervaring van de geïnterviewde
strijders leert, dat zij vaak aan het eind van de jaren tachtig of in de jaren negentig
reeds als kind (gedwongen) zijn gerekruteerd in Sierra Leone of Liberia en dat zij,
bij gebrek aan perspectief op andere middelen van bestaan, sindsdien hebben
gevochten voor verschillende groeperingen in deze landen en in Ivoorkust en
Guinee. 107
Deze `regionale strijders' worden doorgaans niet betaald voor hun inspanningen,
maar krijgen de opbrengst van plunderingen in het vooruitzicht gesteld, of, in
sommige gevallen, de voordelen van een toekomstig VN-ontwapeningsproces.108
Tussen april 2004 en maart 2005 bleek meer dan tweederde van de Liberianen
onder de geïnterviewden benaderd te zijn voor militaire activiteiten in Ivoorkust of
Guinee.109 De politieke situatie in Liberia's buurland Ivoorkust is instabiel en de
Ivoriaanse president Gbagbo is er in het verleden door de VN en internationale
NGOs van beschuldigd MODEL te steunen.110 De intensiteit van rekrutering van
Liberianen voor de strijd in Ivoorkust nam met name toe kort voor offensieven van
het Ivoriaanse leger FANCI tegen de Forces Nouvelles-rebellen, zoals in
november 2004. VN- en NGO-medewerkers bevestigden tegenover Human Rights
Watch dat honderden gedemobiliseerde Liberiaanse strijders, onder wie kinderen
die reeds met hun familie waren herenigd, sinds november 2004 zijn gerekruteerd
en met name aan de zijde van Ivoriaanse regeringsmilities meevechten. De
rekrutering vond vooral plaats onder leden van de Krahn-bevolkingsgroep in
Grand Gedeh, River Gee and Maryland, provincies die grenzen aan Ivoorkust en
waar de reïntegratie- en rehabilitatieprojecten voor oud-strijders volgens Human
104 S/2005/376
105 IRIN, Sierra Leone to send back 500 detained Liberian fighters, 28 september 2004
106 DPA, Former Liberian FM says Liberian conflict source of mercenary force, 1 september
2004 en HRW, Youth, poverty and blood, maart 2005
107 HRW, Youth, poverty and blood, maart 2005
108 Ibidem
109 Ibidem
110 S/2003/498 en Peter Takirambudde, International Herald Tribune, 17 september 2003
25
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
Rights Watch disproportioneel tekortschieten.111 Er zouden honderden Liberianen
zijn gerekruteerd, van wie vele deel uitmaken van de Lima-militie die actief is in
west-Ivoorkust, rond Guiglo en Toulepleu.112 In Lofa zouden veel kinderen
worden gerekruteerd.113
De Forces Nouvelles zouden enkele Liberiaanse kinderen hebben gerekruteerd in
Bong en Nimba en de rekruteringsactiviteiten vooral richten op de Gio-
bevolkingsgroep. Ook in Monrovia, waar zich 44.000 voormalig strijders bevinden
vinden rekruteringsactiviteiten plaats, met name met het oog op activiteiten in
Guinee. 114 Tevens zijn Human Rights Watch berichten ter ore gekomen over de
rekrutering van Liberiaanse vluchtelingen, onder wie minderjarigen, vanuit een
vluchtelingenkamp in West-Ivoorkust in november 2004.115 De rekrutering van
Liberianen voor de strijd in Ivoorkust zou veelal door andere Liberianen worden
uitgevoerd, met name door voormalig commandanten onder hun oude
manschappen. Deze rekrutering ging tot ten minste juni 2005 door.116 In maart
2005 werd in Zwedru een Ivoriaan met Liberiaans paspoort door de UNMIL-
politie CIVPOL gearresteerd wegens rekruteringsactiviteiten. Nadat twee getuigen
hun verklaring weer introkken, werd deze persoon weer vrijgelaten.117 Radio
France Internationale berichtte dat een geheim VN-rapport Liberiaanse strijders
verantwoordelijk houden voor de moord op 41 dorpelingen in de Ivoriaanse
plaatsen Guitrozon en Duékoué op 31 mei 2005.118
Een aantal door Human Rights Watch geïnterviewde strijders stelde dat een
onderminister in de Liberiaanse overgangsregering direct betrokken is bij deze
activiteiten en dat deze daarover regelmatig in contact staat met de Ivoriaanse
autoriteiten. 119 In juni 2005 stelde een Liberiaanse parlementariër dat zich in de
provincie Grand Cape Mount Sierra Leoonse strijders bevonden die de bevolking
angst aanjoegen.120
111 HRW, Youth, poverty and blood, maart 2005
112 Save the children UK, 22 juli 2004; Human Rights Watch, Côte d'Ivoire: ex-child soldiers
recruited for war, 31 maart 2005 en HRW, Youth, poverty and blood, maart 2005
113 The Analyst, Punish rape, sodomy suspects, 8 juni 2005
114 S/2005/360
115 HRW, Youth, poverty and blood, maart 2005
116 S/2005/376
117 S/2005/360
118 Radio France Internationale, UN report says Liberian mercenaries killed Ivorian villagers on
31 May, 7 juli 2005
119 HRW, Youth, poverty and blood, maart 2005; Human Rights Watch, Recruitment of ex-child
soldiers in Côte d'Ivoire, 30 maart 2005 en Global Witness, Timber, Taylor, Soldier, Spy,
juni 2005
120 The Analyst, Kamajors cause stir in Cape Mount, 9 juni 2005
26
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
Teneinde grensoverschrijdende rekrutering en eventuele wapensmokkel te
verhinderen, plegen UNMIL en de VN-missies in Sierra Leone en Ivoorkust
regelmatig overleg en werken zij samen op het gebied van grensbewaking. De
VN-Veiligheidsraad riep UNMIL en de VN-machten in Sierra Leone en Ivoorkust
in juni 2005 op hun samenwerking op het gebied van grensbewaking te
intensiveren, met het oog op bestrijding van wapensmokkel en de rekrutering van
huurlingen.121 Het mandaat van de VN-macht in Sierra Leone, UNAMSIL, loopt
in december 2005 af.122 Op een top in februari 2005 spraken de leiders van
Guinee, Liberia en Sierra Leone af samen te werken op het gebied van vrede en
veiligheid.123
Ontwikkelingen ten aanzien van leger en politie
Het officiële Liberiaanse leger, de Armed Forces of Liberia (AFL), speelt in de
huidige veiligheidscontext geen rol van betekenis, afgezien van de rellen die zij in
juni 2005 in Monrovia veroorzaakten uit protest tegen achterstallige
loonbetalingen. Meer dan honderd soldaten plunderden hun barakken in het
centrum van Monrovia en wierpen wegversperringen op in de hoofdstad. Het
ministerie van Defensie werd geblokkeerd en UNMIL moest er aan te pas komen
om de minister van Defensie te ontzetten. UNMIL heeft inmiddels besloten de
kosten voor afvloeiing van soldaten uit de oude AFL voor zijn rekening te nemen.
De Verenigde Staten heeft toegezegd een nieuw nationaal leger op te zetten en te
trainen. Dit leger zal wegens geldgebrek niet 4000, zoals aanvankelijk gepland,
maar slechts 2000 soldaten tellen.124 Alle Liberianen met een onbesmet blazoen op
het gebied van mensenrechten kunnen naar een functie in het nieuwe leger
solliciteren, ook soldaten van het 15.000 tellende `oude' leger AFL en voormalige
LURD- en MODEL-strijders.125 De rekrutering voor het nieuwe leger zal in
september 2005, na de ontmanteling van de AFL, van start gaan. De eerste
rekruten zullen in december 2005 hun training afronden, hetgeen betekent dat
Liberia het tijdens de verkiezingsperiode zonder functionerend leger moet
stellen.126 De minister van Defensie heeft in een brief aan UNMIL de VN-
vredesmacht gevraagd het voortouw te behouden bij het waarborgen van de
veiligheid totdat het leger hervormd is.127
Het hoofd van de Liberia National Police (LNP), Chris Massaquoi, werd in
januari 2005 tijdelijk geschorst wegens diefstal van een politie-generator. Het is
121 S/RES/1607
122 IRIN, UN troops to leave by the end of the year, 1 juli 2005
123 EIU, Country report Liberia, juni 2005
124 IRIN, New national army to have 2,000 troops, half as many as expected, 29 juni 2005
125 IRIN, Soldiers loot their own barracks to protest at pay arrears, 15 juni 2005 en Reuters,
Soldiers in Liberia protest over pay arrears, 14 juni 2005
126 S/2005/376 en IRIN, New national army to have 2,000 troops, half as many as expected, 29
juni 2005
127 S/2005/376
27
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
niet bekend of Massaquoi nog steeds geschorst is.128 Onder supervisie van de
Verenigde Naties wordt de LNP geleidelijk vervangen door de Liberia Police
Service.129 De training van nieuwe politiemedewerkers ging in juli 2004 van start.
Deze politiemacht bestaat zowel uit agenten afkomstig uit de oude Liberian
National Police en de veiligheidsdienst Special Security Services (SSS) als uit
nieuwe rekruten, die afkomstig zijn uit de verschillende etnische groepen in
Liberia. De nieuwe rekruten worden in overleg met de
mensenrechtenfunctionarissen van UNMIL gescreend op hun
mensenrechtenverleden. Ook verzorgt UNMIL voorlichting over mensenrechten
aan politie en leger.130 UNMIL streeft ernaar 1900 van de beoogde 3500 agenten te
hebben opgeleid voor de verkiezingen van oktober 2005.131 In Monrovia, Ganta en
Gbarnga zijn alarmnummers operationeel die burgers kunnen bellen in geval van
nood. De politie is in alle provincies aanwezig.132 Waarnemers stellen echter dat
burgers zich nog niet veilig voelen en dat zij ondanks de aanwezigheid van de
politie onvoldoende kunnen rekenen op bescherming door de autoriteiten. In de
woorden van één van hen: `die kerels doen niets'. De UNMIL-politie CIVPOL
ondersteunt de oprichting van `community police forums', burgerwachten in
Monrovia. Deze mogen niet zelfstandig patrouilles uitvoeren.
Het is onbekend in hoeverre de SSS inmiddels is hervormd, zoals ten doel gesteld
in het vredesakkoord van 18 augustus 2003. De SSS doet dienst als presidentiële
bewakingseenheid. In juni 2005 kwamen leden van de SSS verhaal halen op een
school, nadat leerlingen uit het raam verwensingen hadden geroepen naar het
passerend konvooi van regeringsvoorzitter Bryant. Hoewel een aanwezige bij het
incident de komst van de SSS-leden intimiderend noemde, liep de kwestie met een
sisser af en werden de betreffende leerlingen door de school voor twee weken
geschorst.
Positie van burgers
Ondanks bovengenoemde berichten is de veiligheidssituatie voor burgers tijdens
de verslagperiode aanmerkelijk verbeterd. De VN-vredesmacht in Liberia,
UNMIL, heeft haar stationering gedurende de verslagperiode uitgebreid naar Foya
(provincie Lofa, aan de grens met Sierra Leone), Toe Town (Grand Gedeh), Fish
Town (Maryland) en Barclayville (Grand Kru).133 UNMIL heeft de situatie in
Liberia volgens welingelichte bronnen onder controle, al geldt dit in mindere mate
128 Reuters, Liberia's top cop suspended over generator theft, 8 januari 2005
129 S/2004/430
130 S/2005/177
131 HCS UNMIL, Situation report no. 108, 10-16 juli 2004
132 S/2005/376
133 United Nations Departrment of Peacekeeping Operations Cartographic Section, UNMIL
deployment as of June 2005 (vergeleken met situatie zoals in september 2004 en februari
2005)
28
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
voor de rurale gebieden en patrouilleert UNMIL doorgaans niet `s nachts.134
Hoewel UNMIL niet permanent present is aan de grenzen met Ivoorkust en
Guinee, noemt een internationale hulpverlener de stationering van UNMIL
`voldoende' en het grensgebied met Ivoorkust `fragiel maar veilig'. 135 UNMIL
bestaat uit 15.000 manschappen en blijft tot ten minste 19 september 2005 in het
land.136 De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft eind juni 2005 het
mandaat van UNMIL versterkt, zodat de vredesmacht nu ook gemachtigd is de
Liberiaanse overheid te ondersteunen bij het herwinnen van de zeggenschap over
de diamant- en houtkapgebieden in het land.137
Zoals in paragraaf 2.2 reeds naar voren kwam, hebben de voormalige strijdende
partijen elk nog hun eigen invloedsgebieden in het land. In enkele delen van
Liberia, met name in gebieden met natuurlijke rijkdommen, levert dit problemen
op. Zo bezetten (naar verluidt gewapende) voormalige strijders van LURD nog
altijd de Guthrie-rubberplantage in de provincie Bomi. Zij vallen de lokale
bevolking lastig en maken zich schuldig aan intimidatie. Ook dreigen ze met
geweld als zou worden geprobeerd hen te verjagen. In juni 2005 gaven te ze
kennen vertrek te overwegen indien ze alsnog zouden mogen deelnemen aan het
DDRR-programma.138 Een rubberplantage in Sinoe werd begin 2005 gesloten
nadat MODEL-strijders hadden geprobeerd een eigendomsconflict met geweld in
hun voordeel te beslechten.139 Ook in diamantwinningsgebieden in Lofa, Nimba en
Gbarpolu en houtkapgebieden in Grand Bassa, River Cess en Sinoe maken oud-
strijders de dienst uit en heeft de overgangsregering noch UNMIL controle.140 In
Gbarpolu zouden militaire trainingsactiviteiten plaatsvinden. Dit geldt ook voor
Nationaal Park Sapo (provincie Sinoe), dat door 4000 personen, met name
voormalig MODEL-strijders illegaal wordt bewoond, bejaagd en ontgonnen voor
goud- en diamantdelving.141 In Sinoe, en rond Harper en Zwedru zijn de
commandostructuren van MODEL nog intact en vormen deze de basis van de
georganiseerde misdaad.142
De commandostructuren van LURD zouden mogelijk in Ganta en Gbarnga, en
volgens één bron ook elders in het land, nog intact zijn. Dit zijn ook de steden
waar sommige burgers die zich als kiezer wilden registreren door oud-strijders zijn
lastiggevallen. Een bron noemt een incident waarbij UNMIL-soldaten zich in
134 S/2005/360
135 S/2005/177 en Global Witness, Timber, Taylor, Soldier, Spy, juni 2005
136 Resolutie Veiligheidsraad, S/RES/1561, 17 september 2004
137 S/2005/376 en S/RES/1607
138 The Analyst, Fighters set conditions to lift Gutherie siege, 13 juni 2005 en S/2005/360
139 S/2005/177 en Global Witness, Timber, Taylor, Soldier, Spy, juni 2005
140 Global Witness, Timber, Taylor, Soldier, Spy, juni 2005
141 Global Witness, Timber, Taylor, Soldier, Spy, juni 2005
142 Global Witness, Timber, Taylor, Soldier, Spy, juni 2005 en S/2005/360
29
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
Ganta door met machetes gewapende Liberianen hun automatische geweren lieten
afpakken.
In Foya, Kolahun en Voinjama (provincie Lofa) worden burgers met enige
regelmaat lastiggevallen door voormalig LURD-strijders, al zou de situatie zijn
verbeterd sinds UNMIL zijn aanwezigheid in deze gebieden heeft opgevoerd.
Global Witness citeert angstige burgers die stellen dat de voormalige strijders in
het gebied nog steeds over wapens beschikken.143
Met de terugkeer van vluchtelingen, ontheemden en voormalig strijders naar hun
regio van herkomst is het risico van conflicten over (land-)eigendom ontstaan. Er
worden verschillende initiatieven genomen teneinde dergelijke conflicten niet uit
de hand te laten lopen en deze te ontdoen van een etnische component.144 In Lofa
en Nimba zouden aan etniciteit gerelateerde conflicten bestaan onder meer over
huizen- en grondbezit - tussen verschillende groeperingen, waarbij voormalig
strijders een rol spelen. Er is echter weinig bekend over wat precies gaande is.
Voor zo ver bekend is er geen sprake meer van wegversperringen anders dan van
UNMIL of de politie. Bij de wegversperringen van de politie is het niet
ongebruikelijk dat passanten om een financiële `bijdrage' worden gevraagd.
De grootschalige corruptie in Liberia draagt ook een veiligheidsrisico in zich: zo is
naar verluidt 40% van de containers in de haven van Monrovia niet aan
douanecontrole onderhevig.
In Monrovia worden volgens een bron de menigtes bij demonstraties steeds groter
en vinden er steeds vaker escalaties plaats. Het meest recente voorbeeld gedurende
de verslagperiode waren de rellen veroorzaakt door leden van het officiële
Liberiaanse leger in juni 2005 (zie pagina 27).145
2.4 Sociaal-economische situatie
Liberia is vanwege de aanwezigheid van grondstoffen in potentie een welvarend
land, dat als gevolg van economisch wanbeleid en een geschiedenis van
voortdurende gewapende strijd kampt met een dramatische sociaal-economische
situatie.
De Liberiaanse infrastructuur is in zeer slechte staat: wegen zijn overwoekerd door
het oerwoud, bruggen zijn tijdens de oorlog verwoest en alleen in Monrovia,
143 Global Witness, Timber, Taylor, Soldier, Spy, juni 2005
144 S/2005/177
145 IRIN, Soldiers loot their own barracks to protest at pay arrears, 15 juni 2005
30
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
Kakata en Buchanan is er een (mobiel) telefoonnetwerk.146 Zelfs in Monrovia,
waar zich het leeuwendeel van de 3,3 miljoen Liberianen bevindt, zijn stroom- en
watervoorzieningen nog niet in voldoende mate aanwezig.147
Volgens cijfers van de Verenigde Naties bedraagt de werkloosheid in Liberia 85%.
Er is sprake van achterstallige loonbetalingen door de overheid. De
overgangsregering is bereid deze salarissen alsnog uit te betalen over de eigen
zittingsperiode. Na een ambtenarenstaking in juli 2005 zegde de regering toe ook
vier maanden van de achterstanden die zijn ontstaan in de Taylor-periode voor
haar rekening te nemen.148 Deze achterstanden bedragen voor ambtenaren 18
maanden en voor militairen 20-24 maanden. Met het oog op een efficiëntere
loonuitbetaling zijn gedurende de verslagperiode filialen van de Centrale Bank
geopend in Buchanan, Gbarnga en Tubmanburg. Overheidsdienaren hoeven op die
manier niet meer naar Monrovia om hun salaris te innen.
Bijna 80% van de bevolking leeft in armoede (minder dan 1 Amerikaanse dollar
inkomsten per dag) en van dit percentage leeft weer de helft in absolute armoede
(minder dan een halve Amerikaanse dollar inkomsten per dag).149 Driekwart van
de Liberiaanse bevolking heeft geen toegang tot veilig drinkwater en minder dan
tien procent van de bevolking heeft toegang tot medische voorzieningen.150
Schattingen van het aantal HIV/AIDS-geïnfecteerden lopen uiteen van 10 tot 25%
van de volwassenen.151
De prijs van rijst, het basisvoedsel van de Liberianen, steeg in de eerste drie
maanden van 2005 van US$23 per 50 kilo naar meer dan US$40.152 Ruim 500.000
Liberianen zijn aangewezen op voedselhulp van het World Food Programme
(WFP). Door achterstallige donorbetalingen heeft WFP tussen juli 2004 en maart
2005 de voedselrantsoenen per persoon per dag geleidelijk moeten terugbrengen
tot 64% van het benodigde aantal calorieën.153
146 IRIN, Where are the weapons?, 28 juli 2004
147 AFP, Liberian government, UNHCR to begin returning displaced people home, 8 november
2004
148 DPA, Civil servants call off strike in Liberia after compromise deal, 14 juli 2005
149 S/2003/498
150 AP, UNEP: more than a decade of conflict in Liberia has left most of the country's
population without access to safe water and health care, 13 februari 2004
151 Watchlist, Nothing left to lose, juni 2004; UNMIL Press Release, UNMIL begins HIV/AIDS
counseling workshop for peacekeepers, 28 juni 2004; HCS UNMIL, Situation report no. 106,
26 juni-2 juli 2004 en IRIN, HIV help at back of queue in war-battered north-east, 22 juni
2005
152 S/2005/360
153 IRIN, WFP prioritises returning refugees and IDPs in food distribution, 4 maart 2005 en Fifth
progress report of the Secretary-General on the United Nations Mission in Liberia,
S/2004/972, 17 december 2004
31
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
Tot tenminste 21 december 2005 zijn met betrekking tot Liberia op basis van
resoluties van de VN-Veiligheidsraad een wapen- en diamantembargo,
reisrestricties voor belangrijke leden van de regering van oud-president Taylor en
een verbod op de invoer van Liberiaans hout van kracht.154
Verschillende bronnen stellen dat Liberia voldoende mogelijkheden voor
buitenlandse investeringen en economische groei biedt indien een eind zou worden
gemaakt aan instabiliteit en corruptie. Buitenlandse bedrijven hebben
belangstelling getoond voor de winning van olie, rubber, goud en diamanten in
Liberia, en zijn tevens geïnteresseerd in het opzetten van de
telecommunicatiesector.155
Donoren hebben voldoende middelen toegezegd voor de wederopbouw van
Liberia op langere termijn. In april 2005 was $353 miljoen van de in februari 2004
toegezegde $520 miljoen daadwerkelijk uitgekeerd aan de diverse VN-
organisaties.156 De overheidsbegroting voor de periode juli 2004-juni 2005
bedroeg US$ 80 miljoen.157
3 Mensenrechten
3.1 Juridische context
3.1.1 Verdragen
Liberia is partij bij de volgende verdragen158:
· Verdrag inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide (geratificeerd
op 9 juni 1950)
· Het Vluchtelingenverdrag van 1951 (geratificeerd op 15 oktober 1964) en het
daarbij behorende Protocol van 1967 (geratificeerd op 27 februari 1980)
· Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle Vormen van
Rassendiscriminatie (geratificeerd op 5 november 1976)
· Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen
(geratificeerd op 17 juli 1984)
· Verdrag inzake de Rechten van het Kind (geratificeerd op 4 juni 1993).
· Statuut van het Internationaal Strafhof (geratificeerd op 8 oktober 2003)
154 S/RES/1607
155 EIU, Country Report Liberia, juni 2004; The Forum, Communication revolution!, 5 oktober
2004;IRIN, Firestone deal could mark return of private investors, 22 februari 2005 en AP,
Liberia signs offshoreexploration deals with oil companies, 21 juni 2005
156 EIU, Country report Liberia, juni 2005
157 S/2005/360
158 Informatie afkomstig van www.unhchr.ch, IRIN, 12 november 2003 en www.unhcr.ch
32
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
· Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten
(geratificeerd op 22 september 2004)
· Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten
(geratificeerd op 22 september 2004)
· Verdrag tegen Foltering en andere Wrede, Onmenselijke of onterende
Behandeling of Bestraffing (geratificeerd op 22 september 2004)
Liberia is partij bij het Afrikaanse Handvest inzake de Rechten van de Mens en
van Volkeren. Daarnaast heeft Liberia de volgende Afrikaanse verdragen
ondertekend, maar nog niet geratificeerd:
· Protocol behorende bij het Afrikaans Handvest inzake de Rechten van de
Mens en van Volkeren over de oprichting van het Afrikaanse Hof voor de
Rechten van de Mens en van Volkeren
· Protocol behorende bij het Afrikaans Handvest inzake de Rechten van de
Mens en van Volkeren over de rechten van vrouwen in Afrika
· Verdrag inzake de specifieke aspecten van Vluchtelingenproblemen in Afrika
· Afrikaans Handvest inzake de Rechten en Welzijn van het Kind
De Liberiaanse overgangsregering heeft in 2004 gerapporteerd aan het comité van
toezicht van het Verdrag voor de Rechten van het Kind. Het comité heeft Liberia
gevraagd dat opnieuw te doen in 2009.159 Zeker tot in maart 2005 werd gewerkt
aan een National Human Rights Action Plan, dat een raamwerk moet bieden voor
toekomstige vervulling van de rapportageverplichtingen aan organen van toezicht
bij de diverse verdragen.160
3.1.2 Nationale wetgeving
De grondwet van 6 januari 1986 (geamendeerd in 1988) is gebaseerd op de
algemene beginselen van de rechtsstaat. De grondwet voorziet in de bescherming
van een aantal klassieke rechten, zoals vrijheid van meningsuiting, vrijheid van
vereniging en vergadering, vakbondsvrijheid, bewegings- en vestigingsvrijheid.
Ook is een aantal sociale rechten in de grondwet opgenomen.
In het vredesakkoord van 18 augustus 2003 benadrukten de ondertekenaars het
belang van respect voor de mensenrechten zoals vastgelegd in de Universele
Verklaring van de Rechten van de Mens, het Afrikaanse Handvest inzake
Mensenrechten en de Rechten van Volkeren en de Liberiaanse wetgeving. Een
aantal rechten en fundamentele vrijheden wordt in het vredesverdrag met name
genoemd: het recht op leven, het recht gevrijwaard te zijn van foltering, het recht
159 Committee on the rights of the child, Thirty-six session, Consideration of reports submitted
by states parties under article 44 of the Convention, 1 juli 2004
160 S/2005/177
---
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
op een eerlijke rechtsgang, vrijheid van geweten, vrijheid van meningsuiting,
vrijheid van vergadering en het recht op deelname aan het landsbestuur.
Het vredesakkoord spreekt ook van een `nationaal en man-vrouw evenwicht (...)
voor alle benoemingen binnen de overgangsregering'. Conform het vredesakkoord
is een Governance Reform Commission opgericht (zie paragraaf 2.2), die onder
meer verantwoordelijk zal zijn voor het in acht nemen van een `nationale en
regionale balans in benoemingen'161. Dit kan worden geïnterpreteerd als een
voorzichtige verwijzing naar gelijke kansen voor de verschillende etnische
groepen in Liberia.
3.2 Toezicht op naleving van de mensenrechten
In het vredesakkoord van 18 augustus 2003 is sprake van de oprichting van een
Independent National Commission on Human Rights. Deze commissie,
voorgezeten door mensenrechtenadvocaat Atty Dempster Brown, ziet in
samenwerking met internationale organisaties en NGOs toe op naleving van de
mensenrechten en bevordert kennis van en respect voor deze rechten.162 De
mensenrechtencommissie komt echter slechts moeizaam op stoom (zie paragraaf
2.2).
Gedurende de verslagperiode waren tientallen Liberiaanse niet-gouvernementele
organisaties actief op het gebied van mensenrechten, democratisering en goed
bestuur.163 Onder de gevestigde organisaties zijn onder meer:
· de Catholic Justice and Peace Commission (JPC), geleid door Atty Augustine
Toe164;
· de Foundation for International Dignity (FIND) onder leiding van Samuel
Kofi Woods;
· de Liberia Coalition of Human Rights Defenders, geleid door Aloysius Toe,
die in maart 2005 de Reebok Human Rights Award ontving165;
· het National Democratic Institute;
· het Center for Democratic Empowerment (CEDE) van Dr. Amos Sawyer;
· de National Women's Commission of Liberia (NAWOCOL), een
overkoepelende organisatie waarin 105 Liberiaanse vrouwenorganisaties zijn
vertegenwoordigd.166
161 Comprehensive peace agreement, artikel XVI
162 EIU, Country Report Liberia, maart 2004 en Annex 3 bij de Comprehensive peace
agreement, 18 augustus 2003
163 UNMIL Humanitarian Information Center, www.humanitarianinfo.org/liberia
164 FBIS report, Selection list Liberia Press, 8 juni 2005
165 The Perspective, Aloysius Toe receives Reebok Human Rights Award, 8 maart 2005
166 Amnesty in actie, Stop straffeloosheid in Liberia, juni 2005
34
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
De NGO Good Governance Committee wordt geleid door David Korti, die naar
verluidt vriendschappelijke betrekkingen onderhoudt met oud-president Taylor en
van hem ook financiële steun ontvangt.167
Daarnaast verschijnen er in de Liberiaanse pers geregeld berichten over de
oprichting van nieuwe NGOs, zoals de Movement for peace and justice in Liberia
(MOPJIL).168 Over de activiteiten en achtergrond van deze en andere nieuwe
NGOs is geen informatie voorhanden.
Bovenstaande en andere organisaties zijn buiten Monrovia nauwelijks actief.
Ook de internationale gemeenschap volgt de mensenrechtensituatie in Liberia met
aandacht. Het mandaat van UNMIL, zoals verwoord in Veiligheidsraadresolutie
1509, stipuleert nadrukkelijk dat de VN-soldaten zullen toezien op naleving van de
mensenrechten. Ook dient UNMIL het respect voor de mensenrechten te
bevorderen en een bijdrage te leveren aan activiteiten op het gebied van de rechten
van de mens van andere organisaties.169 Met deze doelen voor ogen heeft UNMIL
mensenrechtenmedewerkers geplaatst in acht van de vijftien provincies, onder
meer in Gbarnga, Buchanan, Monrovia, Tubmanburg, Voinjama, Zwedru en
Harper.170
In april 2005 rapporteerde Onafhankelijk Expert Charlotte Abaka aan de VN-
Mensenrechtencommissie over de mensenrechtensituatie in Liberia. Abaka
signaleerde veel vooruitgang ten opzichte van een jaar daarvoor, en noemde als
uitdaging nog de reïntegratie en rehabilitatie van voormalig strijders, de positie
van vrouwen en capaciteitsopbouw van NGOs. Ook betreurde Abaka het feit dat
Liberia niet bij de betreffende zitting van de Mensenrechtencommissie
vertegenwoordigd was.
Toezicht op de mensenrechten vindt tevens plaats in het kader van de periodieke
rapportage van het Panel of Experts in verband met de aan Liberia opgelegde VN-
sancties.
Ook de internationale mensenrechtenorganisaties Amnesty International en Human
Rights Watch rapporteren over de mensenrechtensituatie in Liberia.
167 CIJ, Following Taylor's money, mei 2005
168 The Perspective, Group launches nonpartisan political movement, lists priamry objectives, 12
juni 2005
169 S/RES/1509
170 Amnesty International, Liberia, 18 augustus 2004 en S/2005/177
35
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
3.3 Naleving en schendingen
In algemene zin kan gesteld worden dat de huidige overgangsregering zich
gedurende de verslagperiode voor zover bekend niet schuldig heeft gemaakt aan
mensenrechtenschendingen. Gezien het beperkte staatsgezag, corruptie (mede in
de hand gewerkt door lage ambtenarensalarissen) en het slecht functionerende
justitieel systeem is bescherming van de mensenrechten in Liberia echter niet
gegarandeerd. De minister voor Gender en Ontwikkeling, Vabah Gayflor, noemde
Liberia in juni 2005 een `failed state' waarin het justitieel systeem niet werkt.171
Binnen het slecht functionerende en corrupte politie- en rechtssysteem (zie
paragraaf 3.3.5) worden gezagsdragers in het algemeen minder hard of in het
geheel niet - gestraft voor eventuele mensenrechtenschendingen en andere
misdrijven dan daders die niet tot de autoriteiten behoren. Zo verklaarde een
hooggeplaatste internationale waarnemer in oktober 2004: `De politie staat boven
de wet'. Sinds die tijd zijn wel enkele politiemedewerkers wegens misdrijven
geschorst en zij worden mogelijk vervolgd (zie ook paragraaf 3.4.2).172
In de volgende subparagrafen wordt ingegaan op de situatie wat betreft specifieke
rechten en schendingen daarvan gedurende de verslagperiode (december 2004 -
juli 2005). De beschikbare informatie blijft grotendeels beperkt tot het gebied
rondom Monrovia. Waar informatie over de rest van het land beschikbaar is, staat
dit expliciet vermeld.
3.3.1 Vrijheid van meningsuiting
De vrijheid van meningsuiting wordt door de grondwet gegarandeerd.
Mensenrechtenactivisten en burgers met een uitgesproken mening worden voor
zover bekend door de overgangsregering met rust gelaten. Ook journalisten
kunnen voor zover bekend zonder hinder van de autoriteiten hun werk doen. Er
zijn geen berichten bekend van journalisten die zich onveilig voelen.
Niettemin bepleiten journalisten de invoering van een wet die de overheid
verplicht stelt informatie openbaar te maken en afschaffing van de `libel law', een
artikel in het wetboek van strafrecht uit de jaren zeventig dat voor de regering
schadelijke berichten verbiedt.173 Liberia staat op de 123e plaats (van de 167) van
de World press freedom ranking van de internationale organisatie Reporters
171 The Analyst, Punish rape, sodomy suspects, 8 juni 2005
172 AFP, Fouilles après les émeutes de Monrovia qui ont fait 14 morts, 1 november 2004
173 The Forum, UNDP, UNESCO welcome roadmap for free press in Liberia, 26 oktober 2004;
Liberian Express, Conteh awaits induction, 24-31 oktober en DPA, Journalists, activists, call
for media reform in Liberia, 25 oktober 2004
36
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
without Borders.174 De Association of Independent Media Editors (ASIME) wil de
onafhankelijke journalistiek in Liberia bevorderen.
Liberianen zijn voor hun informatievoorziening veelal afhankelijk van de
verschillende radiostations die het land telt. De vele kranten die in Monrovia
verschijnen kennen namelijk een beperkte oplage en buiten de hoofdstad zijn ze
nauwelijks verkrijgbaar. Bovendien is het overgrote deel van de Liberianen
analfabeet. De berichtgeving in de kranten is vaak van slechte kwaliteit en heeft
hoofdzakelijk betrekking op Monrovia.
Kranten dienen zich te registreren bij het ministerie van Informatie.175 Een aantal
kranten en radiostations is (impliciet) partijgebonden, en bijvoorbeeld in handen
van personen die zich kandidaat stellen voor de presidentsverkiezingen van
oktober 2005.176 Journalisten zouden tegen betaling ongunstige berichten hebben
gepubliceerd over politici en onder bedreiging van negatieve publiciteit burgers
hebben afgeperst.177
In juni 2005 vond een incident plaats waarbij leden van de presidentiële
bewakingsdienst SSS intimiderend reageerden op een scheldkanonnade aan het
adres van de president (zie paragraaf 2.3).
3.3.2 Vrijheid van vereniging en vergadering
De grondwet (artikel 17) garandeert de vrijheid van vereniging en vergadering.
Volgens een actief lid van een politieke partij heerst er een `gezond klimaat',
waarin politieke partijen in tegenstelling tot het tijdperk-Taylor nergens in het land
geïntimideerd worden en vormt het verbod, tot 1 september 2005, op prematuur
campagnevoeren voor de verkiezingen van oktober 2005 (zie paragraaf 2.2) geen
belemmering voor het ontplooien van politieke activiteiten. Politici van
verschillende signatuur reisden gedurende de verslagperiode zonder problemen
door het land, ook door het afgelegen zuidoosten.178
Liberia kent achttien geregistreerde politieke partijen en zes partijen die door de
kiesraad zijn gecertificeerd, maar nog niet geregistreerd. Nog minstens tien andere
politieke partijen bevinden zich in het certificerings- en registratieproces. De
achttien langst geregistreerde partijen waren alle betrokken bij het sluiten van het
vredesakkoord op 18 augustus 2003 en mochten gezamenlijk kandidaten
174 Reporters without borders, Third annual worldwide press freedom index, 26 oktober 2004
175 EIU, Country Report Liberia, juni 2004
176 Jeune Afrique/L'Intelligent no. 2283, 10-16 oktober 2004
177 U.S. Department of state, Country reports on human rights practices 2004, 28 februari 2005
178 The Analyst, Ellen tours southeast, 14 juni 2005
37
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
aanleveren voor de overgangsregering en voor het overgangsparlement. Voor zo
ver bekend ondervinden nieuwe politieke partijen geen problemen bij het
registratieproces van de zijde van de nationale kiesraad.
Voor demonstraties moet 72 uur van tevoren een vergunning worden aangevraagd
bij het ministerie van Justitie. Deze toestemming is niet gebonden aan politieke
voorwaarden; het gaat om een formaliteit die de politie in staat stelt de benodigde
verkeers- en andere maatregelen te treffen om de demonstratie in goede banen te
leiden. Volgens het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken zien de
Liberiaanse autoriteiten niet actief toe op naleving van het vergunningvereiste.179
Er zijn gedurende de verslagperiode geen berichten geweest van demonstraties die
geen doorgang vonden omdat de vergunningaanvraag opzettelijk door de
autoriteiten werd vertraagd. Demonstraties liepen gedurende de verslagperiode
enkele malen uit op gewelddadige rellen.180
3.3.3 Vrijheid van godsdienst
De grondwet (artikel 14) garandeert de vrijheid van godsdienst. Elke godsdienstige
gezindte is voor de wet gelijk. De regering respecteert voor zover bekend het recht
van vrijheid van godsdienst in de praktijk.181 Liberia kent het principe van
scheiding van kerk en staat en heeft geen staatsgodsdienst, al is het land volgens
verschillende bronnen als christelijke staat gesticht. De (week-) kalender is
volgens de christelijke rust- en feestdagen ingericht. Moslims hebben tegen deze
laatste praktijk bezwaar aangetekend bij het parlement.182
Alle organisaties, ook religieuze groeperingen, moeten geregistreerd zijn bij de
overheid en het doel van hun organisatie vastleggen. Traditionele inheemse
godsdienstgroeperingen zijn echter gevrijwaard van deze plicht. Registratie is
routinematig en er zijn geen gevallen bekend dat het registratieproces moeizaam of
discriminerend verloopt.183
In Liberia wonen christenen, aanhangers van traditionele godsdiensten en een
groeiend aantal moslims. In de Inter-Religious Council, geleid door
moslimvoorman Sheik Kafumba Konneh, zijn christenen en moslims
vertegenwoordigd.184 Volgens een geestelijk leider in Liberia is er geen sprake van
religieuze spanningen en zijn leiders van zowel christenen als moslims juist
179 U.S. Department of state, Country reports, 28 februari 2005
180 S/2005/177
181 U.S. Department of state, International Religious Freedom, september 2004
182 Ibidem
183 Ibidem
184 Ibidem
38
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
gericht op vreedzame coëxistentie. Tijdens de oorlog zijn veel kerken en
moskeeën afgebrand en dat zou her en der wel kwaad bloed hebben gezet. In juli
2005 trad een christelijk geestelijk leider toe tot de National Reformation Party,
een politieke partij die hoofdzakelijk uit moslims bestaat en streeft naar een
brugfunctie tussen moslims en christenen.185 Tijdens de hevige onlusten die eind
oktober 2004 in Monrovia plaatsvonden zijn moslims zwaar getroffen en zijn ook
kerken verwoest. Er is geen nieuwe informatie voorhanden over de mate waarin
deze onlusten zouden zijn ingegeven door religieuze verdeeldheid.
Er zijn tevens buitenlandse zendingsgroepen aanwezig in Liberia, waaronder
baptisten, rooms-katholieken en Jehova's getuigen.
In het dagelijks spraakgebruik wordt gerept van `Liberianen' en `moslims',
waarbij `Liberianen' het christelijk deel der natie betreft.186
Er is geen nieuwe informatie beschikbaar over de steun die de overgangsregering
moslims had toegezegd bij het terugkrijgen van (religieuze) eigendommen die
oud-president Taylor wegens vermeende LURD-sympathieën had
geconfisqueerd.187
3.3.4 Bewegingsvrijheid
Reizen naar het buitenland
Volgens artikel 13 (b) van de Liberiaanse grondwet heeft iedere Liberiaanse
burger het recht om zonder voorafgaande voorwaarden en op elk gewenst moment
Liberia te verlaten en binnen te komen. Er zijn tientallen grensovergangen. De
belangrijkste punten om Liberia veilig in en uit te reizen zijn Bo Waterside (vanuit
Sierra Leone), Voinjama (vanuit Guinee), Harper (vanuit Ivoorkust), de haven van
Monrovia en Robertsfield International Airport bij Harbel. In 2004 zouden
overheidsfunctionarissen Mandingo's bij de grens hebben lastig gevallen en
afgeperst. Nadere gegevens ontbreken.188
Voor een beperkt aantal personen is de internationale bewegingsvrijheid beknot.
Op 21 juni 2005 verlengde de Veiligheidsraad de sancties jegens Liberia tot 21
december 2005.189 Dit betekent dat er buitenlandse-reisrestricties blijven bestaan
voor belangrijke leden van de regering van oud-president Taylor, de krijgsmacht
en hun partners. In april 2005 bracht de VN een geactualiseerde lijst uit van
185 The Analyst, Bishop, Islamic cleric merge for presidency, 13 juli 2005
186 Eigen waarneming opsteller ambtsbericht.
187 U.S. Department of state, International Religious Freedom, september 2004
188 U.S. Department of state, Country reports, 28 februari 2005
189 S/RES/1607
39
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
personen voor wie deze beperkingen gelden, waarop ook de namen prijken van
enkele leden van LURD (onder meer de geschorste parlementsvoorzitter Dweh) en
MODEL.190
Paspoorten en andere identiteitsbewijzen
Voor het verkrijgen van een paspoort dient de aanvrager twee pasfoto's en het
oude paspoort of een geboortebewijs te overleggen bij het ministerie van
Buitenlandse Zaken. Het geboortebewijs kan met een formulier en twee pasfoto's
bij het ministerie van Volksgezondheid worden aangevraagd. Het register van
geboortebewijzen in Monrovia zou nog `min of meer in tact' zijn. Er zouden door
omkoping van ambtenaren echter valse geboortebewijzen in omloop zijn.
Vanwege de lage salarissen zou het ambtenarenapparaat volgens een bron vatbaar
zijn voor omkoping. Ziekenhuizen, maar ook traditionele vroedvrouwen op het
platteland, zijn verplicht geboortes bij het ministerie van Volksgezondheid aan te
melden. Het comité van toezicht van het Verdrag voor de Rechten van het Kind
constateerde in juli 2004 dat de geboorte van een aanzienlijk aantal kinderen, met
name op het platteland, niet geregistreerd is bij het ministerie van
Volksgezondheid.191 Als dit voor een individu het geval is, kan betrokkene bij
`Criminal Court B' in Monrovia aantonen Liberiaan te zijn. Dit gebeurt op basis
van verklaring onder ede, een taaltest en getuigenissen onder ede van twee
personen. De verwerking van een paspoortaanvraag duurt twee weken. Voor zover
bekend ondervindt men geen politieke problemen bij het aanvragen van een
paspoort. In het verleden zou oud-president Taylor tegen betaling diplomatieke
paspoorten hebben uitgegeven aan buitenlandse zakenlieden.192 Liberiaanse
diplomatieke paspoorten zijn twee jaar geldig; burgerpaspoorten vijf jaar. De
Liberiaanse regering is voornemens een nieuw type paspoort in te voeren waarin
ook biometrische kenmerken zijn opgenomen, maar heeft hierbij geen tijdpad voor
ogen.
Naast de afgifte van geboortebewijzen, paspoorten en identiteitskaarten biedt de
Liberiaanse wet geen mogelijkheden andere bewijzen van Liberiaanse nationaliteit
te verstrekken. Liberiaanse ambassades in het buitenland zijn dus niet gemachtigd
tot de afgifte van nationaliteitsverklaringen. De afgifte van geboortebewijzen
gebeurt uitsluitend door het ministerie van Volksgezondheid. Het Bureau of
National Identification van het ministerie van Financiën geeft sinds 1990 vanwege
de burgeroorlog geen identiteitskaarten meer uit, maar was tot die tijd de enige
verantwoordelijke autoriteit voor de afgifte van die documenten.
Geboortebewijzen en identiteitskaarten kunnen dus niet door Liberiaanse
190 United Nations Security Council Press Release, Security Council committee on Liberia
updates its travel ban list, SC/8359, 14 april 2005
191 Committee on the rights of the child, 1 juli 2004
192 CIJ, Following Taylor's money, mei 2005
40
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
ambassades worden afgegeven. Het is niet bekend of Liberiaanse ambassades in
het buitenland bevoegd zijn paspoorten af te geven.
Rijbewijzen worden voor de duur van één jaar afgegeven door de Motor Vehicle
Section van de Public Safety Division op het nationale hoofdkwartier van de
Liberiaanse politie in Monrovia. Voor het verkrijgen van een rijbewijs dient de
aanvrager twee pasfoto's, 20 Amerikaanse dollar en een certificaat van een
rijschool te overleggen. Ook verlenging (door middel van een stempel in het
rijbewijs) kost 20 dollar. In geval van vermissing dienen voor een vervangend
rijbewijs hetzelfde geldbedrag en twee pasfoto's te worden ingeleverd.
De uitgifte van identiteitskaarten door de National Elections Committee is
afgeblazen. Wel is aan burgers die zich in april en mei 2005 als kiezer lieten
inschrijven een registratiekaart afgegeven, die is voorzien van een foto.193
Global Witness berichtte in juni 2005 dat de Ivoriaanse rebellenbeweging Forces
Nouvelles Liberiaanse en Sierra Leoonse rekruten van valse Ivoriaanse
identiteitskaarten voorziet, zodat deze gemakkelijk de grens kunnen oversteken en
in aanmerking kunnen komen voor deelname aan het Ivoriaanse
ontwapeningsprogramma.194
Interne bewegingsvrijheid
Binnen Liberia is de bewegingsvrijheid voor burgers gedurende de verslagperiode
verbeterd. Voor zover bekend is geen sprake meer van irreguliere
wegversperringen. Wel kan burgers bij reguliere checkpoints van de Liberiaanse
politie om smeergeld worden gevraagd.195 UNMIL kondigde in maart 2005 aan
afpersing en intimidatie van burgers bij de landsgrenzen te willen terugbrengen
door de aanwezigheid van (al dan niet zelfbenoemde) grensbeambten te
stroomlijnen.196
3.3.5 Rechtsgang
De grondwet stipuleert een onafhankelijke rechterlijke macht. De rechtspraak is
gebaseerd zowel op de Amerikaanse common law principes als op ongeschreven
traditioneel recht. Volgens de grondwet heeft de verdachte recht op een eerlijk
193 National Elections Commission, Liberian refugees: your right to know, your right to
participate (folder)
194 Global Witness, Timber, Taylor, Soldier, Spy, juni 2005
195 U.S. Department of state, Country reports, 28 februari 2005
196 S/2005/177
41
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
proces. Onder het vredesakkoord is de structuur van de rechterlijke macht
ongewijzigd gebleven.197
De grootste mensenrechtenproblemen in Liberia zijn de algemene staat van
straffeloosheid en het slecht functionerende rechtssysteem.198 Hoge internationale
functionarissen spreken over de Liberiaanse politie- en rechtspraktijk als `het
slechtst functionerende rechtssysteem dat ik ooit ergens heb gezien' en een
systeem gericht op `zelfverrijking door overheidsdienaren'.
In maart 2005 functioneerden de circuit courts in acht (Bomi, Bong, Grand Bassa,
Grand Cape Mount, Grand Gedeh, Margibi, Montserrado en Nimba) van de
vijftien provincies. In slechts 11 van de 21 circuit courts waren op dat moment
rechters benoemd. Van de 138 magistrate courts was 60% operationeel.
Regeringsvoorzitter Bryant heeft zes Justices of the Peace in Monrovia laten
sluiten omdat deze geen licentie meer zouden hebben. UNMIL verzorgde tijdens
de verslagperiode trainingen voor openbaar aanklagers en
rechtshandhavingfunctionarissen.199 Liberia kampt met een groot tekort aan
juristen, waardoor het merendeel van de magistraten niet juridisch geschoold is.
Slechts in Monrovia functioneert een juvenile court, waardoor minderjarigen vaak
volgens het volwassenenrecht worden berecht.200
Zowel de Liberiaanse rechters als de politie ontberen de benodigde vaardigheden
en middelen.201 Ook komt corruptie op grote schaal voor.202 Vanwege de corruptie
trachten burgers de politie en de rechterlijke macht te omzeilen en worden veel
zaken onderling (financieel) afgehandeld tussen slachtoffer en dader. Ook worden
aangiftes vaak weer ingetrokken omdat slachtoffers van misdrijven het vervoer
van en naar de rechtszaal niet kunnen betalen.
Door het ontbreken van een technisch laboratorium is het enige bewijs in veel
rechtszaken een bekentenis van de dader. Bij het uitblijven van een bekentenis is
het moeilijk deze zaken rond te krijgen.
Op het Liberiaanse platteland is nog steeds, maar volgens een bron in afnemende
mate, sprake van sassywood, een systeem van traditionele rechtspraak in
huwelijks-, erf- en voogdijkwesties. Er zijn geen concrete gevallen van deze
traditionele rechtspraak tijdens de verslagperiode bekend.
197 Comprehensive peace agreement, 18 augustus 2003
198 S/2005/360
199 S/2005/177
200 Ibidem
201 The Analyst, Liberia criminal justice system is weak, 17 juni 2005
202 The Perspective, Ellen Johnson-Sirleaf raises alarm over deep corruption in Liberia, 14 april
2004 en U.S. Department of state, Country reports, 28 februari 2005
42
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
Gedurende de verslagperiode deden zich weer gevallen van eigenrichting voor,
bijvoorbeeld naar aanleiding van verdenkingen van rituele moorden, zoals in
Pleebo en Harper (provincie Maryland) eind januari 2005. In Harper vernielde een
menigte eigendommen van de politie en UNMIL en er vielen enkele gewonden
onder de burgerbevolking. Gedurende twee weken was een nachtelijk
uitgaansverbod van kracht.203 De Catholic Justice and Peace Commission
organiseerde in juni 2005 een workshop over eigenrichting. Deelnemers riepen de
regering op het rechtssysteem te verbeteren, zodat burgers het recht niet langer in
eigen hand zouden (hoeven) nemen.204
Tijdens de verslagperiode verscheen een rapport van Human Rights Watch waarin
West-Afrikaanse strijders aangeven dat LURD, in tegenstelling tot andere
gewapende groeperingen, tijdens de strijd in Liberia trachtte wreedheden jegens de
burgerbevolking te beperken. Ook legden LURD-commandanten vrijheids- en
lijfstraffen op aan strijders die zich misdroegen jegens de burgerbevolking. Dit
gebeurde echter op inconsequente en gebrekkige wijze, waardoor op verkrachting
van meisjes onder de 15 jaar executie stond, terwijl verkrachting van meisjes en
vrouwen boven die leeftijd onbestraft bleef.205
Op aandringen van de Europese Unie, die ontwikkelingshulp ervan afhankelijk
had gemaakt, heeft de Liberiaanse regering een team onder leiding van de minister
van Justitie opgericht dat onderzoek zal gaan doen naar de massamoord op burgers
in de provincie River Gee in 2003 (zie ook het algemeen ambtsbericht Liberia van
juni 2004).206 De voorzitter van de Nationale Mensenrechtencommissie brengt
volgens een Liberiaanse krant Dan Morias, de minister van Binnenlandse Zaken
uit NPP-gelederen, met het bloedbad in River Gee in verband.207
Sekou Damate Conneh, de leider van LURD, sprak zich in februari 2005 uit voor
een generaal pardon voor een ieder die in de burgeroorlog gevochten heeft. Dit
pardon zou volgens Conneh, die zich tevens tegenstander van de waarheids- en
verzoeningscommissie betoonde, ook van toepassing moeten zijn op Charles
Taylor.208
3.3.6 Arrestaties en detenties
203 S/2005/177 en IRIN, Bryant warns presidential candidates against ritual killings, 29 juni
2005
204 The Analyst, Citizens speak against mob justce, 20 juni 2005
205 HRW, Youth, poverty and blood, maart 2005
206 DPA, Liberia sets op committee to investigate massacre, 15 juni 2005
207 FBIS report, Selection list Liberia Press, 14 juni 2005
208 Reuters, Liberian ex-rebel leader wants general amnesty, 22 februari 2005
43
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
Onder de huidige regering is voor zover bekend nauwelijks sprake van
willekeurige arrestaties en detenties.
Er werden gedurende de verslagperiode voor zover bekend geen politieke
gevangenen door de overheid gedetineerd.209
Het gevangenissysteem functioneert slecht. Er is sprake van overbevolking,
slechte voorzieningen en corruptie. In Liberia waren in maart 2005 slechts zes
gevangenissen operationeel: de centrale gevangenis in Monrovia, Bondiway,
Kakata Central, Saniquellie, Gbarnga en Buchanan. De gevangenis in Buchanan
werd op 3 januari 2005 geopend, waarna op dezelfde dag nog enkele gevangenen
wisten te ontsnappen.210 Alle gevangenissen hebben te kampen met
personeelstekorten en met ondermaatse voorzieningen, onder meer op het gebied
van voedsel, transport en medische zorg.211 Detentie vindt verder plaats in
politiecellen op het hoofdkwartier van de Liberian National Police in Monrovia,
onder doorgaans erbarmelijke omstandigheden.
Het merendeel van de gedetineerden is niet veroordeeld en zit, gezamenlijk met
veroordeelde misdadigers, langer dan de voorgeschreven 48 uur in voorarrest. De
overschrijding van de 48-uurs-termijn is doorgaans het gevolg van het niet of
slecht functioneren van rechtbanken. Personen die niet over de middelen
beschikken op borgtocht vrij te komen, zitten daarom langdurig in voorarrest en
worden soms zelfs `vergeten'.
Hoewel gedetineerde vrouwen en kinderen volgens het beleid van de
overgangsregering gescheiden van mannen dienen te worden opgesloten, bestaan
er in praktijk slechts in Monrovia en Gbarnga gescheiden faciliteiten voor
vrouwelijke gedetineerden. Elders wordt wel geprobeerd vrouwen gescheiden te
houden van mannelijke gedetineerden.212 Volgens een internationale hulpverlener
is het wettelijk toegestaan voor politiefunctionarissen om minderjarige
gevangenen in huis te nemen in plaats van in de gevangenis te houden. De familie
die slachtoffer is van het misdrijf dat het kind heeft gepleegd is in dergelijke
gevallen verantwoordelijk voor de kosten van voedsel en onderdak. Het is de bron
niet bekend in welke mate deze vorm van detentie in praktijk voorkomt.
Er bevindt zich een klein, maar groeiend aantal kinderen in de centrale gevangenis
in Monrovia. Deze gevangenis beschikt niet over separate voorzieningen voor
kinderen. Het ministerie van Gezondheidszorg, dat verantwoordelijk is voor het
onderbrengen van kinderen die door het juvenile court zijn veroordeeld, is door
209 U.S. Department of state, Country reports, 28 februari 2005
210 S/2005/177
211 S/2004/430 en U.S. Department of state, Country reports, 28 februari 2005
212 S/2004/430
---
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
onder meer UNICEF, UNMIL en de opperrechter opgeroepen een geschikte
locatie te zoeken voor de detentie van kinderen.213
De overgangsregering heeft voor zover bekend geen onofficiële detentiecentra.214
Het Rode Kruis, lokale organisaties, de mensenrechtensectie van UNMIL en de
VN-politie CIVPOL hebben toegang tot gedetineerden in overheidshechtenis.215
Er is geen informatie bekend over arrestaties en detenties in gebieden waar de
overgangsregering geen gezag uitoefent (zie paragraaf 2.3 over de
veiligheidssituatie).
3.3.7 Mishandeling en foltering
Artikel 21 van de Liberiaanse grondwet bevat een verbod op foltering en
onmenselijke behandeling en stelt overtreding van dit verbod door
overheidsfunctionarissen strafbaar. De grondwet garandeert de mogelijkheid voor
slachtoffers van foltering of een onmenselijke behandeling in een civiele
procedure verhaal te halen.216
Voor zover bekend is tijdens de verslagperiode geen sprake geweest van
mishandeling en foltering door de overheid. Volgens een bron was gedurende de
verslagperiode wel sprake van mishandeling van burgers door voormalige
strijders, bijvoorbeeld op plantages.
De NGO Concerned Christian Community verzamelt getuigenissen en gegevens
van seksueel geweld, maar dit wordt bemoeilijkt door het ontbreken van medische
en politierapporten.217 De mensenrechtensectie van UNMIL signaleerde in maart
2005 dat seksueel geweld jegens en verkrachting van kinderen niet altijd door de
Liberiaanse autoriteiten wordt onderzocht of vervolgd. UNMIL biedt daarom
medisch onderzoek en sociaal-psychologische begeleiding voor de slachtoffers en
zoekt indien nodig een veilige verblijfplaats.218 Zie voor meer informatie over
seksueel geweld paragraaf 3.4.1.
213 HCS of UNMIL, no. 107, 2-9 juli 2004
214 Onder meer U.S. Department of state, Country reports, februari 2004
215 U.S. Department of state, Country reports, februari 2004 en S/2005/177
216 Constitution of the Republic of Liberia, 6 januari 1986, artikel 21.e
217 Amnesty International, Liberia, 18 augustus 2004
218 S/2005/177
45
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
Binnen het traditionele systeem van rechtspraak, sassywood, is het mogelijk dat
een schuldige wordt aangewezen door middel van een pijnlijke lichamelijke
beproeving, terwijl de veroordeling doorgaans bestaat uit een geldboete. 219
Sassywood wordt volgens juridische bronnen in Monrovia toegestaan zolang dit
niet in strijd is met het grondwettelijke verbod op foltering. Zoals in paragraaf
3.3.5 reeds aangegeven zijn er zijn geen concrete gevallen van deze traditionele
rechtspraak tijdens de verslagperiode bekend.
3.3.8 Verdwijningen
Gedurende de verslagperiode verschenen geen berichten over politiek
gemotiveerde verdwijningen. Wel was sprake van verdwijningen die in verband
worden gebracht met rituele moorden (zie paragraaf 3.3.9).
3.3.9 Buitengerechtelijke executies en moorden
Tijdens de verslagperiode is er voor zover bekend geen sprake geweest van
buitengerechtelijke executies en moorden door de Liberiaanse autoriteiten.
Tijdens de verslagperiode verschenen verschillende berichten in de pers over
rituele moorden, onder meer in de provincies Maryland, Montserrado, Bong,
Rivercess, River Gee, Nimba, Grand Gedeh en Grand Bassa. Gedurende de eerste
twee weken van juni 2005 zouden zich bijvoorbeeld zes gevallen van rituele
moord hebben voorgedaan.220 Het waarheidsgehalte van dergelijke berichten, over
moorden, al dan niet in het kader van geheime genootschappen, waarbij
`geluksbrengende' organen worden verwijderd, is moeilijk te controleren. De
Liberiaanse bevolking en media nemen de berichten doorgaans echter uiterst
serieus en brengen deze in verband met de aanstaande verkiezingen: politici
zouden kracht willen ontlenen aan de organen van de slachtoffers een theorie die
al decennialang opgeld doet in Liberia, met name in verkiezingstijd.221 Inwoners
van Buchanan namen in juni 2005 een vrijwillige avondklok in acht naar
aanleiding van de vermeende rituele moord op dertien kinderen tussen de 12 en 16
jaar. Regeringsvoorzitter Bryant maakte kort daarop bekend dat er enkele
219 Methoden die in het kader van sassywood worden toegepast om te bepalen of een verdachte
schuldig is aan bijvoorbeeld overspel zijn onder meer het drukken van een gloeiend metalen
voorwerp op het lichaam van de verdachte, slaag door een `magisch begaafde persoon', of het
plaatsen van hete kolen op de voeten van verdachten.
220 The Analyst, 13 killed in ritual murders in Grand Bassa, 13 juni 2005; AP, Liberia's leader
reports arrests made over ritual killings, says no clemency for convicts, 28 juni 2005; IRIN,
Bryant warns presidential candidates against ritual killings, 29 juni 2005 en DPA, Ritualistic
killings a growing problem in Liberia, 12 juli 2005
221 The Analyst, `Gboyos' go wild, 13 juli 2005
46
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
arrestaties waren verricht en dat daders wat hem betreft de doodstraf konden
krijgen.222 Het ministerie van Justitie meldde in juli 2005 dat twintig personen vast
zitten op verdenking van betrokkenheid bij rituele moorden.223
3.3.10 Doodstraf
De Liberiaanse wetgeving kent de doodstraf voor moord en landverraad.224 De
laatste tenuitvoerlegging van de doodstraf vond in 1995 plaats.225 Op 10 juni 2005
veroordeelde de rechtbank in Zwedru een man wegens moord (in 2004) tot de
doodstraf. Deze veroordeling kan slechts worden uitgevoerd na bekrachtiging door
de president, die de mogelijkheid heeft deze om te zetten in levenslange
gevangenisstraf. Het is niet bekend of regeringsvoorzitter Bryant de rechterlijke
uitspraak zal bekrachtigen. Wel kondigde hij in juni 2005 aan het executiebevel te
zullen ondertekenen van personen die veroordeeld worden voor het plegen van een
rituele moord.226 De minister voor Gender en Ontwikkeling, Vabah Gayflor, stelde
in juli 2005 dat personen die zich schuldig hebben gemaakt aan verkrachting van
baby's en jonge meisjes de doodstraf verdienen.227
3.4 Positie van specifieke groepen
3.4.1 Meisjes en vrouwen
De grondwet bepaalt dat de positie van mannen en vrouwen gelijk is. In de
praktijk hebben vrouwen echter te kampen met een maatschappelijke achterstand.
Zo gaan meisjes minder vaak naar school dan jongens en is pas in 2003 een wet
aangenomen die het vrouwen mogelijk maakt te erven. Deze wet verhindert ook
dat vrouwen als het eigendom van hun echtgenoot worden beschouwd en als
zodanig geërfd kunnen worden door mannelijke familieleden van de echtgenoot.
De invoering van deze wet heeft dergelijke traditionele opvattingen en praktijken
echter nog niet uitgebannen.
De overgangsregering kent vrouwelijke ministers voor Onderwijs, voor Gender en
Ontwikkeling en voor Jeugd en Sport. Alle drie de vrouwelijke ministers zijn
222 The Analyst, 13 killed in ritual murders in Grand Bassa, 13 juni 2005; AP, Liberia's leader
reports arrests made over ritual killings, says no clemency for convicts, 28 juni 2005 en IRIN,
Bryant warns presidential candidates against ritual killings, 29 juni 2005
223 DPA, Ritualistic killings a growing problem in Liberia, 12 juli 2005
224 Criminal Procedure Law, Liberia, January 1969, www.AllAfrica.com, 4 oktober 2002
225 Amnesty International, West Africa: Time to abolish the death penalty, oktober 2003
226 IRIN, Bryant warns presidential candidates against ritual killings, 29 juni 2005
227 The Analyst, Rapist must bears death penalty, 11 juli 2005
47
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
voorgedragen door de ongewapende politieke partijen en het maatschappelijk
middenveld. Vier van de 76 parlementsleden zijn vrouw.228 Van alle kandidaten
voor het (vice-)presidentschap, het Huis van Afgevaardigden en de Senaat is in
totaal 14% vrouw.229
Het familierecht in Liberia is niet eenduidig, omdat een deel van de bevolking valt
onder het traditionele gewoonterecht. Sassywood wordt toegepast op huwelijks-,
erf- en voogdijkwesties. Het is aan de betrokkene om op deze terreinen de keuze te
maken tussen het formele recht van de Domestic Relations Law of het traditionele
recht, doorgaans voordat een huwelijk wordt voltrokken. De keuze voor
sassywood dan wel het formele rechtssysteem is onomkeerbaar. Bewoners op het
platteland zullen hierbij op basis van traditie en mogelijk sociale druk doorgaans
kiezen voor het traditionele recht, terwijl de hoger opgeleide stadsbewoners
meestal liever onder het formele rechtssysteem vallen. Vergrijpen vallen altijd
onder het formele recht. Onder de Domestic Relations Law is de huwbare leeftijd
voor vrouwen 18 jaar, maar het is met toestemming van de ouders voor meisjes
mogelijk vanaf het zestiende jaar te trouwen. Onder het gewoonterecht kunnen
meisjes reeds op twaalfjarige leeftijd in het huwelijk treden. Polygamie is voor
mannen onder het traditionele recht mogelijk. De Domestic Relations Law laat
hiervoor geen ruimte.
Seksueel geweld tegen vrouwen
Volgens het Wetboek van Strafrecht is de maximale straf voor iemand die
schuldig wordt bevonden aan verkrachting vijf jaar gevangenisstraf. Verkrachting
is echter een misdrijf waarbij vrijlating tegen borgstelling mogelijk is, al wordt
volgens een waarnemer gewerkt aan afschaffing van deze bepaling. De
Association of Female Lawyers of Liberia (AFELL), daarbij gesteund door
regeringsvoorzitter Bryant en de minister voor Gender en Ontwikkeling, maakt
zich sterk voor strafverzwaring en voor het verbreden van de definitie van
verkrachting, waardoor het begrip ook seksueel misbruik omvat dat nu nog wordt
gerekend tot het lichtere vergrijp `aanranding'.230 De Liberiaanse politie doet vaak
weinig moeite seksueel geweld te vervolgen en ontbeert daarvoor ook de
middelen. Een internationale hulpverlener stelt dat in praktijk weinig bescherming
tegen seksueel geweld bestaat.
Er heerst terughoudendheid om aangifte te doen van verkrachting of seksueel
misbruik, zeker wanneer dit binnen de familie heeft plaatsgevonden- hetgeen
volgens een bron meestal het geval is. Vrouwen, en met name tieners, krijgen zelf
vaak de schuld van seksueel misbruik. Volgens de oprichtster van de nationale
vrouwenkoepel NAWOCOL en van de Women and Children Rehabilitation
228 U.S. Department of state, Country reports, 28 februari 2005
229 Liberian Observer, Election campaiging begins Monday, 10 augustus 2005
230 The Analyst, Rapist must bears death penalty, 11 juli 2005
48
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
Center (WOCHIRRC) is het voor vrouwen niet veilig om aangifte te doen en leidt
aangifte doorgaans niet tot een veroordeling, maar tot nieuwe bedreigingen en
intimidaties door de dader.231 In veel gevallen worden incidenten van seksueel
geweld binnen de familie of de gemeenschap afgehandeld, al probeert een aantal
advocaten en de mensenrechtensectie van UNMIL dergelijke zaken - soms met
succes- voor de rechtbank te krijgen.232 In juni 2005 liepen in Gbarnga drie
rechtszaken tegen daders van seksueel geweld. Het aantal meldingen van
verkrachting en seksueel geweld neemt volgens internationale hulpverleners toe.
Veel daders van seksueel misbruik zijn naar verluidt voormalige strijders. Een
rapport van Amnesty International van december 2004 bevestigt eerdere berichten
over het hoge aantal vrouwen dat tijdens de gewapende strijd tussen 1999-2003
slachtoffer is geworden van seksueel geweld.233 Amnesty International zet de
Liberiaanse autoriteiten onder druk om over te gaan tot veroordeling van de
daders.234 De minister voor Gender en Ontwikkeling sprak zich in juli 2005 in
krachtige bewoordingen uit tegen seksueel geweld en voor veroordeling van de
daders en zette een campagne tegen geweld jegens vrouwen in gang.235 Ook een
aantal van mogelijk twintig UNMIL-militairen zou zich schuldig hebben gemaakt
aan seksueel misbruik.236 Eind februari 2005 bezocht een onder-Secretaris-
Generaal van de Verenigde Naties Liberia om namens Kofi Annan het zero-
tolerance beleid ten aanzien van seksuele uitbuiting en seksueel misbruik over te
brengen aan het UNMIL-personeel.237
WOCHIRRC, in 2002 opgericht door Wata Modad, heeft door het hele land tien in
meer of mindere mate functionerende opvanghuizen voor slachtoffers van
verkrachting. In de centra wordt traumabegeleiding, scholing en materiële hulp
geboden.238
De Liberian Refugee Repatriation and Resettlement Commission (LRRRC), die
van overheidszijde belast is met de coördinatie van vluchtelingen- en
ontheemdenkwestie, beschikt over tien speciale raadslieden inzake seksueel
geweld. Hun aanpak is gericht op begeleiding van zowel dader als slachtoffer en
231 Amnesty in actie, Stop straffeloosheid in Liberia, juni 2005
232 Amnesty International, Liberia, 18 augustus 2004; Amnesty International, No impunity for
rape a crime against humanity and a war crime, 14 december 2004; The Analyst, Driver
indicted for rape, 7 juli 2005 en The Analyst, Rapist must bears death penalty, 11 juli 2005
233 Amnesty International, No impunity for rape, 14 december 2004; Watchlist, Nothing left to
lose, juni 2004 en Amnesty International, Liberia, 18 augustus 2004
234 Amnesty in actie, Stop straffeloosheid in Liberia, juni 2005
235 The Analyst, Rapist must bears death penalty, 11 juli 2005
236 U.S. Department of state, Country reports, 28 februari 2005
237 S/2005/177
238 Amnesty in actie, Stop straffeloosheid in Liberia, juni 2005
49
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
op verzoening tussen beide betrokken families. In laatste instantie kan deze
commissie overgaan tot juridische stappen.
UNHCR organiseert in de provincie Gbarpolu een theaterproject over seksueel
geweld, speciaal gericht op jongeren.239 In ontheemdenkampen vindt een
bewustwordingscampagne over seksueel geweld plaats.240
Genitale verminking
Genitale verminking (`vrouwenbesnijdenis' in de volksmond, doorgaans afgekort
als FGM - female genital mutilation) is in Liberia niet bij de wet verboden. De
genitale verminking betreft type II het verwijderen van de clitoris van de vrouw.
In Liberia wordt de meest ernstige vorm, infibulatie, voor zover bekend niet
toegepast.241 FGM komt volgens een internationale hulpverlener veel voor, maar
er is weinig exacte informatie bekend. Gezien de situatie in Liberia en de
geheimzinnigheid waarmee FGM is omgeven is dit niet verwonderlijk. FGM vindt
vooral plaats op het Liberiaanse platteland, maar verspreidt zich volgens een
waarnemer naar de steden door de urbanisatie van de Mandingo-bevolkingsgroep,
waarbinnen FGM met name voorkomt. In ontheemdenkampen in Gbarnga is naar
schatting van een hulpverlener 65% van de meisjes besneden. De ontheemden in
deze kampen zijn hoofdzakelijk afkomstig uit de provincies Lofa, Gbarpolu en
Bong.
De overheid biedt geen bescherming tegen de uitvoering van genitale
verminking.242 Het hoofd van de Liberiaanse Mensenrechtencommissie zou
gesteld hebben dat FGM cultureel aanvaardbaar is, maar zou deze uitspraak
hebben ingetrokken na een reprimande van toenmalig VN-gezant Klein. Klein
heeft de Mensenrechtencommissie opgeroepen de uitroeiing van FGM tot een
prioriteit van het beleid te maken.243 UNMIL heeft een genderadviseur, die ook
verantwoordelijk is voor FGM-beleid.
FGM is een onderdeel van een initiatieproces voor vrouwen dat plaatsvindt binnen
geheime genootschappen, Sande geheten. Het initiatieproces, dat zich vaak in het
oerwoud afspeelt en daarom ook wel bush school wordt genoemd, besloeg voor de
burgeroorlog drie maanden tot 2 jaar, maar blijft tegenwoordig vaak beperkt tot
één of twee maanden. Volgens een waarnemer komen leden van Sande-
genootschappen regelmatig naar de ontheemdenkampen, waarbij ze meisjes en
239 UNHCR, Repatriation and reintegration operations for Liberians, Update no. 4, oktober
2004-februari 2005
240 The Analyst, Driver indicted for rape, 7 juli 2005
241 U.S. Department of state, Country reports, februari 2004
242 U.S. Department of state, Country reports, februari 2004
243 UNMIL Press Release, Special Representative pledges full support to Independent Human
Rights Commission, 21 juli 2004
50
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
vrouwen die niet geïnitieerd zijn `onrein' noemen. Een internationale hulpverlener
vermoedt dat FGM zal toenemen naarmate meer ontheemde en gevluchte
Liberianen terugkeren naar hun oorspronkelijke woonplaats en de sociale
structuren in gemeenschappen worden hersteld.
Het is niet duidelijk in hoeverre het voor vrouwen mogelijk is zich te onttrekken
aan genitale verminking. Volgens één bron is het mogelijk je uit te kopen uit een
Sande-genootschap.
3.4.2 Minderjarigen
Minderjarigheid
De Liberiaanse wet definieert een kind als `een persoon die nog niet volwassen is'
(has not reached his maturity). De Liberiaanse grondwet geeft geen
leeftijdsdefinitie van een kind dan wel minderjarige. Er is slechts omschreven dat
de stemgerechtigde leeftijd achttien jaar is. Hoofdstuk acht, artikel 77 zegt: `iedere
Liberiaan van achttien jaar of ouder heeft het recht om zich als stemgerechtigde te
registreren en te stemmen in publieke verkiezingen en referenda'.
Liberia is partij bij het Verdrag voor de Rechten van het Kind. In de praktijk is de
implementatie in Liberia door de burgeroorlogen ernstig vertraagd. Vooralsnog
zijn er volgens het comité van toezicht van het Verdrag voor de Rechten van het
Kind inconsistenties tussen het gestelde in het Verdrag en de nationale wetgeving.
Ook is het Verdrag nog niet voldoende bekendgesteld bij de diverse
overheidsinstellingen en het grote publiek.244
De leeftijd om arbeid in loondienst te mogen verrichten, is gesteld op zestien jaar.
De huwelijksgerechtigde leeftijd is vastgesteld voor mannen op 21 jaar en voor
vrouwen op achttien jaar. Mannen tussen de 16 en de 21 jaar oud en vrouwen
tussen de 16 en de 18 jaar oud kunnen met toestemming van de ouders in het
huwelijk treden.245 Onder het gewoonterecht kunnen meisjes echter al op
twaalfjarige leeftijd trouwen. De officiële minimumleeftijd voor dienstneming in
het leger is zestien jaar.246 Liberia heeft het Optionele Protocol inzake de
betrokkenheid van kinderen bij gewapend conflict bij het Verdrag voor de Rechten
van het Kind wel getekend, maar nog niet geratificeerd.
Meer dan 43 % van de Liberiaanse bevolking is jonger dan 15 jaar.247
244 Committee on the rights of the child, 1 juli 2004
245 Domestic Relation Law Liberia, Hoofdstuk 2, subsection 2.2
246 Artikel 20 National Defense Law
247 CIA, The World Factbook 2005
51
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
Reis- en identiteitsdocumenten
Mannen beneden 21 jaar en vrouwen beneden achttien jaar kunnen niet zelfstandig
een reisdocument aanvragen. De aanvraag wordt namens hen gedaan door de
ouders of voogd die tevens het aanvraagformulier ondertekenen.
Zelfstandigheid
In sociaal-maatschappelijk opzicht worden personen in de leeftijd van zestien en
zeventien jaar niet beschouwd als zelfstandig. Zelfs meerderjarige personen die al
getrouwd zijn worden vaak niet beschouwd als zelfstandig in de volledige
betekenis van het woord. Hun ouders blijven hun beslissingen beïnvloeden en hen
veelal moreel en financieel ondersteunen. Door hun ouders worden deze
meerderjarigen kortom nog beschouwd als `kinderen'.
Voogdij
De Liberiaanse wet kent geen maximumleeftijd inzake voogdij. In praktijk wordt
voor mannen de leeftijd van 21 jaar en voor vrouwen van achttien jaar gehanteerd.
248 In het geval van officiële echtscheiding worden kinderen conform de wet aan
de vader toegewezen, al is het voor de vader niet verplicht de voogdij
daadwerkelijk op zich te nemen. In praktijk blijven de kinderen doorgaans bij de
moeder. Ook biedt de wet de moeder de mogelijkheid de automatische voogdij
voor de vader bij de rechtbank aan te vechten.
Opvang van minderjarigen
Wezen worden opgenomen, of - indien de alleenstaande minderjarige al wat ouder
is - financieel bijgestaan door de familie in brede zin. Onder het traditionele recht
worden wezen doorgaans toegewezen aan de oudste broer van de overleden vader.
Indien de moeder van het kind nog leeft, wordt ook zij aan deze broer van haar
overleden echtgenoot toegekend, hoewel dat sinds 2003 wettelijk verboden is (zie
paragraaf 3.4.1). Opvang van wezen in een weeshuis is uitzonderlijk, omdat er
vrijwel altijd een familielid is die voor een minderjarige kan zorgen.
Indien er echter geen familie is, ligt de verantwoordelijkheid voor de zorg van
wezen volgens een internationale hulpverlener bij de overheid. Weeshuizen vallen
onder verantwoordelijkheid van het ministerie van Volksgezondheid, maar zijn
doorgaans in particuliere handen. In heel Liberia zijn er ongeveer 135 weeshuizen,
waar in totaal 12.000 kinderen zouden leven.249 De kwaliteit van de
leefomstandigheden in deze opvang ligt over het algemeen op hetzelfde lage
niveau als de gemiddelde leefomstandigheden van de bevolking. Een
internationale hulpverlener stelt dat de weeshuizen in werkelijkheid vaak niet
gericht zijn op bescherming van kinderen, maar gezien worden als middel om
inkomsten te genereren. Deze hulpverlener sluit het bestaan van kinderhandel in
248 Domestic Relation Law
249 Watchlist, Nothing left to lose, juni 2004
52
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
weeshuizen niet uit. Verdere informatie ontbreekt, al zouden er wel 15 gevallen
bekend zijn van kinderen die Liberia zijn binnengesmokkeld.
UNICEF heeft 64 weeshuizen in Monrovia beoordeeld op onder meer
zorgvoorzieningen, hygiënenormen, kwaliteit van het personeel,
onderwijsmogelijkheden en vrijwilligheid van verblijf. Ook beoordeelde UNICEF
of de kinderen in de tehuizen werkelijk wees waren en of geen sprake was van
kinderhandel of van adoptie door het weeshuis. Uit het onderzoek bleek dat een
groot aantal van de beoordeelde weeshuizen van slechte kwaliteit is en dat de
kinderen die er verblijven vaak geen wees zijn. UNICEF tracht deze kinderen weer
met hun ouders te verenigen. Wanneer UNICEF met een wees geconfronteerd
wordt, wordt deze overgebracht naar een weeshuis dat aan de UNICEF-normen
voldoet. Het Liberiaanse maatschappelijk werk gaat vervolgens op zoek naar een
pleeggezin. Pleeggezinnen zijn doorgaans moeilijk te vinden, omdat zij geen
tegemoetkoming in de kosten van de opvang van het kind ontvangen. UNICEF is
voornemens onderzoek te doen naar weeshuizen buiten Monrovia. In december
2004 sloot de overgangsregering twee weeshuizen in Monrovia wegens de
`deplorabele omstandigheden' die er heersten, en merkte 32 andere weeshuizen
aan voor mogelijke sluiting op termijn.250
Er zijn geen separate opvangkampen voor ontheemde kinderen, maar UNICEF
richt(te) in de reguliere ontheemdenkampen en in de inkwartieringskampen (waar
gedemobiliseerde kinderen kortstondig verbleven voordat ze naar een interim care
centre werden overgebracht251) kindvriendelijke ruimtes in. De Liberiaanse
overgangsregering, VN-organisaties en nationale en internationale NGOs werken
samen in een Child Protection Working group.252
(Seksueel) misbruik
Volgens de nationale coördinator van de National Child Rights Observatory
Group (NACROG) is er in ongeveer 75% van de gemelde gevallen van seksueel
misbruik, inclusief verkrachtingen, sprake van een minderjarig slachtoffer.253
Volgens een internationale hulpverlener neemt het aantal meldingen van
verkrachting van kinderen tussen de 2 en 14 jaar toe. Veel daders zijn familie van
het slachtoffer. Ook zijn er berichten van onderwijzers die kinderen seksuele
diensten vragen bij wijze van `schoolgeld'- lerarensalarissen worden niet
regelmatig betaald. Met name tienerslachtoffers zouden zelf de schuld krijgen van
seksueel misbruik. UNMIL voert een publiekscampagne tegen seksueel geweld
tegen kinderen.
250 U.S. Department of state, Country reports, 28 februari 2005
251 www.humanitarianinfo.org/liberia
252 UNICEF, Protecting children, gevonden op www.humanitarianinfo.org/liberia
253 The Analyst, Punish rape, sodomy suspects, 8 juni 2005
53
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
Tijdens de verslagperiode werd een meisje dat op het politiebureau aangifte kwam
doen van seksueel misbruik vervolgens door de lokale politiecommandant
misbruikt. De commandant werd geschorst en zal volgens een waarnemer
waarschijnlijk vervolgd worden.
Volgens de NACROG is in Liberia in toenemende mate sprake van
kinderarbeid.254 In mijnen in de provincie Bong is volgens een waarnemer sprake
van kinderarbeid en kinderprostitutie.
3.4.3 Etnische groepen en minderheden
Algemeen overzicht
Er zijn zestien hoofdbevolkingsgroepen in Liberia. Deze worden gegroepeerd op
basis van de taal die zij spreken. De drie Liberiaanse taalgroepen zijn: Mende, de
West-Atlantische talen en Kwa. Talen uit de Mende-groep worden gesproken door
de Mandingo, Vai, Gbandi, Kpelle, Loma (ook wel Lorma genoemd), Mende, Gio
(Dan) en de Mano (Mah). Talen uit de West-Atlantische groep worden gesproken
door de Gola en Kissi, terwijl talen uit de Kwa-groep worden gesproken door de
Bassa, Dei (Dey), Grebo, Kru, Belle en de Krahn.
De bevolkingsgroepen in Liberia hebben niet alleen een eigen taal, maar ook een
algemeen erkend oorspronkelijk grondgebied, eigen tradities en een sterk
zelfbewustzijn. Oorspronkelijk waren de meeste etnische groepen hoofdzakelijk
agrarisch gericht. De Mandingo zijn van oorsprong handelaren afkomstig uit
Guinee. De Kru, Bassa en Grebo leefden voornamelijk van de opbrengsten van de
visserij, de jacht en hetgeen de bossen opleveren. De meeste etnische groepen
houden zich tegenwoordig - voor zover mogelijk in de huidige situatie- ook bezig
met andere economische activiteiten.
De positie van de verschillende etnische groepen
De grondwet verbiedt etnische discriminatie. Alle etnische groepen hebben
volgens de grondwet gelijke rechten.255 Een belangrijke uitzondering op het
verbod op etnische discriminatie vormen echter niet-negroïde personen. Artikel 27
van de grondwet stipuleert dat alleen `negroïde personen of personen van negroïde
afkomst' door geboorte of naturalisatie burger van Liberia kunnen worden. Een
negroïde vrouw die met een Liberiaan in het huwelijk treedt kan de Liberiaanse
nationaliteit verwerven indien ze ook aan de andere voorwaarden voor
naturalisatie voldoet.256 De nationaliteitswetgeving zegt niets over de
254 The Analyst, Punish rape, sodomy suspects, 8 juni 2005
255 Constitution of the Republic of Liberia, 6 januari 1986, artikel 11
256 Aliens and Naturalization law of Liberia (15 mei 1973), artikel 21.30
54
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
naturalisatiemogelijkheden voor een negroïde man die met een Liberiaanse vrouw
in het huwelijk treedt
Niet-negroïde en daarmee niet-Liberiaanse personen zouden in sommige gevallen
gediscrimineerd worden. Zo is het niet-Liberianen die in Liberia rechten hebben
gestudeerd niet toegestaan een advocatenpraktijk te beginnen, terwijl dit voor
Liberianen wel mogelijk is. Ook het bekleden van een hoge politieke positie is
volgens een ingewijde voor niet-Liberianen uit den boze. In praktijk beschikken
sommige Libanezen uit Liberia wel over een (diplomatiek) Liberiaans paspoort.
Tijdens de burgeroorlog was er sprake van discriminatie van en vergelding tussen
etnische groepen. Vele leden van bevolkingsgroepen die afweken van die van de
bezetters van een bepaald gebied werden verjaagd of sloegen zelf op de vlucht. In
de woorden van een mensenrechtenactivist: "Iedereen die het gevoel had ergens
niet thuis te horen is tijdens de oorlog vertrokken". Een voormalig LURD-generaal
gaf in november 2004 aan dat `iedereen die deelnam aan de oorlog dat deed om
etnische, familie- of andere belangen te verdedigen'.257
Een aantal wijken in Monrovia is genoemd naar de bevolkingsgroep die in die
buurt de meerderheid vormt, zoals Lorma quarter en Bassa community. In de wijk
Jacob Town zouden vooral Mandingo's leven.258 Het is niet bekend of andere
wijken in Monrovia of in andere steden ook een dergelijke concentratie van leden
van een bepaalde bevolkingsgroep kennen.
Hieronder volgt een overzicht van een aantal Liberiaanse etnische groepen en hun
positie in de Liberiaanse samenleving.
Mandingo
De Mandingo zijn oorspronkelijk uit Guinee afkomstig en worden daarom,
ondanks hun lange aanwezigheid in Liberia, door veel Liberianen nog steeds als
buitenlanders beschouwd.259 De Mandingo hadden onder het Taylor-regime te
lijden onder verhoogde repressie wegens verondersteld lidmaatschap van LURD.
Met name de bevolking van Nimba zou er moeite mee hebben dat Guinese
Mandingo's vrijelijk heen en weer reizen tussen Guinee en Liberia.
Het comité van toezicht van het Verdrag voor de Rechten van het Kind
constateerde in juli 2004 dat er op het gebied van de kinderrechten sprake was van
discriminatie jegens kinderen van Mandingo-afkomst.260 Tijdens de
257 DPA, 4 november 2004
258 DPA, 1 november 2004
259 Human Rights Watch, World report 2003; International Crisis Group, Liberia: security
challenges, 3 november 2003 en ICG, Liberia and Sierra Leone, 8 december 2004
260 Committee on the rights of the child, 1 juli 2004
---
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
kiezersregistratie in april en mei 2005 klaagden sommige leden van de Mandingo-
bevolkingsgroep dat zij werden uitgesloten van deelname aan het registratieproces.
De Interreligious Council bevestigde deze klacht, terwijl de nationale kiesraad en
UNMIL hebben ontkend dat er sprake was van uitsluiting. Volgens een waarnemer
in Gbarnga was echter onder sommige personen inderdaad sprake van weerstand
jegens de registratie van Mandingo's. De onlusten die eind oktober 2004 in
Monrovia plaatsvonden zouden deels door anti-Mandingo sentimenten zijn
ingegeven. Mandingo's zijn tijdens de onlusten zwaar getroffen.
UNHCR meldt dat het samenleven van Mandingo's met andere etnische groepen
moeizaam gaat, met name met de Gio en de Mano en vooral in Monrovia en in de
provincies Lofa en Nimba.261 Naar verwachting van verschillende bronnen zal de
antipathie jegens Mandingo's in met name Nimba en Lofa opspelen met de
terugkeer van Mandingo's naar deze provincies.262 Teneinde animositeit tegen te
gaan, vonden op initiatief van lokale leiders in Lofa gedurende de maand juli 2005
reinigingsrituelen plaats, gericht op verzoening tussen Lorma's en Mandingo's.263
In december 2004 woonde president Bryant een conferentie in Nimba bij, gericht
op verzoening tussen Mandingo's enerzijds en de Gio en de Mano anderzijds.264
Volgens een internationale waarnemer zal de positie van Mandingo's echter
kwetsbaarder worden naarmate de situatie in Liberia zich normaliseert, omdat zij
niet van oudsher een band hebben met een specifiek deel van het land. Volgens
een andere bron is etniciteit in Nimba de doorslaggevende factor bij de
reïntegratiemogelijkheden in de provincie: de Mano en de Gio zouden een Taylor-
getrouwe ex-strijder gemakkelijker in hun midden accepteren dan een
terugkerende Mandingo die niet aan gevechtshandelingen heeft deelgenomen. De
International Crisis Group citeerde in december 2004 een LURD-commandant die
stelde dat LURD heeft gevochten om een eind te maken aan discriminatie van
Mandingo's. Aangezien LURD er samen met MODEL in geslaagd is de regering-
Taylor te doen vertrekken en hoge posities te verwerven in de overgangsregering,
zullen veel Mandingo's zich volgens de International Crisis Group niet snel
neerleggen bij een gemarginaliseerde positie.265
Gbandi
Het comité van toezicht van het Verdrag voor de Rechten van het Kind
constateerde in juli 2004 dat er op het gebied van de kinderrechten sprake was van
261 UNHCR's position on the treatment of Liberian asylum seekers and return to Liberia, 3
augustus 2005
262 ICG, Liberia and Sierra Leone, 8 december 2004
263 UNHCR News stories, Rival ethnic groups smoke peace pipe in Liberia's Lofa county, 20
juli 2005
264 DPA, Conference on tribal reconciliation ends without firm resolution, 10 december 2004
265 ICG, Liberia and Sierra Leone, 8 december 2004
56
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
discriminatie jegens kinderen van Gbandi-afkomst.266 Verder zijn er geen
berichten bekend dat de Gbandi te vrezen hebben voor problemen op basis van
hun etnische afkomst. De Gbandi komen, in tegenstelling tot vele andere
bevolkingsgroepen die ook in buurlanden voorkomen, alleen in Liberia voor.
Krahn, Gio en Mano
Onder het Taylor-regime werden de Krahn beschuldigd van steun aan LURD.
Sinds de opkomst van MODEL, dat voornamelijk uit Krahn bestaat, werd met nog
groter wantrouwen dan daarvoor aangekeken tegen de Krahn-bevolkingsgroep en
kon deze rekenen op vervolging door regeringstroepen.267 Het comité van toezicht
van het Verdrag voor de Rechten van het Kind constateerde in juli 2004 dat er op
het gebied van de kinderrechten sprake was van discriminatie jegens kinderen van
Krahn-afkomst.268 Volgens de Britse hulporganisatie Oxfam bestaan er in de
provincie Nimba ernstige spanningen tussen de Krahn enerzijds en de Mano en de
Gio anderzijds.269 Een kandidaat-lijsttrekker van de politieke partij United People
Party, tevens oud-minister onder Taylor, riep begin juli kiezers op niet op
personen van Krahn-, Gio- of Mano-afkomst te stemmen, omdat zij het land weer
in oorlog zouden storten.270 Verder zijn geen berichten bekend dat Krahn, Gio of
Mano te vrezen hebben voor problemen op basis van hun etnische afkomst.
Americo-Liberianen
Liberia werd tot 1980 politiek sterk gedomineerd door de nazaten van bevrijde
Amerikaanse slaven die de republiek in 1847 hadden gesticht. Deze dominantie
riep wrevel op onder andere bevolkingsgroepen en werd in 1980 beëindigd door
de staatsgreep van Samuel Doe, van Krahn-afkomst. Hierop volgde tussen 1989 en
1997 een burgeroorlog, waarbij uiteindelijk Charles Taylor zegevierde, een
Americo-Liberiaan. Americo-Liberianen vormen nog steeds de elite in Liberia. Zo
zijn naar verluidt alle presidentskandidaten, met uitzondering van George Weah,
Americo-Liberiaan.271 Onder andere etnische groepen, waarbij met name
Mandingo's worden genoemd, bestaat mogelijk weerstand tegen de sterke positie
van de Americo-Liberianen. Ondanks deze eventuele weerstand onder niet-
Americo-Liberianen zijn er geen berichten bekend van discriminatie of intimidatie
van de Americo-Liberianen.
266 Committee on the rights of the child, 1 juli 2004
267 Commission on Human Rights, Report of the High Commissioner for Human Rights-
Situation of human rights and fundamental freedoms in Liberia, E/CN.4/2004/5 (8 augustus
2003)
268 Committee on the rights of the child, 1 juli 2004
269 Oxfam, 26 maart 2004
270 The Analyst, Teahjay in trouble with women group, 6 juli 2005
271 De vader van Weah zou afkomstig zijn uit de Kru-bevolkingsgroep, en zijn moeder van
Bassa-afkomst. The Perspective, Weah's bid for the Liberian presidency: prospects and
implications, 6 december 2004
57
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
3.4.4 Dienstplicht en desertie
Liberia kent een algemene dienstplicht voor gezonde mannen vanaf 16 jaar.272 In
praktijk wordt deze plicht slechts in werking geroepen als het land in oorlog is.
Mannen zijn verplicht zich zo snel mogelijk na hun zestiende verjaardag te laten
registreren voor militaire dienst, op straffe van maximaal een jaar
gevangenisstraf.273 Bepaalde beroepsgroepen, zoals rechters, parlementariërs en
artsen, zijn vrijgesteld van militaire dienst en op verzoek van een werkgever kan
de vervulling van de dienstplicht maximaal een jaar worden uitgesteld.274
Kinderen geassocieerd met de strijdende partijen
Kinderen tussen de 14 en de 17 jaar vormden een aanzienlijk deel van de
strijdende partijen in Liberia, met name in de milities aan regeringszijde.275
Onder de 101.495 personen die zich meldden voor deelname aan het DDRR-
proces bevonden zich 8523 minderjarige jongens en 2440 meisjes, hetgeen
aanzienlijk minder is dan aanvankelijk was verwacht.276 Bij genoemde getallen
dient aangetekend te worden, dat in deze getallen zowel de kinderen die
daadwerkelijk gevochten hebben zijn meegerekend, als de kinderen die anderszins
met de gewapende partijen optrokken. In de meeste gevallen ging het om
gedwongen rekrutering277, waaraan in Liberia niet of nauwelijks viel te
ontsnappen.
Uit vraaggesprekken met kinderen die zich wel meldden voor het
ontwapeningsproces bleek dat veel kinderen inmiddels naar hun ouders waren
teruggekeerd, door hun commandanten te werk werden gesteld in bijvoorbeeld de
rubberwinning of dat zij slecht geïnformeerd waren over het DDRR-proces en zich
daarom niet meldden.278 Te demobiliseren kinderen verbleven zes tot twaalf
weken in de interim care centers, waar jongens en meisjes gescheiden van elkaar
worden opgevangen.279 De familie was daarna in de meeste gevallen bereid
kinderen geassocieerd met de strijdende partijen weer op te nemen.
272 Artikel 20 National Defense Law
273 Artikel 21 National Defense Law
274 Artikel 22 National Defense Law
275 Reuters, 31 augustus 2003; E/CN.4/2004/5; IRIN, 9 juni 2003, 24 september 2003 en 4
november 2003 en Human Rights Watch, How to fight, how to kill: child soldiers in Liberia,
februari 2004
276 S/2005/376 en Amnesty International, The promises of peace for 21,000 child soldiers, 17
mei 2004
277 UNICEF, 25 september 2003
278 Watchlist, Nothing left to lose, juni 2004 en Amnesty International, Liberia, 18 augustus
2004
279 www.humanitarianinfo.org/liberia
58
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
Als onderdeel van het ontwapeningsproces ontvingen kinderen via een ouder of
voogd een toelage van $300, waarvoor vooral door LURD en MODEL was
gepleit.280 In praktijk bleek dat ook commandanten, van zowel LURD, MODEL
als NPP, zich uitgaven als voogd of dat zij de wapens van kindsoldaten aan hun
eigen kinderen meegaven naar een ontwapeningscentrum.281 Kinderen die
geassocieerd waren met de strijdende partijen nemen volgens Save the Children bij
gebrek aan perspectief noodgedwongen hun toevlucht tot prostitutie, diefstal,
drugshandel en een leven op straat.282
Anderen hebben zich wederom aangemeld voor deelname aan gewapende strijd,
met name in het buurland Ivoorkust. Minderjarige Liberianen maken deel uit van
de Lima -militie die actief is in west-Ivoorkust, rond Guiglo en Toulepleu.283 Zie
voor meer informatie over de huidige rekrutering van minderjarigen paragraaf 2.3.
3.4.5 Positie homoseksuelen
Artikel 14.72 van het Liberiaanse wetboek van strafrecht betreft vrijwillige
sodomie. Het artikel stelt dat `afwijkende seksuele gemeenschap' een misdrijf in
de eerste graad is. Sodomie wordt bestraft met een boete en/of gevangenisstraf.
Om voor homoseksualiteit vervolgd te worden dient een persoon op heterdaad
betrapt te worden. Er is niets bekend over vervolging wegens homoseksualiteit
gedurende de verslagperiode.
In Liberia bestaan geen organisaties die ijveren voor de rechten van
homoseksuelen.
In 2001 werd een socio-culturele studie verricht onder de bevolking van
Monrovia. Volgens het ministerie van Volksgezondheid bleek daaruit een
`toename' van homoseksualiteit en van biseksualiteit onder mannen.284
Er is nauwelijks informatie bekend over de maatschappelijke houding jegens
homoseksualiteit. Volgens één bron in Liberia vindt geen stigmatisering van
homoseksuelen plaats. Verschillende andere bronnen stellen echter dat in Liberia
een taboe rust op homoseksualiteit en dat homoseksualiteit indruist tegen de
280 Bijeenkomst ontwapeningscommissie, bijgewoond door opsteller ambtsbericht
281 Amnesty International, Liberia, 18 augustus 2004
282 HCS of UNMIL, 23-30 juli 2004
283 Save the children UK, 22 juli 2004; Human Rights Watch, Côte d'Ivoire: ex-child soldiers
recruited for war, 31 maart 2005 en HRW, Youth, poverty and blood, maart 2005
284 National Aids and STI Control Program, augustus 2004
59
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
`morele waarden' van Liberianen.285 Een Liberiaanse krant berichtte in juni 2005
dat sommige banken in Liberia zijn `infested with'(vergeven zijn van, geteisterd
worden door) homoseksuelen en dat een Liberiaanse geestelijke zou hebben
gewaarschuwd niet op homoseksuele politici te stemmen, omdat god
homoseksualiteit zou verafschuwen.286 In februari 2005 sprak een zakenman die
zich kandidaat heeft gesteld voor een senaatszetel namens de provincie
Montserrado zich uit tegen homoseksualiteit, dat hij `onrein, onbijbels,
onacceptabel en ongezond' noemde. De oorzaken van homoseksualiteit zocht hij
in `omgevingsfactoren, groepsdwang en hormonale onevenwichtigheid' en hij
schetste voor homoseksuelen `in zekere samenlevingen' een leven als
verschoppeling.287
4 Migratieproblematiek
In dit hoofdstuk staat het migratievraagstuk van Liberianen centraal. Na een
overzicht van de verschillende stromen vluchtelingen en ontheemden, volgt in
paragraaf 4.2 informatie over terugkeer van Liberianen. Vervolgens komen in
paragraaf 4.3 en 4.4 respectievelijk het beleid van andere Europese landen en het
beleid van internationale organisaties aan bod.
4.1 Ontheemden- en vluchtelingenstromen in en uit Liberia
4.1.1 Buiten Liberia
In de omringende landen bevinden zich ongeveer 300.000 Liberiaanse
vluchtelingen.
Guinee
In Guinee bevinden zich ongeveer 80.000 Liberiaanse vluchtelingen.288 In mei
2005 richtten honderden van hen de Association of Liberian Refugees in Guinea
op teneinde te ijveren voor de vervolging van oud-president Taylor. Volgens de
leden van deze organisatie ondervinden Liberiaanse vluchtelingen in Guinee
problemen vanwege hun vermeende sympathie voor Taylor. Naar verluidt
285 The Analyst, Gays invade bank, 1 juni 2005 en Daniel Somerville, No nation for gays, 26 juli
2004, gevonden op www.mask.org.za
286 The News, Bank executive accused of sexual harassment by his junior employees, 10 juni
2005
287 The Analyst, Elect leadership with quality track records, 22 februari 2005
288 European Commission Humanitarian Office (ECHO), Guinea: a beleaguered country, 8 juni
2005, gevonden op http://europa.eu.int/comm/echo/field/guinea/index_en.htm
60
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
bevinden zich om deze reden in de Guinese gevangenissen 200 Liberiaanse
vluchtelingen.289
Sierra Leone
In Sierra Leone bevinden zich ongeveer 62.000 Liberiaanse vluchtelingen.290 In
het land is geregeld sprake van spanningen tussen hen en de lokale bevolking.291
Ivoorkust
In Ivoorkust bevinden zich ongeveer 47.000 Liberiaanse vluchtelingen.292 Zij
ontvangen geen voedselhulp van de Ivoriaanse regering en worden door de lokale
bevolking en de overheid gediscrimineerd vanwege de betrokkenheid van
Liberianen bij rebellengroepen die strijden tegen de Ivoriaanse president
Gbagbo.293 Volgens Human Rights Watch vond in 2004 in een west-Ivoriaans
vluchtelingenkamp rekrutering van Liberianen voor de strijd in Ivoorkust plaats
(zie paragraaf 2.3).
Ghana
In Ghana bevinden zich ongeveer 42.000 Liberiaanse vluchtelingen, die vrijwel
allemaal leven in het Buduburam-kamp op 35 kilometer afstand van Accra.294
Nigeria
In Nigeria bevinden zich ongeveer 2600 Liberiaanse vluchtelingen, die daar
doorgaans al vijftien jaar verblijven.295
4.1.2 Binnen Liberia
UNHCR maakt in haar hulpverlening geen onderscheid tussen vluchtelingen,
ontheemden en teruggekeerde vluchtelingen.
UNHCR is op 8 november 2004 van start gegaan met de geassisteerde terugkeer
van Liberiaanse ontheemden. (zie paragraaf 4.2).296 Sindsdien is het aantal
289 The Liberian Times, Liberian refugees in Guinea want Taylor `arrested', 6 mei 2005
290 UNHCR Sierra Leone Operations Update, Statistics as of 31 January 2005
291 AFP, Violentes émeutes entre réfugiés libériens et étudiants, 1 maart 2004 en UNHCR News
Stories, Plea for Liberian peace in Sarkannedou, 11 augustus 2004
292 UNHCR Briefing Notes, Returns of Liberians on increase, 19 juli 2005
293 AFP, Liberian refugees fearing renewed conflict in Côte d'Ivoire return home, 30 december
2005; Refugees International, Liberian refugees in Côte d'Ivoire, 29 juni 2005,; AFP, Red
carpet welcome for Liberian refugees a thing of the past in Ivory Coast, 18 januari 2004;
AFP, Final group of refugees leave for Abidjan en route to United States, 21 februari 2004 en
IRIN, Insecurity in west accelerates return home of Liberian refugees, 20 juli 2005
294 UNHCR, Voluntary repatriation in West Africa, maart 2004
295 AP, Nigeria to reptriate 2,000 Liberian refugees after 15 years, 23 juni 2005
61
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
ontheemden aanzienlijk gedaald. In de ontheemdenkampen rondom Monrovia
bevonden zich in juni 2005 nog ongeveer 140.000 ontheemde personen.297 Camp
Watch Teams, bestaande uit patrouillerende ontheemden, trachten de veiligheid in
de kampen te vergroten.298 De Liberian Refugee Repatriation and Resettlement
Commission (LRRRC), die van overheidszijde belast is met de coördinatie van
vluchtelingen- en ontheemdenkwestie, heeft in verband met de terugkeer van vele
ontheemden naar de plaats van herkomst in juni 2005 vier ontheemdenkampen
rondom Monrovia gesloten en lege hutten en faciliteiten afgebroken. Ontheemden
die een terugkeerpakket hebben ontvangen, zijn door de LRRRC gewaarschuwd
dat zij niet op verdere hulp hoeven te rekenen indien zij het geld voor vervoer naar
de plaats van herkomst aan andere zaken dan terugkeer besteden.299
Naast de Liberiaanse ontheemden bevinden zich binnen de grenzen van Liberia
gevluchte burgers uit andere landen. In januari 2005 ging het hierbij nog om
ongeveer 10.000 Ivorianen.300 Zij bevinden zich hoofdzakelijk in de provincies
Nimba en Maryland. UNHCR heeft in de eerste helft van 2005 de uitgifte van
identiteitskaarten aan de Ivoriaanse vluchtelingen ter hand genomen.301
Ook verblijven er nog 2800 Sierra Leoonse vluchtelingen in Liberia, die zijn
achtergebleven nadat UNHCR in juli 2004 het repatriëringsprogramma voor Sierra
Leonezen beëindigde.302 UNHCR tracht voor deze groep andere duurzame
oplossingen te vinden en heeft hen in april 2005 van identiteitskaarten voorzien.303
4.2 Terugkeer
Liberia heeft met UNHCR en de regionale buurlanden Ivoorkust, Guinee, Sierra
Leone, Nigeria en Ghana overeenkomsten gesloten over de veilige en waardige
vrijwillige terugkeer van Liberiaanse vluchtelingen.304 In de overeenkomsten
garandeert Liberia de bewegingsvrijheid van teruggekeerde vluchtelingen en
296 AFP, Liberian government, UNHCR to begin returning displaced people home, 8 november
2004
297 IRIN, Camps begin to close but many IDPs still worried about getting home, 23 juni 2005
298 UNMIL IDP Unit, IDP Return in Liberia update #20, 15 juni 2005, gevonden op
www.humanitarianinfo.org/liberia
299 IRIN, Camps begin to close but many IDPs still worried about getting home, 23 juni 2005 en
The Analyst, LRRRC closed down 4 IDP camps, 20 juni 2005
300 UNHCR Global Appeal 2005
301 UNHCR News Stories, Refugees in Liberia receive ID cards, 26 april 2005
302 In juli 2003, toen het conflict in Liberia op zijn hevigst was, zette UNHCR een schip in om
Sierra Leonese vluchtelingen te repatriëren.
303 HCS of UNMIL, 16-22 juli 2004 en UNHCR News Stories, Refugees in Liberia receive ID
cards, 26 april 2005
304 DPA, Another 300,000 refugees get green light to go home, 27 september 2004 en AP,
Nigeria to reptriate 2,000 Liberian refugees after 15 years, 23 juni 2005
62
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
belooft het dat de overheid teruggekeerde vluchtelingen niet zal vervolgen,
discrimineren of bestraffen vanwege hun vlucht uit Liberia.305
Sinds februari 2005 zijn alle Liberiaanse provincies door de County Resettlement
Assessment Committees (CRAC), waarin onder meer de Liberian Refugee
Repatriation and Resettlement Commission zitting heeft, veilig verklaard voor de
(vrijwillige) terugkeer van vluchtelingen en ontheemden. Internationale
hulpverleners zijn van mening dat de veiligheidssituatie geen belemmering meer is
voor terugkeer naar Liberia en naar de plaats van herkomst, al citeerde de
nieuwsdienst IRIN in juni 2005 nog een ontheemde man die bang was terug te
keren naar Gbarpolu.306 Volgens andere internationale hulpverleners ontbreken
echter vaak nog basisvoorzieningen op het gebied van bestuur, gezondheidszorg
en onderwijs. Minderjarigen kunnen volgens een internationale hulpverlener
vanuit het buitenland wel naar Monrovia worden uitgezet, maar in verband met het
ontbreken van onderwijsfaciliteiten niet naar het platteland.
Op 1 oktober 2004 ging het repatriëringsprograma van UNHCR van start, met de
terugkeer van 200 Liberianen uit Sierra Leone en Ghana307. Onder dit programma
biedt UNHCR ondersteuning aan Liberiaanse vluchtelingen die vrijwillig
terugkeren uit Sierra Leone, Ivoorkust, Guinee en Ghana. Zij verblijven voor een
periode van maximaal 24 uur in één van de zeventien transitcentra alvorens ter
hoogte van hun oorspronkelijke woonplaats op de grote weg te worden afgezet308.
Tussen oktober 2004 en halverwege juli 2005 assisteerde UNHCR 28.000
vluchtelingen bij hun terugkeer naar Liberia; aanzienlijk minder dan de 50.000
waarop UNHCR alleen al tussen oktober en december 2004 had gerekend.
Daarnaast zijn tienduizenden vluchtelingen spontaan en zonder hulp teruggekeerd
vanuit de buurlanden. UNHCR hoopt in 2005 66.000 vluchtelingen te assisteren
bij de terugkeer naar Liberia, waarbij rekening wordt gehouden met vertraging in
de terugkeer in de aanloop naar de verkiezingen in Liberia.309
305 AP, First UN-sponsored wave of Liberian refugees scheduled to return home Friday, 27
september 2004
306 IRIN, Camps begin to close but many IDPs still worried about getting home, 23 juni 2005
307 IRIN, 1 oktober 2004
308 De transitcentra bevnden zich in Perry Town, VOA (beide bij Monrovia), Bo Waterside,
Sinje, Tubmanburg, Gbarnga, Ganta, Saclapea, Zwedru, Toe Town, Greenville, Harper,
Pleebo, Salayea, Zorzor, Kolahun en Voinjama. LRRRC, Performance report, 19 oktober
2004
309 UNHCR, Repatriation and reintegration operations for Liberians, Update no. 4, oktober
2004-februari 2005; UNHCR News stories, Liberian govt declares four counties safe for
return ahead of UNHCR repatriation, 16 september 2004 en UNHCR Briefing Notes, Returns
of Liberians on increase, 19 juli 2005
63
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
Op 8 november 2004 ging het programma van begeleide terugkeer voor
ontheemden van start.310 Tussen november 2004 en halverwege juli 2005 heeft
UNHCR onder dit programma ruim 189.000 ontheemden geassisteerd. 311 Vooral
ontheemden uit de provincie Lofa zijn volgens een bron geïnteresseerd in
terugkeer naar hun oorspronkelijke woonplaats. Volgens een NGO-bron schiet
UNHCR's terugkeerprogramma voor ontheemden tekort. Terugkerende
ontheemden zouden op hun reis niet worden beschermd en de voorzieningen in
hun dorpen zou ernstig tekortschieten. Het Wereldvoedselprogramma (WFP)
maakte in maart 2005 bekend dat terugkerende vluchtelingen en ontheemden
kunnen rekenen op volledige voedselrantsoenen, terwijl de rantsoenen van andere
door WFP gesteunde burgers vanwege geldgebrek zijn teruggebracht tot 64% van
het vereiste aantal calorieën per dag.312 In april en mei 2005 stelden de Norwegian
Refugee Council, de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) en een
coalitie van 310 Liberiaanse NGOs dat de terugkeer van ontheemden in verband
met de verkiezingen overhaast plaatsvindt en logistieke en veiligheidsproblemen
veroorzaakt.313 Onder de 1,3 miljoen burgers die zich tussen april en juni als kiezer
lieten registreren bevinden zich ruim 61.000 ontheemden. Van hen gaf 75%
desgevraagd aan in oktober 2005 te willen stemmen in de plaats van herkomst. De
keuze voor de stemlocatie is bindend. Een waarnemer vraagt zich af of de
ontheemden in oktober 2005 daadwerkelijk in dergelijke groten getale zullen zijn
teruggekeerd naar de plaats van herkomst. Volgens een andere bron is de
ontheemden niet duidelijk gemaakt dat stemmen in de plaats van herkomst slechts
één van de beschikbare opties was.
Liberiaanse vluchtelingen die uit de buurlanden terugkeren ondervinden volgens
verschillende bronnen geen moeilijkheden. Over de behandeling van afgewezen
Liberiaanse asielzoekers bij terugkeer uit Europa naar Liberia is niets bekend.
IOM heeft reïntegratieprogramma's beschikbaar voor vrijwillige terugkeerders.
UNHCR zou voor vrijwillig teruggekeerde Liberianen met een opleiding (met
name medisch geschoolden en onderwijzers) mogelijkheden kunnen zoeken voor
uitoefening van hun beroep, waarbij tegelijkertijd kan worden bijgedragen aan de
wederopbouw van de gemeenschap van herkomst. De Liberiaanse overheid voert
geen reïntegratieprogramma's voor terugkeerders uit.
In de provincies Montserrado, Margibi, Grand Cape Mount, Lofa, Nimba, Grand
Gedeh, Maryland, Grand Kru en River Gee heeft UNHCR in samenwerking met
het ICRC en NGOs monitoringmechanismes opgericht, waarmee het aantal
310 AFP, 8 november 2004
311 UNHCR Briefing Notes, Returns of Liberians on increase, 19 juli 2005
312 IRIN, WFP prioritises returning refugees and IDPs in food distribution, 4 maart 2005
313 IRIN, Aid groups say resettlement of displaced people is too hasty, 6 mei 2005
64
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
terugkeerders en de behoeftes in de gemeenschappen waarnaar zij terugkeren in
kaart worden gebracht.314
De reïntegratie van teruggekeerde vluchtelingen en ontheemden wordt
gecompliceerd door de bezetting van hun land of huis door voormalige strijders of
door andere burgers. Verschillende waarnemers voorzien een toename van het
aantal geschillen over grond- en huizenbezit naarmate meer vluchtelingen en
ontheemden terugkeren. Zowel de Liberian Refugee Repatriation and Resettlement
Commission als UNHCR trachten in overleg met de lokale autoriteiten te
bemiddelen bij dergelijke conflicten.
Het UNHCR-hoofdkantoor adviseert landen van opvang om asielaanvragen van
Liberianen op hun individuele merites te behandelen en daarbij aandacht te
schenken aan uitsluitingsgronden zoals verwoord in artikel 1F van het
Vluchtelingenverdrag. Ook beveelt UNHCR aanvullende bescherming aan voor
Liberiaanse asielzoekers die op individuele basis niet in aanmerking komen voor
de vluchtelingenstatus. UNHCR pleit tevens voor een moratorium op de terugkeer
van afgewezen Liberiaanse asielzoekers.315
4.3 Beleid van andere Europese landen
Verenigd Koninkrijk
Het Verenigd Koninkrijk beoordeelt asielaanvragen van Liberianen op individuele
basis en voert geen speciaal beleid ten aanzien van (bepaalde categorieën)
Liberiaanse asielzoekers. In 2004 vroegen 235 Liberianen asiel aan in het
Verenigd Koninkrijk. Gedwongen terugkeer van Liberianen wordt mogelijk geacht
en vindt daadwerkelijk plaats.
Zwitserland
In Zwitserland worden asielaanvragen van Liberianen als laatste prioriteit
behandeld. Bij de behandeling van de asielverzoeken wordt speciale aandacht
besteed aan Mandingo's, politiek activisten en voormalig strijders die zeggen te
vrezen te hebben van vervolging. Vrouwen, bejaarden en kinderen zonder
familieleden of economische achtergrond in Liberia van wie de asielaanvraag is
afgewezen kunnen aanspraak maken op tijdelijke bescherming in Zwitserland.
Gedwongen terugkeer van Liberianen wordt mogelijk geacht en vindt
daadwerkelijk plaats.
314 UNHCR, Repatriation and reintegration operations for Liberians, Update no. 4, oktober
2004-februari 2005
315 UNHCR's position on the treatment of Liberian asylum seekers and return to Liberia, 3
augustus 2005
65
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
België
België hanteert ten aanzien van Liberiaanse asielzoekers tot eind 2005 een de facto
besluitmoratorium. Asielaanvragen van Liberianen worden tot die tijd slechts
beoordeeld op hun ontvankelijkheid in België. Asielaanvragen die niet
ontvankelijk zijn worden voorzien van een `niet-terugleidingsclausule'.
Er is geen informatie bekend over het beleid ten aanzien van Liberiaanse
asielzoekers van andere Europese landen.
4.4 Activiteiten van internationale organisaties
Diverse internationale organisaties en NGOs houden zich bezig met de
hulpverlening aan ontheemden en (teruggekeerde) vluchtelingen in Liberia. De
hulpverlening wordt bemoeilijkt door de slechte infrastructuur in Liberia, met
name in de regentijd. Volgens een internationale hulpverlener zijn er gedurende de
verslagperiode enkele incidenten geweest waarbij NGO- en VN-medewerkers zijn
lastiggevallen en bedreigd, onder meer in Ganta, Zwedru en Buchanan. Deze
hulpverlener wijt de incidenten aan frustratie van ontwapende strijders over het
uitblijven van reïntegratie- en rehabilitatiemogelijkheden. Volgens enkele NGO-
bronnen wordt de hulpverlening gecompromitteerd en in gevaar gebracht door het
feit dat de humanitaire hulpverlening van de VN sinds juli 2004 onder de naam
Humanitarian Coordination Section volledig is geïntegreerd in UNMIL.316
Activiteiten van de VN-organisaties
In het kader van het United Nations Consolidated Appeal for Liberia voeren
diverse VN-organisaties activiteiten uit op het gebied van de voedselvoorziening,
landbouw, gezondheidszorg, huisvesting, onderwijs en bescherming van
mensenrechten en opbouw van de rechtsstaat. Naast UNHCR en UNICEF zijn de
volgende organisaties actief: FAO, UNDP, UNFPA, UNMAS, WFP en WHO.317
OCHA is in juli 2004 volledig geïntegreerd in UNMIL en gaat sindsdien door het
leven als de Humanitarian Coordination Section. UNHCR heeft kantoren in
Monrovia, Gbarnga, Harper, Saclapea, Zwedru, Tubmanburg en Voinjama.318
Activiteiten van het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC)
Het ICRC houdt zich bezig met bescherming van en hulpverlening aan
ontheemden. De activiteiten van het ICRC bestaan onder meer uit het chloreren
van drinkwaterbronnen, voedselverstrekking aan weeshuizen in Monrovia en het
herenigen van familieleden. Het ICRC houdt zich verder bezig met medische
assistentie en vaccinatieprogramma's in de kampen en registreert schendingen van
316 HCS of UNMIL, 2-9 juli 2004
317 www.humanitarianinfo.org/liberia
318 UNHCR Global Appeal 2005
---
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
het internationaal humanitair recht. Ook wordt voorlichting over het oorlogsrecht
gegeven aan gewapende strijders en bezoekt het ICRC gevangenen. Het ICRC
heeft kantoren in Monrovia, Zwedru, Voinjama en Saniquellie319.
Activiteiten van NGOs
In Liberia zijn ongeveer veertig internationale NGOs actief.320 Veel lokale niet-
gouvernementele organisaties implementeren de activiteiten van VN-organisaties
en internationale NGOs.
319 ICRC, Newsletter Liberia, no. 3, augustus 2004
320 Humanitarian Information Centre, Liberia INGO statistical information,
www.humanitarianinfo.org/liberia
67
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
5 Samenvatting
De ontwikkelingen in Liberia staan sinds het einde van de burgeroorlog in
augustus 2003 in het teken van de soms problematische consolidatie van het gezag
van de overgangsregering en de verdere, eveneens moeizame implementatie van
het vredesakkoord van augustus 2003. De politieke ontwikkelingen tussen
december 2004 tot en met juli 2005 in Liberia laten een gemengd beeld zien.
Enerzijds lopen de voorbereidingen voor de presidents- en parlementsverkiezingen
op 11 oktober 2005 goed en is enige vooruitgang geboekt met het herstel van het
staatsgezag en de oprichting van de commissies waarin het vredesakkoord
voorziet. Anderzijds deden zich tijdens de verslagperiode zorgwekkende en in
potentie destabiliserende ontwikkelingen voor op het gebied van corruptie en werd
de invloed van oud-president Taylor in Liberia opnieuw voelbaar.
De veiligheidssituatie wordt door de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties
`hoewel breekbaar, relatief stabiel' genoemd. Gedurende de verslagperiode bleven
grote veiligheidscrises uit en de succesvolle registratie van kiezers tot in de zeer
afgelegen gebieden van het land laat zien dat de veiligheidssituatie voor burgers
aanzienlijk is verbeterd. Op sommige plaatsen in het land, met name de gebieden
met natuurlijke rijkdommen die in handen zijn van voormalig strijders,
ondervinden burgers nog wel problemen. Het achterblijven van reïntegratie- en
rehabilitatiemogelijkheden voor ontwapende strijders vormde tijdens de
verslagperiode een bron van zorg. Bovendien gaat een potentiële dreiging voor de
(regionale) veiligheidssituatie uit van rekrutering en militaire training van strijders,
waarover gedurende de verslagperiode diverse berichten verschenen. Zowel oud-
president Taylor als Ivoriaanse en Guinese leiders zouden de hand hebben in deze
activiteiten. De hervorming van het Liberiaanse leger en de politie is nog niet
voltooid.
De huidige Liberiaanse regering heeft zich gedurende de verslagperiode voor
zover bekend niet schuldig heeft gemaakt aan mensenrechtenschendingen. Gezien
het beperkte staatsgezag, corruptie (mede veroorzaakt door lage
ambtenarensalarissen) en het slecht functionerende justitieel systeem is
bescherming van de mensenrechten in Liberia echter niet gegarandeerd.
Op 1 oktober 2004 ging het UNHCR-programma voor vrijwillige terugkeer van de
honderdduizenden Liberiaanse vluchtelingen vanuit de West-Afrikaanse regio van
start. Begin november 2004 werd dit gevolgd door de start van begeleide terugkeer
van de toen nog 300.000 ontheemden in Liberia. Liberia telde in juni 2005 nog
140.000 ontheemden.
68
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
Bijlage I: Literatuurlijst
Voor dit ambtsbericht is gebruik gemaakt van de volgende openbare bronnen:
Africa Confidential
Agence France-Presse
Agreement on the ceasefire and cessation of all hostilities between the
Government of the Republic of Liberia and Liberians United for Reconciliation
and Democracy and the Movement for Democracy in Liberia, 17 juni 2003
Algemeen Nederlands Persbureau
Aliens and Naturalization law of Liberia (15 mei 1973)
Amnesty in actie, `Stop straffeloosheid in Liberia', juni 2005
Amnesty International Press Releases
Amnesty International, No impunity for rape a crime against humanity and a war
crime, 14 december 2004
Amnesty International, One year after Accra - immense human rights challenges
remain, 18 augustus 2004
Amnesty International, Open letter to permanent representatives at the Africa
Union (AU) regarding the case of Charles Taylor, former president of Liberia,
indicted for crimes against humanity and war crimes, 5 augustus 2004
Amnesty International, The promises of peace for 21,000 child soldiers, 17 mei
2004
Amnesty International, West Africa: Time to abolish the death penalty, oktober
2003, AFR 05/003/2003
The Analyst, Liberiaans dagblad
Associated Press
BBC News
69
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
Bryant, Gyude, Liberia: the way forward- Annual message delivered bij Chairman
Gyude Bryant, 26 januari 2004
Bureau of African Affairs United States Department of State, Background note:
Liberia, april 2005
CIA, The World Factbook 2002 t/m 2005
Coalition for International Justice, Following Taylor's money: a path of war and
destruction, mei 2005
Comprehensive peace agreement between the government of Liberia and the
Liberians United for Reconciliation and Democracy (LURD) en the Movement for
Democracy in Liberia (MODEL) and political parties, 18 augustus 2003
Constitution of the Republic of Liberia, 6 januari 1986
Criminal Procedure Law, Liberia, januari 1969
Deutsche Presseagentur
Domestic Relation Law, Liberia
The Economist, `Still in the shadow of the warlords', 4 juni 2005
The Economist Intelligence Unit, Country Profile Guinee, Sierra Leone, Liberia,
2002
The Economist Intelligence Unit, Country Profile Liberia, september 2003
The Economist Intelligence Unit, Country Report Liberia, maart 2004
The Economist Intelligence Unit, Country Report Liberia, juni 2004
The Economist Intelligence Unit, Country Report Liberia, september 2004
The Economist Intelligence Unit, Country Report Liberia, december 2004
The Economist Intelligence Unit, Country Report Liberia, juni 2005
Ellis, Stephen , The mask of anarchy- The destruction of Liberia and the religious
dimension of an African civil war (Londen 1999)
70
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
European Commission Humanitarian Office (ECHO), `Guinea: a beleaguered
country, 8 juni 2005', gevonden op
http://europa.eu.int/comm/echo/field/guinea/index_en.htm
FBIS report, Selection list Liberia Press
The Forum, Liberiaanse krant
Freetown radio UNAMSIL
Global Witness, A time for justice: why the international community, UN security
council and Nigeria should help facilitate Charles Taylor's immediate extradition
to the Special Court for Sierra Leone, juni 2005
Global Witness, Timber, Taylor, Soldier, Spy: How Liberia's uncontrolled
resource exploitation, Charles Taylor's manipulation and the re-recruitment of ex-
combatants are threathening regional peace, juni 2005
The Guardian
The Heritage, Liberiaans dagblad
Human Rights Watch, How to fight, how to kill: child soldiers in Liberia, februari
2004
Human Rights Watch, Recruitment of ex-child soldiers in Côte d'Ivoire, 30 maart
2005
Human Rights Watch, UN Security Council: ensure justice in West Africa, 24 mei
2005
Human Rights Watch, UN: press Nigeria to hand over Charles Taylor, 21 juni
2004
Human Rights Watch, World Report 2003
Human Rights Watch, Youth, poverty and blood: the lethal legacy of West
Africa's regional warriors, maart 2005
ICRC, Newsletter Liberia no. 3, augustus 2004
Induction address by His Excellency C. Gyude Bryant, Chairman, National
Transitional Government of Liberia, 14 oktober 2003
71
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
The Inquirer, Liberiaans dagblad
Integrated Regional Information Network (IRIN), informatievoorziening OCHA,
VN
Inter Press Service
International Contact Group on Liberia Press Releases
International Crisis Group, Liberia and Sierra Leone: rebuilding failed states, 8
december 2004
International Crisis Group, Liberia: security challenges, 3 november 2003
International Crisis Group, Rebuilding Liberia: prospects and perils, 30 januari
2004
International Monitoring Committee, Press Statement, 18 oktober 2004
Itano, Nicole, Small boys with florescent guns ans the leaders behind them:
Charles Taylor and the rebels who unseated him, Institute for Security Studies, 18
oktober 2003
Jeune Afrique/L'Intelligent
Liberian Express, Liberiaanse krant
Liberian Observer, Liberiaanse krant
The Liberian Standard, Liberiaans weekblad
The Liberian Times, Liberiaanse krant
National Aids and STI Control Program, National multisectoral plan for the
prevention and control of HIV/Aids 2004-2007, augustus 2004
National Defense Law
National Elections Commission, Liberian refugees: your right to know, your right
to participate (folder)
The New National, Liberiaanse krant
72
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
The News, Liberiaans dagblad
Norwegian Refugee Council, Liberia: fragile peace must be consolidated before
IDPs can return home, 26 mei 2004
Oxfam, Reintegration Assessment Report, 26 maart 2004
Pan-African News Agency (PANA)
Radio France Internationale
Refugees International, Liberian refugees in Côte d'Ivoire, 29 juni 2005
Reporters without borders, Third annual worldwide press freedom index, 26
oktober 2004
Reuters
Save the children UK, Emergency statement Liberia, 22 juli 2004
Special Court for Sierra Leone, Briefing to the Security Council by Justice
Emmanuel Olayinka Ayoola, president, 24 mei 2005
Statement of David M. Crane, Chief Prosecutor, Special Court for Sierra Leone, 4
juni 2003
Takirambudde, Peter , `Liberia: where the arms come from', International Herald
Tribune, 17 september 2003
U.S. Department of state, Country report on human rights practices: Liberia 2003,
februari 2004
U.S. Department of state, Country reports on human rights practices 2004, 28
februari 2005
U.S. Department of state, International Religious Freedom Report 2004, september
2004
Watchlist on children and armed conflict, Nothing left to lose: the legacy of armed
conflict and Liberia's children, juni 2004
73
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
Publicaties van de Verenigde Naties
Commission on Human Rights, Report of the High Commissioner for Human
Rights- Situation of human rights and fundamental freedoms in Liberia,
E/CN.4/2004/5 (8 augustus 2003)
Committee on the rights of the child, Thirty-six session, Consideration of reports
submitted by states parties under article 44 of the Convention, 1 juli 2004
Fifth progress report of the Secretary-General on the United Nations Mission in
Liberia, S/2004/972 (17 december 2004)
Fourth Progress Report of the Secretary-General on the United Nations Mission in
Liberia, S/2004/725 (10 september 2004)
Humanitarian Coordination Section of the United Nations Mission in Liberia,
Situation reports
Report of the Panel of Experts appointed pursuant to paragraph 4 of Security
Council resolution 1458 (2003), concerning Liberia, S/2003/498 (17 april 2003)
Report of the Panel of Experts appointed pursuant to paragraph 2 of Security
Council resolution 1549 (2004), concerning Liberia, S/2004/955 (6 december
2004)
Report of the Panel of Experts appointed pursuant to paragraph 8 of Security
Council resolution 1579 (2004), concerning Liberia, S/2005/176 (17 maart 2005)
Report of the Panel of Experts appointed pursuant to paragraph 8 of Security
Council resolution 1579 (2004), concerning Liberia, S/2005/360 (13 juni 2005)
Report of the Secretary-General pursuant to Security Council resolution 1579
(2004) regarding Liberia, S/2005/376 (7 juni 2005)
Report of the Security Council Committee established pursuant to resolution 1521
(2003) concerning Liberia, S/2004/1025 (31 december 2004)
Report of the Security Council mission to West Africa, 20-29 juni 2004,
S/2004/525 (2 juli 2004)
Resolutie Veiligheidsraad, S/RES/1343 (7 maart 2001)
Resolutie Veiligheidsraad, S/RES/1408 (6 mei 2002)
74
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
Resolutie Veiligheidsraad, S/RES/1458 (28 januari 2003)
Resolutie Veiligheidsraad, S/RES/1478 (6 mei 2003)
Resolutie Veiligheidsraad, S/RES/1497 (1 augustus 2003)
Resolutie Veiligheidsraad, S/RES/1509 (19 september 2003)
Resolutie Veiligheidsraad, S/RES/1521 (22 december 2003)
Resolutie Veiligheidsraad, S/RES/788 (19 november 1992)
Resolutie Veiligheidsraad, S/RES/1532 (12 maart 2004)
Resolutie Veiligheidsraad, S/RES/1561 (17 september 2004)
Resolutie Veiligheidsraad, S/RES/1579 (21 december 2004)
Resolutie Veiligheidsraad, S/RES/1607 (21 juni 2005)
Second Progress Report of the Secretary-General on the United Nations Mission in
Liberia, S/2004/229 (22 maart 2004)
Sixth Progress Report of the Secretary-General on the United Nations Mission in
Liberia, S/2005/177 (17 maart 2005)
Third progress report of the Secretary-General on the United Nations Mission in
Liberia, S/2004/430 (26 mei 2004)
UN News Service
UNHCR Global Appeal 2005
UNHCR, Briefing Notes
UNHCR, News stories
UNHCR, Repatriation and Reintegration operations in Liberia-Update no. 2,
maart-juni 2004
UNHCR, Voluntary repartiation in West Africa, maart 2004
75
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
UNHCR's position on the treatment of Liberian asylum seekers and return to
Liberia, 3 augustus 2005
UNICEF, Protecting children, gevonden op www.humanitarianinfo.org/liberia
UNICEF, Press releases
United Nations Consolidated Appeals Process, Liberia 2004, november 2003
United Nations Press Releases
United Nations Security Council Press Release, Security Council committee on
Liberia updates its travel ban list, SC/8359, 14 april 2005
UNMIL IDP Unit, IDP return in Liberia update 16, 21 mei 2005
UNMIL Press Releases
World Food Programme (WFP) Press Releases
Websites
www.allafrica.com
www.diamonds.net
www.ethnologue.com
www.globalsecurity.org
www.humanitarianinfo.org/liberia
www.mask.org.za
www.newafrica.com.
www.panapress.com
www.reliefweb.org
www.theperspective.org, internetkrant van Liberianen in de VS
76
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
www.unhchr.ch
www.unhcr.ch
77
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
Bijlage II: Kaart van Liberia
78
Algemeen Ambtsbericht Liberia | 26 augustus 2005
Bijlage III: Samenstelling van de overgangsregering
Voormalige regering van Charles Taylor:
Defensie Daniel Chea
Binnenlandse Zaken Dan Morias
Post en Telecommunicatie Eugene Nagbe
Planning en Economische Zaken Christian Herbert
Gezondheidszorg en Welzijn Peter Coleman
LURD:
Financiën Luseni Kamara
Justitie Kabineh Ja'neh
Arbeid Lavella Supawood
Transport Vamba Kanneh
Presidentiële Aangelegenheden Jackson Doe
MODEL:
Land, Mijnen en Energie Jonathan Mason
Handel Samuel Wlue (Wolo)
Landbouw George Karmee (Kammie)
Publieke Werken Irwin Coleman
Buitenlandse Zaken Thomas Nimely Yaya
Ongewapende politieke partijen en het
maatschappelijk middenveld:
Onderwijs Evelyn Kandakai
Gender en Ontwikkeling Varbah Gayflor
Informatie Bill Allen
Rurale Ontwikkeling Ernest Jones
Jeugd en Sport Wytonia Bounce
Nationale Veiligheid Lorsy Kendor
79
---- --
Ministerie van Buitenlandse Zaken