Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Datum 26 augustus 2005 Van Postbus 58285, 1040 HG Amsterdam drs. F.J. Kist T (020) 687 51 74, F (020) 687 51 91 floor.kist@uwv.nl De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
De heer mr. A.J. de Geus Ons kenmerk Postbus 90801 RvBs-66789 2509 LZ Den Haag

Onderwerp
Onderzoeken UWV vanwege ontslagzaak De Jonge
Geachte heer De Geus,
In de middag van 23 augustus 2005 diende de zitting bij het kantongerecht in Hoorn over ons verzoek tot het ontslag van de directeur Facilitair en Inkoop, mr. E.J. de Jonge. Hiertegen heeft de heer de Jonge verweer gevoerd aan de hand van een uitvoerig verweerschrift waarin hij een groot aantal ernstige aantijgingen doet over het UWV, waaronder over de integriteit van leden van de Raad van Bestuur. Het verweerschrift heeft hij voorafgaand aan de zitting ook in handen van vertegenwoordigers van de media gegeven en is door zijn advocaat op de 22ste aan u ter beschikking gesteld. U hebt mij per ommegaande kenbaar gemaakt dat u niet de bevoegdheid heeft zich in deze arbeidsrechtelijke kwestie te mengen. Wel hebt u mij een reactie gevraagd, aangezien het verweerschrift passages bevat die de relatie tussen u en het UWV zouden kunnen raken. Eveneens op dezelfde dag, heb ik u een eerste reactie en toelichting gezonden. Ik gaf daarbij aan dat ik u, naar gelang uw informatiebehoefte, graag nader informeer.

In het gesprek dat wij 25 augustus jl. voerden hebben wij gezamenlijk vastgesteld dat die nadere informatiebehoefte inderdaad bestaat. Die behoefte bestaat zowel bij u als bij de Raad van Bestuur van het UWV.

Wij hebben wat betreft onderwerpen die de relatie tussen u en het UWV kunnen raken afgesproken dat ik een extern onderzoek zal laten plaatsvinden over de volgende beweringen:

· de bewering dat de minister van SZW gedurende het goedkeuringsproces van concrete huisvestingsbeslissingen in 2004, waaronder de geschetste gang van zaken rond de huisvesting van UWV in Rotterdam, voortdurend op het verkeerde been zou zijn gezet;
· de beweringen over de leegstand van 120.000 m2 als gevolg van het aanhuurbeleid in 2004;

· de bewering dat de inhuur van externen voor huisvestingszaken tot een ongewenste belangenverstrengeling zou hebben geleid bij concrete huisvestingsbeslissingen alsmede tot mogelijke meerkosten;

· de bewering dat de expliciete afspraken met u over de overdracht van de huisvestingsportefeuille door ons niet zijn nagekomen.

Bezoekadres La Guardiaweg 68 1043 DK Amsterdam www.uwv.nl

Ons kenmerk RvBs-66789 Blad 2 van 2 Wij kwamen voorts overeen dat wij nog nader overleg hebben over de invulling en precisering van de onderzoeksopdracht en dat ik er op toe zal zien dat de in te schakelen externe onderzoeker geen persoonlijke of zakelijke banden heeft met UWV of SZW.

Met het oog op tijdige en adequate informatieverstrekking aan de Tweede Kamer, hebben wij afgesproken dat wij binnen vier weken, wanneer duidelijk is wie de opdracht uitvoert, vaststellen wanneer de resultaten verwacht kunnen worden. Uitgangspunt is dat dit onderzoek niet langer duurt dan strikt noodzakelijk. UWV en SZW zullen er alles aan doen de doorlooptijd zo kort mogelijk te houden.

U ontvangt van mij het afgeronde onderzoek dat ik voorzie van mijn bestuurlijk oordeel. Dit stelt u in staat om de Tweede Kamer over uw standpunt te informeren.

Ik heb in ons gesprek aangegeven dat de gehele Raad van Bestuur de urgente behoefte heeft om de ernstige verwijten in het verweerschrift van de heer De Jonge betreffende de integriteit van enkele leden van de Raad van Bestuur, te laten onderzoeken. Het gaat om de volgende onderwerpen:

· de bewering dat zich bij de aanhuur van de vestiging in Almere witwaspraktijken zouden hebben voorgedaan;

· de bewering dat volgens geruchten leden van de Raad van Bestuur persoonlijk zouden hebben geprofiteerd van overwinsten die zijn geboekt;

· de bewering dat bij SFB (voorganger van UWV) 18 mln. gulden zou zijn verdwenen.

Ik heb daartoe contact opgenomen met de Hoofdofficier van Justitie te Amsterdam met het verzoek hiernaar op zo kort mogelijk termijn door de rijksrecherche een feitenonderzoek te laten verrichten.

U hebt aangegeven er aan te hechten om de Tweede Kamer reeds op vrijdag 26 augustus te willen informeren. Hierbij zult u o.a. melding maken van bovenbeschreven onderzoeken. Van onze kant zullen wij dezelfde dag onze medewerkers en de media hierover informeren.

Hoogachtend,
Dr. J.M. Linthorst

Voorzitter Raad van Bestuur