Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk
UB/S/05/67471

Onderwerp Datum
Onderzoeken UWV 26 augustus 2005

Op 22 augustus 2005 heb ik het verweerschrift van de heer De Jonge, directeur Facilitair en Inkoop van het UWV, van zijn advocaat ontvangen. Op 23 augustus diende de zitting bij het kantongerecht in Hoorn over het verzoek van UWV tot het ontslag van de heer De Jonge.

Ik heb de voorzitter van de Raad van Bestuur, de heer Linthorst, per ommegaande kenbaar gemaakt dat ik niet de bevoegdheid heb mij in deze arbeidsrechtelijke kwestie te mengen. Ik heb hem echter wel om een reactie gevraagd, aangezien het verweerschrift passages bevat die de relatie tussen UWV en mij zouden kunnen raken. Op 23 augustus ontving ik een eerste reactie van de voorzitter van de Raad van Bestuur UWV (zie bijlage brief UWV 23/8/2005).

Op 24 augustus heb ik de voorzitter van Raad van Bestuur van UWV uitgenodigd voor een gesprek, dat op 25 augustus heeft plaatsgevonden. Ik heb in dit gesprek met de heer Linthorst vastgesteld dat er behoefte bestaat aan nadere informatie.

De heer Linthorst zal daartoe een extern onderzoek laten uitvoeren naar de volgende beweringen in het bedoelde verweerschrift:

· de bewering dat de minister van SZW gedurende het goedkeuringsproces van concrete huisvestingsbeslissingen in 2004, waaronder de geschetste gang van zaken rond de huisvesting van UWV in Rotterdam, voortdurend op het verkeerde been zou zijn gezet;
· de beweringen over de leegstand van 120.000 m2 als gevolg van het aanhuurbeleid in 2004;

· de bewering dat de inhuur van externen voor huisvestingszaken tot een ongewenste belangenverstrengeling zou hebben geleid bij concrete huisvestingsbeslissingen alsmede tot mogelijke meerkosten;

· de bewering dat de expliciete afspraken met de minister van SZW over de overdracht van de huisvestingsportefeuille door UWV niet zijn nagekomen.

2

Ik heb met de heer Linthorst afgesproken nog nader overleg te hebben over de invulling en precisering van de onderzoeksopdracht. De heer Linthorst zal erop toezien dat de in te schakelen externe onderzoeker geen persoonlijke of zakelijke banden heeft met UWV of SZW.

Binnen vier weken, wanneer duidelijk is wie de opdracht uitvoert, zal ik u informeren wanneer de resultaten van het onderzoek verwacht kunnen worden. Uitgangspunt is dat dit onderzoek niet langer duurt dan strikt noodzakelijk. UWV en SZW zullen er alles aan doen de doorlooptijd zo kort mogelijk te houden. Ik zal het afgeronde onderzoek, voorzien van een bestuurlijk oordeel van UWV en mijn standpunt terzake, aan u doen toekomen.

Ter informatie treft u hierbij aan de brief die ik over het bovenstaande heb ontvangen van de heer Linthorst (zie bijlage brief UWV 26/8/2005). Separaat treft u aan het antwoord op de vragen terzake van het lid Van Gent (Groen Links), ingezonden 25 augustus 2005. De vragen ingediend door de leden Noorman-den Uyl (PvdA) en De Wit (SP) zal ik binnen de gebruikelijke termijn beantwoorden.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)