Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
Telefax (070) 333 40 33
2513 AA 's Gravenhage
Uw brief Ons kenmerk
AV/CAM/2005/65262
Onderwerp Datum
Afspraken met SER over toekomstvisie SER 26 augustus 2005
op PBO n.a.v. motie Douma/Van Dijk
Hierbij informeer ik u, mede namens de minister van Economische Zaken en de minister
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, over mijn afspraken met de voorzitter van de
Sociaal-Economische Raad (SER), de heer Wijffels, over de invulling van de motie
Douma/Van Dijk (Kamerstukken II, 2004-'05, 25695, nr. 26). In deze motie wordt de
regering verzocht de SER te verzoeken zich eveneens uit te spreken over de toekomst van
de product- en bedrijfschappen (hierna: schappen) en daarbij nadrukkelijk in te gaan op het
optimaliseren van draagvlak en zijn eigen toezichthoudende rol. Naar aanleiding van deze
motie heb ik de Kamer op 6 april jl. geschreven (ibid, nr. 32) dat ik op korte termijn met de
heer Wijffels in overleg zou treden en u na afloop zou informeren over de gemaakte
afspraken.
Op basis van mijn gesprek met de heer Wijffels en hetgeen mij is teruggekoppeld over de
verdere bespreking van de motie Douma/Van Dijk binnen de SER kan ik u het volgende
berichten.
Ten eerste zal de SER de toekomstverkenningen van de schappen analyseren en een
overzicht maken van de hoofdlijnen die uit de toekomstverkenningen van alle schappen naar
voren komen. De SER zal mij dit overzicht gelijktijdig met alle afzonderlijke
toekomstverkenningen voor het einde van dit jaar doen toekomen.
Ten tweede zal de SER bezien welke aandachtspunten hij in aanvulling op en mede op basis
van de toekomstverkenningen van de schappen aan het kabinet wil sturen. In dat verband
heeft de SER kennis genomen van de concrete punten die in de overwegingen van de motie
worden genoemd, zoals die over het SER-toezicht op de PBO.
2
Ik heb de SER erop gewezen dat zijn rapportage met aanvullende aandachtspunten voor
1 april 2006 gereed moet zijn, zodat deze kan worden betrokken bij de vaststelling van het
kabinetsstandpunt over de toekomst van de PBO.
Vervolgens zullen kabinet en Kamer conform de motie Van Dijk c.s. (ibid., nr. 27) voor het
zomerreces 2006 een debat houden over de toekomst van de PBO.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid