---
Brieven aan de Kamer
---
Afghanistan
26-8-2005 16:04:00
Op 18 september a.s. zullen in Afghanistan verkiezingen voor het
parlement en de provinciale raden worden gehouden. Na afloop van deze
verkiezingen zult u van ons een brief ontvangen met een volledig
overzicht van de stand van zaken ten aanzien van Afghanistan.
Vooruitlopend daarop informeren wij u met deze brief reeds over een
aantal actuele ontwikkelingen.
Voorbereiding verkiezingen
De voorbereidingen voor de verkiezingen voor parlement en
provincieraden liggen op schema. Kiezers die sinds de in oktober 2004
gehouden presidentsverkiezingen achttien jaar zijn geworden,
teruggekeerde vluchtelingen, alsook mensen die thans in een andere
provincie willen kiezen, hebben zich kunnen laten registreren. Er zijn
1,7 miljoen additionele kiezers geregistreerd. De locaties voor
kieslokalen zijn vastgelegd en worden ingericht. Het personeel voor de
organisatie en voor de verkiezingsdag zelf is grotendeels gerecruteerd
en wordt momenteel opgeleid. Er is nog een klein gat op de begroting,
maar dit hindert de logistieke organisatie niet.
Op 12 juli maakte de 'Joint Electoral Management Body', die instantie
die de verkiezingen organiseert, de definitieve kandidatenlijst
bekend. Er zijn 2775 kandidaten voor het parlement (Wolesi Jirga,
Lagerhuis) en 3025 voor de provincieraden. Oorspronkelijk was aan 233
kandidaten opgedragen hun vermeende banden met gewapende groepen te
verbreken. Op 12 juli zijn elf kandidaten alvast gediskwalificeerd
wegens banden met gewapende groepen; voor de overige verdachte
kandidaten is de beoordeling nog gaande. Het ontwapeningsproces is
door deze maatregelen in veel provincies versneld. In de provincie
Baghlan zijn overigens vooralsnog geen kandidaten uitgesloten. Op 17
augustus is de officiële campagneperiode begonnen. Kandidaten krijgen
de gelegenheid op radio en tv te adverteren. De campagne is tot nu toe
weinig zichtbaar, wellicht door het gebrek aan krachtige politieke
partijen.
Er zijn ongeveer duizend organisaties geaccrediteerd voor waarneming
van de verkiezingen, waaronder elf internationale organisaties. De EU
en de OVSE sturen elk een eigen missie.
Ontplooiing Election Support Forces (ESF) en veiligheidssituatie
Nederland draagt bij aan de ondersteuning van de verkiezingen van 18
september aanstaande, door in het noorden van Afghanistan een
mariniersbataljon in te zetten in het kader van de door de Navo
geleide International Security Assistance Force (ISAF). Hierover bent
u met de brief van 3 juni jl. (Kamerstuk 27 925 nr. 177) geïnformeerd.
Het mariniersbataljon maakt daarmee deel uit van de 'Election Support
Forces' (ESF) van ISAF. Over deze inzet is tijdens het algemeen
overleg van 28 juni jl. met de Kamer van gedachten gewisseld. In de
periode tot eind juli is door militairen van hoofdzakelijk de
Koninklijke landmacht het kampement van het bataljon aangelegd op het
vliegveld van Mazar-e Sharif. Van 22 juli tot 20 augustus jl. heeft
een C-130 transportvliegtuig van de Koninklijke luchtmacht in
Afghanistan de ontplooiing van het mariniersbataljon ondersteund. Het
toestel is tevens ingezet ten behoeve van de andere Nederlandse
detachementen in Afghanistan.
Het eerste deel van de hoofdmacht van het mariniersbataljon is op 2
augustus jl. met een Nederlands militair transporttoestel naar
Afghanistan vertrokken. Het vertrek is met enkele dagen vertraagd door
problemen met het verkrijgen van een overvliegvergunning. Mede naar
aanleiding van dit voorval zijn inmiddels maatregelen genomen om
dergelijke vertragingen zoveel mogelijk te voorkomen.
Het mariniersbataljon is op 4 augustus jl. deels onder bevel van ISAF
gesteld. Op dat moment was het bataljon conform de planning nog niet
op volle sterkte. Inmiddels is dat wel het geval. Het bataljon heeft
reeds verschillende patrouilles uitgevoerd, onder meer naar het Duitse
PRT in Faisabad (provincie Badakshan) en het Britse PRT in Maimana
(provincie Faryab), in respectievelijk het uiterste oosten en westen
van het noordelijke ISAF-gebied. Verder zijn contacten opgebouwd met
de andere ISAF-eenheden in de regio, verschillende lokale en
provinciale autoriteiten, het Afghaanse leger, en vertegenwoordigers
van de VN. Het Nederlandse PRT in de provincie Baghlan is versterkt
met een peloton van ongeveer dertig mariniers die permanent ter
beschikking van dit PRT zullen blijven ten behoeve van de
verkiezingsondersteuning. Bij de PRTs in Faisabad en Maimana worden
voorwaartse bases ingericht om voor langere periodes in de omgeving
van deze PRTs te kunnen opereren.
Tijdens het algemeen overleg van 28 juni jl. is van de zijde van de
regering gemeld dat zou worden onderzocht of het noodzakelijk is een
medevac-helikopter in Mazar-e Sharif te stationeren ter aanvulling op
de medische evacuatiecapaciteit die wordt geleverd door andere landen.
Inmiddels is besloten hiervoor een Nederlandse Chinook-helikopter in
te zetten. Aanvankelijk was het de bedoeling één van de vier in
Kandahar gestationeerde Chinook-helikopters hiervoor te gebruiken. Na
het ongeluk met een Chinook-helikopter op 27 juli jl. was dat echter
niet meer mogelijk, en is besloten een Chinook-helikopter vanuit
Nederland naar Afghanistan over te brengen. Door de korte
voorbereidingstijd was een transport per vliegtuig niet meer
uitvoerbaar. De Chinook is daarom op eigen kracht in etappes naar
Afghanistan gevlogen. Het toestel is op 8 augustus jl. vertrokken uit
Nederland en arriveerde op 19 augustus jl. in Mazar-e Sharif. De reis
duurde langer dan gepland vanwege administratieve problemen in de
Russische stad Rostov, waardoor de reis enkele dagen moest worden
onderbroken.
Zoals eerder gemeld is vanwege de uitgestrektheid van het gebied de
gangbare norm voor het verlenen van medische hulp niet in alle
gevallen haalbaar. Ter beperking van de risicos was al eerder besloten
het bataljon te voorzien van extra medische en chirurgische
capaciteit. Tevens was al bij het uitvoeren van taken door het
bataljon als voorwaarde gesteld dat bij elke taak
medevac-helikoptercapaciteit beschikbaar is. Door het stationeren van
de helikopter in Mazar-e Sharif zal het bataljon meer taken in veraf
gelegen gebieden kunnen vervullen. De Chinook-helikopter zal tot 1
oktober a.s. in Mazar-e Sharif gestationeerd blijven.
In het noorden van Afghanistan is het in de afgelopen periode relatief
rustig geweest. In de aanloop naar de verkiezingen van 18 september
a.s. heeft zich echter een aantal incidenten voorgedaan. De
parlementsverkiezingen werken als een katalysator voor het aan de
oppervlakte komen van sluimerende conflicten. Dit komt onder meer
doordat parlementskandidaten de openbaarheid moeten zoeken om campagne
te kunnen voeren. Verder wordt het voor de Afghanen steeds duidelijker
dat de aankomende verkiezingen bepalend zullen zijn voor de
machtsverhoudingen in de komende jaren.
Bij veel van de incidenten in het noorden van Afghanistan is het niet
mogelijk één enkele oorzaak aan te wijzen. Vaak is er een combinatie
van factoren die resulteert in een gewapend treffen. Het gaat hierbij
dan om factoren als, eventueel drugsgerelateerde, criminaliteit,
langdurige vetes, politieke onenigheden en conflicten om het eigendom
van land. Voorbeelden van incidenten van de afgelopen maanden zijn een
aanslag op een kandidaat voor de parlementsverkiezingen in Mazar-e
Sharif, een gewapend treffen tussen twee politiecommandanten in de
provincie Badakshan, en raketbeschietingen op politie-opleidingscentra
in Kunduz en Mazar-e Sharif.
In Baghlan is op 5 juli jl. een Nederlands konvooi dat van Pol-e
Khomri op weg was naar Kabul, beschoten op de weg tussen Khinjan en de
Salangtunnel in het zuiden van de provincie. De Nederlandse militairen
hebben het vuur beantwoord. Onder de Nederlandse militairen zijn geen
slachtoffers gevallen. Op het moment van het incident werd het konvooi
ingehaald door een civiel voertuig. Later bleek dat dit voertuig
tijdens het vuurgevecht is geraakt, waarbij één Afghaanse burger is
gedood en een andere gewond is geraakt. De Koninklijke marechaussee
heeft inmiddels een onderzocht afgerond naar de toedracht van het
incident. Bij het onderzoek is samengewerkt met de Afghaanse politie.
De onderzoeksgegevens zijn door de Koninklijke marechaussee ter
beschikking gesteld aan het Openbaar Ministerie in Arnhem. Naar
aanleiding van de aanslag zijn door de Afghaanse autoriteiten vier
verdachten gearresteerd.
Special Forces (SF)-inzet
De hoofdmacht van het SF-detachement is op 18 april jl. uit Nederland
vertrokken naar Afghanistan. Het detachement is sinds begin mei
operationeel. De eerste rotatie van militairen is inmiddels voltooid.
Met inachtneming van de noodzaak van operationele geheimhouding,
informeren wij u hierbij als volgt over de eerste inzetperiode van
vier maanden van het detachement.
Het SF-detachement bestaat uit een SF-taakgroep van 160 militairen van
het Korps Commandotroepen en het Korps Mariniers, alsmede een
helikopterdetachement van ongeveer 85 militairen en
Chinook-transporthelikopters. De eenheden zijn gelegerd op de
Amerikaanse basis op het vliegveld van Kandahar en opereert vanuit
deze basis. De taken van de SF-taakgroep bestaan voornamelijk uit het
uitvoeren van verkenningen en het vergaren van inlichtingen. Ook
kunnen in voorkomend geval gevechtsacties worden uitgevoerd, waarvan
overigens tot op heden geen sprake is geweest.
In de afgelopen periode heeft de SF-taakgroep zich vooral gericht op
het verbeteren van de informatie over het Nederlandse missiegebied. De
operatie Enduring Freedom had tot begin dit jaar relatief weinig
activiteiten in dit gebied ontplooid. Tijdens de inzet is met zowel
heimelijke als openlijke operaties veel informatie vergaard. Doel van
deze operaties is inzicht te krijgen in de mate waarin de OMF in het
gebied actief is, en in de omvang van illegale grensoverschrijdende
activiteiten. Tijdens de openlijke operaties wordt onder meer contact
gelegd met de plaatselijke bevolking en de lokale autoriteiten. Deze
contacten verlopen goed.
Het Nederlandse detachement voert verder in het eigen missiegebied op
kleine schaal CIMIC-projecten uit. Tot nu toe zijn er op verschillende
plaatsen wateropvangbassins aangelegd en is er een school opgeknapt.
In de komende periode zal het Nederlandse detachement, in nauwe
samenwerking met de Afghaanse veiligheidsorganisaties, een bijdrage
leveren aan de beveiliging van de verkiezingen voor het parlement en
de provinciale raden van 18 september aanstaande.
Verongelukken Chinook-helikopter
Op 27 juli jl. is 's avonds na het vallen van de duisternis een
Chinook-helikopter van het SF-detachement in het Nederlandse
missiegebied verongelukt en in brand gevlogen. De zeven inzittenden
konden het toestel ongedeerd verlaten; na enige tijd bleek dat één van
hen lichte verwondingen had opgelopen. De helikopter, die personeel en
materieel vervoerde, ging bij het ongeluk verloren.
Een onderzoekscommissie van de Koninklijke luchtmacht heeft ter
plaatse een onderzoek uitgevoerd, en zal binnen enkele weken het
onderzoek afronden en de bevindingen rapporteren. In afwachting van
dit rapport zullen wij niet ingaan op eventuele oorzaken. De begin dit
jaar geïnstalleerde Onderzoeksraad voor veiligheid (OVV) wordt op de
hoogte gehouden van het verloop van dit onderzoek en zal na afronding
ervan worden geïnformeerd over de conclusies en eventuele
aanbevelingen op het gebied van veiligheid.
Wij merken hierbij op dat het ongeval geen voorval is in zin van de
Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid, aangezien het hier gaat om
een situatie zoals bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel c sub 1
van deze Rijkswet (optreden van de krijgsmacht tijdens een gewapend
conflict).
Het SF-detachement zal voorlopig met drie in plaats van met vier
Chinook-helikopters zijn taken uitvoeren. Naar verwachting heeft dit,
door medewerking van de VS, geen grote operationele gevolgen. Het
voornemen bestaat om de Chinook-helikopter die tot 1 oktober a.s. is
gestationeerd in Mazar-e Sharif ter ondersteuning van het Nederlandse
mariniersbataljon, daarna weer toe te voegen aan het SF-detachement.
Voorbereiding ISAF-inzet in Zuid-Afghanistan
Op 16 juni bent u per brief (Kamerstuk 28 676 nr. 22) geïnformeerd dat
de regering de mogelijkheden zal onderzoeken voor een bijdrage, in
samenwerking met onder andere het Verenigd Koninkrijk en Canada, aan
de ontplooiing van ISAF in het zuiden van Afghanistan in de eerste
helft van 2006. Dit onderzoek is nog gaande. Besluitvorming door de
regering en informatieverstrekking aan de Kamer conform art. 100 van
de Grondwet zal waarschijnlijk pas in de loop van dit najaar kunnen
plaatsvinden. Tijdens internationaal (Navo-)overleg over dit onderwerp
is gemeld dat de Nederlandse inbreng plaatsvindt onder het expliciete
voorbehoud van politieke goedkeuring.
In de Kamerbrief van 3 juni jl. zijn de achtergronden geschetst van de
uitbreiding van het ISAF-verantwoordelijkheidsgebied naar de zes
zuidelijke provincies van Afghanistan (Nimruz, Helmand, Kandahar,
Uruzgan, Daikundi en Zabul). Deze provincies vallen nu onder de
verantwoordelijkheid van de door de VS geleide coalitie van de
operatie Enduring Freedom. De veiligheidssituatie in deze regio is
duidelijk anders van karakter dan in het noorden, die in het algemeen
gesproken kan worden bestempeld als rustig maar niet stabiel. In het
noorden vormen onder meer rivaliserende milities, etnische spanningen,
drugsproductie, criminaliteit en een slecht functionerende overheid
bedreigingen voor de stabiliteit. In het zuiden zijn deze factoren ook
van toepassing, maar vinden er bovendien nog regelmatig gevechten
plaats tussen enerzijds de 'Opposing Militant Forces' (OMF), waartoe
worden gerekend de Taliban, Al Qa'ida en de Hezb-i Islami Gulbuddin
(HiG), en anderzijds het Afghaanse leger en de strijdkrachten van de
operatie Enduring Freedom. De OMF voeren verder regelmatig aanvallen
uit op Afghaanse overheidsfunctionarissen en op burgers. De afgelopen
maanden zijn bij deze geweldsincidenten honderden dodelijke
slachtoffers gevallen, onder wie enkele tientallen Amerikaanse
militairen en soldaten van het Afghaanse regeringsleger.
De operatie Enduring Freedom is op dit moment in de zuidelijke regio
aanwezig met vier PRTs, enkele infanteriebataljons en een veelheid aan
ondersteunende eenheden waaronder gevechts- en transporthelikopters.
Het streven is de ISAF-strijdkrachten in ongeveer dezelfde omvang en
samenstelling in deze regio te ontplooien. Voorzien is dat ISAF aan
het einde van het tweede kwartaal van 2006 de verantwoordelijkheid
voor de zuidelijke regio kan overnemen.
In de NAVO-planning wordt op dit moment uitgegaan van de vestiging van
een regionaal hoofdkwartier in Kandahar, waarvan de leiding zal
rouleren tussen een aantal landen. Daarnaast wordt voorzien dat onder
ISAF robuuste eenheden worden gestationeerd in de vier belangrijkste
provincies in het zuiden, te weten Helmand, Kandahar, Uruzgan, en
Zabul. In de praktijk houdt dat in dat in deze provincies naast een
PRT ook een substantiële gevechtseenheid plus ondersteunende eenheden
zullen worden ontplooid. Verder wordt in de Navo-planning voorzien dat
de betrokken landen eenheden en middelen bijdragen die ter beschikking
staan van het regionale hoofdkwartier. Over de verschillende geplande
bijdragen vindt intensief overleg plaats.
Nederland heeft in juni jl. een fact finding missie uitgevoerd naar
een aantal provincies in deze regio. In de loop van de maand september
zal er een verkenningsmissie worden uitgevoerd in het gebied.
DE MINISTER VAN DEFENSIE
H.G.J. Kamp
DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Dr. B.R. Bot
Ministerie van Defensie