Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
Telefax (070) 333 40 33
2513 AA `s-GRAVENHAGE
Uw brief Ons kenmerk
11 augustus 2005 AV/CAM/2005/63709
kenmerk: 2040519520
Onderwerp Datum
Kamervragen De Wit 26 augustus 2005
./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid De Wit (SP) over de CAO van de
Vereniging van internationale Arbeidsbemiddelaars (VIA).
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
2
Bijlage bij: AV/CAM/2005/63709
Datum: 23 augustus 2005
Onderwerp: Kamervragen lid De Wit nr. 20405195620
Vraag 1
Heeft de Vereniging van Internationale Arbeidsbemiddelaars (VIA) dispensatie gevraagd
van de CAO voor uitzendkrachten?
Antwoord Vraag 1
Ja
Vraag 2
Is de reden voor het dispensatieverzoek dat de VIA de "CAO voor 30.000 buitenlandse
werknemers" die VIA met de Landelijke Bedrijfsorganisatie Verkeer (LBV) heeft
afgesloten wil handhaven?
Antwoord Vraag 2
Op grond van het Toetsingskader AVV kunnen partijen die gebonden zijn aan een eigen
rechtsgeldige CAO een verzoek tot dispensatie van het AVV-besluit indienen.
Vraag 3
Wat is uw oordeel over de politieke wenselijkheid van een exclusieve CAO voor
buitenlandse werknemers?
Antwoord Vraag 3
Op grond van de onderhandelingsvrijheid zijn partijen die aan de daarvoor gestelde
vereisten voldoen, vrij om een CAO overeen te komen. Ik acht het derhalve niet opportuun
mij uit te laten over het bestaan van een bepaalde CAO.
Vraag 4
Is het u bekend hoeveel kosten (huisvestingskosten, autokosten, kosten voor woon-
werkverkeer, vervoer van en naar het land van herkomst, ziektekosten en de tijd en de
kosten van beschikbaarheid van de werkgever, tolk bank en Belastingdiensten (zie artikel 16
CAO Arbeidsbemiddeling Buitenlandse Werknemers in Nederland) de bedrijven die zijn
aangesloten bij de VIA in de praktijk inhouden op het nettoloon? Zo neen, wilt u dat
onderzoeken en bekend maken?
Antwoord vraag 4
Neen.
De totstandkoming en de inhoud van afspraken omtrent arbeidsvoorwaarden is in beginsel
de verantwoordelijkheid van werkgevers en werknemers en hun organisaties, met
inachtneming van het dwingend recht zoals bv. het wettelijke minimumloon.
3
Vraag 5
Hebt u onderzocht of de LBV leden heeft onder de buitenlandse werknemers die werkzaam
zijn bij of via leden van de VIA? Zo neen, waarom niet.
Is een dergelijk onderzoek gerechtvaardigd omdat eerder een CAO-dispensatie waarbij de
LBV was betrokken door u is ingetrokken?
Antwoord Vraag 5
In het algemeen geldt dat om een rechtsgeldige CAO te kunnen afsluiten verenigingen van
werkgevers of van werknemers een of meer leden moeten hebben in de werkingssfeer van
de overeenkomst om een rechtsgeldige CAO te kunnen afsluiten.
In het kader van een AVV-procedure wordt alleen een onderzoek verricht naar het
ledenaantal van een partij betrokken bij een CAO die dispensatie heeft aangevraagd, indien
er sprake is van een contra indicatie. In deze casus is daarvan tot dusverre niet gebleken.
Vraag 6
Gaat u het dispensatieverzoek afwijzen?
Antwoord Vraag 6
Op dit moment loopt de AVV-procedure van de ABU-CAO nog. Ik kan dan ook in dit
stadium geen uitspraken doen over zaken die betrekking hebben op dit AVV-besluit. Ik zal
de overwegingen bij het uiteindelijke AVV-besluit met de daarbij behorende
dispensatiebesluit(en) te zijner tijd aan u toesturen.
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid