Samenwerking VWA en TrusQ
De Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) en TrusQ hebben een
intentieverklaring ondertekend waarin de samenwerking tussen deze
partijen wordt bekrachtigd. De samenwerking bestaat uit toegang van de
VWA tot de TrusQ database, afspraken over informatie uitwisseling bij
incidenten en crises en het opstarten van een pilot voor toezicht op
controle.
TrusQ is een samenwerkingsverband van zes Nederlandse
diervoederproducenten die samen ruim 60% van de diervoedermarkt
vertegenwoordigen. TrusQ heeft als doel de voedselveiligheid in de
diervoederproductie maximaal te waarborgen. Zij doet dit via een
systematische beoordeling van leveranciers en grondstoffen, monitoring
en snelle tracking en tracing.
De VWA is, mede met de AID, belast met de uitvoering van het toezicht
in de diervoedersector. Uitgangspunt is dat de sector zelf primair
verantwoordelijk is voor veilig, kwalitatief en hoogwaardig voer.
De VWA registreert en/of erkent diervoederbedrijven, voert fysieke en
administratieve controles uit en audit de toepassing van
kwaliteitssystemen.
Lees hier de Intentieverklaring samenwerking diervoeder
VWA/TrusQ (pdf, 123 kb)
Intentieverklaring samenwerking Diervoeder
VWA / TrusQ
Versie 2.0 DEFINITIEF.24 augustus 2005, versie 2.0 DEFINITIEF
2/10
1 Inleiding
1.1 Doelstelling
In deze intentieverklaring samenwerking leggen de Voedsel en Warenautoriteit (hierna: VWA) en
TrusQ de uitgangspunten voor de samenwerking in de toekomst vast.
De VWA en TrusQ hebben tot doel het bevorderen van de voedselveiligheid in Nederland door
middel van eenduidige informatievoorziening, afspraken over meldingen en incidenten, afspraken
over de inrichting van Toezicht op controle en onderlinge communicatie, gericht op efficiënte en
effectieve risicoreductie en incidentbeheersing in de diervoedersector.
1.1.1 Rol VWA
De VWA is een publiekrechtelijk orgaan met aan haar gemandateerde bevoegdheden die zij in
samenwerking met de Algemene Inspectiedienst (AID) en onder de verantwoordelijk van de
minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) uitoefent. De VWA is verantwoordelijk
voor het toezicht op de naleving van wet- en regelgeving op het gebied van voedselveiligheid in
Nederland. De VWA stelt daarbij het gewenste veiligheidsniveau vast op basis van de (Europese)
wet- en regelgeving. De VWA verzamelt onafhankelijk informatie over het gerealiseerde nalevings-
en veiligheidsniveau, signaleert eventuele afwijkingen en grijpt, indien dit nodig is, in.
1.1.2 Rol TrusQ
TrusQ is een stichting met zes bedrijven als deelnemer (ABCTA, Agrifirm, Cehave
landbouwbelang, de Heus Brokking Koudijs Sondag, Hendrix UTD en Rijnvallei). TrusQ is
verantwoordelijk voor het leveren van diervoeders die voldoen aan de gestelde wettelijke
kwaliteitseisen en aanvullende eisen die de TrusQ-bedrijven zichzelf opgelegd hebben. TrusQ
signaleert veiligheidsrisico's met name gericht op grondstoffen en grondstofleveranciers en meldt
eventuele afwijkingen met betrekking tot voederveiligheid.
1.1.3 Reikwijdte intentieverklaring
De reikwijdte van de intentieverklaring beperkt zich tot de samenwerking tussen de partijen VWA
en TrusQ en beslaat de volgende elementen:
1. Uitwisselen van informatie over diervoeders;
2. Afspraken over werkwijze bij incidenten en crises;
3. Samenwerken bij een pilot om te komen tot Toezicht op controle; en
4. Overleg en communicatie over diervoeders
1.1.4 Betrokkenheid ministeries van LNV en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
De intentieverklaring samenwerking is een afspraak tussen VWA en TrusQ. Hiermee leggen zij de
basis voor nadere invulling van het onderlinge samenwerkingsverband. Aangezien de beoogde
doelstelling van de samenwerking relaties heeft met de beleidsterreinen van de ministeries van
LNV en VWS en raakvlakken zal kennen met toekomstige beleidsbeslissingen dienaangaande,
wordt de inhoud van de intentieverklaring afgestemd met deze ministeries.
1.2 Uitgangspunten
1.2.1 Vertrouwen
VWA en TrusQ erkennen dat een voldoende basis voor vertrouwen bestaat om, ieder vanuit de
eigen verantwoordelijkheid, invulling te geven aan het samenwerkingsverband..24 augustus 2005, versie 2.0 DEFINITIEF
3/10
1.2.2 Erkenning
TrusQ heeft de wens om haar kwaliteitssysteem in aanmerking te laten komen voor erkenning ex
artikel 21 Kaderwet diervoeders. De VWA heeft de intentie dat dergelijke systemen voor erkenning
in aanmerking zouden moeten komen. Een uiteindelijke erkenning zal door de minister van LNV
worden afgegeven. Op voorwaarde dat het TrusQ kwaliteitssysteem aan een aantal nog nader te
bepalen eisen voldoet, kan het TrusQ kwaliteitssysteem (eventueel in combinatie met GMP+) in
aanmerking komen voor erkenning.
Wanneer het systeem erkend wordt, kan het toezichtarrangement hierop aangepast worden,
inclusief de bijbehorende retributies. Beide partijen spreken de intentie uit om de benodigde
activiteiten die voorwaardelijk zijn voor de erkenning van het kwaliteitssysteem zo spoedig mogelijk
uit te voeren, binnen de kaders van de wet- en regelgeving.
1.2.3 Vertegenwoordiging
De VWA ziet TrusQ als één van de vertegenwoordigers van de diervoederindustrie en treedt TrusQ
als zodanig tegemoet. Dit betekent dat de VWA TrusQ in voorkomende gevallen zal informeren en
vragen om advies.
1.3 Randvoorwaarden
1.3.1 Bestaande wet- en regelgeving
De afspraken in deze intentieverklaring hebben geen invloed op de werking van relevante wet- en
regelgeving en/of bestaande afspraken die door de VWA of TrusQ met derden zijn gemaakt. De
wettelijke verplichtingen die bestaan voor diervoederbedrijven blijven onverminderd van kracht voor
de bij TrusQ aangesloten bedrijven. Hierbij moet bijvoorbeeld ook rekening gehouden worden met
de wettelijke taken en bevoegdheden die de AID heeft.
1.3.2 Tijdstip van erkenning
Het moment waarop erkenning mogelijk wordt is afhankelijk van nadere besluitvorming. Op dit
moment is erkenning niet mogelijk voor mei 2007.
1.4 Begripsbepaling
Diervoeders: alle stoffen en producten, inclusief additieven, verwerkt, gedeeltelijk verwerkt of
onverwerkt, die bestemd zijn om te worden gebruikt voor orale vervoedering aan dieren (artikel 3
EG verordening 178/2002).
Diervoeder(on)veiligheid: Diervoeders worden geacht onveilig te zijn voor het gebruik waarvoor zij
bestemd zijn indien zij worden beschouwd als producten die:
- Nadelige effecten hebben op de dierlijke of menselijke gezondheid;
- Het levensmiddel dat wordt geproduceerd uit voedselproducerende dieren, onveilig voor
menselijke consumptie maken. (artikel 15 EG verordening 178/2002)
Contactpersoon incidenten: bij het optreden van incidenten, ernstige incidenten en/of crises wijzen
beide partijen ieder een contactpersoon incidenten aan (zie 5).
Incidenten, ernstige incidenten en crises zijn conform "Alert & Slagvaardig' gedefinieerd als:
- Incident: melding die geen of slechts zeer beperkte maatschappelijke en/of politieke lading heeft
- Ernstig incident: melding, die een potentieel maatschappelijke en/of politieke lading heeft.
- Crisis: melding, die tot gevolg kan hebben dat er een ernstige verstoring van de basisstructuur
dan wel aantasting van de fundamentele waarden en het maatschappelijk systeem optreedt
(Nationaal Handboek Crisisbesluitvorming) of die een zware maatschappelijke en/of politieke
lading heeft..24 augustus 2005, versie 2.0 DEFINITIEF
4/10
2 Informatievoorziening
2.1 TrusQ informatiesysteem
TrusQ ontwikkelt en beheert een informatiesysteem (TrusQ database) voor gebruik door bij TrusQ
aangesloten bedrijven. Dit systeem zal voldoen aan de geldende kwaliteitseisen.
De VWA ontvangt na oplevering van het systeem een actuele beschrijving van het doel, de
inrichting en werking van dit informatiesysteem. De werking van het systeem wordt getoetst zoals
beschreven in 6.1.
2.2 Autorisatie VWA
De VWA krijgt toegang tot de documenten en analyses in de database van TrusQ op voorwaarde
dat de gedragsregels zoals deze in de intentieverklaring zijn afgesproken worden nageleefd. Met
betrekking tot deze autorisatie dient TrusQ de vertrouwelijkheid van gegevens van leveranciers te
respecteren. De VWA krijgt geen bevoegdheid gegevens in het systeem te bewerken en/of te
wijzigen. De autorisatie van de VWA op het informatiesysteem wordt besproken in de Stuurgroep
Samenwerking (zie 5).
2.3 Bijdrage VWA
De VWA heeft de intentie informatie bij te dragen aan het TrusQ-systeem. De VWA zal signalen
over risico's inclusief de data daaromtrent die zij uit haar eigen informatiesystemen verkrijgt,
verstrekken aan TrusQ, met uitzondering van die gevallen waarin zij daartoe door wet- en
regelgeving niet gerechtigd is. Als pilot zal de VWA de rapid alerts naar TrusQ doorsturen (zie
3.1.2).
2.4 Vertrouwelijkheid gegevens en geheimhouding
2.4.1 VWA
De informatie waar de VWA toegang toe heeft, wordt door de VWA uitsluitend aangewend binnen
de VWA en het ministerie van LNV, ten behoeve van de uitvoering van de wettelijke taken. Het
gaat daarbij onder meer om het gebruik van de informatie voor het bepalen van het
controleprogramma, de indeling in risicocategorieën en het opbouwen van kennis van het veld. De
VWA stelt een document op waarin zij aangeeft hoe zij intern met de informatie uit het TrusQ
informatiesysteem om zal gaan.
De VWA is gehouden, met inachtneming van de relevante wet- en regelgeving(zie ook 1.3.1) geen
informatie direct uit de informatiesystemen van TrusQ extern te publiceren en/of te communiceren
zonder hierover vooraf goedkeuring van TrusQ te hebben verkregen. VWA en TrusQ stellen vast
dat de VWA in haar taak als toezichthouder gehouden is aan haar verplichting om eventuele
strafrechtelijke gedragingen die met de informatiesystemen van TrusQ kunnen worden vastgesteld,
aan de daartoe bevoegde gezagen te rapporteren. De VWA zal dit hieraan voorafgaand melden
aan TrusQ. Strafrechtelijke gedragingen die door TrusQ zelf worden opgemerkt, zullen onverwijld
aan de VWA worden medegedeeld.
2.4.2 TrusQ
De informatie waar TrusQ toegang toe heeft (rapid alerts), wordt door TrusQ uitsluitend
aangewend binnen TrusQ voor het bevorderen van de voederveiligheid. TrusQ is gehouden geen
informatie direct uit de informatiesystemen van de VWA extern te publiceren en/of te
communiceren zonder hierover vooraf goedkeuring van de VWA te hebben verkregen..24 augustus 2005, versie 2.0 DEFINITIEF
5/10
3 Meldingen, incidenten en crises
3.1 Meldingen
De wettelijke verplichting tot melding van overschrijdingen in het kader van de Algemene
Levensmiddelenverordening en van meldingen aan PDV via het EWS-systeem blijven onverkort
bestaan.
3.1.1 Meldingen aan de VWA
In het informatiesysteem van TrusQ wordt melding gemaakt van overschrijdingen boven de door
TrusQ gestelde normen. De VWA heeft via het informatiesysteem (de samenvattingen in het
documentdeel van de TrusQ-database) van TrusQ inzage in deze meldingen.
3.1.2 Meldingen aan TrusQ
De VWA draagt er voor zorg TrusQ zo goed mogelijk op de hoogte te houden van door de VWA
ontvangen nationale en internationale meldingen, binnen de grenzen van de wet- en regelgeving.
In ieder geval doet de VWA TrusQ als pilot informatie uit high-level nationale meldingen en rapid
alerts toekomen. Deze worden op een nader te bepalen wijze ondergebracht in het
informatiesysteem van TrusQ. De voorwaarden waaronder deze door de VWA geleverd kunnen
worden moeten nader worden gespecificeerd.
3.2 Incidenten & Crises
De besluitvorming met betrekking tot incidenten, ernstige incidenten en crises is een exclusieve
verantwoordelijkheid van de VWA (incident en en ernstige incidenten) en het Ministerie van LNV
(crises).
TrusQ wordt door de VWA bij het (oplossen van) incidenten en ernstige incidenten betrokken als
adviseur. Dit betekent dat TrusQ in voorkomende gevallen gevraagd zal worden om informatie,
extra onderzoek, bijdrage aan oplossingsrichtingen, extra inzicht of de inzet van mensen en
middelen om een incident, ernstig incident of crisis te bestrijden.
3.2.1 Incidenten
Bij het ontstaan van een incident of ernstig incident wijzen VWA en TrusQ beide een
contactpersoon incidenten aan. De contactpersonen incidenten van de VWA en TrusQ hebben
tenminste dagelijks contact bij een incident of ernstig incident en informeren elkaar over de stand
van zaken en lopende activiteiten. Informatie uitwisseling betreft ook de analyse data tussen VWA
en TrusQ binnen de grenzen van de wet- en regelgeving.
3.2.2 Crises
In het geval van een crisis neemt het Ministerie van LNV de verantwoordelijkheid voor de
aansturing over. De communicatie met TrusQ verloopt in dit geval bij voorkeur (maar niet
noodzakelijkerwijs) via de procedure zoals die in 3.2.1 bepaald is. Informatie uitwisseling betreft
ook de analyse data tussen LNV/VWA en TrusQ binnen de grenzen van de wet- en regelgeving
3.3 Evaluatie
Na afloop van een incident, ernstig incident of crisis wordt de beheersing ervan en de
samenwerking daarbij door VWA en TrusQ geëvalueerd. Uitvoering van de evaluatie is de
verantwoordelijkheid van de dagelijkse contactpersonen van TrusQ en VWA (zie 5.2.2). De
contactpersonen incidenten die hebben opgetreden bij de bestrijding van een incident, ernstig
incident of crisis worden bij de evaluatie hiervan betrokken..24 augustus 2005, versie 2.0 DEFINITIEF
6/10
4 Toezicht op controle
De VWA heeft op basis van de Kaderwet diervoeders (artikel 21) en de controle verordening feed
and food 882/2004 art. 71 lid 4, de mogelijkheid om bij het uitvoeren van controles bij bedrijven
rekening te houden met de kwaliteitssystemen van die bedrijven. TrusQ heeft de wens om het
TrusQ-kwaliteitssysteem als een dergelijk kwaliteitssysteem erkend te laten worden.
De VWA heeft de intentie dat dergelijke systemen voor erkenning in aanmerking zouden moeten
komen. Een uiteindelijke erkenning zal door de minister van LNV worden afgegeven. Op
voorwaarde dat het TrusQ kwaliteitssysteem aan een aantal nog nader te bepalen eisen voldoet,
kan het TrusQ kwaliteitssysteem (eventueel in combinatie met GMP+) in aanmerking komen voor
erkenning. Deze erkenning vindt op zijn vroegst plaats in mei 2007.
De tussenliggende periode wordt door VWA en TrusQ gebruikt om ervaring op te doen met
Toezicht op controle door middel van het uitvoeren van een pilot.
4.1 Pilot
4.1.1 Doelstelling pilot
Doelstelling van de pilot is kennis en ervaring op te doen met de wijze waarop TrusQ kan
functioneren als een bedrijfscontrolesysteem in de zin van artikel 21 van de Kaderwet diervoeders.
4.1.2 Werkwijze
VWA en TrusQ starten een pilot voor de implementatie van Toezicht op controle. Hiervoor wordt
een projectgroep ingericht met deelnemers uit VWA en TrusQ. Vanuit het operationeel overleg
wordt een plan van aanpak opgesteld voor de pilot. Hierin zal aandacht worden besteed aan de
eisen die gesteld kunnen worden aan een goed bedrijfscontrolesysteem en de wijze van
verantwoording en inrichting van het toezicht.
4.1.3 Termijn
Het plan van aanpak wordt uiterlijk november 2005 ter goedkeuring aangeboden aan de
Stuurgroep Samenwerking (zie 5). De werkzaamheden voor de pilot worden afgerond in 2006.
Toezicht op controle op basis van het TrusQ-kwaliteitssysteem wordt, gelet op de uitspraak van de
minister van LNV, niet eerder ingevoerd dan mei 2007.24 augustus 2005, versie 2.0 DEFINITIEF
7/10
5 Organisatie
5.1 Taken en verantwoordelijkheden
In onderstaand figuur zijn de verschillende organisatorische onderdelen binnen het
samenwerkingsverband tussen TrusQ en VWA weergegeven.
Stuurgroep Samenwerking
Pilot Toezicht op Controle Operationeel overleg
Contactpersonen incident
5.2 Overleg
5.2.1 Stuurgroep Samenwerking
Binnen het samenwerkingsverband tussen de VWA en TrusQ komt ten minste twee keer per jaar
een Stuurgroep Samenwerking samen op het niveau van de DGVWA en het bestuur van TrusQ,
bijeen. Binnen het bestuur van TrusQ wordt een bestuurslid aangewezen dat verantwoordelijk is
voor de relatie met de VWA. De dagelijkse contactpersonen (zie 5.2.2) voor de samenwerking
tussen VWA en TrusQ maken deel uit van de Stuurgroep Samenwerking.
Het secretariaat en het voorzitterschap van de Stuurgroep Samenwerking wordt roulerend door
één van beide partijen vervuld. De VWA zal de organisatie van de eerste vergadering op zich
nemen.
Bij de eerste bijeenkomst bestaat de Stuurgroep Samenwerking uit:
· DGVWA
· Vertegenwoordiger VWA
· Vertegenwoordiger bestuur Tr usQ
· Vertegenwoordiger bestuur TrusQ
· dagelijks contactpersoon namens VWA
· dagelijks contactpersoon namens TrusQ
In het geval van incidenten, ernstige incidenten of crises, of wanneer beide partijen dit anderszins
noodzakelijk achten, kunnen partijen besluiten de Stuurgroep Samenwerking vaker bijeen te laten
komen.
De Stuurgroep Samenwerking heeft de taak contactpersonen incidenten aan te wijzen in het geval
van het optreden van een incident, ernstig incident of crisis..24 augustus 2005, versie 2.0 DEFINITIEF
8/10
5.2.2 Operationeel overleg
Tussen VWA en Tr usQ vindt ten minste eens per drie maanden operationeel overleg plaats. TrusQ
en VWA wijzen beiden een dagelijkse contactpersoon aan die deelneemt aan het operationeel
overleg. Daarnaast kunnen afhankelijk van de te bespreken onderwerpen op ad hoc basis andere
medewerkers van VWA en TrusQ worden uitgenodigd.
In het operationeel overleg wordt de Stuurgroep Samenwerking voorbereid. De verslagen van het
operationeel overleg worden ter kennisneming aan de leden van de Stuurgroep Samenwerking
gezonden.
Het secretariaat en het voorzitterschap van het operationeel overleg wordt roulerend door een van
beide partijen vervuld. TrusQ zal de organisatie van de eerste vergadering op zich nemen. Beide
partijen hebben de mogelijkheid om agendapunten aan te leveren.
In het geval van incidenten of crises, of wanneer beide partijen dit anderszins noodzakelijk achten,
kunnen partijen besluiten additioneel operationeel overleg te houden.
5.2.3 Themabijeenkomsten
Ten minste 1 maal per jaar wordt een themabijeenkomst georganiseerd tussen VWA en TrusQ.
Tijdens dit overleg wordt een voor diervoeder relevant inhoudelijk onderwerp besproken. Voor de
themabijeenkomst worden specialisten van TrusQ en VWA uitgenodigd. De themabijeenkomst
wordt voorbereid in het operationeel overleg. De resultaten uit de themabijeenkomst worden
voorgelegd aan de Stuurgroep Samenwerking.
5.3 Communicatie
De communicatie richting externe partijen over de samenwerking wordt vormgegeven via vaste
kanalen (communicatiemanagers). De Stuurgroep Samenwerking beslist of en wanneer de formele
communicatiemomenten worden georganiseerd.
Beide partijen komen overeen om eerst overleg te plegen met de andere partij voordat
standpunten over de samenwerking extern gecommuniceerd worden. Dit is mogelijk in het
operationeel overleg of in de Stuurgroep Samenwerking of ad hoc wanneer hier aanleiding voor is..24 augustus 2005, versie 2.0 DEFINITIEF
9/10
6 Afsluitende bepalingen
6.1 Quality assurance
TrusQ laat door een Certificerende Instelling audits uitvoeren naar de wijze van uitvoering van de
regels en procedures waar de aan TrusQ deelnemende bedrijven aan dienen te voldoen en de
mogelijke verbeterpunten die geïdentificeerd kunnen worden. De kwaliteit en betrouwbaarheid van
de inrichting en werking van het voor TrusQ gebruikte informatiesysteem (TrusQ database) maakt
hier in ieder geval onderdeel van uit. De resultaten van deze audits worden ter inzage aangeboden
aan de VWA. Dit laat overigens de eigen verantwoordelijkheid van de VWA voor het uitvoeren van
eigenstandige controles onverlet.
6.2 Naleving en geschillen
Beide partijen verbinden zich om de bepalingen uit de intentieverklaring na te leven en zijn belast
met de controle daarop. Zij nemen maatregelen om de naleving van de intentieverklaring bij hun
interne organisaties te bevorderen.
Mogelijke geschillen over deze intentieverklaring worden geagendeerd en besproken in de
Stuurgroep Samenwerking. Indien geschillen over deze intentieverklaring blijven bestaan, kunnen
de partijen besluiten het geschil voor te leggen aan een arbitragecommissie.
6.3 Aanpassingen
Deze intentieverklaring samenwerking kan worden aangepast op voorstel van beide partijen, na
bespreking in de Stuurgroep Samenwerking en met goedkeuring van beide partijen.
Deze intentieverklaring samenwerking kan door beide partijen eenzijdig worden opgezegd na een
termijn van drie maanden.
6.4 Inwerkingtreding
Deze intentieverklaring treedt in werking na ondertekening door vertegenwoordigers van beide
partijen. Het is voor onbepaalde tijd van kracht. De intentieverklaring kan tussentijds met
instemming van beide partijen worden bijgesteld..24 augustus 2005, versie 2.0 DEFINITIEF
10/10
Wageningen, 24 augustus 2005
Voedsel en Warenautoriteit,
voor deze:
TrusQ,
Voor deze:
ir J. de Leeuw,
DGVWA, Directeur ABCTA
Directeur Agrifirm
Directeur Cehave landbouwbelang
Directeur de Heus Brokking Koudijs
Sondag
Directeur Hendrix UTD
Directeur Rijnvallei
Voedsel en Waren Autoriteit