Eneco
ENECO Energie verstevigt positie
Bedrijfsresultaat neemt toe met ruim 13% en stijgt tot 271 miljoen
Nettoresultaat stijgt van 146 miljoen naar 168 miljoen (+15%)
Relatieve positie consumentenmarkt versterkt
Voorbereidingen nieuwe energiecentrale gestart
Financiële resultaten eerste halfjaar 2005
De financiële resultaten laten wederom een gezonde groei zien. Het
bedrijfsresultaat steeg over de eerste helft van 2005 van 239 miljoen
naar 271 miljoen, een stijging van meer dan 13% in vergelijking met de
eerste helft van vorig jaar. Een hogere brutomarge energie en hogere
overige opbrengsten zijn hiervan de belangrijkste oorzaken. Het netto
resultaat kwam uit op 168 miljoen, een stijging van 22 miljoen ten
opzichte van het eerste halfjaar 2004.
IFRS
Met ingang van 1 januari 2005 past ENECO de International Financial
Reporting Standards (IFRS) toe. De vergelijkende cijfers over 2004
zijn hiervoor aangepast, met uitzondering van de effecten van
International Accounting Standards (IAS) 32 en 39. Het effect van de
toepassing van IFRS is dat het groepsvermogen per 1 januari 2005 476
miljoen hoger uitkomt dan is gerapporteerd in de jaarrekening 2004.
Naast een aantal kleinere effecten, is dit effect voornamelijk een
gevolg van de aanpassing van de waardering van de materiële vaste
activa. Op grond van nadere inzichten of ontwikkelingen kan het
definitieve effect nog wijzigen.
De adaptatie van IAS 32 en 39 heeft als gevolg dat met ingang van 2005
handelstransacties, die niet bestemd zijn voor levering, en financiële
instrumenten (bijv. swaps) worden verantwoord tegen marktwaarde vanaf
het moment van aangaan van de transactie. Onder NL GAAP werden deze
transacties verantwoord in de periode van afwikkeling en werden
ongerealiseerde resultaten tussentijds niet opgenomen. Het effect is
dat per 30 juni 2005 de netto positie in de balans gesplitst wordt
opgenomen onder de activa en passiva. Hierdoor zijn de financiële
vaste activa, alsmede de kortlopende vorderingen in totaal toegenomen
met ongeveer 440 miljoen, terwijl tegelijkertijd de langlopende en
kortlopende schulden zijn toegenomen met ongeveer 420 miljoen. Voor
financiële instrumenten die kwalificeren als cash flow hedges is per
30 juni 2005 een ongerealiseerde winst ten gunste van het eigen
vermogen gebracht van 15 miljoen.
CO2-emissierechten
Per 1 januari 2005 heeft Rijnmond Energie Centrale van de overheid
rechten verkregen voor de uitstoot van ongeveer 2 miljoen ton CO2. Het
economisch eigendom van deze rechten berust bij ENECO. De reële waarde
van de verkregen rechten bedraagt per 30 juni 2005 52 miljoen en is
opgenomen onder de immateriële vaste activa. De per 1 januari jl.
verkregen CO2-emissierechten hebben in 2005 noch tot opbrengsten noch
tot kosten geleid. De ongerealiseerde waardestijging van de rechten
van ongeveer 20 miljoen is ten gunste van het eigen vermogen gebracht.
Omzet en brutomarge
De liberalisering van de consumentenmarkt een jaar geleden is voor
ENECO goed verlopen. Het verlies van klanten per 30 juni 2005 was zeer
beperkt ten opzichte van de concurrentie. Daardoor heeft ENECO Energie
zijn positie in de consumentenmarkt ten opzichte van de grote
concurrenten relatief versterkt. Het afgezette volume elektriciteit in
dit segment lag in de eerste helft 2005 circa 3% onder het volume van
de vergelijkbare periode in 2004. Mede onder invloed van het weer
daalde ook de afzet van gas enigszins.
Per 1 januari 2005 zijn de elektriciteits- en gasprijzen echter sterk
gestegen. Door deze prijsstijgingen wist ENECO de lichte afname in de
volumes meer dan te compenseren, waardoor de omzet steeg.
De brutomarge energie steeg in het eerste halfjaar met 26 miljoen.
Deze stijging is voor een groot deel afkomstig uit de zakelijke markt.
De brutomarge in de consumentenmarkt daalde echter als gevolg van de
afschaffing van de gedeeltelijke vrijstelling van energiebelasting op
groene stroom.
Bedrijfskosten
De bedrijfskosten namen in het eerste halfjaar van 2005 toe met bijna
5%. Ongeveer de helft van deze stijging is veroorzaakt door
afschrijvingslasten op de overnamesom van het afnamecontract tussen
Nuon en de elektriciteitscentrale Rijnmond Energie. Dit contract is
per 1 januari 2005 geëffectueerd. Door extra activiteiten, nieuwe
projecten en meer uitbesteding van werkzaamheden zijn de overige
bedrijfskosten enigszins gestegen. De personeelskosten bleven gelijk
aan die in het eerste halfjaar van vorig jaar. Ten opzichte van eind
2004 daalde het personeelsaantal met 115 naar 4.663 (-2,4%).
Productiecapaciteit
Sinds 1 januari 2005 neemt ENECO de gehele elektriciteitsproductie af
van de Rijnmond Energie Centrale. Deze centrale heeft een capaciteit
van 800 MegaWatt en dekt 25% van ENECOs behoefte aan elektriciteit.
Met deze capaciteit beschikt ENECO over een meer flexibele
elektriciteitsproductie. Het afnamecontract droeg reeds positief bij
aan de winst in het eerste halfjaar 2005.
Onderzoek is gestart om de productiecapaciteit uit te breiden met een
soortgelijke centrale op de Maasvlakte of in de Eemshaven. Ook zijn er
vergevorderde plannen om een afnamecontract te sluiten voor de
elektriciteitsproductie van een 60-tal windmolens in de Noordzee (park
Q7). Dit offshore windpark zal in 2007 gereed zijn en een capaciteit
hebben van 120 MW (circa 125.000 huishoudens).
Credit rating
Als gevolg van het afsluiten van het 15-jarig afnamecontract met
Rijnmond Energie Centrale verlaagde het kredietbureau Standard & Poors
(S&P) op 13 juli 2005 de credit rating van A+/Credit Watch naar
A/Negative. De beweegreden voor S&P voor de verlaging naar A was dat
de voordelen van de toegang tot productiecapaciteit niet volledig
opwegen tegen de negatieve invloed op het financiële profiel van
ENECO. De negative outlook hangt samen met de onzekerheid rondom de
splitsingsdiscussie.
Liberalisering
Het is nu ruim een jaar geleden dat de energiemarkt volledig is
geliberaliseerd. ENECO kan tevreden terugzien op deze periode. Het
verloop in het aantal klanten bleef zeer beperkt. ENECO had haar
processen en systemen tijdig op orde om klantenswitches te verwerken.
Onderzoek van de toezichthouder DTe bevestigt dit: van de grotere
energiebedrijven kwam ENECO duidelijk als beste uit de bus.
Verdere optimalisering van de klantprocessen en systemen is gestart.
Dit jaar nog worden twee belangrijke klantsystemen geïntegreerd
waardoor de efficiëntie toeneemt en de klantenservice verder kan
verbeteren.
Storingen
De uitvalduur van de elektriciteitsnetten is een indicatie van de
kwaliteit van de dienstverlening. Vorig jaar was de gemiddelde
landelijke uitvalduur 24 minuten per klant, terwijl de uitvalduur 22,1
minuten bedroeg voor klanten aangesloten op de ENECO-netten. In de
eerste helft van 2005 ligt de uitvalduur binnen de ENECO-netten op
12,9 minuten, iets boven het eerste halfjaar 2004. Het aantal
storingsminuten ontwikkelde zich als volgt:
1^ehalfjaar 2005 1^ehalfjaar 2004
Geheel jaar 2004
Laagspanningsnet 2.9 1.9 3.6
Middenspanningsnet 9.4 10.1 18.4
Hoogspanningsnet 0.6 0.0 0.1
Totaal 12.9 12.0 22.1
Vooruitzichten
In het eerste halfjaar van 2005 is een stevige basis gelegd voor de
rest van het jaar. De eerder aangekondigde plannen ter verbetering van
de bedrijfsprocessen zijn in volle gang en zullen een positieve
invloed hebben op het financiële resultaat. In de komende twee jaren
zal dit leiden tot een aanzienlijke kostenbesparing en verlaging van
het geïnvesteerde vermogen. Voor geheel 2005 verwachten wij dat het
nettoresultaat, onvoorziene omstandigheden uitgesloten, het resultaat
van 2004 zal overtreffen.
Halfjaarbericht 2005 (webapplicatie)
Zie het origineel