Gemeente Pekela


Boeteverordening Wet Inburgering Nieuwkomers 2004

Deze verordening kunt u hier ook downloaden (Pdf-formaat)

Artikel 1 Begripsbepaling
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. wet: de Wet inburgering nieuwkomers (WIN) (Staatsblad 1998; 261); b. WWB: de Wet werk en bijstand
c. nieuwkomer een persoon als genoemd in artikel 1, aanhef en onder a van de wet;
d. bestuurlijke boete: de bestuurlijke boete bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de wet.
e. bijstandsnorm: de bijstandsnorm bedoeld in artikel 5, onderdeel c, van de WWB
f. maatregel: het verlagen van de bijstand of de langdurigheidstoeslag op grond van artikel 18, tweede lid, van de WWB g. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Pekela.

Artikel 2 Opdracht college
Het college van burgemeester en wethouders neemt bij toepassing van artikel 18, eerste lid, van de wet de bepalingen van dit besluit in acht, onverminderd artikel 18, tweede en vierde lid van de wet.

Artikel 3 Afstemming en dringende redenen

1. Bij het opleggen van een boete wordt deze verordening in acht genomen. De boete wordt opgelegd als de nieuwkomer naar oordeel van het college zich gedraagt in strijd met artikel 2, 4, vierde lid, 8, eerste volzin, 9, eerste lid, 10 derde lid of 12, eerste lid van de wet.

2. Als elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt wordt geen bestuurlijke boete opgelegd.

Artikel 4 Hoogte van de boete


1. De bestuurlijke boete bedraagt 20% van de bijstandsnorm voor een maand die voor de nieuwkomer geldt of zou gelden als hij belanghebbende in de zin van de WWB zou zijn.

2. Het percentage van de bestuurlijke boete wordt verdubbeld, indien de nieuwkomer zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een bestuurlijke boete is opgelegd, opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging,

Artikel 5 Samenloop van maatregel en bestuurlijke boete Indien de nieuwkomer bijstand ontvangt, blijft een bestuurlijke boete achterwege als voor dezelfde gedraging een maatregel, in de vorm van een verlaging van de bijstand, is opgelegd.

Artikel 6 Nadere regels
Het college is bevoegd om nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking 6 weken na publicatie in het Pekelder Streekblad

Artikel 8 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Boeteverordening Wet Inburgering Nieuwkomers 2004, gemeente Pekela.

Toelichting

Algemene toelichting
In de Wet inburgering nieuwkomers (WIN) is bepaald dat, indien de nieuwkomer niet voldoet aan de wettelijke inburgeringsverplichtingen, sanctionering plaatsvindt door het opleggen van een bestuurlijke boete (artikel 18 tot en met 20). De inburgeringsverplichtingen kunnen echter ook deel uitmaken van de aan de bijstandsuitkering verbonden verplichtingen. Indien niet voldaan wordt aan dergelijke aan de bijstandsuitkering verbonden verplichtingen, dan vindt afstemming plaats door een verlaging van de uitkering. Omdat bijstandsgerechtigde nieuwkomers daardoor dubbel kunnen worden gesanctioneerd (zowel een boete als een korting op de uitkering) is ter voorkoming daarvan in de Boeteverordening WIN een anticumulatiebepaling opgenomen (zie artikel
5).

Sanctionering bij het niet voldoen aan de inburgeringsverplichtingen vindt dus op twee verschillende manieren plaats. Om te voorkomen dat het op twee verschillende manieren sanctioneren van dezelfde wettelijke bepalingen leidt tot verschillende sancties was tot 1 januari 2004 in een Algemene Maatregel van Bestuur op grond van de WIN de hoogte van de boetes geregeld. De hoogte van de boetes sloten aan bij het Maatregelenbesluit Abw, IOAW, en IOAZ.

Op 1 januari 2004 is de Wet werk en bijstand (WWB) ingevoerd. Op grond van de WWB dient de gemeente het maatregelenbeleid bij het niet voldoen aan verplichtingen die aan de uitkering zijn verbonden te regelen in de afstemmingsverordening. Zodra deze afstemmingsverordening wordt ingevoerd vervalt het Maatregelenbesluit Abw, IOAW en IOAZ.
Vanwege het vervallen van dit Maatregelenbesluit dient de boete op grond van de WIN op een andere wijze te worden vastgelegd. In de Invoeringswet Wet werk en bijstand is dan ook een wijziging van de WIN geregeld. Deze wijziging houdt onder andere in dat regels over de hoogte van de WIN-boetes vastgelegd dienen te worden in een gemeentelijke verordening.

Artikelsgewijs toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen
In dit artikel wordt een aantal in de verordening gehanteerde begrippen verklaard.

Artikel 2 Opdracht college
In dit artikel wordt verwezen naar het artikel in de WIN dat voorschrijft dat het college van burgemeester en wethouders een bestuurlijke boete oplegt wanneer de nieuwkomer niet meewerkt aan het inburgeringsonderzoek, het educatief programma, maatschappelijke begeleiding en doorgeleiding naar een instantie die zorgdraagt voor verdere scholing of voor toegang tot de arbeidsmarkt, voor zover de nieuwkomer daarvoor in aanmerking komt.

Overigens wordt in artikel 17 van de WIN bepaald dat het college controleert of de nieuwkomer zich houdt aan de verplichtingen. Indien blijkt dat dit niet het geval is, zonder dat een grond voor ontheffing of vrijstelling aanwezig is of indien berichtgeving van een andere instantie hierover ontvangen is, stelt de gemeente een onderzoek in. Zij heeft een gesprek met de nieuwkomer, tracht hem te bewegen de verplichtingen na te komen en legt de nieuwkomer een termijn van orde op.
Indien de nieuwkomer de verplichtingen dan nog niet nakomt, wordt de nieuwkomer gehoord en wordt door het college een maatregel/boete overwogen op grond van artikel 18 van de WIN.
In dit artikel wordt overigens tevens bepaald dat de boete wordt afgestemd op de ernst van het feit, de omstandigheden van de nieuwkomer en de mate van verwijtbaarheid.

Artikel 3 Afstemming en dringende reden
Er wordt een boete opgelegd als de nieuwkomer zich gedraagt in strijd met de in de WIN opgenomen verplichtingen. De betreffende artikelen genoemd in het eerste lid geven de verplichtingen aan. In het tweede lid wordt aangegeven dat er van een bestuurlijke boete kan worden afgezien als het strijdige gedrag niet verwijtbaar is.

Artikel 4 Hoogte van de boete
Bij bepaling van de hoogte van de boete is aansluiting gezocht bij de afstemmingsverordening Wet werk en bijstand (onder artikel 10, volzin en lid 3 "Categorie 2"). Ten aanzien van de bijstandsnorm (voor een maand) waarvan de 20% wordt berekend, is ook de verordening Toeslagen en Verlagingen van toepassing. Er wordt bij de berekening van de hoogte van de boete uitgegaan van de feitelijk van toepassing zijnde bijstandsnorm. Van de standaardhoogte kan worden afgeweken door de boete af te stemmen op de ernst van het feit, de omstandigheden van de nieuwkomer en de mate van verwijtbaarheid.

Het tweede lid bepaalt dat de boete wordt verdubbeld wanneer sprake is van eenzelfde verwijtbare gedraging binnen 12 maanden na de eerste boeteoplegging.

Artikel 5 Samenloop van maatregel en bestuurlijke boete Het kan niet zo zijn dat de nieuwkomer voor hetzelfde strijdige gedrag twee keer wordt afgestemd. Dit artikel stelt dat de nieuwkomer met een uitkering wordt afgestemd volgens de afstemmingsverordening en niet volgens deze boete verordening Wet inburgering nieuwkomers.

Artikel 6 Nadere regels
Voor de juiste uitvoering van de verordening kan het noodzakelijk zijn dat nadere uitvoeringsregels worden vastgesteld. Dit artikel geeft het college de bevoegdheid om dergelijke regels vast te stellen.

Artikel 7 Inwerkingtreding
Deze verordening is op grond van artikel 8 van de Tijdelijke referendumwet referendabel. De datum van de inwerkingtreding van de verordening moet daarom, met in acht name van artikel 22 Tijdelijke referendumwet, op tenminste 6 weken na datum publicatie gesteld worden.

Artikel 8 Citeertitel
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.