College van Beroep voor het bedrijfsleven
Verplichte verzekering deelvissers
De Raad beantwoordt de vraag of ten aanzien van een vijftal
deelvissers terecht verplichte verzekering voor de ZW, WAO en de WW is
aangenomen bevestigend. Artikel 4, eerste lid, aanhef en onder f van
de wetten, waarin is bepaald dat mede als dienstbetrekking wordt
beschouwd de arbeidsverhouding van degene die als lid van de bemanning
van een vissersvaartuig aanspraak heeft op een aandeel in de
besomming, tenzij hij als zodanig tegen de geldelijke gevolgen van
arbeidsongeschiktheid verzekerd is bij het Sociaal Fonds voor de
Maatschapsvisserij of exploitant of mede-exploitant van het vaartuig
is, is niet in strijd met artikel 85 en volgende van het EG-Verdrag.
De Raad overweegt daartoe dat de bepaling voor een beperkte groep
personen een uitzondering op de reguliere sociale verzekering vormt,
doch verwant blijft aan die verzekering. Ook voor deze uitzondering
geldt dat daarmee een sociaal doel wordt nagestreefd en dat de
regeling uitgaat van het solidariteitsbeginsel. De regeling moet
geacht worden deel uit te maken van het sociale zekerheidsstelsel van
ons land. Voorts is de regeling van dien aard dat de vaststelling
daarvan niet is te beschouwen als een handeling die de totstandkoming
van met artikel 86 van het EG-Verdrag strijdige mededingingsregelingen
oplegt dan wel de werking ervan versterkt.
LJ Nummer
AT9805
Bron: Centrale Raad van Beroep
Datum actualiteit: 25 augustus 2005 Naar boven