Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA 's-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk
ARBO/M&A/2005/58986

Onderwerp Datum
Rapport `Vuurwerk meester' van de Inspectie 24 augustus 2005
Werk en Inkomen

Hierbij ontvangt u het rapport `Vuurwerk meester' van de Inspectie Werk en Inkomen (IWI).

IWI heeft onderzoek gedaan naar de verplichte certificatieregeling vakbekwaamheid profes-sioneel vuurwerk. Kiwa is voor de uitvoering van deze certificatieregeling door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangewezen. Het onderzoek van IWI bestond uit twee delen. Enerzijds is gekeken naar het functioneren van de certificerende instelling Kiwa, anderzijds is gekeken of aan het doel van de regeling, het beheersen van de arbeidsveiligheid en gezondheid, wordt voldaan.

De vuurwerkbranche is een branche die op dit moment volop in beweging is. Zo is er na de vaststelling van het rapport door IWI nog een vergadering geweest van het College van Deskundigen waarin onder andere Kiwa en de vuurwerkbranche zitting hebben. In deze bijeenkomst zijn, mede naar aanleiding van de resultaten van het IWI-onderzoek, veel onderwerpen besproken en in acties omgezet. In mijn reactie maak ik gebruik van deze recente ontwikkelingen.

IWI komt tot de conclusie dat Kiwa voldoet aan de gestelde eisen die het voor deze certi- ficatieregeling zijn opgelegd. Kiwa is voor de certificatieregeling vakbekwaamheid professioneel vuurwerk echter nog niet, overeenkomstig de eigen toezegging, door de Raad van Accreditatie geaccrediteerd. Kiwa heeft aangeven zich te laten accrediteren zodra enkele verbeteringen in haar processen zijn doorgevoerd. Bij de volgende jaarrapportage van Kiwa zal IWI nagaan of accreditatie is aangevraagd. Een deel van de verbeteringen is reeds ingezet, mede op basis van onderzoeken die de Arbeidsinspectie het afgelopen jaar heeft uitgevoerd. Het betreft onder andere verbeteringen op het terrein van kennis en vaardigheden van de professionele afstekers van vuurwerk en de kwaliteit van de opleidingen.

Op basis van het onderzoek naar het voldoen aan het doel van de regeling, het beheersen van de arbeidsveiligheid en gezondheid, heeft IWI een aantal risico's geschetst. IWI concludeert dat deze

2 ARBO/M&A/2005/58986

risico's tezamen mogelijk afbreuk kunnen doen aan de werking van het stelsel van verplichte certificatie van vuurwerkdeskundigen. Hieronder ga ik kort in op de door IWI geschetste risico's. Ten tijde van het IWI-onderzoek had Kiwa de aanwijzing in overweging. Belangrijke reden hiervoor is de verzadigde markt, het aantal nieuwe certificaataanvragen is zeer beperkt. IWI geeft terecht aan dat dit een risico is. In de reactie van Kiwa op het rapport van IWI, een bijlage van het rapport, staat vermeld dat Kiwa in de tweede helft van 2005 de balans zal opmaken met betrekking tot de toekomst van persoonscertificatie. Inmiddels heeft Kiwa aangegeven door te zullen gaan als aangewezen instelling voor het persoonscertificaat professioneel vuurwerk. IWI benoemt als risico dat de voorwaarden verbonden aan het certificaat onvoldoende effect hebben op de beheersing van risico's die aan het afsteken van vuurwerk zijn verbonden. Zoals eerder aangegeven, heeft Kiwa, mede naar aanleiding van onderzoek van de Arbeids-inspectie, reeds activiteiten ondernomen die moeten leiden tot de verbetering van de kennis en vaardigheden van de professionele vuurwerkafsteker. Ook wordt gewerkt aan de verbe-tering van de opleiding en examinering. Deze activiteiten leiden tot een betere beheersing van de risico's die zijn verbonden aan het afsteken van vuurwerk.
IWI concludeert dat het ontbreken van andere instrumenten dan intrekking of schorsing van certificaten belemmerend werkt voor de uitvoering door Kiwa in het stelsel. In het Kabinets- standpunt over accreditatie en certificatie is aangegeven dat gewerkt gaat worden aan een heldere verantwoordelijkheidsverdeling tussen de overheid en partijen die uitwerking geven aan de certificatieregelingen. Het instrumentarium van certificerende instellingen is hier onderdeel van. Een van de recente voorstellen van het College van Deskundigen is het verkorten van de geldigheidsduur van het certificaat van vijf naar drie jaar. Dat betekent dat elke drie jaar opnieuw de kennis en kunde moet worden getoetst. Het verkorten van de geldigheidsduur is een mogelijkheid om het door IWI geconstateerde risico te ondervangen, dat door het teruglopend aantal vuurwerkevenementen de kennis en kunde onvoldoende onderhouden zou kunnen worden. De IWI beschrijft tot slot het risico dat Kiwa mogelijk de regeling aanpast, bijvoorbeeld op basis van de stand van de techniek, zonder dat in de regelgeving naar deze nieuwe normen wordt verwezen. Wijzigingsvoorstellen van de certificatie-eisen komen tot stand in nauw overleg met het College van Deskundigen. Wijzigingen hebben pas rechtsgeldigheid als ook de verwijzing naar het nieuwe normendocument in de Arboregeling is aangepast. De aanpassing van een ministeriële regeling duurt doorgaans enkele weken. Hierdoor blijft de door IWI beschreven spanning tussen legitimiteit en wenselijkheid van de toegepaste normen tot een minimum beperkt.

Ik constateer dat inmiddels verschillende verbeteringen in gang zijn gezet en dat Kiwa op korte termijn, in samenwerking met het College van Deskundigen, verdere verbeteringen wil doorvoeren. Mede op basis van de conclusies van IWI over het goed functioneren van Kiwa, heb ik er alle vertrouwen in dat de eerder benoemde activiteiten naar behoren worden uitgevoerd.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(H.A.L. van Hoof)

3 ARBO/M&A/2005/58986

Bijlage: IWI-rapport `Vuurwerk meester'