Gemeente Utrecht
Beantwoording vragen over realisatie Muziekpaleis Vredenburg
2005 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
82 Vragen van mevrouw A. van Rooij
(ingekomen 2 augustus 2005)
Recent ontvingen wij enkele toelichtende stukken van het College over de stand van zaken betreffende het project Muziekpaleis / Muziekcentrum Vredenburg.
Ook zijn er afgelopen tijd diverse verontrustende berichten in de media geweest, waaronder het Utrechts Nieuwsblad, over de dreiging van ernstige vertragingen in de besluitvormingsprocedure betreffende het realiseren van het project Stationsgebied ten gevolge van de Europese milieunormen. Een belangrijk nieuw feit om de plannen weer eens goed onder de loupe te nemen. Maar tegelijkertijd kunnen we niet te lang wachten met het nemen van een besluit over het Muziekpaleis, gezien de relatie met Tivoli en het SJU
Dit leidt D66 fractie tot enkele verhelderende vragen, voorafgaand aan het debat in de commissie Stedelijke Ontwikkeling van 20 september a.s.
De fractie van D66 vindt dat er nog steeds veel onduidelijkheid bestaat over de deadlines en planning van het deelproject Muziekpaleis / Muziekcentrum Vredenburg. Zo stond de planning voor het afsluiten van de BOO (Bilaterale Ontwikkelings Overeenkomst) al in juni 2005 gepland, maar is het nog steeds niet gebeurd. De situatie voor SJU en Tivoli hangt in de grote mate af van de planning en realisatie van het deelproject Muziekpaleis / Muziekcentrum Vredenburg. Zo loopt de overeenkomst met de SJU tot 2007. Als er op dat moment de nieuwe locatie niet gereed is, heeft het veel gevolgen voor de SJU.
D66 fractie heeft ook nodige vraagtekens bij de naamgeving van het deelproject en het toekomstige gebouw. "Muziekcentrum Vredenburg" is al lange tijd een bestaand en wereldbekend fenomeen geworden: internationaal, nationaal en lokaal, voor musici, publiek, media en ook voor de Utrechtse bevolking. De term "Muziekpaleis" is onbekend en geeft wellicht een verkeerde kleur en uitdrukking van de muziekcentrum. De raad heeft ook nooit een onderbouwing voor deze keuze gekregen. De keuze voor het inruilen van "Muziekcentrum Vredenburg" voor "Muziekpaleis" lijkt de fractie van D66 een marketing-technisch en esthetisch misser.
Dit brengt de fractie van D66 tot de volgende vragen:
1. Is het College met D66 eens dat het realiseren van het Muziekpaleis / Muziekcentrum Vredenburg zo snel mogelijk moet gebeuren?
2. In hoeverre is de Bilaterale Ontwikkelings Overeenkomst (BOO) randvoorwaarde voor het realiseren van het Muziekpaleis / Muziekcentrum Vredenburg of kan het ook zonder?
3. Zo ja, is het College van plan om de BOO en het deelproject Muziekpaleis / Muziekcentrum Vredenburg los te koppelen?
4. Zo nee, wanneer kunnen we de BOO tegemoet zien en wat is de verdere planning?
5. Wat is de invloed van de milieuwetgeving op de realisatie van het Muziekpaleis / Muziekcentrum Vredenburg?
6. Wat gebeurt er met SJU en Tivoli bij verdere vertraging?
7. Volgens welke rechtsvorm wordt het Muziekpaleis / Muziekcentrum Vredenburg geëxploiteerd? Aangezien het nieuwe Muziekpaleis / Muziekcentrum Vredenburg minder exploitatiegeld ter beschikking krijgt, wanneer zal een uitgewerkte ondernemings- en samenwerkingsovereenkomst tussen SJU, Tivoli en Muziekcentrum Vredenburg komen?
8. Is er al overeenstemming bereikt tussen de partijen (MCV, Tivoli en SJU) om te fuseren? En is dit dan vastgelegd in een verbindende overeenkomst? En zo ja, wanneer krijgt de Raad deze overeenkomst in handen?
9. Is het College met de D66-fractie eens dat de keuze voor een eventuele naamwisseling van "Muziekcentrum Vredenburg" naar iets anders zoals "Muziekpaleis" wat meer overweging en onderbouwing nodig heeft? Zo ja, wanneer gaat dit plaats vinden en wordt dit aan de Raad voorgelegd?
Antwoorden van burgemeester en wethouders
(verzonden 23 augustus 2005)
1. Het ontwikkelen van een nieuw 'centrum voor muziek' maakt deel uit van de bilaterale ontwikkel- en projectovereenkomst met Hoog Catharijne BV inzake het deelgebied Vredenburg. Het college staat een ontwikkeling van het Stationsgebied voor ogen waarbij samenhang wordt bereikt tussen de verschillende initiatieven, afgestemd op de afspraken tussen de betrokken partijen. Binnen deze kaders zou het realiseren van een nieuw 'centrum voor muziek' zo snel als verantwoord is moeten plaatsvinden. In dit verband wijzen wij erop dat wij hierbij rekening houden met het gestelde in het amendement "Raamovereenkomst in balans" (nr. 2004/ A 54) waarin de raad uitspreekt dat men bij het besluit over de bilaterale Ontwikkelings- overeenkomst Vredenburg zicht wil hebben over de voortgang van het totale project Stationsgebied.
2. In het concept van de Bilaterale Ontwikkelings- en Projectovereenkomst deelgebied Vredenburg zijn afspraken opgenomen tussen de gemeente Utrecht enerzijds en Hoog Catharijne BV anderzijds over de overdracht van appartementsrechten en andere zakelijke rechten Muziekpaleis. Zonder deze afspraken is de bouw van een 'centrum voor muziek' niet mogelijk. De Bilaterale Ontwikkelings- en Projectovereenkomst Vredenburg is dus van cruciaal belang voor het ontwikkelen van een 'centrum voor muziek'.
3. Aansluitend op het antwoord onder 2 constateert het college dat dit niet mogelijk is.
4. De Ontwikkelings- en Projectovereenkomst deelgebied Vredenburg maakt deel uit van de besluitvorming over de voorstellen voor het totale Stationsgebied. Naar verwachting zullen wij op 6 september 2005 ons over deze voorstellen uitspreken, met het oog op een verdere besluitvorming in commissie en raad.
5. Door het college is op 17 mei 2005 besloten om de ontwikkeling van een bestemmingsplan voor het Stations gebied stop te zetten en over te gaan tot het voorbereiden en in procedure brengen van een structuurplan. Een van de consequenties van dit besluit is dat in het kader van de structuurplanprocedure een Strategische Milieubeoordeling (SMB) moet worden gedaan. Aan de voorbereiding van zo'n beoordeling wordt op dit moment gewerkt. De Gemeenteraad zal hierover separaat geïnformeerd worden.
6. In de huidige planning wordt gemikt op realisering van het Muziekpaleis in 2010.
Voor Tivoli geldt al jaren dat de huisvesting aan de Oudegracht verre van optimaal is. De voortduring van de podiumfunctie op die locatie staat op gespannen voet met de stedenbouwkundige visie voor het zuidelijke deel van de oude stad. Niet alleen zijn er problemen met betrekking tot geluidshinder, maar ook de stroom van bijna 200.000 bezoekers per jaar en de aan- en afvoer van apparatuur en rekwisieten voor de concerten vormen een belasting voor het gebied. De wens om Tivoli van de Oudegracht te verplaatsen was een belangrijke impuls voor de planvorming van het Muziekpaleis. Wanneer de realisering van het Muziekpaleis substantieel zou worden vertraagd, zal voor die periode aanvaard moeten worden dat Tivoli aan de Oudegracht naar behoren kan functioneren. Overigens is het nu al zo dat het laden en lossen grotendeels niet voor de deur kan plaatsvinden, maar moet worden opgelost door parkeren in het gebied Catharijnesingel en verder. Van daar af geschiedt de bezorging met behulp van steekkarren. De concurrentiepositie van Tivoli wordt hierdoor nu al bemoeilijkt en de perspectieven op de Oudegracht-locatie zijn ongunstig. Op termijn is Tivoli als muziekpodium aan de Oudegracht niet houdbaar. Wanneer realisering van het Muziekpaleis om procedurele redenen langer uitblijft, zal een tijdelijke oplossing moeten worden gevonden in huisvesting elders. Wanneer echter onverhoopt overeenstemming met partners in het gebied niet mogelijk zou blijken, dan zal bestuurlijk worden overwogen of separate ontwikkeling van het Muziekpaleis haalbaar is. Mocht uitstel van het muziekpaleis tot afstel leiden, dan zal afzonderlijk voor Tivoli een nieuwe plek gevonden moeten worden. De hiermee verbonden investering wordt geraamd op ca. E 25 mln. Deze schatting is gebaseerd op de ervaringcijfers van recent gebouwde podia in het land.
Voor de SJU eindigt de huurovereenkomst op de Varkenmarkt in 2007. De particuliere eigenaar van het pand wenst een andere invulling.
Met de realisering van het Muziekpaleis in 2010 in zicht is alleen te praten over een incidentele verlenging van de huur en is in het algemeen sprake van een overzichtelijke overbrugging. Aanzienlijke vertraging in de realisering van het Muziekpaleis zou de SJU zonder meer dakloos maken en de noodzaak van de realisering van noodzakelijke tijdelijke huisvesting zal aanzienlijke kosten met zich meebrengen, nog los van het feit dat de keus in locaties uiterst beperkt is. Bij afstel van het muziekpaleis zal een definitieve voorziening voor de SJU moeten worden getroffen. Aan de hand van kengetallen voor podia van deze omvang zal de investering ca. E 10 miljoen bedragen.
In het Voorlopig Ontwerp is aangetoond dat binnen de marge van E 29 mln onrendabel het Muziekpaleis kan worden gebouwd waarbij de hiervoor knelpunten worden vermeden en in feite sprake is van een aanzienlijk goedkopere oplossing.
7. Door de drie Muziekpaleispartners wordt thans onderzoek gedaan naar de voor- en nadelen van de diverse rechtsvormen; daarbij spelen o.a. subsidietechnische en fiscale aspecten een rol; de verwachting is dat de nieuwe organisatie of een stichting wordt of een B.V.-structuur met een stichting als aandeelhouder; de nadere uitwerking van het ondernemingsplan zal worden betrokken bij de kredietaanvraag na afronding van het DO; het is overigens niet zo dat de nieuwe onderneming minder exploitatiegeld krijgt; het toekomstige subsidie is de som van de (te indexeren) bijdragen die Vredenburg, SJU en Tivoli op dit moment ontvangen;
8. Partijen hebben overeenstemming bereikt over de voorgenomen samenwerking in het kader van het Muziekpaleis; voor te volgen procedure, verwijzen wij naar een brief aan uw commissie dd. 23/06/05; overigens is er geen sprake van een fusie, maar van de oprichting van één nieuwe onderneming door de drie samenwerkingspartners;
9. "het Muziekpaleis" is vooralsnog een werktitel; de naam voor het door de partijen te ontwikkelen concept en van het gebouw is in de eerste plaats een marketingtechnische keuze; bijgevolg ligt de verantwoordelijkheid voor de naam (of merk) primair bij de toekomstige exploitant; de definitieve keuze voor de naam zal naar verwachting in de komende maanden plaatsvinden; de Muziekpaleispartners hebben daarbij aangeven dat ze grote waarde hechten aan voldoende 'draagvlak' bij de diverse doelgroepen.
---- --