Time : 4:42:40 PM
Date : Wednesday, August 24, 2005
Sender Name: VLAAMS INSTITUUT VOOR DE ZEE (VLIZ)

Wat weten we over de zee?

Een onderzoek naar de kennis en informatienoden bij 1250 Vlaamse jongeren en senioren

Uit een zopas afgeronde studie van het Vlaams Instituut voor de Zee en de Arteveldehogeschool blijkt dat de kennis over de zee bij Vlaamse jongeren en senioren eerder belabberd is. Tom Hoeberigs kwam, in het kader van zijn opleiding sociaal werk aan de Arteveldehogeschool en uitgevoerd aan het Vlaams Instituut voor de Zee, tot die conclusie bij een bevraging van niet minder dan 1250 personen (734 laatstejaars ASO, 451 senioren en 44 zeewetenschappers).

Op 14 meerkeuzevragen over onze zee en kust, behaalden de ondervraagden een gemiddelde score van slechts 52%. Begrijpelijkerwijs scoren de zeewetenschappers het hoogst (78%), gevolgd door de leerlingen ASO (53%) en de senioren (49%). Over de leeftijdsgroepen heen doen kustbewoners (56%) het iets beter dan niet-kustbewoners (48%). Meer algemeen bleek er een relatie te bestaan tussen de relatie die men heeft met zee en kust, en het kennisniveau. In dalende volgorde bedroeg de score voor de zeekennistest voor wie werkt op zee 64%, voor wie werkt aan de kust 57%, voor wie woont aan de kust 56%, voor wie er niet woont of werkt maar minstens vijf dagen per jaar aan de kust vertoeft 49% en voor zij die geen echte relatie hebben met zee of kust 43%. Daarnaast bleek het kennisniveau ook gestuurd door de gevolgde opleiding; hoe hoger de opleiding, hoe beter de score: universiteit (58%), hoger onderwijs (56%), secundair onderwijs (52%) en lager onderwijs (42%). Moeilijk te verklaren is waarom mannen (56%) beter scoren dan vrouwen (50%). Zowel bij de jongeren (55 versus 51%) als bij de senioren (53 vs. 47%) bleken ze een stapje voor te hebben.

Tevens werd gepolst naar wat men graag zou willen weten over de zee en kust.
Opvallend hierbij was dat vooral thema's die direct of indirect verband houden met de bedreiging van het eigen welzijn of dat van de dieren en planten in zee (bv. zeeverontreiniging, invloed van klimaatswijziging, kwaliteit Noordzeewater en -vis, Tricolorramp, kustverdediging, gevarenzones op strand,...) en nieuwe evoluties, zoals het verschijnen van windmolens op zee, heel wat aandacht wegdragen. Ook verwacht men geïnformeerd te worden over het gevoerde beleid, de besteding van financiële middelen hierbij en de geplande beschermingsmaatregelen.

Als conclusie kan gesteld worden dat - zeker in verhouding tot het enorme belang van zeeën en oceanen voor het aardse leven en functioneren - er nog te weinig kennis bestaat bij de modale burger over dit onderwerp. Het lijkt erop dat wat zich afspeelt op zee meer aandacht binnen de onderwijsprogramma's verdient dan wat vandaag het geval is, en minder aan de willekeur van de school zelf mag worden overgelaten.

Perscontact:
Jan Seys, Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ)
Tel: 059/34 21 30; 0478/37 64 13
E-mail: jan.seys@vliz.be

Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) vzw
Flanders Marine Institute
Wandelaarkaai 7
8400 Oostende, Belgium
Tel: +32-(0)59-34 21 30 - Fax: +32-(0)59-34 21 31
e-mail: info@vliz.be
website: http://www.vliz.be/