Productschap Margarine


24.08.2005

Nieuwe Destructiewet vervangt Uitvoeringsregeling 1774

In Staatsblad 407 is onlangs gepubliceerd het Besluit van 29 juni 2005, houdende regels inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten (Destructiebesluit) . Hierin is het leeuwendeel opgenomen van de uitvoeringsregeling waarmee de Dierlijke Bijproductenverordening (EG) Nr. 1774/2002 in Nederland is geïmplementeerd en die op 7 september a.s. komt te vervallen.

In 2003 is op grond van art. 23 van de Destructiewet een ministeriële spoedvoorziening getroffen, nl. de Uitvoeringsregeling E.G. - verordening gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten. Deze is op 7 september 2003 in werking getreden en diende binnen uiterlijk twee jaar te worden vervangen door een algemene maatregel van bestuur. Dit nieuwe Destructiebesluit, dat op 7 september a.s. in werking treedt, vervangt daarom genoemde uitvoeringsregeling. Tegelijkertijd worden bepalingen van de Destructiewet (die waarmee de oude Destructierichtlijn nr. 90/667/EEG in de Nederlandse wet werd geïmplementeerd) buiten toepassing verklaard en wordt het Destructiebesluit 1996 ingetrokken.

In beginsel is de Uitvoeringsregeling een op een overgenomen in het nieuwe Destructiebesluit. Alleen de voorschriften over de wijze waarop eigenaar of houder van dierlijke bijproducten het materiaal dient te bewaren en aan te geven aan de verwerker, zullen nog in een aparte ministeriële regeling worden opgenomen. Ook de nog nuttige bepalingen van het oude Destructiebesluit zijn in de nieuwe variant meegenomen (art. 30 t/m 35). Aangezien een en ander ertoe leidt dat de Destructiewet een dode letter wordt, valt nog dit jaar een wetsvoorstel ter herziening van de Destructiewet te verwachten.

In het Destructiebesluit wordt onder meer de strafbaarstelling geregeld van opzettelijke overtreding van de voorschriften. Het wordt als een economisch misdrijf gezien dat bestraft kan worden met maximaal zes jaar gevangenisstraf of ene boete van 45.000 euro. Onopzettelijke overtreding van de voorschriften kan leiden tot een gevangenisstraf van ten hoogste 1 jaar of een boete van maximaal 11.250 euro.

Als toezichthoudende instanties zijn VWA(/RVV) en AID aangewezen. De controles bestrijken het verzamelen, vervoeren, opslaan, hanteren, verwerken en gebruiken of verwijderen van dierlijke bijproducten. Ook inrichting en administratie worden gecontroleerd.