Contactpersoon
-
Datum
24 augustus 2005
Ons kenmerk
DGP/SPO/U.05.02069
Doorkiesnummer
-
Bijlage(n)
-
Uw kenmerk
2040517300
Onderwerp
Kamervragen
Geachte voorzitter,
Hierbij ontvangt u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Duyvendak
over het geplande afsluiten van de overweg Neerveldweg te Echt-Susteren.
1. Bent u op de hoogte van de antwoordbrief van het college van
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Echt-Susteren van 9 juni 2005,
op vragen van de lokale GroenLinks-fractie over het sluiten van de
recreatief aantrekkelijke overgang in de Neerveldweg?
1. Een afschrift van deze brief werd mij tijdens het Algemeen Overleg op
28 juni 2005 door de heer Duyvendak aangereikt.
2. Bent u ervan op de hoogte dat de bewuste overweg nu reeds is
afgesloten voor gemotoriseerd verkeer, is beveiligd met een AKI en geen
ongevalgeschiedenis heeft ?
2. Ja, in overleg tussen ProRail en de gemeente Echt-Susteren is
bebording geplaatst die gemotoriseerd verkeer over de overweg verbiedt.
De overweg is beveiligd met een AKI- installatie.
Er zijn ter plaatse de afgelopen vijf jaar geen ongevallen bekend met
persoonlijk letsel of met dodelijke afloop. Wel is een aantal bijna
ongelukken bekend, aanrijdingen tegen de installatie en schrikhekken en
is er sprake van één zelfdoding.
3. Bent u ervan op de hoogte dat B&W van Echt-Susteren schrijven dat uit
overleg met ProRail is gebleken dat ProRail het noodzakelijk vindt de
overweg Neerveldweg te sluiten omdat:
"het beleid blijft gericht
op het verminderen van het aantal overwegen";
"ProRail blijft bij haar standpunt dat de AHOB niet leidt tot de gewenste
verhoging van de spoorwegveiligheid"?
3. Ik verwijs naar mijn antwoord op vraag 1. In mijn antwoord op vraag 10
ga ik verder in op deze brief.
4. Bent u ervan op de hoogte dat ProRail in een mail van 10 maart 2005
aan de gemeente Echt-Susteren als argumentatie voor sluiting van de
(ongevalsvrije!) overgang Neerveldweg het relatief grote aantal
ongelukken aanvoert op 12 overgangen tezamen?
4. Naar ik heb begrepen heeft ProRail inderdaad als één van de argumenten
de gemeente gewezen op het forse aantal potentiële gevaarpunten
(overwegen) binnen de gemeente op dit boven gemiddeld risicovolle
baanvak. ProRail heeft echter ook gewezen op de reeds gemaakte afspraken
(objectovereenkomst, onttrekkingsbesluit, reeds verrichte
voorbereidingskosten, bestaan van redelijke alternatieven etc.)
Ik heb in mijn brief aan de Tweede Kamer van 15 maart 2005 over de
uitvoering van het overwegenbeleid (TK 2004-2005, 29893, nr. 4) reeds
aangegeven dat de focus van het overwegenbeleid ook wordt gekenmerkt door
een integrale gebiedsgerichte benadering. Dit leidt ertoe dat per
wegbeheerder en/of per corridor de overwegsituaties worden geanalyseerd.
De spoorwegveiligheid, de verkeersveiligheid en de onderlinge samenhang
van meerdere overwegen in een gebied of corridor worden integraal
beschouwd.
Het aantal ongevallen (met dodelijke afloop) vormt niet de enige maatstaf
voor de veiligheid van een individuele overweg. Dit gezien de relatief
lage frequentie van dodelijke ongevallen op overwegen met circa 28
slachtoffers per jaar in heel Nederland op ruim 2700 overwegen (gemiddeld
dus 1 slachtoffer per honderd jaar per overweg). Het risiconiveau per
overweg wordt mede bepaald door de uitvoering van de overweg, lokale
omstandigheden, gebruik van de weg en de spoorweg (treinfrequentie en
importantie van het baanvak). Dit complex aan factoren wordt door ProRail
en de gemeente meegewogen in de beoordeling van de veiligheid van een
overweg.
5. Herinnert u zich uw uitspraken tijdens het plenaire debat over
spoorwegovergangbeleid op 28 april 2005:
"Ik heb al gezegd dat wij voor iedere specifieke situatie maatwerk
leveren"
"Als er in een bepaalde situatie sprake is van een overdreven
veiligheidsbeleid, stellen wij dat met maatwerk tot normale proporties
bij."
"Wanneer een AKI wordt omgebouwd tot AHOB, is deze overweg met een factor
tien veiliger."?
5. Ja. Ik heb deze uitspraken echter gedaan ruim 4,5 jaar nadat in de
onderhavige kwestie het onttrekkingbesluit door de gemeente was genomen
(24 oktober 2000).
6. Deelt u het standpunt dat er ter zake de overgang Neerveldweg bij
ProRail sprake is van "maatwerk" noch "proportionaliteit"? Zo neen,
waarom niet?
6. Zoals ik reeds heb aangegeven heeft de besluitvorming over de overweg
Neerveldweg grotendeels plaatsgevonden onder de vigeur van het "oude"
overwegenbeleid dat stringenter was. De uitgangspunten van dat beleid
zijn bepalend geweest voor de gemaakte keuzes. Ik breng in herinnering
dat dit overwegenbeleid destijds op verzoek van de Kamer tot stand is
gekomen. Hiermee werd uitvoering gegeven aan de motie Van Gijzel uit 1997
(25600, nr. 10) waarin werd gevraagd om een meerjaren-saneringsprogramma
voor gelijkvloerse overwegen.
In overleg tussen de gemeente en ProRail zijn tal van alternatieven in
een gezamenlijke projectorganisatie ontwikkeld. Uiteindelijk zijn
ongelijkvloerse oplossingen op of nabij de overweg Neerveldweg binnen de
gemeenteraad niet mogelijk gebleken als gevolg van niet optimale
inpassing, mate van aantasting van de natuur, werken binnen
waterwingebied etc. ProRail heeft vanuit haar deelbelang wel steeds
aangegeven dat de voorkeur werd gegeven aan een oplossing waarbij de
overweg zou kunnen worden opgeheven. Dit was op het moment dat de
afspraken met de gemeente zijn gemaakt volledig in lijn met het vigerende
beleid voor overwegen. Het besluit tot onttrekking door de gemeente (24
oktober 2000) is genomen ruim voor het moment waarop de nuancering van
het overwegbeleid van kracht werd.
De gemeente heeft vervolgens zelf voor het alternatief gekozen van een
nieuwe parallelweg en omleiding via de Ahob- overweg op de
Stationsstraat. Door dit langdurige traject heeft ProRail nog geen
uitvoering kunnen geven aan de aanpassing als gevolg van het besluit van
24 oktober 2000. ProRail heeft zich maximaal ingezet om dit traject te
faciliteren, maar dit heeft nog niet geleid tot het ten uitvoer kunnen
brengen van het besluit.
7. Op welke veiligheidsanalyse baseert ProRail de stellingname dat een
AHOB in de overgang Neerveldweg niet tot voldoende verhoging van de
spoorwegveiligheid leidt?
7. In het kader van het opstellen van het Beleidskader en het Programma
Verbetering Veiligheid Overwegen (PVVO) in 2002 zijn risico-inschattingen
van AHOB en AKI overwegen opgesteld.
Lokale situaties, zoals in Susteren (doorgaande route voor schooljeugd,
bosrijke omgeving, bocht in het spoor etc.) dienen altijd in de
planvorming te worden meegenomen. Op basis van de gezamenlijk (gemeente
en ProRail) overeengekomen en vastgelegde plannen (het realiseren van een
langzaam verkeer tunnel) is in 2000 geconcludeerd dat het handhaven en
ombouwen tot AHOB op deze locatie niet tot voldoende (haalbare en
noodzakelijke) veiligheid zou leiden. Deze, ook door de gemeente
onderschreven constatering is het vertrekpunt geweest voor de huidige
plannen.
8. Kunt u uitsluiten dat het vermijden van onderhoudskosten de
belangrijkste reden is voor ProRail om deze overweg te willen sluiten? Zo
ja, waarop baseert u dat? Zo neen, waarom niet?
8. Door ProRail is nimmer in woord of in geschrift bij de gemeente Echt-
Susteren het argument geuit van besparing van onderhoudskosten door het
saneren van overwegen.
Het hele Programma Verbeteren Veiligheid op Overwegen is gebaseerd op
veiligheid, en niet op onderhoudskosten.
9. Bent u bereid alles in het werk te stellen om te zorgen dat de
overgang Neerveldweg geopend blijft - al dan niet na ombouw tot AHOB -,
zodat recht wordt gedaan aan het principe van maatwerk en
proportionaliteit? Zo neen, waarom niet?
9. Ik heb reeds gewezen op het feit dat de principes van maatwerk en
proportionaliteit nog niet van kracht waren op het moment dat de gemeente
Echt-Susteren op
24 oktober 2000 besloot tot het opheffen van de AKI-overweg Neerveldweg.
Naar ik heb begrepen is in de gemeenteraad van Echt-Susteren op 30 juni
2005 de volgende motie aangenomen:
"Neerveldsweg: college wordt opgedragen om een uiterste inspanning te
verrichten om in samenwerking met andere partijen, waaronder hogere
overheden, ProRail te overreden om de sluiting van de spoorwegovergang
Neerveldsweg op te schorten tot de tunnel onder de spoorweg ter hoogte
van de Vloedgraaf gereed is."
Ik zal in deze specifieke situatie ProRail de opdracht geven om nog eens
opnieuw met de gemeente in overleg te treden, de ontstane situatie te
beoordelen en te bezien of er in het licht van nieuwe ontwikkelingen (een
mogelijke ongelijkvloerse kruising op termijn bij de Vloedgraaf)
eventuele nieuwe oplossingen kunnen worden gevonden. Ik zal bevorderen
dat dit overleg op korte termijn wordt gestart.
10. Deelt u het standpunt dat ProRail de gemeente pertinent onjuist
heeft geïnformeerd door - blijkens de brief van B&W - te stellen dat:
over het spoorveiligheidsbeleid "in de Tweede Kamer vragen zijn gesteld
door de oppositie tot wijziging van dit beleid hetgeen niet op een
kamermeerderheid heeft kunnen rekenen"
de enige beleidswijziging eruit bestaat dat het ministerie "zowel de
spoorveiligheid als de verkeersveiligheid in de afweging meeneemt" en dan
ook nog slechts waar het gaat om "grote projecten"
onder meer omdat er wel degelijk een kameruitspraak is gedaan die veel
verder gaat dan het meenemen van verkeersveiligheid bij grote projecten?
Zo neen, waarom niet? Zo ja, bent u bereid ProRail ter verantwoording te
roepen voor deze verkeerde informatievoorziening?
10. Nee, ik deel uw standpunt niet dat ProRail de gemeente pertinent
onjuist zou hebben geïnformeerd. De gemeentelijke brief is niet binnen de
gezamenlijke projectorganisatie aan de orde geweest, hetgeen door ProRail
wordt betreurd. ProRail heeft mij verzekerd dat zij niet zijn gekend bij
het opstellen van de brief en dat indien dat wel zou zijn gebeurd, deze
passages vermoedelijk niet in de brief zouden zijn opgenomen, maar juist
in overeenstemming zouden zijn gebracht met het huidige en
geactualiseerde overwegenbeleid, en de werkelijke gang van zaken in de
Tweede Kamer.
11. Bent u bereid gemeenten goed te informeren over het
spoorwegoverwegbeleid om de foutieve informatieverstrekking van ProRail
zoals die in Echt-Susteren heeft plaatsgevonden, structureel recht te
zetten? Zo neen, waarom niet?
11. Ja. In de tweede kadernota Veiligheid op de rails (TK 2004-2005,
29893, nrs. 1 en 2) heb ik reeds als één van de aktiepunten op het gebied
van het overwegenbeleid genoemd: het bevorderen van de betrokkenheid van
regionale wegbeheerders bij het rijksbeleid. Dit vergt een actief
communicatiebeleid. De betrokken wegbeheerders moeten in een vroeg
stadium op de hoogte zijn van de doelen, de grenzen en de
aanpassingsmogelijkheden van het veiligheidsbeleid. ProRail draagt dit
beleid in de contacten met gemeenten en/of provincies uit. Ik zal op de
communicatie over het geactualiseerde overwegenbeleid dit najaar
terugkomen naar aanleiding van de uitwerking van de motie Hofstra c.s.
(TK 29983, nr. 6).
Ik wil hier overigens nog eens benadrukken dat saneringsvoorstellen nooit
eenzijdig door ProRail kunnen worden opgelegd aan wegbeheerders maar
altijd het resultaat zijn van overleg en instemming van de betrokken
wegbeheerder wat in het onderhavige geval ook daadwerkelijk is geschied.
De wegbeheerder is verantwoordelijk voor het vertegenwoordigen van de
(lokale) belangen van het wegverkeer en de omwonenden. In de onderhavige
kwestie was en is dit de taak van de gemeente Echt-Susteren.
12. Bent u bereid deze vragen vóór 30 juni te beantwoorden,
aangezien de gemeenteraad van Echt-Susteren dan vergadert over de
voorgenomen sluiting?
12. Ik heb reeds te kennen gegeven dat ik meer tijd nodig had om
informatie in te winnen en om uitstel van de beantwoording gevraagd.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Karla Peijs
-----------------------
Brief van 9 juni 2005, kenmerk ROEZ
Er heeft al 20 jaar geen ongeluk plaatsgevonden en ook daarvoor niet of
nauwelijks
Reactie van ProRail-projectmanager Van Betuw op de stukken die ter
inzage liggen over de overweg Neerveldweg aan de gemeente Echt-Susteren
Ministerie van Verkeer en Waterstaat