Algemeen ambtsbericht China
juni 2005
Redacteur(en):
Directie Personenverkeer, Migratie en Vreemdelingenzaken
Afdeling Asiel- en Migratiezaken
Den Haag
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
1 INLEIDING
In dit algemeen ambtsbericht wordt de huidige situatie in China beschreven, voor
zover deze van belang is voor de beoordeling van asielverzoeken van personen die
afkomstig zijn uit China en voor besluitvorming over de terugkeer van afgewezen
Chinese asielzoekers. Dit ambtsbericht is een actualisering van eerdere
ambtsberichten over de situatie in China (laatstelijk april 2004). Het algemeen
ambtsbericht beslaat de periode van april 2004 tot en met mei 2005.
Dit algemeen ambtsbericht is deels gebaseerd op informatie van openbare
bronnen. Bij de opstelling is gebruik gemaakt van informatie van verschillende
organisaties van de Verenigde Naties, niet-gouvernementele organisaties,
vakliteratuur en berichtgeving in de media. Bovendien liggen bevindingen ter
plaatse en vertrouwelijke rapportages van de Nederlandse vertegenwoordigingen
in China en in EU-lidstaten aan dit algemeen ambtsbericht ten grondslag.
In het algemeen ambtsbericht wordt veelvuldig verwezen naar geraadpleegde
openbare bronnen. Een overzicht van de geraadpleegde openbare bronnen is
opgenomen in de literatuurlijst. Overigens zijn de tekstpassages waarbij wordt
verwezen naar openbare bronnen, in veel gevallen ook gebaseerd op informatie die
op vertrouwelijke basis is ingewonnen.
In hoofdstuk twee wordt ingegaan op recente ontwikkelingen op politiek,
veiligheids- en sociaal-economisch gebied. Deze beschrijving wordt voorafgegaan
door een overzicht van de recente geschiedenis van China. Ook is een korte
passage over de geografie en de bevolking van China opgenomen.
In hoofdstuk drie wordt de mensenrechtensituatie in China geschetst. Na een
beschrijving van wettelijke garanties en internationale verdragen waarbij China
partij is, komen de mogelijkheden van toezicht aan de orde. Daarna volgt de
beschrijving van de naleving dan wel schending van enkele klassieke
mensenrechten. Ten slotte wordt de positie van specifieke groepen belicht.
In hoofdstuk vier komen oorzaken van migratiestromen en de mogelijkheden voor
(her)vestiging in China aan de orde. Tevens zal worden ingegaan op het beleid van
een aantal andere Europese landen inzake asielzoekers uit China en activiteiten
van internationale organisaties, waaronder de positie van UNHCR, aan de orde.
Een algehele samenvatting volgt in hoofdstuk vijf.
4
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
2 LANDENINFORMATIE
2.1 Basisgegevens
2.1.1 Land en volk
Het aantal inwoners van China bedraagt ongeveer 1,3 miljard mensen. De Han-
Chinezen vormen 92% van de totale bevolking. China kent daarnaast 55 officieel
erkende etnische minderheidsgroepen.1 De grootste minderheid wordt gevormd door
de Zhuang (16 miljoen, wonen vooral in Guangxi). Andere minderheden zijn de
Manchu (10 miljoen), Hui (9 miljoen, moslims, wonen vooral in Ningxia), Miao (8
miljoen), Oeigoeren (7 miljoen, moslims, vormen de grootste bevolkingsgroep in de
regio Xinjiang), Yi (7 miljoen), Tibetanen (5 miljoen, boeddhisten, Tibet), Mon-
golen (5 miljoen, Binnen-Mongolië), Buyi (3 miljoen) en Koreanen (2 miljoen).2 De
Hakka (40 miljoen), die onder andere een eigen taal hebben, zijn niet officieel
erkend als minderheid maar worden gerekend tot de Han-bevolking. In de hukou
(huishoudregistratie) van iedere inwoner van China staat aangegeven tot welke
bevolkingsgroep hij of zij behoort. Tijdens de Culturele Revolutie (1966-1976)
werden de talen, religies en culturen van minderheden beschouwd als achterlijk en
onderdeel van de `vier ouden' (oud denken, oude cultuur, oude moraliteit en oude
gewoonten) die moesten worden afgeschaft. Minderheden werden in die tijd
gedwongen te assimileren met de Han-bevolking.
In 1978 kwam er verandering in de situatie van de minderheden. De `vier ouden'
werden vervangen door de `vier moderniseringen' en minderheden kregen een
voorkeursbehandeling om hen te helpen zich sneller te ontwikkelen. Zo mochten
minderheden meer kinderen hebben dan Han-Chinezen, werd onderwijs op
scholen in hun eigen taal gegeven en waren de toelatingseisen lager dan die voor
Han-scholen. Er kwamen quota voor politieke vertegenwoordigers van
minderheden in het Nationaal Volkscongres (National People's Congress, NPC,
het parlement) en er werden maatregelen getroffen om gebieden waar veel
minderheden wonen sneller te ontwikkelen. Het nieuwe beleid van de overheid
leidde ertoe dat minderheden in aantal gegroeid zijn. China heeft in de jaren
tachtig een nieuwe wet aangenomen waarin het mogelijk werd voor kinderen van
gemengd Han-minderheidsbloed, zelf hun etnische identiteit te kiezen.
Taal
De dominante taal in China is het Putonghua (standaard-Chinees, Noord-Chinees,
Mandarijn). Daarnaast komen nog 53 minderheidstalen en vele dialecten voor.
1 In de tijd van Mao Zedong (1949-1976) konden minderheden een officiële status aanvragen. Ongeveer 400
groepen hebben een aanvraag ingediend, maar daarvan zijn slechts 55 groepen officieel erkend.
2 `Background Note: China', US Department of State, maart 2005.
---
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Het Kantonees wordt gesproken in Guangdong, Hongkong, en delen van zuidelijk
Guangxi. In de provincie Zhejiang wordt het Wu gesproken, in Fujian het Min en
Hokkien. Het Chinese schrift wordt gebruikt in heel China. De schriftelijke
communicatie tussen sprekers van verschillende Chinese talen en dialecten verloopt
daardoor probleemloos. De standaardtranscriptie op het vaste land van China van het
Chinese schrift in het Romeinse schrift heet pinyin.
Chinese kalender3
Voor het vaststellen van de data van de traditionele festivals (Chinees Nieuwjaar,
mid-herfst festival, etc.) wordt de Chinese kalender (ook wel maankalender of
boerenkalender genoemd) gebruikt. Voor alle officiële documenten
(identiteitskaart, hukou, paspoort) en historische feestdagen (de Nationale Dag op
1 oktober, 1 mei viering, etc.) wordt in China door de overheid de Gregoriaanse
(westerse) kalender gebruikt.
De Chinese kalender is een combinatie van zon- en maankalender die erop gericht
is om de jaren samen te laten vallen analoog aan het tropische jaar en de maanden
met de synodische maanden. Een gewoon jaar heeft 12 maanden en een
schrikkeljaar (eens in de vier jaar) heeft 13 maanden. Een gewoon jaar heeft 353,
354 of 355 dagen, een schrikkeljaar heeft 383, 384 of 385 dagen. De Chinese
kalender kent cycli van 60 jaar. De eerste 60 jarencyclus startte in 2637 voor Chr.
De westerse kalender werd in 1582 door de Jezuïeten geïntroduceerd in China
maar pas na 1912 raakte het gebruik van de westerse kalender in zwang. Op het
platteland wordt vaak nog gerekend volgens de Chinese kalender. In de steden
gebruikt de bevolking doorgaans de Gregoriaanse kalender.
2.1.2 Geschiedenis4
Op 1 oktober 1949 riep Mao Zedong in Peking de `Volksrepubliek China' uit. De
regeerperiode van Mao werd gekenmerkt door sociale en economische
experimenten van ongekende schaal die miljoenen slachtoffers maakten. De
`Grote Sprong Voorwaarts' van 1958 was een experiment bedoeld om het land in
korte tijd op een zelfde ontwikkelingsniveau te brengen als het westen. De
Culturele Revolutie (1966-1976) was een nieuw experiment, waarmee Mao
probeerde om zijn getaande machtspositie te herstellen. Mao riep daarbij de jeugd
op tot zuivering van het `corrupte en bourgeois' partijkader. Rode Gardes
bestaande uit fanatieke jongeren trokken massaal met Mao's `rode boekje' in de
hand het land in om de volwassenen op te voeden in de ware communistische leer.
3 The Chinese Calendar, http://webexhibits.org/calendars/calendar-chinese.html, geraadpleegd op 20 mei 2005.
4 Zie het algemeen ambtsbericht China van 28 augustus 2000 voor een beschrijving van de oude geschiedenis
(van de dynastieën tot aan het begin van de regeerperiode van Mao).
---
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Omdat de Culturele Revolutie dreigde te ontaarden in een burgeroorlog, kwam het
leger in 1968 tussenbeide. Deze periode eindigde met de dood van Mao op 9 sep-
tember 1976 en de arrestatie op 6 oktober 1976 van de zogenaamde `Bende van
Vier'.5
De nieuwe politieke leider Deng Xiaoping gaf de aanzet tot hervormingen in de
richting van privé-bedrijfsvoering en marktwerking in de economie. Daarmee
begon voor China een periode van economische groei en een begin van politieke
liberalisering. Er kwam meer tolerantie op cultureel gebied. Een roep om grotere
politieke vrijheden leidde tot studentendemonstraties. De studentenopstand in april
1989 rond het Plein van de Hemelse Vrede (Tiananmenplein) in Peking was voor
de regering aanleiding in te grijpen en in de nacht van 3 juni op 4 juni 1989 de
demonstraties bloedig neer te slaan. De schattingen over het aantal dodelijke
slachtoffers liggen rond de 500. In november 1989 gaf Deng Xiaoping zijn laatste
officiële functie op, maar hij behield zijn politieke invloed.
Jiang Zemin werd in 1993 staatshoofd, nadat hij al in 1989 tot algemeen
partijsecretaris van de Chinese Communistische Partij (CCP) was benoemd. Onder
zijn leiding is het door Deng ingezette beleid van geleidelijke liberalisatie van het
economische stelsel voortgezet. Aantrekken van buitenlandse investeringen en
behoud van sociale stabiliteit hadden daarbij prioriteit.
Als onderdeel van zijn campagne om de geschiedenis in te gaan als één van
China's grote leiders introduceerde Jiang een nieuw gedachtegoed in de partij, de
zogeheten `san ge daibiao', de drie vertegenwoordigingen.6 In deze ideologie
wordt gesteld dat de CCP de meest moderne productieve krachten, de meest
ontwikkelde cultuur en de fundamentele belangen van de gehele bevolking moet
vertegenwoordigen. Op basis van deze ideologie werd besloten dat ook
ondernemers tot de CCP toegelaten konden worden. De doctrine van de drie
vertegenwoordigingen wordt algemeen gezien als strategie om de legitimiteit van
de partij bij het Chinese volk uit te breiden. Vroeger konden slechts boeren en
arbeiders partijlid worden.
Tegelijkertijd wordt niet geduld dat de machtspositie van de CCP aangetast wordt.
Periodes waarin iets meer politieke vrijheid lijkt te worden toegestaan, worden afge-
wisseld door periodes van repressie, vooral wanneer politieke ontwikkelingen de
leidende positie van de CCP in gevaar dreigen te brengen.
5 Zo genoemd naar het viermanschap van Mao's weduwe Jiang Qing en haar medestanders Zhang Chunqiao,
Yao Wenyuan en Wang Hongwen, die tijdens de Culturele Revolutie een grote macht uitoefenden. Na de
dood van Mao werd vermoed dat Jiang Qing de macht naar zich wilde toetrekken. De `Bende van Vier' werd
daarom op 6 oktober 1976 gearresteerd.
6 De ideologie van Jiang Zemin werd in maart 2004 door het Nationaal Volkscongres opgenomen in de
grondwet.
---
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
In het handhaven van het primaat van de CCP zien de Chinese leiders een garantie
dat het land zich geleidelijk kan ontwikkelen en dat economische excessen ten
gevolge van ongecontroleerde liberalisatie kunnen worden vermeden. De Chinese
regering is daarom erg gevoelig voor (grote) georganiseerde, onafhankelijke
groeperingen die, ongeacht hun aard, het gezag van de communistische partij aan
zouden kunnen tasten. Het kan hier bijvoorbeeld gaan om een vakbeweging, een
godsdienst, een democratiseringsbeweging of een spirituele beweging. Een interne
bedreiging voor het gezag van de communistische partij is corruptie. Om die reden
lanceerde de regering eind jaren negentig een anti-corruptiecampagne en wordt
tegen corruptie onder ambtenaren en partijleden hard opgetreden.
In november 2002 volgde Hu Jintao president Jiang Zemin op als algemeen
partijsecretaris van de CCP. Hu Jintao werd in maart 2003 tijdens het Nationaal
Volkscongres aangewezen als de nieuwe president van de Volksrepubliek China.
Vanaf september 2004 heeft Hu Jintao het roer in China werkelijk in handen
kunnen nemen nadat Jiang Zemin aftrad als hoogste leider van het Centrale
Militaire Comité. Wen Jiabao, voorheen vice-premier, volgde in maart 2003 Zhu
Rongji op als premier.
2.1.3 Staatsinrichting7
De Volksrepubliek China is volgens de grondwet een socialistische staat onder de
democratische dictatuur van het volk, geleid door de werkende klasse en
gebaseerd op de alliantie van arbeiders en boeren. De belangrijkste staatsorganen:
- het staatshoofd van China is de president en de Secretaris-Generaal van de CCP,
bijgestaan door een vice-president. De president en vice-president worden
gekozen voor een termijn van vijf jaar en kunnen ten hoogste twee
ambtstermijnen vervullen.
- het Nationaal Volkscongres, het Chinese parlement, bekleedt formeel het
hoogste staatsgezag in China. Het parlement komt eens per jaar in plenaire
zitting bijeen in Peking (doorgaans in maart).Wanneer het Nationaal
Volkscongres niet in zitting is (voor de rest van het jaar), worden alle functies
daarvan uitgeoefend door het Staand Comité van het Nationaal Volkscongres.
- de regering wordt gevormd door de Staatsraad. De leden worden gekozen door
het parlement en moeten formeel ook aan het parlement verantwoording af-
leggen. De Staatsraad wordt geleid door een kernkabinet van de vier vice-pre-
miers en de vijf staatsraden, voorgezeten door de premier.
De `Staatsraad in ruime zin' omvat tevens de voorzitters van de staats-
commissies, alle ministers (22), en de auditeur-generaal.
7 Zie het algemeen ambtsbericht China van 28 augustus 2000 voor een uitgebreidere beschrijving van de
staatsorganen.
---
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
- het Centrale Militaire Comité geeft sturing aan het leger.
Het gezag van de CCP, die over veel parallelle structuren beschikt, is groter dan dat
van de staatsorganen. De CCP speelt een overheersende rol in het functioneren van
zowel wetgevende, controlerende als uitvoerende macht.
Rechterlijke macht
China kent een Hooggerechtshof met daaronder volksrechtbanken op meerdere
niveaus (higher, intermediair en basic) en bijzondere rechtbanken zoals militaire
rechtbanken of rechtbanken voor maritieme -of transportaangelegenheden.8
Administratieve indeling9
China is conform artikel 30 van de grondwet administratief ingedeeld in de volgende
bestuurslagen:
1. provincies (sheng), autonome gebieden (zizhiqu), en gemeentes die direct onder
het landsbestuur vallen (zhixiashi);
2. de provincies en autonome gebieden zijn onderverdeeld in autonome
prefecturen (zizhizhou), gewesten (xian), autonome gewesten (zizhixian) en
steden (shi);
3. de gewesten en autonome gewesten zijn onderverdeeld in agglomeraties (xiang),
nationaliteitsagglomeraties (minzuxiang), en landelijke gemeentes (zhen).
De eerste bestuurslaag bestaat uit 23 provincies10, 5 autonome gebieden11, en 4
stadsprovincies12 (tezamen 32). Daarnaast zijn er twee gebieden met een aparte sta-
tus (Hongkong en Macao). De autonome gebieden liggen vooral aan de grenzen en
worden veelal door het leger bestuurd. Binnen-Mongolië en Ningxia in het noorden,
Xinjiang en Tibet in het westen en zuidwesten, Guangxi in het zuiden. Hoewel deze
gebieden aangemerkt worden als `autonoom', hebben zij in de praktijk minder
autonomie dan een provincie.
Verkiezingen
Voor de volkscongressen op gewestelijk niveau worden verkiezingen gehouden.
Deze volksvertegenwoordigers kiezen vervolgens afgevaardigden voor de
provincies, die op hun beurt weer afgevaardigden voor het Nationaal Volkscongres
kiezen.
8 Artikel 123 van de Chinese grondwet en artikel 2 van de Organic Law of the People's Courts of the People's
Republic of China.
9 Vergelijk bijvoorbeeld `China: fact and figures 2004', via www.china.org.cn, geraadpleegd op 22 februari
2005.
10 Taiwan geldt voor China formeel als 23ste provincie.
11 Tibet Autonomous Region; Xinjiang Uighur Autonomous Region; Inner Mongolia Autonomous Region,
Ningxia Hui Autonomous Region, Guangxi Zhuang Autonomous Region.
12 Dit zijn Peking, Shanghai, Tianjin, en Chongqing.
---
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Los hiervan worden directe verkiezingen gehouden op dorps- en wijkniveau. Dit
zijn vooralsnog de laagste overheidsniveaus in ruraal en stedelijk China.
Experimenten zijn gaande voor directe verkiezingen op weer een niveau hoger,
van districten. In de praktijk hebben de parlementsleden zeer weinig invloed op
het bestuur.
2.2 Politieke ontwikkelingen
Binnenlandse ontwikkelingen
De voornaamste zorgen van de huidige regering blijven het handhaven van de
politieke stabiliteit en van het primaat van de CCP, het bewaren van de territoriale
eenheid, het vermijden van sociale onrust, het scheppen van werkgelegenheid en
het reduceren van de kloof tussen arm en rijk. De regering heeft zich ook
voorgenomen het groeitempo van de economie in toom te houden.13
President Hu Jintao en premier Wen Jiabao presenteren zich als `mannen van het
volk' met als adagium `people first'. Dit uit zich in de aandacht voor sociale
problemen en directer contact met de bevolking. Met de in maart 2005
afgekondigde nieuwe politieke slogan `harmonieuze samenleving' stelt de
regering zich ten doel ook de armere lagen van de bevolking mee te laten
profiteren van de stijgende welvaart.14
Met de in oktober 2003 door Hu Jintao gedane toezegging tot hervorming van het
politieke systeem en uitbreiding van de `socialistische democratie', versterking
van de politieke participatie van de bevolking en verbetering van het
rechtssysteem is in de verslagperiode geen zichtbare haast gemaakt.15 Maar
destijds gaf Hu al aan dat deze veranderingen langs geleidelijke en gecontroleerde
weg zouden gaan plaatsvinden.
De verslagperiode wordt vooral gekenmerkt door de volgende drie belangrijke
politiekgevoelige gebeurtenissen.
Ten eerste was daar het overlijden in januari 2005 van Zhao Ziyang, de voormalig
partijleider die in 1989 in ongenade viel wegens steun aan de demonstrerende
studenten op het Plein van de Hemelse Vrede.
13 De Chinese regering mikt voor 2005 op een beheersbare economische groei van 8 procent. In 2004 bedroeg
de groei 9,5 procent, terwijl het streven toen 7 procent was (ANP/RTR, 5 maart 2005).
14 Reuters, 6 maart 2005.
15 Country Report China, The Economist Intelligence Unit, maart 2005.
10
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
De Chinese autoriteiten deden er alles aan om aandacht voor en protesten en
demonstraties naar aanleiding van het overlijden te voorkomen.
De tweede politiekgevoelige gebeurtenis was het ontslag van de hoogste
bestuurder van Hong Kong, Tung Chee-hwa, in maart 2005. De positie van Tung
Chee-hwa stond alle langere tijd onder druk door een hevige strijd met pro-
democratische groepen over een tijdschema voor de invoering van beloofde
democratische hervormingen. De leiders in Peking zouden Tung Chee-hwa hebben
verweten dat hij er niet in geslaagd was betogingen binnen de perken te houden.
Meer democratie in Hong Kong wordt door China niet wenselijk geacht, omdat dit
tot opstand zou kunnen leiden elders in de volksrepubliek.
Een derde noemenswaardige politieke aangelegenheid is de kwestie Taiwan.
China beschouwt Taiwan sinds 1949 als een opstandige provincie en streeft ernaar
dat Taiwan, net als Hongkong en Macao, weer met het vasteland wordt verenigd.
Op 14 maart 2005 heeft het Volkscongres de internationaal omstreden
anti-afscheidingswet aangenomen. Deze wet vormt de basis voor eventueel
militair ingrijpen als het eiland zich definitief onafhankelijk verklaart van China.
In april en mei 2005 werd voorts enige opwinding veroorzaakt toen de hoogste
leiders van de twee Taiwanese politieke oppositiepartijen een historisch bezoek
brachten aan onder andere president Hu Jintao. De Taiwanese oppositieleider Lien
en de Chinese president Hu Jintao onderstreepten beiden dat de ontmoeting een
eerste stap is op weg naar verzoening tussen de Chinese communisten en de
Taiwanese nationalisten. Pro-onafhankelijkheidspartijen keerden zich tegen de
bezoeken.16
Buitenlands beleid
China treedt sinds enkele jaren internationaal meer op de voorgrond. China maakt
deel uit van de Shanghai Cooperation Organisation, een regionaal forum waarin
ook Rusland, Kirgizië, Kazachstan, Oezbekistan en Tadzjikistan
vertegenwoordigd zijn. De organisatie, opgericht als Shanghai Five in 1996 onder
andere om grensgeschillen op te lossen tussen de lidstaten, wordt door China
gezien als een gremium om onderlinge militaire spanningen te voorkomen en om
afspraken te maken over het gezamenlijk bestrijden van terroristische
groeperingen. Daarnaast wordt ook samenwerking nagestreefd op het gebied van
bestrijding van de drugshandel en van transport, economie en handel. China heeft
aangekondigd de samenwerking in de strijd tegen terrorisme ook te willen
uitbreiden naar andere landen in de regio.
16 Het betrof Lien Chan van de Kuomintang (Chinese Nationalist Party) en James Soong van de People First
Party. ANP/AFP/Reuters, 26 april 2005; ANP, 29 april 2005.
---
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
China speelt voorts een actieve bemiddelende rol bij de besprekingen om een
oplossing te vinden in de kwestie Noord-Korea.
2.3 Veiligheidssituatie17
De binnenlandse veiligheid valt onder de verantwoordelijkheid van het
volksbevrijdingsleger (People's Liberation Army) en de militaire afdeling van de
politie (People's Armed Police), samen met het ministerie van Openbare
Veiligheid. Uit hoofde van de Wet op de staatsveiligheid staan zij onder leiding
van het Nationaal Volkscongres. In de praktijk echter worden zij aangestuurd door
de Communistische Partij.
De veiligheidssituatie in China is op het moment relatief rustig te noemen.
Potentiële spanningen hangen samen met de kwestie Taiwan en de toenemende
sociale onrust onder vooral werklozen en boeren die door onteigening hun land
zijn kwijtgeraakt.
China heeft officieel verklaard dat een onafhankelijkheidsverklaring van Taiwan
een grond voor oorlog is. Analisten verwachten echter dat Taiwan zich in elk
geval niet op korte termijn onafhankelijk zal verklaren. Gezien het huidige klimaat
geven veel Taiwanezen de voorkeur aan handhaving van de status quo.18
Bovendien verklaarde de Taiwanese president Chen Shuibian, nadat hij voor een
tweede termijn van vier jaar was beëdigd, dat hij de dialoog met Peking wil
aangaan om vrede en stabiliteit te bewerkstelligen.19
De als gevolg van de sluiting van staatsbedrijven steeds groter wordende aantallen
werklozen vormen een potentiële bedreiging voor de sociale stabiliteit in China.
Ook boeren die door onteigening hun land zijn kwijtgeraakt uitten steeds vaker
hun onvrede. In 2004 is het aantal demonstraties en protestacties ten opzichte van
voorgaande jaren toegenomen met 15% tot zo'n 58.000 waaraan drie miljoen
mensen deelnamen.20
17 Zie 3.5.1, 3.5.2 en 3.5.3 voor een beschrijving van de (veiligheids)situatie in Tibet, Xinjiang en Binnen-
Mongolië.
18 Country Profile China, The Economist Intelligence Unit, januari 2005.
19 ANP/AFP/RTR, 20 mei 2005.
20 Zie paragraaf 3.3.2.
12
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
2.4 Sociaal-economische situatie
De Chinese economie groeit hard. Vooral door de toetreding van China tot de
World Trade Organisation in december 2001. Vanaf dat moment kreeg China
meer toegang tot de wereldmarkt.21 De meeste Chinezen in de grote steden
profiteren van de economische voorspoed. Daar tegenover staan miljoenen
mensen, vooral op het platteland, die nog steeds onder de armoedegrens leven.22
Vooral de oostelijke kustprovincies (waaronder Fujian, Zhejiang en Guangdong)
profiteren van de economische groei, maar het westen van het land is ver achter
gebleven. Deze ongelijkheid is er voornamelijk de oorzaak van dat mensen (al dan
niet legaal) migreren van de rurale gebieden naar de steden, van het westen naar
het rijkere oosten van China. In de rijkere provincies is migratie naar het
buitenland voor velen een logische stap.23
Verwacht wordt dat het aantal werklozen in China de komende jaren zal
verdrievoudigen. Stedelijke werkloosheid wordt geschat op 10%, waarbij de
tientallen miljoenen plattelandsmigranten die naar de steden komen om werk te
zoeken niet zijn meegerekend. Voorts hebben met name de migranten en de
mensen die werden ontslagen door staatsbedrijven moeilijker toegang tot
gezondheidszorg en onderwijs, omdat daar in tegenstelling tot vroeger eigen
bijdragen voor worden gevraagd.24 De overheid biedt nog geen adequaat sociaal
vangnet en een alternatief ontbreekt. Verder nemen de milieuproblemen steeds
meer toe (luchtvervuiling, ontbossing en verwoestijning).
Sinds twee jaar is aids-bestrijding door de Chinese autoriteiten tot prioriteit
gemaakt en kan het onderwerp redelijk open worden besproken. Officiële
schattingen geven aan dat 840.000 mensen seropositief zijn in China. Andere
bronnen spreken zelfs van een aantal van 1,5 miljoen. Algemeen wordt
aangenomen dat het aantal besmettingen in 2010 ongeveer 10 miljoen zou kunnen
bedragen.25 De ziekte heeft een gevoelige politieke dimensie, omdat in de jaren
negentig van de vorige eeuw in zeven arme provincies illegaal gehandeld is met
bloed afkomstig uit onhygiënische donaties. In de verslagperiode zijn vijftien
mensen gearresteerd die betrokken waren bij de illegale verzameling en verkoop
van bloedplasma.26
21 De economie groeide in 2004 met 9,5%. China is daarmee de nummer 1 in heel Azië.
22 Country Profile China en Country Report China, The Economist Intelligence Unit, januari respectievelijk
maart 2005; ANP, 21 februari 2005; ANP, 20 april 2005.
23 Zie paragraaf 4.1.
24 Country Report China, The Economist Intelligence Unit, maart 2005.
25 Country Profile China, The Economist Intelligence Unit, januari 2005.
26 ANP/RTR, 14 april 2005.
13
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
3 MENSENRECHTEN
3.1 Juridische context
3.1.1 Verdragen en protocollen
China heeft de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens onderschreven
en is partij bij het Vluchtelingenverdrag van 1951, inclusief het Protocol van 1967.
China is voorts partij bij de volgende verdragen: Internationale Verdrag tegen
Rassendiscriminatie (toegetreden in januari 198227), Internationaal Verdrag tegen
Vrouwendiscriminatie (geratificeerd in november 1980), Internationaal Verdrag
tegen Foltering (geratificeerd in oktober 1988), Verdrag inzake de Rechten van het
Kind (geratificeerd in maart 1992), het Internationaal Verdrag inzake
Economische, Sociale en Culturele Rechten (geratificeerd in juni 2001). Bij dit
laatste verdrag is een voorbehoud gemaakt ten aanzien van artikel 8 sectie 1 onder
a, waardoor China zich niet verplicht acht onafhankelijke vakbonden toe te staan.
China erkent alleen de All China Federation of Trade Unions, die door de staat
gecontroleerd wordt.
China heeft voorts op 5 oktober 1998 het Internationaal Verdrag inzake
Burgerrechten en Politieke Rechten ondertekend, maar nog niet geratificeerd.
Concretisering van het tijdpad voor ratificering ontbreekt nog steeds, ondanks
herhaaldelijk aandringen van onder andere EU zijde. Wel zegden Chinese
autoriteiten bij diverse internationale ontmoetingen toe het verdrag zo spoedig
mogelijk te zullen ratificeren.28
China is geen partij bij het Internationaal Strafhof. De Chinese regering heeft
aangegeven geen verdrag met de Verenigde Staten inzake niet-uitlevering van
Amerikaanse militairen af te zullen sluiten.
3.1.2 Nationale wetgeving
De Grondwet
De Chinese grondwet legt de basisrechten en plichten van de burgers vast en
vormt de basis voor de politieke structuur en de verdeling van de macht.
27 Door toetreding (accession) bindt een staat zich aan een verdrag zonder dat verdrag eerst te hebben
ondertekend.
28 Bijvoorbeeld tijdens de EU-China top in december 2004; Persbericht `Minister Bot over China', via de e-
mail service EU2004 op 13 december 2004.
14
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
De grondwet geniet in China niet dezelfde stabiele en onaantastbare status als in
veel westerse landen. De Chinese regering hanteert de grondwet voornamelijk als
politiek instrument om nieuw beleid te legitimeren. Bovendien worden veel
constitutionele bepalingen niet via andere wetten metterdaad uitgevoerd en worden
ze geen dwingende rechtspraktijk. Het is ook geen uitzondering dat rechten en
vrijheden die weliswaar in de grondwet staan, tegelijkertijd door andere wetten
worden beknot. De in maart 2004 opgenomen passage in de grondwet, `de staat
respecteert en beschermt de rechten van het volk', staat daardoor als zodanig niet
direct garant voor een daadwerkelijk betere bescherming van de mensenrechten.
Er is nog een lange weg te gaan voordat bestaande wetten herzien zijn en nieuwe
wetten doorgevoerd kunnen worden. Vooral mensenrechtenorganisaties zijn
hierover erg sceptisch. Toch moet de toevoeging aan de grondwet ook toegejuicht
worden. Het besef van de waarde van mensenrechten is toegenomen en de passage
in de grondwet vormt een goede basis voor verdere dialoog en ontwikkeling.29
Wetgeving met betrekking tot terrorisme en separatisme
Eind 2001 is een aantal amendementen toegevoegd aan de strafwet van China die
tot doel hebben `terroristische misdaden te bestraffen, nationale veiligheid en de
veiligheid van leven en bezit van de bevolking te waarborgen en sociale orde te
bewaren'.30 De amendementen maken het mogelijk zwaardere straffen (inclusief
de doodstraf) op te leggen aan personen die terroristische activiteiten organiseren
of leiden. De term `terroristisch' is niet nader gespecificeerd. Hierdoor is het voor
overheidsinstanties mogelijk zelf een interpretatie te geven aan deze term. In de
praktijk blijkt de term ruim ingevuld te worden. Ook de formulering van de
teksten is niet altijd even duidelijk en kan op vele verschillende manieren worden
uitgelegd.
Hervormingen petitierecht
Per 1 mei 2005 zijn nieuwe regels in werking getreden met betrekking tot het
petitierecht (Regulations on People's Complaints and Visits). De nieuwe regels
geven volgens de Chinese autoriteiten meer rechten aan burgers met klachten over
de overheid en stellen de lokale autoriteiten meer verantwoordelijk voor hun
daden. Het aantal klagers is de afgelopen jaren enorm toegenomen. Dit komt door
de groeiende onvrede vanwege de grote kloof tussen arm en rijk. Critici beweren
dat de petitieregels de Chinese burgers weliswaar een recht om te klagen geven,
maar daarmee nog geen rechtvaardigheid.
29 Vergelijk `Grondwetherziening in China: spiegel van politiek en samenleving?', Yuwen Li in International
Spectator van juli/augustus 2004 LVIII nr 7/8, pagina 382-386. Zie ook `Progress on rights in China slow
despite amendment', Reuters, 1 maart 2005.
30 Er zijn twee amendementen toegevoegd aan artikel 120 van de strafwet, vier aan de artikelen 114, 115, 125
en 127, twee aan artikel 191 en een aan artikel 291 van de strafwet. Voor de volledige Engelse tekst van de
amendementen, zie: `China's Anti-Terrorism Legislation and Repression in the Xinjiang Uighur Autonomous
Region', Amnesty International (ASA 17/010/2002), maart 2002.
15
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Volgens een studie van de Chinese Academie voor Sociale Wetenschappen
behalen slechts twee van de duizend klagers succes.31
Wet over gezinsplanning
De één-kindpolitiek werd sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw slechts door
middel van lokale administratieve regelgeving uitgevoerd. De eerste nationale Wet
over gezinsplanning trad pas op 1 september 2002 in werking.
De Wet over gezinsplanning bevat onder andere bepalingen over de boete die
betaald moet worden voor het krijgen van een extra kind: social fostering fee of
social compensation fee (voorheen was dit unplanned birth fee). Extra kinderen
zouden een extra last zijn voor de openbare fondsen. De kosten daarvan worden op
de ouders verhaald. Alle geïnde boetes worden in de nationale schatkist gestort en
leden van de gezinsplanningscomités krijgen hun salaris betaald uit
overheidsgelden. De hoogte van de social compensation fee wordt per provincie
bepaald en wordt gerelateerd aan het besteedbare jaarinkomen (inkomen na aftrek
van sociale lasten, belasting, etc.). De hoogte kan daardoor variëren van 10% van
het jaarlijkse inkomen in arme gebieden tot drie tot zeven keer het jaarlijkse
inkomen in bepaalde stedelijke gebieden. Lokale autoriteiten kunnen per geval een
regeling voor gespreide betaling treffen, de betaling uitstellen, een lager bedrag
vaststellen of de boete kwijtschelden.32 Meestal bedraagt de boete vier tot zes keer
een jaarinkomen. Hierdoor krijgen mensen voor lange tijd hoge schulden.
Bij de vaststelling van het aantal toegestane kinderen wordt onderscheid gemaakt
tussen rurale gebieden, stedelijke gebieden en etnische minderheden. De vuistregel
is dat men in rurale gebieden twee kinderen mag krijgen als het eerste een meisje
is en in stedelijke gebieden één kind. Voor alle etnische minderheden, zoals de
Miao of Tibetanen, geldt in principe geen beperking van het aantal kinderen.
Iedere provincie kan complementair aan de nationale wetgeving zijn eigen
richtlijnen opstellen met betrekking tot de voorwaarden voor echtparen om een
tweede kind te krijgen. De specifieke regelingen wisselen per provincie. Op het
platteland is het vaak toegestaan na een interval van vier of vijf jaar ongestraft een
tweede kind te krijgen. Enkele provincies (Hainan, Jilin) hebben de verplichting
tot een intervalperiode tussen twee kinderen opgeheven. Vaak is het toegestaan
een tweede kind te krijgen indien beide ouders enig kind zijn; het eerste kind een
niet-erfelijke handicap heeft; een hertrouwd echtpaar één kind heeft uit één van
31 `Write us a letter', The Economist, 23 april 2005 en `Human Rights Defenders at a Risk Update', Amnesty
International, 1 maart 2005, pagina 6.
32 Redenen voor kwijtschelding kunnen zijn dat arme families de social compensation fee niet kunnen betalen
omdat er hoge kosten verbonden zijn aan het opleggen van de boete en omdat gezinsplanningsambtenaren
geen belang meer hebben bij het innen van de boete nu de boete naar een centrale kas gaat.
16
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
beide vorige huwelijken; bij adoptie; of, als één van beide ouders een etnische
minderheid is, zoals de Miao of Tibetanen.
Echtparen die zich aan de richtlijnen houden krijgen bepaalde voordelen. Wanneer
men huwelijk en geboorte langer uitstelt krijgt men onder andere langer
zwangerschapsverlof (artikel 25) en kan men bijvoorbeeld voorrang krijgen bij het
verkrijgen van leningen (artikel 28).
Indien Chinezen zich tijdens verblijf in het buitenland niet aan de
gezinsplanningsregels gehouden hebben, is men verplicht na terugkeer een social
compensation fee te betalen.
Het VN-bevolkingsfonds (UNFPA) heeft een samenwerkingsprogramma met de
State Population and Family Planning Commission. De organisatie is werkzaam in
32 van de 2600 districten (bereik 17 miljoen mensen), maar meer dan 800
districten hebben volgens UNFPA het UNFPA-beleid of delen daarvan al
overgenomen. Het programma betreft een integrale benadering waarbij cliënten
voorlichting, counseling en de keuze uit verschillende anticonceptiemethoden
krijgen. De State Population and Family Planning Commission stelt zichzelf ten
doel door middel van dit programma tot uiteindelijke afschaffing van de social
compensation fee te kunnen komen.
Regels voor huwelijksregistratie
Per 1 oktober 2003 zijn nieuwe regels voor huwelijksregistratie (regulations on
marriage registration) in werking getreden waarmee Chinezen meer vrijheid
hebben gekregen. Onder deze regels kunnen stellen trouwen zonder verklaring van
hun werkeenheden of wijkcomités dat de aanstaande echtelieden ongehuwd zijn.
Een andere wijziging ten opzichte van de vorige regels is dat het niet langer
verplicht is een medisch onderzoek te ondergaan. Dit onderzoek richtte zich onder
meer op de kans op geboorteafwijkingen. Personen met aids of een andere
besmettelijke ziekte worden niet langer uitgesloten van het huwelijk. En per
september 2005 zou de regel geschrapt worden dat studenten niet mogen trouwen
of kinderen mogen krijgen.33
Om te kunnen trouwen moeten stellen de identiteitskaart en de hukou
(familiehuishoudregistratieboekje34) overleggen en een verklaring van ongehuwd
zijn tekenen.
Scheiden is met de nieuwe wet ook eenvoudiger geworden. Voor echtscheidingen
is per 1 oktober 2003 geen toestemming van de werkgever meer nodig.
33 ANP, 31 maart 2005.
34 Zie 3.3.5.
17
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Ook hoeft men niet langer deel te nemen aan bemiddelingssessies georganiseerd
door de overheid.35
3.2 Toezicht
Verenigde Naties (VN)
Door de VN wordt de mensenrechtensituatie in China kritisch in de gaten
gehouden. In de verslagperiode heeft de VN-werkgroep inzake Arbitraire Detentie
een bezoek aan China gebracht. De werkgroep maakt in haar rapport melding van
zowel positieve als negatieve ontwikkelingen sinds haar laatste bezoek in 1997.
Positieve ontwikkelingen zijn de openheid en de opstelling van de Chinese
autoriteiten ten aanzien van het onderwerp mensenrechten, de ondertekening van
het Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten en de opname van de
passage over bescherming van de mensenrechten in de grondwet in maart 2004. In
negatieve zin heeft de werkgroep onder andere waargenomen dat de beloofde
juridische hervormingen achterliggen op schema. Ook zijn de regelgeving en de
uitvoeringspraktijk inzake vrijheidsberoving nog altijd niet in overeenstemming
met de daarvoor geldende internationale normen. De werkgroep veroordeelt voorts
de vage termen in de wetgeving zoals `verstoring van de sociale orde' en
`bedreiging van de nationale veiligheid'.36
Voor de toekomst staan een (steeds weer uitgesteld) bezoek van de VN-rapporteur
inzake foltering en een bezoek van de VN Hoge Commissaris voor de
mensenrechten op de agenda. De bezoeken staan gepland voor mei-juni 2005
respectievelijk augustus-september 2005. Ook de VN-rapporteur inzake vrijheid
van godsdienst zou welkom zijn. Voor een bezoek is echter nog geen datum
gepland.37
De Verenigde Staten hebben in tegenstelling tot 2004 in maart 2005 de jaarlijkse
sessie van de VN-mensenrechtencommissie in Genève laten passeren zonder een
resolutie tegen China in te dienen. Deze beslissing was waarschijnlijk ingegeven
na de vrijlating door de Chinese autoriteiten van Rebiya Kadeer.38 Ook de belofte
van China om in de toekomst meer clementie te betrachten ten aanzien van
politieke gevangen speelde waarschijnlijk een rol plus de getoonde bereidheid van
35 `Divorces rise as rules more flexible', China Daily, 17 mei 2004, geraadpleegd via www.chinadaily.com.en.
36 VN Commission on Human Rights, Civil and Political Rights, including the Question of Torture and
Detention. Report of the Working Group on Arbitrary Detention. E/CN.4/2005/6/Add.4, 29 december 2004.
37 Reuters, 17 maart 2005.
38 Rebiya Kadeer is een etnische Oeigoerse en voorvechtster van vrouwenrechten. Zij werd in 1999
gearresteerd vanwege het `illegaal aanbieden van staatsgeheimen aan het buitenland' nadat ze haar in
Amerika verblijvende echtgenoot krantenartikelen had gestuurd. Haar echtgenoot is een activist die zich inzet
voor een vrij Oost-Turkestan, zonder Chinese overheersing.
18
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
China om de VN-rapporteur inzake foltering te ontvangen.39 De Amerikaanse
koerswijziging is enigszins opmerkelijk te noemen, omdat enkele weken eerder het
jaarlijkse rapport van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken over de
mensenrechten in China verscheen. In dit rapport noemt het Amerikaanse
ministerie de vooruitgang in China op het gebied van mensenrechten juist
teleurstellend, vooral wat betreft de aanhoudende arrestaties van dissidenten.40
Europese Unie
De Europese Unie onderhoudt sinds 1995 een dialoog met China over de
mensenrechten. De dialoog wordt tweemaal per jaar gehouden en aangevuld met
mensenrechtenseminars waaraan academische experts, NGO's en andere
vertegenwoordigers uit de EU en China deelnemen. Aandachtspunten tijdens de
dialoog zijn onder meer de doodstraf, administratieve detentie, foltering, respect
voor culturele en religieuze rechten van etnische minderheden met name in Tibet
en Xinjiang, vrijheid van religie, vrijheid van vergadering, en vrijheid van
meningsuiting en persvrijheid. Verder worden individuele zaken van politieke
gevangenen opgebracht.
Ook bij diplomatieke demarches en andere politieke ontmoetingen worden de
mensenrechten aan de orde gesteld. Daarnaast onderhouden individuele landen
zoals Australië, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Canada een dialoog met
China.
Positief aan de dialogen is dat de term mensenrechten niet langer meer taboe is in
China. De dialogen bieden een goed kanaal om de discussie over mensenrechten
met China te voeren, zorgen te kunnen uiten en tegelijkertijd samenwerking en
uitwisseling van kennis tot stand te brengen die de veranderingsgezinde krachten
in China ten dienste zijn. De lange-termijn ontwikkelingen in China worden dan
ook als positief beschouwd. Op specifieke terreinen zoals burgerrechten en
politieke rechten, vrijheid van meningsuiting, godsdienstvrijheid en de rechten van
minderheden blijven echter zorgen bestaan.41 Minister Bot van Buitenlandse
Zaken liet zich over deze zorgen nog eens uit tijdens zijn werkbezoek aan China in
april 2005.42
39 AP, Reuters, ANP, 18 maart 2005.
40 U.S. Department of State, China (includes Tibet, Hong Kong and Macau) Country Report on Human Rights
Practices 2004, 28 februari 2005.
41 Brief van 4 oktober 2004, kenmerk DIE-512/04, aan de Tweede Kamer van de Minister van Buitenlandse
Zaken en de Staatssecretaris voor Europese Zaken aangaande de geannoteerde agenda van de Raad van
Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 11-12 oktober 2004.
42 Brief van 13 mei 2005, kenmerk DAO-0342/05, aan de Tweede Kamer van de Minister van Buitenlandse
Zaken betreffende een verslag van zijn bezoek aan Japan en China (6-14 april 2005).
19
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Naast de dialogen vindt jaarlijks een EU-China topontmoeting plaats waar naast
economische, politieke en internationale onderwerpen ook de mensenrechten aan
de orde komen. Op de laatst gehouden top op 8 december 2004 onderschreef
China het belang van concrete stappen op het terrein van mensenrechten.
Tegelijkertijd erkende China dat het nog een lange weg te gaan heeft op dat
terrein.43 China vroeg begrip voor de omvang van de problematiek, gezien de
enorme omvang van de bevolking alsmede de achterstand in economische
ontwikkeling die grote delen van het land kenmerkt.44 De volgende EU-China
topontmoeting is voorzien in september 2005.
NGO's
Ook organisaties als Amnesty International, Human Rights Watch, Human Rights
in China en Rapporteurs sans Frontières houden de mensenrechtensituatie in China
kritisch in de gaten. Deze organisaties hebben geen kantoren in China (Hongkong
uitgezonderd), omdat onafhankelijke mensenrechtenorganisaties niet toegestaan
zijn in China. De organisaties maken gebruik van een uitgebreid netwerk van
informanten.45
3.3 Naleving en schendingen46
3.3.1 Vrijheid van meningsuiting
De Chinese grondwet garandeert de vrijheid van meningsuiting en persvrijheid. In
de praktijk zijn persvrijheid en vrijheid van meningsuiting echter aan aanzienlijke
beperkingen onderworpen. Informatie die China (internationaal) in verlegenheid
zou kunnen brengen wordt door de Chinese autoriteiten aangemerkt als
staatsgeheim. Deze term is in de wet echter niet duidelijk gedefinieerd. Er vindt
veel controle van de media en internet plaats en er is ook een grote mate van
zelfcensuur op politiek gevoelige onderwerpen.
De autoriteiten laten niet toe dat de leidende rol van de Chinese Communistische
Partij aangetast of in gevaar wordt gebracht, en dat kritiek wordt geleverd op rege-
ringsleiders of officiële beleidsuitgangspunten van de partij.
43 In april 2005 lanceerde China een rapport dat ze wel op de goede weg zitten. Het jaar 2004 vertoonde
volgens het rapport in alle opzichten progressie op het gebied van mensenrechten. Zie `Oft-criticised China
trumpets human rights progression', Reuters, 13 april 2005.
44 Brief van 14 december 2004, kenmerk DPZ-552/04, aan de Tweede Kamer van de Minister van Buitenlandse
Zaken inzake het joint statement EU-China Top 8 december 2004.
45 U.S. Department of State, China (includes Tibet, Hong Kong and Macau) Country Report on Human Rights
Practices 2004, 28 februari 2005, pagina 25.
46 In deze en volgende paragrafen worden regelmatig individuele gevallen genoemd. Deze dienen slechts ter
illustratie en vormen geen uitputtende opsomming.
20
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Met betrekking tot door Chinese autoriteiten als niet-politiek gevoelig beschouwde
onderwerpen, is het mogelijk om in China op individuele basis zonder
consequenties kritiek te uiten. Het is (vooraf) echter niet altijd duidelijk waar de
grens ligt wat wel en niet geoorloofd is.
In de verslagperiode is geen verbetering opgetreden ten aanzien van vrijheid van
meningsuiting en persvrijheid in China. Naar aanleiding van een aantal incidenten
eind 2004 en begin 2005 wordt zelfs gesproken over een verslechtering op het
gebied van vrijheid van meningsuiting en persvrijheid. De verslechtering wordt
veelal in verband gebracht met het feit dat president Hu Jintao pas vanaf
september 2004 het roer in China werkelijk in handen heeft kunnen nemen nadat
zijn voorganger, Jiang Zemin, aftrad als hoogste leider van het Centrale Militaire
Comité. De president zou het ministerie van Propaganda opdracht hebben gegeven
strenger op te treden tegen media die te kritisch zijn en de lijst met onderwerpen
die taboe zijn voor de media zou zijn uitgebreid.47
De aanhouding op 13 december 2004 van drie vooraanstaande intellectuelen past volgens
analisten in het aangescherpte beleid. Het ging om Yu Jie, Liu Xiaobo en Zang Zuhua; twee
auteurs en een politiek activist die gelden als critici van het communistische bewind. De
drie zouden zich door het publiceren van artikelen schuldig hebben gemaakt aan
`activiteiten die schadelijk zijn voor de staat'. De drie werden korte tijd later weer
vrijgelaten.48
De strikte controle op de inhoud van de berichtgeving rondom het overlijden van Zhao
Ziyang is een ander voorbeeld van het strenge optreden van de Chinese autoriteiten. Na het
overlijden op 17 maart 2005 van de voormalig partijleider die sinds 1989 in ongenade viel
wegens steun aan de demonstrerende studenten op het Plein van de Hemelse Vrede, deden
de autoriteiten er alles aan om protesten tegen de regering en oproepen tot politieke
hervormingen te voorkomen. Berichtgeving over zijn dood was heel summier en tientallen
mensen kregen huisarrest of werden korte tijd gearresteerd omdat zij de dood van Zhao in
het openbaar probeerden te herdenken. Sommigen zijn mishandeld door agenten.49
Volgens de Amerikaanse mensenrechtenorganisatie Committee to Protect
Journalists (CPJ) zaten eind 2004 42 journalisten gevangen op beschuldiging van
onder meer het lekken van staatsgeheimen en het aanzetten tot ondermijning van
het staatsgezag.50
47 Reuters, 26 januari 2005. Vergelijk ook `Schrijvers in China korte tijd opgepakt' en `China waarschuwt
media geen wig te drijven tussen partij en intelligentsia', NRC Handelsblad, 15 december 2004. Zie voorts
`Group Targets China on Human Rights', www.newsday.com, 14 januari 2005.
48 ANP/AFP, 14 december 2004.
49 ANP, AFP, Reuters, 30 januari 2005. Zie ook South China Morning Post, 28 januari 2005.
50 `In imprisoning journalists, four nations stands out', CPJ, 3 februari 2005.
21
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
In september 2004 werd de New York Times journalist, Zhao Yan, gearresteerd voor `het
verstrekken van staatsgeheimen aan buitenlanders'. Zhao was volgens de autoriteiten de
bron van een primeur over het vertrek van ex-president Jiang Zemin uit de top van de partij.
Zhao Yan is nog niet veroordeeld. De advocaat van Zhao verwacht dat de tenlastelegging
`hoogverraad' zal zijn; een misdaad waarop de doodstraf staat.
Onder verdenking van `ondermijning van het staatsgezag' werd Zhang Ruquan in oktober
2004 gearresteerd om later in december 2004 veroordeeld te worden tot drie jaar cel
wegens het in een essay te schande maken van o.a. de voormalige president Jiang Zemin
(Jiang zou zich alleen hebben geïnteresseerd in de belangen van de `upper-class').51
Op 30 april 2005 werd Shi Tao tot tien jaar cel veroordeeld voor `het lekken van
staatsgeheimen naar het buitenland'. Shi Tao werkte voor een financieel dagblad en zou een
vertrouwelijk memo hebben doorgestuurd naar een Amerikaans tijdschrift. Tien jaar cel is
de minimumstraf voor het vage vergrijp `lekken van staatsgeheimen'.52
Eind mei 2005 werd de journalist Ching Cheong, werkzaam voor een Singaporese krant,
opgepakt en in staat van beschuldiging gesteld wegens spionage. Hij zou de memoires van
oud-partijleider Zhao Ziyang willen verspreiden.53
Mensenrechtenactivisten
In december 2004 publiceerde Amnesty International het rapport Human Rights
Defenders at Risk. Dit rapport gaat uitvoerig in op de toenemende intimidatie door
de Chinese autoriteiten van mensenrechtenactivisten. Het wordt hen steeds
moeilijker gemaakt zich uit te spreken. In maart 2005 volgde een update van het
rapport.
De advocaat van Shi Tao (zie hierboven), Guo Guoting, is getroffen door een
beroepsverbod van een jaar en onder huisarrest gesteld; een regelmatig voorkomende
tactiek van de Chinese autoriteiten om advocaten van dissidenten het zwijgen op te leggen.
Guo kreeg het beroepsverbod opgelegd wegens `anti-constitutionele uitlatingen' nadat hij
kritische artikelen op het internet had gepubliceerd over het Chinese rechtssysteem en dat
zijn cliënten worden mishandeld tijdens hun detentie.54
51 Twee voorbeelden ontleend aan de lijst met individuele gevangenen van de CPJ, geraadpleegd via
www.cpj.org/briefings/2005/imprisoned_04/imprisoned_04.html, op 13 april 2005.
52 AP, 30 april 2005.
53 NRC, 31 mei 2005.
54 `People's Republic of China: Human Rights Defenders at Risk', Amnesty International, ASA 17/045/2004,
december 2004. In maart 2005 verscheen een update van het rapport (ASA 17/002/2005). Zie verder ook AP,
1 maart 2005; South China Morning Post, 16 maart 2005; `China paait VS met vrijlating dissident',
Algemeen Dagblad, 18 maart 2005.
---
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Internet
Het aantal gebruikers van internet en het aantal websites in China neemt nog
steeds toe. Eind 2004 waren er ongeveer 94 miljoen gebruikers.55 Hoewel de
autoriteiten internet uitstekend geschikt achten voor het zakenleven en het
onderwijs, trachten ze de toegang tot internetsites te controleren. Meestal onder het
mom van bescherming van de jeugd tegen pornografische of gewelddadige
informatie, terwijl het de autoriteiten vooral gaat om het behoud van politieke
stabiliteit. Meer dan 30.000 personen zouden belast zijn met de controle van
internetgebruik en er is een internetpolitie opererend onder het ministerie voor
Openbare Veiligheid. De toegang tot politiek gevoelige websites, waaronder die
van buitenlandse persbureaus en mensenrechtenorganisaties, maar ook tot
zoekmachines, wordt regelmatig beperkt en is in sommige gevallen geblokkeerd.
Ook berichten met politiek gevoelige woorden worden systematisch geblokkeerd.
Internetcafés hebben programmatuur moeten plaatsen die de toegang tot het
wereldomspannende computernetwerk beperkt. Herhaaldelijk worden
internetcafés, vooral die rond scholen zijn gelegen, gesloten. Deze sluitingen
vinden plaats op grond van overtreding van de regels omtrent het toelatingsbeleid
voor minderjarigen bijvoorbeeld en dienen veelal `ter bescherming van de
geestelijke gezondheid van de jeugd'.56
Ook in de verslagperiode is hard opgetreden tegen gebruikers van internet die
informatie downloaden of via internet hun opvattingen uitdragen. Volgens
Rapporteurs Sans Frontières zaten begin mei 2004 zo'n 60 internetgebruikers vast.
Onder de gedetineerden bevinden zich onder meer politieke activisten, schrijvers,
journalisten, studenten en leraren. De meeste van hen zijn veroordeeld tot
gevangenisstraffen tussen de twee en veertien jaar op grond van ondermijning van
de staatsveiligheid en het staatsgezag.57
In juni 2004 werd Du Daobin veroordeeld tot vier jaar voorwaardelijk wegens `het
aanzetten tot en het ondermijnen van het staatsgezag' door het plaatsen van artikelen op het
internet van mei 2002 tot oktober 2003. Du betuigde in zijn artikelen steun aan Liu Di, een
studente die satirische essays over de overheid op het net publiceerde. Liu Di werd in
november 2003 vrijgelaten nadat zij een jaar had vastgezeten zonder ooit een officiële
tenlastelegging te hebben ontvangen.58
55 Reuters, 20 januari 2005.
56 China wordt beschouwd als het land met de meest strenge internetcontrole. Vergelijk `Study finds pervasive
Chinese internet controls', Reuters, 14 april 2005. Volgens Chinese autoriteiten zijn alleen al in oktober tot
en met december 2004 12.575 van de ongeveer 110.000 internetcafés gesloten (AP, 14 februari 2005).
57 `Internet under surveillance/China, 2004', Rapporteurs sans Frontières, juni 2004.
58 Reuters, 11 juni 2005.
23
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Op 29 januari 2005 werd Zhang Li, een politiek activist, opgepakt. Hij had 13 februari 2005
vrijgelaten moeten worden na afloop van zijn 15-dagen durende administratieve detentie,
maar naar later bleek werd hij vervolgd voor het in gevaar brengen van de staatsveiligheid
en het ondermijnen van het staatsgezag door het plaatsen van kritische artikelen op websites
als `epochtimes.com' of `boxun.com'; websites over mensenrechten in China.59
In juli 2004 is de Chinese overheid een campagne gestart om tekstberichten die per
mobiele telefoon worden verstuurd te controleren.60
3.3.2 Vrijheid van vereniging en vergadering
De Chinese grondwet erkent vrijheid van vereniging en vergadering, maar de
vrijheden worden evenals de vrijheid van meningsuiting en persvrijheid aan
aanzienlijke beperkingen onderworpen. Politieke partijen die zich kritisch
opstellen tegenover de Chinese Communistische Partij zijn niet toegestaan. Ook
het pleiten voor meer democratie wordt niet geduld. Demonstraties zijn alleen
onder strenge voorwaarden toegestaan.
Politieke partijen
De macht in China is volledig in handen van de Chinese Communistische Partij
(CCP). In de Chinese People's Political Consultative Conference en het Nationale
Volkscongres zijn enkele andere legale politieke partijen vertegenwoordigd, die de
machtspositie van de CCP volledig ondersteunen en weinig in te brengen
hebben.61
Het is niet toegestaan om onafhankelijke partijen op te richten die zich kritisch
tegenover de CCP opstellen. Onschuldig lijkende massabewegingen, die
spreekbuis zouden kunnen worden voor ontevredenen en daardoor een bedreiging
kunnen worden voor het gezag van de CCP, worden door de autoriteiten
bestreden. Er zijn nauwelijks illegale politieke partijen actief in China omdat
iedere poging een onafhankelijke partij op te richten in de kiem wordt gesmoord.
59 `Authorities keep cyber-dissident in detention', 15 februari 2005 en `Cyberdissident Zhang Li formally
charged', 22 maart 2005, geraadpleegd via www.rsf.org op 5 mei 2005.
60 U.S. Department of State, China (includes Tibet, Hong Kong and Macau) Country Report on Human Rights
Practices 2004, 28 februari 2005, pagina 16.
61 Het zijn onder andere de China Association for Promoting Democracy, de China Democratic League en de
China Democratic National Construction Association. Vergelijk ook `China's other political parties
powerless', Christopher Bodeen for the Seattle Post-intelligencer, 7 maart 2005, geraadpleegd via
www.seattlepi.nwsource.com.
24
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
China Democracy Party (CDP)
De CDP werd in 1997 opgericht door Wang Youcai, oorspronkelijk onder de naam
China Justice Party. Doel was te komen tot directe verkiezingen en een
meerpartijensysteem. Toen een aantal personen trachtte de CDP officieel als
politieke partij te registreren, traden de autoriteiten op. De partij werd verboden.
Eind 1999 waren ten minste 30 leiders van de partij opgepakt, veroordeeld tot
gevangenisstraffen oplopend tot 13 jaar op grond van subversiviteit of vastgezet
zonder formele aanklacht.62 De CDP is thans in Washington gevestigd. De
campagne tegen activisten van de CDP duurt nog steeds voort.63 Leiders van de
CDP die in China activiteiten ontplooien zouden arrestatie en gerechtelijke
vervolging kunnen verwachten. Dit geldt niet voor minder actieve of minder
bekende leden.64
Democratiseringsbeweging van 1989
Het ingrijpen van het leger op 4 juni 1989 tegen demonstrerende studenten op het
Plein van de Hemelse Vrede (Tiananmenplein) betekende een terugslag voor al
diegenen die destijds hoopten op een grotere vrijheid van meningsuiting en meer
democratie.65 Leidende personen ontvingen meerjarige gevangenisstraffen. Veel
van hen zitten nu nog vast.66 Na de eerste golf strenge veroordelingen werd het
vervolgingsbeleid geleidelijk aan minder streng. Reeds vanaf het najaar van 1989
werd bekend gemaakt dat studenten die bij de gebeurtenissen geen leidende rol
hadden gespeeld, bij terugkeer naar China niet hoefden te vrezen voor
vervolging.67 Hernieuwde activiteiten voor meer politieke vrijheid en discussie
over de gebeurtenissen van 1989 worden echter niet geduld. Sommige activisten
uit 1989 zijn weer gearresteerd nadat ze opnieuw actief werden. Ex-activisten
worden nog steeds in het oog gehouden en worden soms opgeroepen voor
ondervraging of onder huisarrest gesteld.
62 Voor een uitgebreid verslag over de China Democracy Party, zie: Human Rights Watch, Nipped in the Bud;
The suppression of the China Democracy Party, september 2000.
63 AP, 15 september 2004; U.S. Department of State, China (includes Tibet, Hong Kong and Macau) Country
Report on Human Rights Practices 2004, 28 februari 2005, .pagina 24.
64 `Article 23 debate reawakens interest in China's counterrevolutionary groups', Dui Hua Foundation, In:
Dialogue, zomer 2003. Het is in de verslagperiode niet gebleken dat deze situatie veranderd zou zijn.
65 Voor een beschrijving van de gebeurtenissen op 4 juni 1989 en de daarop volgende vervolging van
studentenleiders en andere leidende personen, zie het ambtsbericht China van 29 november 1991 (DAZ/BA-
42179).
66 Officiele cijfers ontbreken. Schattingen lopen uiteen van 50 tot 500. Zie: ANP/AFP, 7 juni 2004; U.S.
Department of State, China (includes Tibet, Hong Kong and Macau) Country Report on Human Rights
Practices 2004, 28 februari 2005, pagina 10; `China: 15 years after Tiananmen, calls for justice continue
and the arrests go on', Amnesty International Press Release, 3 juni 2004.
67 Zie ambtsbericht Terugkeer in China van 15 april 1998 (DPC/AM-599620), paragraaf 4.4.
25
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
In de verslagperiode gebeurde dit vooral in de aanloop naar de 15e gedenkdag.68
Ook activisten in het buitenland zouden in de gaten worden gehouden.
Demonstraties
Volgens statistieken van de Chinese overheid is het aantal demonstraties en
protestacties in 2004 toegenomen met 15% tot zo'n 58.000 waaraan drie miljoen
mensen deelnamen. Demonstranten zijn steeds beter georganiseerd. In de
verslagperiode vonden ook enkele onlusten plaats, die door de politie of het leger
tot een einde werden gebracht. De oorzaken van de demonstraties en onlusten zijn
voornamelijk gelegen in machtsmisbruik van lokale autoriteiten, conflicten tussen
etnische groepen en de groeiende kloof tussen arm en rijk. Grote groepen voelen
zich machteloos door het gebrek aan inspraak en het ontbreken van onafhankelijke
rechtsgang. Honderden miljoenen boeren en migrantenarbeiders menen dat hun
rechten worden opgeofferd om de groeiende rijkdom van een in hun ogen corrupte
minderheid te bekostigen. De centrale overheid beseft dat er een probleem is en
besteedt meer aandacht aan bestrijding van de werkloosheid, machtsmisbruik door
en corruptie in het lokale partijkader. Tegelijkertijd probeert de overheid de onrust
de kop in te drukken door organisatoren of deelnemers aan de demonstraties en
andere indirect betrokkenen, bijvoorbeeld advocaten die boeren bijstaan in
onteigeningskwesties, te arresteren. Op het niveau van de lokale overheid blijft de
respons beperkt tot het inroepen van het leger om onlusten aan te pakken.69
Anti-Japan protesten, medio april 2005, kregen veel aandacht van de internationale
media. De protesten waren gericht tegen de manier waarop Japan omgaat met het
oorlogsverleden. Volgens vele Chinezen moffelt Japan wreedheden weg die het
tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft begaan. De Chinese autoriteiten ontkenden
geruchten als zou de regering de acties in stilte hebben aangemoedigd. Burgers
werden via onder andere tekstberichten van de Chinese politie op mobiele
telefoons ontmoedigd deel te nemen aan illegale demonstraties. Deelnemers aan
illegale demonstraties werden aangehouden.70
68 `World Report 2005: China', Human Rights Watch, januari 2005; `People's Republic of China: Human
Rights Defenders at Risk - Update', Amnesty International, ASA 17/002/2005, pagina 2-4; `Tiananmen
Massacre: Not Forgotten, Not Forgiven', Far Eastern Economic Review, 3 juni 2004. Uit de voorbeelden die
in deze rapporten worden genoemd, blijkt vooral dat schriftelijke verzoeken om een onafhankelijk onderzoek
naar de gebeurtenissen in juni 1989 en verzoeken om een officieel excuus van de regering niet op prijs
gesteld worden.
69 `China jails Beijing protest organiser for 4 years', Reuters, 18 december 2004; `Chinese journalist who was a
farmers' advocate is detained', AP, 20 december 2004; `China: crackdown on activists widening. Another
farmers' rights advocate, intellectuals detained', Human Rights Watch, 23 december 2004; UK Immigration
and Nationality Directorate, China Country Report (6.108), oktober 2004. Zie ook `A bloody revolt in a tiny
village challenges the rulers of China', The Guardian, 15 april 2005; Nederlands Dagblad, 21 oktober 2004.
70 ANP, AFP, 16 april 2005 en Reuters, 26 en 30 april 2005.
26
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
NGO's
NGO's in China moeten zich registreren bij de overheid. Elke organisatie is
gelieerd aan een overheidsinstelling, de guakao danwei (`schoonmoeder'). Het is
niet mogelijk om meerdere organisaties die op hetzelfde terrein werkzaam zijn te
registeren. Hoewel niet officieel geregistreerd, worden sommige organisaties wel
getolereerd. Het gaat dan om organisaties en groepen die zich bezighouden met
onderwerpen als milieu, gezondheidszorg en onderwijs.
De grens van tolerantie is echter moeilijk aan te geven. De niet-officiële status
betekent een onzeker bestaan voor deze organisaties.71
Dissidenten
Ook in deze verslagperiode is een aantal dissidenten gearresteerd. Volgens
Amnesty International is het aantal gevangen dissidenten in korte tijd sterk
toegenomen. Het is echter niet bekend om hoeveel dissidenten het precies gaat.72
Tegelijkertijd heeft een aantal dissidenten strafvermindering gekregen of is
voorwaardelijk vrijgelaten. Tevens leeft een aantal dissidenten in ballingschap.
Eind januari 2005 ontving de in Amerika gevestigde mensenrechtenorganisatie Dui Hua
informatie van de Chinese autoriteiten over vervroegde vrijlating van 56 dissidenten. Veel
van de namen op de lijst waren onbekend voor vele mensenrechtenorganisaties.73
In de vorige verslagperiode werd melding gemaakt van een zevental dissidenten dat het
risico tot vijftien jaar cel liep wegens het ondertekenen van een petitie; een petitie waarin
o.a. werd aangedrongen op democratische hervormingen. Twee van de zeven zijn
gedurende deze verslagperiode vrijgelaten: Ouyang Yi en Han Lifa.74
De Chinese autoriteiten hebben in november 2004 de bekende dissident Liu Jingsheng
vervroegd vrijgelaten na ruim tien jaar gevangenschap. Liu werd in 1994 veroordeeld voor
het leiding geven aan een counterrevolutionaire organisatie (Democracy Wall Movement).75
Zolang als politiek dissident bekend staande personen niet weer actief worden,
hebben zij relatief weinig van de autoriteiten te vrezen. Wel worden dissidenten en
soms hun familieleden geïntimideerd door de Chinese autoriteiten. Voorafgaand
aan belangrijke bezoeken van buitenlandse staatslieden of Chinese nationale
feestdagen worden bij de autoriteiten bekende dissidenten vaak opgepakt. De
meeste dissidenten worden slechts voor enkele dagen vastgehouden.
71 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (5.159 t/m 5.175), oktober 2003.
72 AFP, 8 maart 2005.
73 `Clemency for Political prisoners: Dui Hua gets an update', The Dui Hua Foundation, In: Dialogue, winter
2005/Issue 18, geraadpleegd via www.duihua.org op 12 april 2005; Reuters, AP. 8 februari 2005.
74 AP, 8 december 2004.
75 AP, 23 november 2004; ANP, AFP, 27 november 2004.
27
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Zo ook in de verslagperiode: rondom de bijeenkomst van het 16e Centraal Comité
van de CCP (september 2004), in de aanloop naar de 15e gedenkdag van de
gebeurtenissen op Tiananmen in 1989 (juni 2004), na het overlijden van Zhao
Ziyang (januari 2005) en rondom de jaarlijkse zitting van het Nationaal
Volkscongres (maart 2005).76
Werknemersbelangen
Onafhankelijke vakbonden zijn in China niet toegestaan. China erkent alleen de
All China Federation of Trade Unions (ACFTU), die door de staat gecontroleerd
wordt.
In de verslagperiode was wederom onrust onder arbeiders. Arbeiders door het hele
land demonstreerden tegen slechte arbeidsomstandigheden, corruptie van het
bedrijfsmanagement en het openbaar bestuur, achterstallige loonbetalingen en
vertragingen bij de uitbetaling van uitkeringen en pensioenen.77 De autoriteiten
erkennen de problemen en werken samen met de ACFTU aan oplossingen.
Het Chinese ministerie van Werkgelegenheid stelde in december 2004 een campagne te zijn
gestart gericht op het oplossen van geschillen over achterstallige lonen van
migrantenarbeiders in de bouw.78
In de verslagperiode is het enkele keren voorgekomen dat personen die opkwamen
voor de rechten van arbeiders werden gearresteerd.
Kong Youping en Ning Xianhua werden in september 2004 tot 15 respectievelijk 12 jaar
cel veroordeeld nadat zij artikelen op het internet geplaatst hadden waarin zij pleitten voor
het oprichten van onafhankelijke vakbonden en de ideeën van de China Democracy Party
ondersteunden.79
In de verslagperiode werd een conferentie over vakbonden, georganiseerd door de
ILO in samenwerking met de Chinese overheid, drie weken voor het begin van de
conferentie afgezegd door de Chinezen. Als reden werd de timing van de
conferentie opgegeven. Verschillende NGO's en ook de ILO menen dat het
afzeggen van de conferentie in eerste instantie te maken had met de angst van de
Chinese overheid voor negatieve publiciteit over China met betrekking tot
vakbondsrechten en de positie van werknemers.
76 ANP, 9 september 2004; AFP, 8 maart 2005.
77 `China Resources Workers on Strike; China Labor Unrest Mounts', China Labour Bulletin, 26 oktober 2004,
geraadpleegd via www.china-labour.org.hk; Reuters, 12 januari 2005.
78 South China Morning Post, 8 februari 2005 en `Trade unions help migrants workers get their backpay', Asian
Labour News, 7 januari 2005, geraadpleegd via www.asianlabour.org.
79 Reuters, 16 september 2004.
28
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
3.3.3 Vrijheid van godsdienst en overtuiging
Algemeen
Er zijn vijf officieel erkende religies in China: katholicisme, protestantisme,
boeddhisme, islam en taoïsme.
Volgens een witboek van de regering, gepubliceerd in april 2002, zijn rond de 200
miljoen Chinezen religieus. De meeste daarvan hangen het boeddhisme of het
taoïsme aan, maar het christendom en de islam kennen ook tientallen miljoenen
gelovigen. Naar schatting zijn meer dan 100 miljoen Chinezen boeddhist en zijn er
meer dan 20 miljoen moslim. Verder behoren ongeveer 5 miljoen Chinezen tot de
door de Chinese autoriteiten erkende katholieke kerk (welke het gezag van de paus
in Rome niet aanvaardt) en zijn er naar schatting 10 miljoen aanhanger van de
door de Chinese autoriteiten niet-erkende Rooms-Katholieke kerk welke zich
houdt aan de richtlijnen van het Vaticaan. Voorts zijn ongeveer 15 miljoen
Chinezen protestant en gaan er minstens 30 miljoen naar de niet-geregistreerde,
onofficiële protestantse kerken.80
Traditionele inheemse volksreligies, gelieerd aan het taoïstische of het
boeddhistische geloof, worden door honderden miljoenen burgers gepraktiseerd en
in wisselende mate getolereerd door de Chinese autoriteiten.
In de Chinese grondwet staat vrijheid van godsdienst en de vrijheid om niet te
geloven omschreven. Leden van de CCP wordt ontmoedigd een geloof aan te
hangen. Religieuze instellingen worden in China streng gecontroleerd, zijn
verplicht zich te registreren en worden aan strikte regels gebonden. Het Bureau
voor Religieuze Zaken, ressorterend onder de Staatsraad, is verantwoordelijk voor
het algehele toezicht en beoordeelt de legitimiteit van religieuze activiteiten. Voor
iedere officieel erkende religie bestaat een overkoepelend toezichthoudend orgaan.
Nog steeds heeft de Chinese overheid weinig respect voor grondwettelijke vrijheid
van godsdienst. Ten opzichte van religieuze activiteiten van officieel
geregistreerde kerken is er sprake van tolerantie, maar met name illegale,
ongeregistreerde kerken en groeperingen waaronder de Falun Gong hebben het
moeilijk. Net als in de vorige verslagperiode, maakten lokale autoriteiten ook in
deze verslagperiode geregeld gebruik van administratieve procedures om zonder
rechtsgang leden van niet-geregistreerde kerkgenootschappen te veroordelen tot
heropvoeding door arbeid.81 Vooral leiders van ongeoorloofde kerken liepen het
risico te worden geïntimideerd, verhoord, vastgezet en mishandeld.
80 US Department of State, International Religious Freedom Report 2004, 15 september 2004.
81 Zie 3.3.7 voor informatie over heropvoeding door arbeid.
29
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
De autoriteiten sloten of braken niet-geregistreerde kerken of tempels af en
verboden niet-geregistreerde kerkgenootschappen.82 Ondanks deze inspanningen
van de (lokale) overheid is groei te constateren in het aantal gelovigen, vooral bij
christelijke kerken en onder hoger opgeleiden.83
Per 1 maart 2005 zijn nieuwe Regels voor Religieuze Zaken van kracht. De regels
zijn een uitwerking van de constitutionele vrijheid van godsdienst en dienen ter
bescherming van de uitoefening van `normale religieuze activiteiten'. Welke
activiteiten als `normaal' worden beschouwd wordt niet nader omschreven. De
regels leggen onder andere vast op welke wijze religieuze organisaties activiteiten
kunnen ontplooien en contacten met het buitenland kunnen onderhouden. Ook zijn
eigendomsrechten vastgelegd.84 De regels leggen ook de bestaande systemen vast
wat betreft de wijze van registreren.85 De Chinese autoriteiten beschouwen de
nieuwe regels als teken van een bredere tolerantie ten aanzien van religies en zien
het als een goed voorbeeld van het principe van de rule of law.
Mensenrechtenorganisaties daarentegen zijn pessimistischer. De nieuwe regels
bieden weliswaar bescherming aan bepaalde religieuze activiteiten, maar
tegelijkertijd verergeren ze de reeds bestaande restricties. De regels bieden een
vastere basis om genootschappen en groeperingen die volgens de Chinese
autoriteiten niet onder de categorie `normale' religieuze activiteiten vallen, aan te
pakken.86
Christenen
De door de Chinese overheid erkende christelijke kerken zijn de `Chinese Ka-
tholieke Patriottische Associatie' (Chinese Catholic Patriotic Association) en de
protestantse `Drie-Zelf Patriottische Beweging' (Three-Self Patriotic
Movement/Chinese Christian Council). Katholieken en protestanten die onafhan-
kelijk van deze twee staatskerken hun geloof wensen te belijden, overtreden de
wet. Het is aan de rooms-katholieken in China niet toegestaan het gezag te
erkennen van de Paus en het Vaticaan. De Chinese overheid tracht hen daarmee af
te schermen van `buitenlandse invloeden' en aantasting van de macht van de CCP
te voorkomen. Sinds 1982 bestaat een verbod op huiskerken. Niet-geregistreerde
plaatsen, zoals ondergrondse huiskerken, zijn daarom sinds 1982 illegaal.
82 US Department of State, International Religious Freedom Report 2004, 15 september 2004.
83 US Department of State, International Religious Freedom Report 2004, 15 september 2004 en `Crossing the
Communists', The Economist, 23 april 2005.
84 Kerkgemeenschappen zullen bijvoorbeeld een vergoeding ontvangen wanneer de kerk verplaatst moet
worden vanwege wijzigingen in bestemmingsplannen.
85 `Rules safeguard religious freedom in China', China Daily, 20 december 2004.
86 `Religious freedom rhetoric fails to translate into reality', Amnesty International Press Release, ASA
17/065/2004, 21 december 2004; `Chinese religious leaders hail new regulations', Xinhua News Agency, 22
december 2004; `Devil is in the detail of new rules on religion, say analysts', South China Morning Post, 12
januari 2005 en `Reins tight on religious affairs', The Standard, 18 februari 2005.
30
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Volgens een regeling van 6 mei 1991 dienen alle plaatsen waar religieuze activi-
teiten plaatsvinden, te worden geregistreerd. Ingevolge het bepaalde in artikel 36
van de grondwet dienen religieuze groeperingen zich te onthouden van activiteiten
die de openbare orde verstoren, de gezondheid van burgers in gevaar brengen of
inbreuk maken op het onderwijssysteem van China. Ook is het voor buitenlanders
verboden zendingsarbeid te verrichten.
Zoals gezegd zijn niet-geregistreerde kerken illegaal. Wel kunnen in de praktijk
niet-geregistreerde groepen mensen in huiskerken bijeen komen om te bidden of
voor bijbelstudie, zolang ze maar klein en op de achtergrond blijven. De
mogelijkheid tot godsdienstbeoefening van niet-geregistreerde kerken is in de
praktijk afhankelijk van de opstelling van de lokale autoriteiten en varieert per
regio (in de provincies Jiangsu en Hunan bijvoorbeeld zijn de autoriteiten
toleranter). Sommigen kunnen openlijk in kerken bijeenkomen, andere
kerkgemeenschappen veranderen continu van ontmoetingsplaats om ontdekking te
voorkomen.87
Op hoog politiek niveau is in de zomer van 2004 besloten de aanpak van niet-
geregistreerde kerken te verscherpen. Hiertoe zijn richtlijnen opgesteld. Uit deze
richtlijnen is vooral op te maken dat (afhankelijkheids)relaties met buitenlandse
religieuze of politieke organisaties niet toegestaan zijn. Bovendien beweren
sommige bronnen dat het speciale bureau voor het bestrijden van illegale sektes
uitgebreid is, zodat het bureau zich ook kan richten op ongeregistreerde groepen,
welke soms heel arbitrair het stempel evil cult krijgen opgelegd.88
De verscherping van de controle is zichtbaar in de praktijk. De autoriteiten treden
op tegen praktiserende leden van niet-geregistreerde huisgemeenten. Zelfs
kerkleiders van geregistreerde kerken, die sympathiseren met huiskerken worden
opgepakt.89 In het algemeen worden opgepakte leden van huisgemeentes verhoord
en krijgen zij een boete opgelegd, maar na korte tijd weer vrijgelaten. Het is echter
ook voorgekomen dat arrestanten door de politie zijn doodgeslagen.
Op 13 juni 2004 werd pastoor Lin Xiangao, beter bekend als pastoor Samuel Lamb, korte
tijd ondervraagd. Het was voor het eerst in 14 jaar dat hij ondervraagd werd. Lin Xiangao
was altijd goed in staat zijn kerk te leiden zonder bemoeienis van de Chinese autoriteiten.90
In Wuhan, gelegen in de provincie Hubei, werden op 11 juni 2004 100 kerkleiders van
christelijke huisgemeenten gearresteerd. De betreffende leiders werden een paar dagen later
vrijgelaten.
87 US Department of State, International Religious Freedom Report 2004, 15 september 2004.
88 `Tightens control over Christianity', Compass Direct, 25 augustus 2004 en `Tightening control on religion',
Compass Direct, 16 november 2004. Beide artikelen geraadpleegd via www.compassdirect.org.
89 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.42), oktober 2004.
90 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.55), oktober 2004.
31
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Op 6 augustus 2004 werden drie mannen veroordeeld tot respectievelijk drie, twee en één
jaar voor het `lekken van staatsgeheimen' naar het buitenland. De drie zouden informatie
over vervolging aan Christenen in het buitenland hebben doorgegeven.91 In augustus 2004
werd een zestal pastoors opgepakt wegens het organiseren van illegale religieuze
bijeenkomsten. Een maand later volgden straffen variërend van 12 tot 30 maanden
heropvoedingskamp.92 Een lid van de Three Grades Servants huiskerk is op 27 april 2004
in detentie overleden. Een ander, die sinds 17 juni 2004 vastzat nadat ze opgepakt was voor
het uitdelen van bijbels, is doodgeslagen tijdens haar ondervraging.93
Boeddhisten
Het boeddhisme is de grootste religie in China. Volgens de Chinese overheid zijn
er 16.000 boeddhistische tempels en meer dan 200.000 boeddhistische nonnen en
monniken in China. Buiten de Tibetaanse Autonome Regio bestaat een grotere
vrijheid om religie uit te oefenen en religieuze training te geven dan in Tibet.94
Een beschrijving van de situatie voor boeddhisten in Tibet is opgenomen in
paragraaf 3.5.1.
Moslims
Volgens de Chinese overheid zijn er 40.000 islamitische gebedsplaatsen en 45.000
imams in China. De Hui, één van de grotere minderheidsgroepen in China, is de
grootste officieel erkende moslimgroep in China (circa 10 miljoen) en leeft
verspreid over heel China. De grootste concentraties Hui leven in de Hui
Autonome Regio in Ningxia en in de provincies Gansu en Qinghai. Hui
identificeren zich niet heel sterk met hun etniciteit. Ze zijn etnisch en linguïstisch
Chinees.
De behandeling van islamitische minderheden varieert in China. De Hui hebben
meer religieuze vrijheid dan de Oeigoeren. Zo worden de Hui niet belemmerd in
de uitoefening van hun godsdienst en bijvoorbeeld het bouwen en renoveren van
moskeeën. In sommige gebieden gaan moslimkinderen naast het regulier
onderwijs ook naar religieuze scholen.
De Chinese overheid verleent steun aan de moslimgemeenschap door onder andere
het subsidiëren van een pelgrimreis naar Mekka en steun voor het vasten tijdens de
ramadan.
91 `Arrest of 100 House Church Leaders Confirms Trend', Compass Direct, 28 juni 2004 en `Tightens control
over Christianity', Compass Direct, 25 augustus 2004, geraadpleegd via www.compassdirect.org
92 `China: pastor arrested and sentenced', www.persecution.com.au, geraadpleegd op 15 maart 2005.
93 `House church leaders from Anhui arrested; one killed in custody', China Aid Association, 24 mei 2004 en
`Husband of the killed Christian woman appeals for international intervention', China Aid Association, 13
november 2004, geraadpleegd via www.chinaaid.org.
94 US Department of State, International Religious Freedom Report China 2004, 15 september 2004.
32
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
In gebieden waar etnische onrust voorkomt, met name bij de Oeigoeren in
Xinjiang, wordt de bouw van moskeeën aan banden gelegd en is het verboden om
kinderen onder de 18 jaar over de islam te leren. Ook ambtenaren, leraren,
professoren en studenten is het niet toegestaan hun geloof in het openbaar te
belijden.95 Volgens de Chinese overheid is er in Xinjiang een tiental islamitische
scholen voor hoger onderwijs. Een beschrijving van de situatie van Oeigoeren in
Xinjiang is opgenomen in paragraaf 3.5.2.
Illegale sektes96
In 1995 werd door de Staatsraad een verordening uitgegeven waarin de volgende
religieuze bewegingen tot illegale sektes werden verklaard: the Shouters (Huhan
Pai), Eastern/Oriental Lightning (Dongfang Shandian), Society of Disciples
(Mentu Hui), the Full Scope Church, the Spirit Sect, the New Testament Church,
en de Guan Yin Methode. In later jaren werden ondermeer de volgende sektes
verboden: the Lord God Sect, the Established King Church, the Unification
Church, the Family of Love, the Dami Mission.97 In 1996 is door het Staand
Comité van het Nationaal Volkscongres een besluit aangenomen om alle sektes te
verbieden en leden te vervolgen op basis van artikel 300 van de strafwet. Op grond
van dit artikel kunnen sekteleden drie tot zeven jaar gevangenisstraf krijgen
wegens `het verstoren van de publieke orde' of het uitdelen van publicaties.
Leiders en personen die zich bezighouden met het werven van nieuwe leden lopen
het risico op minimaal zeven jaar gevangenisstraf.98
3.3.4 Falun Gong en andere verboden Qigong-bewegingen
Onderdrukking Falun Gong
De Falun Gong, een zogeheten Qigong-beweging99, is sinds 1999 een verboden
groepering. De Falun Gong wordt door de Chinese autoriteiten aangemerkt als evil
cult. Aanhangers worden door de Chinese autoriteiten nog steeds vervolgd.
Duizenden Falun Gong-aanhangers worden bestraft of naar intensieve anti-Falun
Gong-studiesessies gestuurd waar ze onder grote druk worden gezet om afstand te
nemen van de Falun Gong.
95 US Department of State, International Religious Freedom Report China 2004, 15 september 2004 en UK
Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.75-6.79), oktober 2004.
96 Zie voor Falun Gong paragraaf 3.3.4.
97 US Department of State, International Religious Freedom Report 2004 China, 15 september 2004 en UK
Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.80), oktober 2004. Voor meer informatie
over de verschillende illegale sektes zie het Algemeen ambtsbericht China van april 2004, pagina's 32 en 33.
98 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.81), oktober 2004.
99 Qigong betekent letterlijk een ademhalingsmethode.
---
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Volharden zij in hun overtuiging dan worden ze naar heropvoedingskampen
gestuurd.100 Leiders van de Falun Gong worden onmiddellijk in deze kampen
opgesloten. De Chinese overheid betrekt familieleden, buren en werkgevers van
Falun Gong-aanhangers in haar strijd tegen de beweging. Familieleden of de
werkgever worden verantwoordelijk gesteld voor de Falun Gong-aanhanger en
dienen te voorkomen dat betrokkene nog participeert in Falun Gong-activiteiten.
Staatsmedia worden geïnstrueerd de Falun Gong in diskrediet te brengen. De
Chinese overheid heeft een zogeheten bureau `610' opgezet om de Falun Gong te
bestrijden.101 Dit bureau heeft meer macht dan de gebruikelijke openbare
veiligheidsorganen. Mensenrechtenorganisaties rapporteren over mishandeling en
foltering door bureau `610', waarbij meerdere slachtoffers zijn overleden. Falun
Gong-aanhangers die weigeren hun geloof af te zweren worden in de gevangenis
of in heropvoedingskampen soms slecht behandeld. Er zijn berichten dat sinds
1999 enkele honderden Falun Gong-aanhangers aan de gevolgen van foltering en
slechte behandeling in detentie zijn overleden.102
Arrestaties en detenties
Falun Gong en ook andere Qigong-aanhangers worden meestal opgepakt op basis
van aanklachten die variëren van lidmaatschap van een verboden organisatie of
evil cult, verstoring van de openbare orde, verspreiding van verboden publicaties,
maar ook op aanklachten als verkrachting en fraude. Leden worden vervolgd op
basis van artikel 300 van de strafwet.103 Ook heeft de Hoge Raad aanwijzingen
gegeven over hoe overige strafwetgeving op Falun Gong-aanhangers kan worden
toegepast. Sinds de start in 1999 van de onderdrukkingscampagne tegen de Falun
Gong door de autoriteiten is het beoefenen van Falun Gong of het bezit van Falun
Gong-boeken al voldoende reden voor detentie.104 Falun Gong-aanhangers lopen
het gevaar te worden opgepakt, zodra het algemeen bekend is dat ze Falun Gong-
aanhanger zijn.
Twee leden van de Falun Gong zijn in augustus 2004 tot tien jaar cel veroordeeld wegens
getoonde bekeringsijver.105 In december 2004 zijn elf Falun Gong-aanhangers gearresteerd
wegens het verspreiden van foto's op het internet waaruit blijkt dat sommige van hen
mishandeld zijn tijdens eerdere detenties.106
100 Het betreft hier veelal speciaal op Falun Gong-aanhangers gerichte heropvoedingskampen. Zie ook paragraaf
3.3.7 over deze heropvoedingskampen.
101 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.93), oktober 2004.
102 US Department of State, International Religious Freedom Report 2004 China, 15 september 2004.
103 Dit artikel bepaalt o.a. dat op sektevorming drie tot zeven jaar gevangenschap staat en in geval van
`bijzondere omstandigheden' minimaal zeven jaar.
104 US Department of State, International Religious Freedom Report 2004 China, 15 september 2004.
105 AFP, 30 augustus 2004.
106 `11 Falun Gong members arrested for posting torture photos on Internet', Rapporteurs sans Frontières, 29
december 2004, geraadpleegd via www.rsf.org.
34
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Begin februari 2005 werden beoefenaars van Falun Gong wereldwijd diverse malen
telefonisch belaagd met Chinese propaganda, intimiderende aantijgingen en laster.107 Liu
Yawen werd eind maart 2005 opgepakt voor het uitdelen van Falun Gong dvd's. Zij zit in
eenzame opsluiting en mag geen bezoek van familieleden ontvangen.108 Op 7 maart 2005
keerden Jiang Renzheng en zijn vrouw terug naar China, nadat zij uitgeprocedeerd waren in
de Duitse asielprocedure. Volgens Duitsland zou geen gevaar voor vervolging bestaan in
China, zolang betrokkenen niet in het openbaar de Falun Gong beoefenen. Op 9 april 2005
is Jiang Renzheng echter opgepakt door de Chinese politie en veroordeeld tot drie jaar in
een heropvoedingskamp.109
Heropvoedingskampen110
Volgens verschillende mensenrechtenorganisaties en de Falun Gong-beweging
zelf bevinden zich sinds 1999 minstens 125.000 Falun Gong-aanhangers in
heropvoedingskampen. Naar verluidt worden de meeste opgepakte Falun Gong-
aanhangers zonder proces voor korte of langere tijd naar dergelijke kampen
gestuurd. Dit is een veelgebruikte methode om Falun Gong-aanhangers en leden
van andere bewegingen te straffen. Het komt ook voor dat Falun Gong-aanhangers
opgenomen worden in psychiatrische detentiecentra.111
Mishandeling en foltering
Falun Gong-aanhangers worden vaak hard aangepakt door de politie en de
bewaking van gevangenissen en heropvoedingskampen. Er zijn berichten over
mishandeling en foltering. Ook zouden Falun Gong-aanhangers in detentie zijn
gestorven.112
Qigong-bewegingen
Ook andere zogeheten Qigong-bewegingen hebben te maken met toegenomen
repressie van de Chinese autoriteiten. Vooral de Zhong Gong, Guo Gong en de
Xian Gong-groep staan onder streng toezicht van de Chinese overheid. In de `anti-
bijgeloof' campagne van de Chinese overheid die van start ging in 1998 kwamen
de Guo Gong, de Cibie Gong en de Zhong Gong onder vuur te liggen.113
107 ANP, 8 februari 2005.
108 `Fear for torture or ill-treatment', Amnesty International Public Index ASA 17/009/2005, 22 april 2005.
109 `Deportation results in a three year labor camp sentence', The Epoch Times, 4 mei 2005, geraadpleegd via
www.theepochtimes.com.
110 Zie paragraaf 3.3.7 over heropvoedingskampen.
111 US Department of State, International Religious Freedom Report 2004 China, 15 september 2004. Personen
kunnen voor enkele dagen tot enkele jaren naar een heropvoedingskamp worden gestuurd.
112 US Department of State, International Religious Freedom Report 2004 China, 15 september 2004 en UK
Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.84-6.85), oktober 2004.
113 US Department of State, International Religious Freedom Report 2004 China, 15 september 2004.
35
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
3.3.5 Bewegingsvrijheid
Hukou
Ieder gezin heeft een hukou ben (hukou ben = familiehuishoudregistratieboekje)
waarin alle mutaties zoals verhuizing, geboorte, huwelijk en overlijden worden
geregistreerd. Het huishoudregistratiebewijs is eigenlijk tevens een `binnenlands
paspoort' waarmee de Chinese overheid migratie van het platteland naar de steden
probeert te reguleren. De enige instantie die wijzigingen mag aanbrengen in de
hukou is het Bureau voor Openbare Veiligheid (Public Security Bureau, PSB),
verantwoordelijk voor de bevolkingsregistratie in China.
Onder het huishoudregistratiesysteem zijn alle families in China verdeeld in
plattelands- en stedelijke huishoudens. Het is moeilijk maar niet onmogelijk om
deze classificatie te wijzigen. Sommige steden hebben soepele regels voor mensen
die nodig zijn bij de ontwikkeling van de lokale economie (bijvoorbeeld
hooggeschoolden en investeerders) en aan bepaalde voorwaarden voldoen.
Degenen die een stedelijke huishoudregistratie hebben, krijgen gemakkelijker
toegang tot onderwijs, medische zorg, huisvesting en andere sociale
voorzieningen. Voor mensen die hun huishoudregistratie op het platteland hebben
zijn deze voordelen niet beschikbaar, ook al wonen en werken zij in een stad.
Vaak is het zelfs zo dat deze mensen extra toeslagen moeten betalen, bijvoorbeeld
om hun kinderen in de stad waar zij wonen naar school te kunnen laten gaan.
Hoewel het hukou-systeem niet afgeschaft zal worden, is de classificatie
platteland/stedelijk eind 2001 in een aantal provincies wel afgeschaft. Via een wet
die nu nog in de maak is zal uiteindelijk een geünificeerd systeem komen dat het
onderscheid platteland/stedelijk formeel wegneemt. De hukou zal dan enkel nog
gebruikt hoeven te worden ter identificatie van personen en voor het bijhouden
van het bevolkingsaantal.114
Vanaf 1 oktober 2001 zijn hervormingen ingevoerd, waardoor het mogelijk wordt
voor personen die langere tijd legaal werken en over huisvesting beschikken in een
andere plaats dan die waar hun hukou is geregistreerd, om een permanente
verblijfsvergunning te krijgen voor de plaats waar ze daadwerkelijk verblijven.
Sinds 2002 moeten steden die kleiner zijn dan 100.000 personen een stedelijke
hukou verstrekken aan mensen van het platteland die een vaste baan en huisvesting
hebben in de stad.115
114 Pepole's Daily Online, 24 februari 2005, geraadpleegd via www.english.peopledaily.com.cn; China Daily, 3
maart 2005, geraadpleegd via www.china.org.cn
115 Shanghai Star, Stemming the human tide, 12 juni 2003.
36
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
De genoemde hervormingen hebben zich in de verslagperiode doorgezet. Zo is
vanaf 1 oktober 2004 in Shanghai een pilot begonnen op basis waarvan personen
met een niet-stedelijke huishoudregistratie een permanente verblijfsvergunning
kunnen krijgen. Zij genieten dan dezelfde voordelen op het gebied van sociale
voorzieningen en onderwijs voor kinderen als de personen met een stedelijke
huishoudregistratie. Om in aanmerking te komen voor een permanente
verblijfsvergunning moet betrokkene wel al langere tijd wonen en werken in de
stad. De kaart kost 25 RMB (ongeveer 2,50 ). 116 Een ander voorbeeld van de
hervormingen is de zogenaamde Spring Breeze Action, die de Chinese regering in
februari 2005 is gestart. Deze actie vereenvoudigt de procedure voor
migrantenarbeiders om in aanmerking te komen voor werk in de steden. Zo is de
identiteitskaart de enige kaart die nog overgelegd moet worden.117
Sinds augustus 2003 gelden nieuwe maatregelen die de verblijfsrestricties
afzwakken. De belangrijkste wijziging is dat ouders van nieuwgeboren kinderen
kunnen kiezen of het kind de verblijfsplaats van de vader of de moeder krijgt. Ook
wordt de verblijfsplaats gehandhaafd van personen die veroordeeld zijn tot
gevangenisstraf of een heropvoedingskamp in een andere plaats.
Hukou-registratie
In principe kan iedereen met de Chinese nationaliteit zich laten registreren in het
hukou-systeem, ook op latere leeftijd. Mensen die zich na langdurig verblijf in het
buitenland na terugkeer opnieuw willen laten registreren, kunnen dat doen zonder
dat sprake is van een boeteheffing. Wel kan het voorkomen dat mensen als gevolg
van bureaucratische hindernissen enige moeite moeten doen voordat de registratie
geaccepteerd wordt. Ook komt het voor dat Chinezen zich niet laten uitschrijven
bij vertrek uit China en bij terugkeer vaak nog in het bezit zijn van de hukou-
registratie.
Wanneer Chinezen met hun in Nederland geboren kinderen terugkeren naar China,
kunnen zij de kinderen laten inschrijven in hun hukou. Zij hoeven daarvoor slechts
de geboortebewijzen van de kinderen te overleggen. Er wordt geen boete opgelegd
voor deze registratie na terugkeer. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen
legaal of illegaal verblijf in het buitenland. Indien Chinezen zich tijdens verblijf in
het buitenland niet aan de gezinsplanningsregels gehouden hebben, is men
verplicht na terugkeer een social compensation fee te betalen.118 Registratie van
kinderen en het betalen van een social compensation fee gaan meestal gelijk op,
maar de concrete invulling verschilt per provincie.
116 `Residence card open for migrants', Shanghai Daily, 9 oktober 2004.
117 `Fewer hurdles for migrant workers', China Daily, 21 februari 2005.
118 Zie 3.1.2 inzake wetgeving met betrekking tot gezinsplanning.
37
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Uitschrijving hukou
In dorpen wordt de huishoudregistratie over het algemeen jaarlijks gecontroleerd.
Van degenen die langer dan een half jaar verdwenen zijn worden de namen
doorgegeven aan het Bureaus voor Openbare Veiligheid (PSB). Uit ervaring (in
met name Wencheng, provincie Zhejiang) blijkt dat inwoners van dat gebied
worden uitgeschreven uit de hukou wanneer zij langer dan drie jaar weg zijn.
Volgens de PSB van Shanghai is het niet mogelijk te controleren wie nog wel en
wie niet meer aanwezig zijn, omdat migratie veel voorkomt. Slechts wanneer men
zich officieel laat uitschrijven wordt de hukou opgeheven. Er blijven over de
betrokken personen echter nog wel tientallen jaren data beschikbaar in de passieve
registers.
Overlijden
Wanneer iemand komt te overlijden wordt door het ziekenhuis, het wijkcomité of
de politie een overlijdensakte opgemaakt. De overlijdensakte wordt verstrekt aan
het bureau van de PSB waar de overledene staat geregistreerd. Dit bureau
registreert na ontvangst van de akte het overlijden in het betreffende hukou-boekje.
De naam van de overledene blijft geregistreerd en opvraagbaar in de archieven van
de PSB. Na een bepaalde periode brengt de PSB de persoonsdossiers over naar het
archiefbureau. Naast de PSB ontvangt de begrafenisondernemer ook een
overlijdensakte. De akte is noodzakelijk voordat iemand begraven kan worden.
Identiteitskaart
Elke Chinese burger die woonachtig is in China is verplicht binnen één maand na
zijn zestiende verjaardag een identiteitskaart aan te vragen én te verkrijgen.119
Daarop zijn twee uitzonderingen:
· Indien de burger in actieve dienst is van de People's Liberation Army of de
People's Armed Police. In deze gevallen dragen soldaten en bewapende
agenten een speciale identiteitskaart bij zich die wordt uitgegeven door het
Centrale Militaire Comité respectievelijk de People's Armed Police.
· Indien de burger is veroordeeld tot dienstverlening, onvoorwaardelijke
gevangenisstraf voor een bepaalde periode, heropvoeding door arbeid of
gedetineerd is. In deze gevallen dient de identiteitskaart onmiddellijk na
vrijlating te worden aangevraagd.120
119 De kaart hoeft niet in persoon afgehaald te worden. Wanneer iemand anders de kaart komt halen, moet deze
persoon wel alle relevante bewijsstukken kunnen overleggen.
120 Zie de artikelen 2 en 10 van de Regulations of the PRC concerning Resident Identity Cards (the ID
regulation), 6 september 1985 en artikel 6 van de Implementation Rules of the ID Regulation van 28
november 1986, geamendeerd op 1 oktober 1999.
38
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Volgens de Chinese wet- en regelgeving dient een Chinees staatsburger zijn
identiteitskaart te allen tijde bij zich te dragen.121 Het is bij een groot aantal
handelingen en gebeurtenissen verplicht om de identiteitskaart te tonen.122
De identiteitskaart wordt aangevraagd bij het lokale politiebureau dat in elke wijk
(stad) of gewest (dorp) te vinden is. De kosten van de identiteitskaart bedragen 5,
10 of 20 RMB123 (voor respectievelijk arme gebieden, gewone gebieden en
speciale economische zones). Indien men de kosten niet kan betalen, kunnen deze
worden kwijtgescholden.124 Het komt echter in sommige rurale en zeer arme
gebieden voor dat burgers geen identiteitskaart aanvragen vanwege het ontbreken
van vervoer, of geld voor vervoer, naar het lokale politiebureau.
Nieuwe identiteitskaart
De Chinese regering heeft besloten om vanaf 2004 de komende vijf tot zes jaar
nieuwe plastic identiteitskaarten te verstrekken. Eind 2008 zou iedereen in China
een dergelijke kaart moeten hebben. De smart card vervangt de in 1985
ingevoerde papieren identiteitsbewijzen, die relatief eenvoudig te vervalsen zijn.
Op de nieuwe kaarten is een chip verwerkt met persoonlijke informatie van de
eigenaar. Hiermee kunnen de gegevens direct worden gecontroleerd in een
centraal bestand van het Bureau voor Openbare Veiligheid in Peking. Op de kaart
staat informatie als naam, geslacht, bevolkingsgroep, geboortedatum, adres,
identiteitsnummer, foto, geldigheid en plaats van afgifte. De nieuwe
identiteitskaart kwam in maart 2004 beschikbaar in Peking, Tianjin, Shanghai,
Shenzhen en Changsa.125 De kosten voor de nieuwe kaart zijn 20 RMB. Voor
mensen die de kosten niet kunnen betalen zijn er speciale regelingen.126 Ook
jongeren onder de 16 zouden de nieuwe kaart aan mogen vragen. De ouders
moeten echter wel toestemming geven.127
Zoekgeraakte of gestolen identiteitskaart
Bij verlies of diefstal van een identiteitskaart, kan via het lokale politiebureau een
nieuwe kaart aangevraagd worden. Er moet een boete betaald worden en de
aanvrager moet een aantal pasfoto's inleveren voor heruitgifte.
121 Artikel 33 van de Implementation Rules of the ID Regulation.
122 Zie het algemeen ambtsbericht China van maart 2003 (bijlage III) voor een overzicht van situaties waarbij
een identiteitskaart moet worden getoond.
123 100 RMB is ongeveer 10 Euro.
124 `Notice on Fees for Forge-prevention ID Card', Ministry of Justice and the State Planning Committee, 3 juli
1995.
125 `Miljard Chinezen krijgt nieuwe identiteitskaart', ANP, 27 augustus 2003; `Smart ID cards', Xinhua, 29
januari 2004.
126 `Chinese citizens to use new ID cards next year', Xinhua, 18 december 2003.
127 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.168), oktober 2004
39
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
De hukou-gegevens en eventuele aanvragen van eerdere identiteitskaarten zijn
beschikbaar op het lokale politiebureau. Het inleveren van de pasfoto's hoeft
overigens niet door de persoon zelf te gebeuren.128
Paspoort
In China bestaan diplomatieke, dienst- en gewone paspoorten.129 Om naar het
buitenland te kunnen reizen moeten Chinezen een paspoort aanvragen. Er is geen
toestemming van de werkeenheid meer nodig om een paspoort te kunnen krijgen.
In een honderdtal grote en middelgrote steden kan via een vereenvoudigde
procedure een paspoort worden aangevraagd.130 Voorheen moesten aanvragers van
een paspoort verscheidene documenten inleveren met toestemming van hun
werkgever of school en een uitnodiging uit het buitenland. Aanvraagformulieren
waren slechts op één plaats verkrijgbaar en er waren lange wachttijden. In de
nieuwe procedure is slechts nog de identiteitskaart nodig, een pasfoto en een
identiteitsbewijs waaruit blijkt dat de aanvrager geregistreerd is in de stad waar de
aanvraag wordt gedaan. Bovendien hebben de afgevende instanties hun
persoonsregistratie databestanden geactualiseerd, waardoor controle van de
opgegeven gegevens sneller wordt uitgevoerd.131
De paspoortaanvraagformulieren zijn af te halen bij postkantoren en politiebureaus
door de hele stad en ze zijn te downloaden van internet. Het paspoort kan binnen
tien werkdagen worden afgehaald.
De vereenvoudigde procedure is niet voor iedereen toegankelijk. Hoge ambtenaren
moeten nog steeds om toestemming vragen van hun departement en personen die
gezocht worden voor een misdrijf of tegen wie een rechtszaak loopt, kunnen
evenmin van de procedure gebruik maken.132
Reizen naar het buitenland
Voor alle landen ter wereld heeft een Chinees staatsburger een inreisvisum nodig.
Het uitreisvisum is sinds januari 2002 afgeschaft.133 De uitreis van een Chinees
burger wordt nog wel steeds geregistreerd.
128 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.170), oktober 2004
129 Zie voor een uitgebreide beschrijving van de verschillende soorten paspoorten in China het Algemeen
ambtsbericht China van november 2001.
130 US Department of State, China (includes Tibet, Hong Kong and Macau) Country Report on Human Rights
Practices-2004, 28 februari 2005, pagina 23. In dit rapport wordt wel vermeld dat politieke dissidenten,
religieuze leiders en etnische minderheden ondanks de vereenvoudigde procedure vaak moeilijkheden
ondervinden bij het verkrijgen van een paspoort.
131 `Passport Procedure Simplified, Reference Letter No Longer Needed', Shanghai Daily, 29 augustus 2002.
132 `Getting Passport Easier', Shanghai Star, 5 september 2002.
133 Zie over het uitreisvisum het algemeen ambtsbericht China van april 2004, pagina 41.
40
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Op een luchthaven gebeurt deze registratie door de medewerkers van de Entry
&Exit unit van het ministerie voor Openbare Veiligheid en bij andere manieren
van grensoverschrijding wordt de uitreis geregistreerd door bijvoorbeeld de lokaal
aanwezige militairen.
Officieel kunnen Chinese burgers slechts als toerist reizen naar landen waarmee
China een Approved Destination Status (ADS)-overeenkomst heeft afgesloten.134
Het aanvragen van een visum gebeurt in speciaal daarvoor aangewezen
reisbureaus. Wanneer men naar een niet ADS-land wil afreizen, is men verplicht
zich aan de inreisregels van het desbetreffende land te houden. Een visumaanvraag
geschiedt via de desbetreffende ambassade of het desbetreffende consulaat.
Sinds juni 2003 kunnen Chinezen woonachtig in Peking, Shanghai en een achttal
steden in de provincie Guangdong nu ook op individuele basis Hongkong en
Macau bezoeken, en niet alleen meer in groepsverband. En in mei 2005 kondigden
de Chinese staatsmedia aan dat China het verbod op zou heffen waarbij burgers al
meer dan een halve eeuw niet naar Taiwan mogen reizen.135
3.3.6 Rechtsgang
De rechtsgang in China voldoet niet aan de daarvoor internationaal geldende
standaarden. Het rechtssysteem in China is een middel voor de CCP om macht uit
te oefenen en het recht is ondergeschikt aan de politiek. Veel wetten zijn vaag
geformuleerd en verdachten hebben slechts zeer beperkt toegang tot een advocaat.
Bovendien zitten verdachten vaak lang vast voordat hen iets ten laste wordt gelegd
of de zaak voor het gerecht komt. Ook worden mensen zonder vorm van
rechtspraak gevangen gezet in zogenoemde heropvoedingskampen. Mishandeling
en foltering van gevangenen komt op grote schaal voor ondanks een wettelijk
verbod terzake.136
134 In mei 2004 is een ADS-overeenkomst tussen China en de EU tot stand gekomen die per 1 september 2004 in
werking is getreden. Andere landen waarmee China een ADS-overeenkomst heeft gesloten zijn: Hongkong,
Macao, Thailand, Singapore, Maleisië, Filippijnen, Australië (alleen voor Peking, Shanghai, Guangzhou),
Nieuw Zeeland (alleen Peking, Shanghai, Guangzhou), Zuid-Korea, Japan (alleen Peking, Shanghai,
Guangzhou), Vietnam, Cambodja, Myanmar, Brunei, Nepal, Indonesië, Malta, Turkije en Egypte.
135 Reuters/ANP/RTR, 20 mei 2005.
136 VN Commission on Human Rights, Civil and Political Rights, including the Question of Torture and
Detention. Report of the Working Group on Arbitrary Detention. E/CN.4/2005/6/Add.4, 29 december 2004;
`World Report 2005: Overview of Human Rights issues in China', Human Rights Watch via www.hrw.org.;
UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (5.24-5.39), oktober 2004; US
Department of State, China (includes Tibet, Hong Kong and Macau) Country Report on Human Rights
Practices-2004, 28 februari 2005.
41
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Verbetering van het rechtssysteem krijgt veel aandacht van de Chinese
autoriteiten. Wel wordt ervoor gewaakt dat het machtsmonopolie van de CCP niet
in gevaar komt.
Er zijn plannen over hervorming van de doodstraf en plannen dat niet de politie, maar de
rechtbank de bevoegdheid krijgt mensen naar een heropvoedingskamp te sturen.137
De Chinese regering investeert tevens in het verhogen van de kwaliteit van rechters. Men tracht
de justitiële sector te professionaliseren en de rechterlijke macht meer onafhankelijk te laten
worden. Dit wordt nagestreefd door meer gerichte werving van rechters en advocaten en
strengere, gestandaardiseerde examens en betere opleidingen.138
Een burgerlijk wetboek waarin ten minste 1200 civielrechtelijke artikelen worden opgenomen,
is in de maak. Dit wetboek is met name gericht op particulier eigendom en landrechten. Op dit
moment bestaat geen equivalent. De Chinese regering streeft naar afronding in 2010.
De overheid heeft in alle provincies en grote gemeenten bureaus voor rechtshulp opgericht. In
totaal zijn er 2.156 bureaus voor rechtshulp, waarvan 32 op provinciaal niveau. Ook komen er
steeds meer niet-gouvernementele bureaus voor rechtshulpverlening. Deze bureaus richten zich
vooral op wet- en regelgeving bij verschillende arbeidsverhoudingen en de toepassing ervan bij
arbeidsconflicten.
Per 1 mei 2005 is juryrechtspraak ingevoerd. Juryrechtspraak bestond al langer, maar regels en
verantwoordelijkheden waren nauwelijks vastgelegd. Juryleden zijn benoemd op regionaal of
districtsniveau en moeten voldoen aan minimale eisen van educatie. Verscheidene
mensenrechtenorganisaties twijfelen of de juryrechtspraak een einde zal maken aan de volgens
velen wijdverbreide corruptie binnen de Chinese rechterlijke macht.139
Diverse landen, waaronder ook Nederland en de EU, hebben met China
samenwerkingsprogramma's op het gebied van goed bestuur en mensenrechten,
waarbij vaak de nadruk ligt op het bevorderen van de rechtsstaat.
3.3.7 Arrestaties en detenties
Opsporing
Ter opsporing van veroordeelde criminelen en verdachten wordt vaak een lijst van
gezochte personen in kranten gepubliceerd en op televisie voorgelezen.
137 `Peking werkt aan ingrijpende hervorming justitie', ANP, 19 januari 2004.
138 `World Report 2005: Overview of Human Rights issues in China', Human Rights Watch via www.hrw.org.
139 ANP, 25 april 2005.
42
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Daarnaast wordt soms gebruikt gemaakt van aanplakbiljetten.140 Ook hotels
krijgen een lijst van gezochte criminelen, omdat deze vaak in hotels zouden
verblijven. In en om de lobby's van hotels en op busstations hangen posters van
gezochte personen, waarin gewaarschuwd wordt dat deze personen gevaarlijk zijn.
Voorts zijn er websites waarop lijsten met gezochte personen kunnen worden
gevonden.141 Naast vermelding van de personalia worden in sommige gevallen de
criminele delicten genoemd, zoals het beroven van een bank, moord of diefstal.
Arrestaties
In april 2001 startte de Chinese overheid een strike hard campagne. Deze
campagne richtte zich op het tegengaan van geweldsmisdrijven en georganiseerde
misdaad en corruptie, maar ook tegen separatisten, sektes, criminele groeperingen,
massale bijeenkomsten en betogingen van boeren en arbeiders. Na `11 september'
werd de strike hard campagne verscherpt, in het bijzonder tegen separatisten.142
Het is onduidelijk of de strike hard campagne officieel nog gaande is. In de
praktijk wordt er in elk geval nog wel naar verwezen.143
In de rapportage aan de leden van het Nationale Volkscongres meldde het
Hooggerechtshof in maart 2005 dat in 2004 811.102 arrestaties van personen die
worden verdacht van diverse criminele activiteiten zijn goedgekeurd. Verder zijn
tegen ongeveer 867.000 personen rechtszaken gestart.144
Corruptie
Corruptie is wijdverspreid in China. De Chinese overheid voert een actieve anti-
corruptie campagne. De autoriteiten pakken corruptie aan door verdachte
ambtenaren te arresteren en gerechtelijk te vervolgen. In 2004 verdachten de
Chinese autoriteiten ruim 30.000 mensen van corruptie. Zes hoge ambtenaren
werden in 2004 veroordeeld tot straffen variërend van elf jaar tot levenslang.145
140 UK Immigration and Nationality Directorate, China extended bulleting 2/2003, Legal system, appertaining to
criminal law, of the People's Republic of China, februari 2003.
141 Het ministerie voor Openbare Veiligheid onderscheidt twee categorieën gezochte personen: klasse A en B.
Klasse A betreft zeer gevaarlijke en agressieve personen. Op www.mps.gov.cn wordt een deel van klasse A
met foto vermeld plus een omschrijving van de gepleegde criminele feiten en de personalia. Klasse B staat
niet op de site. Op www.cpd.com.cn staat ook een lijst met gezochte personen (inclusief foto, personalia en
identiteitskaartnummer).
142 Zie ook de paragrafen 2.3 en 3.5.2.
143 AP, 18 december 2004.
144 China Daily, 21 maart 2005, geraadpleegd via www.chinadaily.com; `Meer dan 800.000 arrestaties in China',
ANP, 9 maart 2005.
145 China Daily, 21 maart 2005, geraadpleegd via www.chinadaily.com.
43
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Detentie
Onder Chinees recht moet een verdachte binnen 24 uur iets ten laste worden
gelegd. Dit kan uitgesteld worden tot 7 dagen en in uitzonderlijke gevallen tot 37
dagen.146 Verdachten zitten echter vaak langer dan de wettelijke termijnen vast
voordat hen iets ten laste wordt gelegd of de zaak voor het gerecht komt. De
periode kan soms oplopen tot maanden.147 Voorafgaand aan belangrijke
internationale ontmoetingen of bijeenkomsten worden vaak enkele vooraanstaande
gevangenen vrijgelaten.
Administratieve detentie
China had tot voor kort twee vormen van administratieve detentie. Het gaat om het
systeem van re-education through labour (heropvoedingskampen) en het systeem
van custody and repatriation. De tweede vorm werd per 1 augustus 2003
afgeschaft.148
Re-education through labour (RTL)
RTL, laojiao in het Chinees, bestaat sinds 1957 en is bedoeld voor bestraffing van
vergrijpen die niet ernstig genoeg zijn voor strafvervolging. De regeling geeft de
PSB het recht burgers, zonder proces, hun persoonlijke vrijheid te ontnemen voor
een periode van één tot drie jaar. Arrestatiebevelen zijn niet nodig. RTL werd
onder andere gebruikt voor bestraffing van contra-revolutionairen. Deze term is
inmiddels vervangen door de term `misdaden tegen de nationale veiligheid'. De
term is niet nader gespecificeerd zodat hij ruim geïnterpreteerd kan worden. De
huidige regelgeving dateert uit 1982, maar conflicteert met meerdere wetten die
tussen 1996 en 2000 door het Nationaal Volkscongres zijn aangenomen en met het
Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten dat door China in 1998 werd
getekend (maar nog niet geratificeerd).
RTL wordt gebruikt voor prostituees en hun klanten en voor drugsgebruikers. De
laatste jaren worden ook aanhangers van Falun Gong, politieke activisten en leden
van niet-geregistreerde kerken veelvuldig naar de heropvoedingskampen
gestuurd.149
146 Artikelen 60 tot 69 van de Criminal Procedure Law of the People's Republic of China.
147 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (5.30-5.32), oktober 2004; VN
Commission on Human Rights, Civil and Political Rights, including the Question of Torture and Detention.
Report of the Working Group on Arbitrary Detention. E/CN.4/2005/6/Add.4, 29 december 2004.
148 Zie over Custody and repatriation of vagrants and beggars in urban areas het algemeen ambtsbericht China
van april 2004, pagina 45.
149 Volgens de in Amerika gevestigde mensenrechtenorganisatie Dui Hua bestaan verschillende
soorten heropvoedingskampen, te weten (1) custody and education voor prostituees en hun
klanten, coercive drug habilitation voor drugsgebruikers en legal education voor o.a. Falun
Gong-aanhangers. In: `Alex Ho case illustrates police use of custody and education', Dialogue,
Issue 14, herfst 2004.
---
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Volgens officiële bronnen in 2003 zaten er toendertijd meer dan 250.000 personen
opgesloten in heropvoedingskampen. Volgens een rapport van het Chinese
Hooggerechtshof bestaat de capaciteit van de 340 heropvoedingskampen uit
300.000 mensen.150
RTL is al meer dan tien jaar omstreden onder Chinese rechtsgeleerden. In diverse
kringen worden momenteel hervormingsvoorstellen besproken mede in het kader
van het ratificatieproces van het Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke
Rechten.151
Een mogelijke verandering is dat het besluit om iemand naar een
heropvoedingskamp te sturen voortaan door de rechtbank wordt genomen in plaats
van door de politie.
Situatie in gevangenissen en detentiecentra
Volgens cijfers die de Chinese regering in oktober 2004 bekend maakte, telt China
anderhalf miljoen gevangenen, waarvan 70.000 vrouwen en 19.000 minderjarige
criminelen, verspreid over 670 gevangenissen.152 De Chinese autoriteiten laten
weinig tot geen onafhankelijke inspecteurs toe tot gevangenissen en
heropvoedingskampen. Desondanks kreeg de VN-werkgroep inzake arbitraire
detentie in de verslagperiode de gelegenheid een aantal, van tevoren aangewezen,
detentiecentra te bezoeken.153
De omstandigheden in de meeste politiecellen, detentiecentra, gevangenissen en
heropvoedingskampen zijn zwaar. Gevangenissen zijn vaak overvol en er is
gebrekkig sanitair. De gezondheids- en voedingssituatie in gevangenissen is
slecht.154 Gevangenissen in China zijn vaak een bron van HIV-aids besmetting en
verspreiding.
150 US Department of State, China (includes Tibet, Hong Kong and Macau) Country Report on Human Rights
Practices-2004, 28 februari 2005, pagina 6.
151 VN Commission on Human Rights, Civil and Political Rights, including the Question of Torture and
Detention. Report of the Working Group on Arbitrary Detention. E/CN.4/2005/6/Add.4, 29 december 2004,
pagina 13.
152 Reuters, 26 oktober 2004; US Department of State, China (includes Tibet, Hong Kong and Macau) Country
Report on Human Rights Practices-2004, 28 februari 2005, pagina 5.
153 Zie paragraaf 3.2 voor een korte samenvatting van het rapport van de VN-werkgroep.
154 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (5.57-5.63), oktober 2004; US
Department of State, China (includes Tibet, Hong Kong and Macau) Country Report on Human Rights
Practices-2004, 28 februari 2005. Het aantal gevangenen zou de capaciteit van de 670 detentiecentra met
18% te boven gaan.
45
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Psychiatrische instellingen
In 2002 rapporteerde Human Rights Watch dat tenminste 3.000 dissidenten, met
name aanhangers van de Falun Gong en mensen die in het openbaar kritiek uitten
over politieke vervolging of misdragingen van overheidsdienaren, gedurende de
afgelopen twintig jaar voor gedwongen psychiatrische behandeling zijn
opgenomen. Het Amerikaanse en het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken
meldden ook dat personen, met name Falun Gong-aanhangers, veroordeeld
worden tot opname in een psychiatrische instelling.155
3.3.8 Mishandeling en foltering
Volgens de wet is foltering verboden. In de praktijk echter komen mishandeling en
foltering door autoriteiten veel voor. Het gaat onder meer om verdachten in
strafzaken, omstanders bij protesten, migrantarbeiders, landlopers en prostituees.
Methodes zijn schoppen, slaan, elektrische schokken, ophanging bij de armen,
boeien in pijnlijke posities, slaap- en voedselonthouding.156
Het recht van de verdachte om te zwijgen is in het Chinese recht niet ingevoerd
hetgeen tot verhoogd risico op gedwongen bekentenissen en foltering leidt. Door
foltering overlijden verdachten in detentie. De overheid erkent het probleem van
foltering en afgedwongen bekentenissen, maar de maatregelen die genomen
worden lijken onvoldoende te zijn om de foltering tegen te gaan.157 Met name
tijdens strike hard campagnes, waar processen onder grote tijdsdruk staan en quota
worden gehanteerd, wordt gebruik gemaakt van foltering om bekentenissen af te
dwingen, hoewel dat officieel verboden is.158
Het ministerie van Openbare Veiligheid en het ministerie van Justitie hebben in
augustus 2003 nieuwe regels uitgevaardigd waardoor politie onder striktere
controle staat om geweld en mishandeling tegen te gaan. De regels gaan ook tegen
dat onder dwang verkregen bewijs en bekentenissen worden gebruikt bij niet-
strafrechtelijke (administratieve) zaken. 159
155 `Dangerous Minds', Human Rights Watch, augustus 2002; US Department of State, China (includes Tibet,
Hong Kong and Macau) Country Report on Human Rights Practices-2004, 28 februari 2005; UK
Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (5.72), oktober 2004.
156 US Department of State, China (includes Tibet, Hong Kong and Macau) Country Report on Human Rights
Practices-2004, 28 februari 2005; Amnesty International, ASA 17/051/2004, 6 oktober 2004.
157 Rapporteurs sans Frontières Press Release, 2 december 2004; US Department of State, China (includes Tibet,
Hong Kong and Macau) Country Report on Human Rights Practices-2004, 28 februari 2005.
158 `China: Horrific New Year', Amnesty International Press Release, 9 februari 2005.
159 AP, 4 augustus 2004; Xinhua news agency, 5 april 2005; ANP, 17 mei 2005; `News Update' in China Rights
Forum, No. 3, 2004 van Human Rights in China.
46
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Indien foltering wordt geconstateerd, wordt de betrokken gevangenisbewaarder
gestraft. Een aantal politieagenten is veroordeeld wegens marteling.
In de verslagperiode kregen twee agenten levenslang voor het doodmartelen van een
verdachte. In een andere zaak kregen twee agenten één respectievelijk twaalf jaar nadat een
verdachte was overleden aan de gevolgen van mishandeling.160
Een Chinese man die elf jaar in de gevangenis heeft gezeten omdat hij zijn vrouw zou
hebben vermoord, heeft een schadeloosstelling geëist nadat bleek dat zijn vrouw nog in
leven was. Betrokkene beweert dat hij door marteling werd gedwongen de moord te
bekennen. De zaak heeft in China veel publiciteit gekregen en opwinding veroorzaakt over
de willekeur in het rechtssysteem en gewelddadige verhoormethodes van de politie. De
rechtbank die de man had veroordeeld, heeft verklaard geen bewijs meer te accepteren dat
is verkregen door marteling.161
3.3.9 Verdwijningen
Het komt geregeld voor dat personen worden opgepakt of gearresteerd zonder dat
familie hiervan op de hoogte wordt gesteld.162
3.3.10 Buitengerechtelijke executies en moorden
Door de Chinese staatsmedia werd een aantal buitengerechtelijke executies
gerapporteerd. Er zijn echter geen statistieken beschikbaar.163
3.3.11 Doodstraf
Het Chinese wetboek van strafrecht noemt 73 misdrijven waar mogelijk de
doodstraf op staat, waaronder:
- politieke misdrijven als het verraden van militaire geheimen en contra-
revolutionaire activiteiten;
160 US Department of State, China (includes Tibet, Hong Kong and Macau) Country Report on Human Rights
Practices-2004, 28 februari 2005.
161 AP, Reuters, 14 april 2005; ANP, 12 mei 2005.
162 US Department of State, China (includes Tibet, Hong Kong and Macau) Country Report on Human Rights
Practices-2004, 28 februari 2005.
163 US Department of State, China (includes Tibet, Hong Kong and Macau) Country Report on Human Rights
Practices-2004, 28 februari 2005.
47
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
- delicten als moord, drugssmokkel, handel in vrouwen en kinderen,
brandstichting, smokkel, verspreiding van bijgeloof, vandalisme, het
exploiteren van prostituees, en groepsgevechten;
- economische overtredingen als diefstal, omkoping, corruptie, verduistering,
belastingontduiking, vervalsing, bankfraude met gebruik van valse documen-
ten en het indienen van valse verzekeringsclaims.
Voltrekking van de doodstraf is uitgesloten voor personen die tijdens het plegen
van een vergrijp nog minderjarig of zwanger zijn.
De Chinese overheid maakt het aantal gevallen waarin de doodstraf werd opgelegd
of uitgevoerd niet openbaar. De voorzitter van het Hooggerechtshof verklaarde in
maart 2005 wel dat in 2004 767.951 criminelen zijn veroordeeld. Zo'n 20 procent
daarvan werd veroordeeld tot straffen langer dan vijf jaar, levenslang of de
doodstraf.164
Volgens Amnesty International werden in 2004 ten minste 3400 mensen
gerechtelijk geëxecuteerd in China. De aantallen betreffen grotendeels
berekeningen op basis van berichtgeving in de media van individuele zaken. Het
werkelijke aantal gerechtelijke executies zou rond de 10.000 liggen.
China executeert jaarlijks meer mensen dan andere landen in de rest van de wereld
tezamen.165 Executies vinden soms al enkele uren na de veroordeling plaats. Soms
worden groepen misdadigers gelijktijdig geëxecuteerd, samenvallend met
belangrijke bijeenkomsten van de CCP of bijvoorbeeld op de anti-drugs dag. De
meeste executies vinden plaats door middel van een nekschot. De laatste jaren is
het gebruik van dodelijke injecties toegenomen.166 Deze injecties worden onder
andere toegediend in mobiele executiekamers die het mogelijk maken ook in
kleinere gemeenschappen de doodstraf uit te voeren.167
Al langere tijd is een discussie gaande in de gespecialiseerde pers, academische en
overheidskringen over hervorming van de doodstraf. Voorstellen worden
besproken om het aantal misdrijven waar de doodstraf op staat te verminderen
(bijvoorbeeld economische misdrijven uitsluiten) 168, en om bij elke opgelegde
164 `Death penalty in Vhina to undergo stricter review', www.chinanews.cn, 9 maart 2005.
165 Volgens Amnesty International werden in 2004 ten minste 3797 gevangenen gerechtelijk geëxecuteerd in 25
landen. In 64 landen werden bovendien 7395 mensen ter dood veroordeeld. `Death penalty: 3797 executed in
2004', Amnesty International Press release, 5 april 2005 en `Facts and figures on the death penalty', Amnesty
International via www.amnesty.org, geraadpleegd op 31 mei 2005.
166 ANP, 28 september 2004; ANP, 9 februari 2005.
167 `China zet mobiele executiekamers in', ANP, 18 december 2003; `China's death on wheels', Straits Times,
13 maart 2003.
168 China Radio International, 10 maart 2005, geraadpleegd via www.en.chinabroadcast.cn.
48
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
doodstraf een tweede beoordeling te laten plaatsvinden door het Hooggerechtshof,
eventueel in samenwerking met de hoogste rechtbank uit de betreffende provincie.
Een andere overweging is om de lagere rechtbanken hun macht te ontnemen om
doodstraffen te kunnen uitspreken.
De voorstellen lijken concrete vorm aan te nemen. Begin volgend jaar zou de
wetgeving omtrent beroepsprocedures tegen doodvonnissen zo aangepast moeten
zijn dat ter dood veroordeelden voor het Hooggerechtshof mondeling in beroep
kunnen gaan tegen de opgelegde doodstraf. Het hoogste Chinese rechtscollege
gaat dan zelf alle doodvonnissen heroverwegen. Tot nu toe wordt dat overgelaten
aan de provinciale rechtbanken. Door gebrek aan voldoende professionaliteit en
door corruptie wekt deze praktijk verschillende uitspraken in vergelijkbare
casussen in de hand. De Chinese overheid hoopt met de voorgenomen maatregel
op meer uniformiteit en zorgvuldige afwegingen in doodvonnissen. 169
3.4 Positie van specifieke groepen
3.4.1 Vrouwen
Sociaal-economische positie
In de verslagperiode meldden de Chinese autoriteiten dat grote inspanningen
worden geleverd om de ongelijkheid tussen vrouwen en mannen op sociaal-
economisch gebied op te heffen. Hiertoe is gestart met de uitvoering van het
Program for the Development of Chinese Women (2001-2010). Diverse wet- en
regelgeving zal aangepast worden om discriminatie van vrouwen tegen te gaan.
Eén van de wetten waar momenteel aan gewerkt wordt is de Wet ter bescherming
van vrouwenrechten.170
Hoewel in het Chinese communistische systeem in theorie sprake is van gelijkheid
van mannen en vrouwen, bestaan in de praktijk nog steeds verschillen tussen
mannen en vrouwen. Wat de arbeidsmarkt betreft zijn vrouwen vaak werkzaam in
de laagst betaalde sectoren. In het algemeen bekleden mannen hogere posities. Met
de liberalisering van de arbeidsmarkt neemt de inkomensongelijkheid tussen
mannen en vrouwen toe. Met name bij de privatisering van staatsbedrijven zijn
veel vrouwen werkloos geworden.
169 `Change of review on death penalty vital', China Daily, 4 maart 2005, geraadpleegd via
www.chinadaily.com.en. `Experts call for revision of death penalty system', www.dynamic.sohu.com, 10
maart 2005; `Local courts to lose execution power', South China Morning Post, 30 november 2004;
ANP/AFP, 13 oktober 2004; ANP, 9 maart 2005.
170 `Gender equality hits mainstream', China Daily, 3 maart 2005. Vergelijk ook: `Women and Men in China
facts and figures 2004', Department of Population , Social, Science And Technology in samenwerking met
het National Bureau of Statistics.
49
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Ook in hogere politieke en ambtelijke functies zijn vrouwen
ondervertegenwoordigd. In het onderwijs wordt de genderongelijkheid kleiner. Dit
geldt vooral voor de steden. Steeds meer meisjes gaan naar school. Er gelden voor
Chinese vrouwen geen bijzondere gedrags- en kledingcodes. Wel zijn de
rolpatronen en verwachtingen nog traditioneel.171
Handelingsbekwaamheid
Vrouwen zijn net als mannen vanaf hun achttiende jaar handelingsbekwaam.172
Een vrouw kan zelfstandig een identiteitsdocument of paspoort aanvragen zonder
dat daarvoor toestemming nodig is van bijvoorbeeld haar echtgenoot.
Traditioneel huwelijk
Met name op het platteland komt het regelmatig voor dat een stel trouwt volgens
een traditionele huwelijksceremonie of gaat samenwonen omdat bijvoorbeeld de
huwbare leeftijd nog niet is bereikt.173 In de praktijk worden deze
samenlevingsvormen door de omgeving en lokale autoriteiten geaccepteerd zijnde
getrouwd. Echter, om voor de wet rechtsgeldig te zijn moet een huwelijk zijn
geregistreerd bij het huwelijksbureau.
Scheidingen
Onder de regels voor huwelijksregistratie (zie paragraaf 3.1.2) kunnen ook
vrouwen gemakkelijk een scheiding aanvragen. In 2004 zijn 1.6 miljoen echtparen
gescheiden; 21% meer dan in 2003. Scheiden is maatschappelijk geaccepteerd in
China. Het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken meldt dat echtparen bij een
scheiding afspraken moeten maken over de verdeling van eigendommen. Komen
ze er samen niet uit dan spreekt de rechtbank zich uit in het voordeel van de vrouw
en eventuele kinderen.174
Ongehuwde moeders
Na een scheiding blijft een kind vaker bij de moeder. In de Chinese wet is
vastgelegd dat als het kind bij de moeder blijft, de vader aan de opvoeding moet
blijven meebetalen.175
171 US Department of State, China (includes Tibet, Hong Kong and Macau) Country Report on Human Rights
Practices-2004, 28 februari 2005. Vergelijk ook `Work harder for women's rights', China Daily Opinion
Page, 3 maart 2005.
172 Grondwet van de Volksrepubliek China, Art. 33, 34 en 48. Law of the People's Republic of China on the
Protection of Rights and Interests of Women, 1 oktober 1992, Ch. VIII, Legal Responsibility, Artt. 48-52 en
General Principles of the Civil Law of the People's Republic of China, 1 januari 1987, Ch. II, Artt. 9-11.
173 Chinese marriage customs and Chinese wedding traditions (www.warriortours.com/intro/marriage.htm,
geraadpleegd op 17 mei 2005).
174 `Divorces up 21% last year', Xinhua News Agency, 1 maart 2005, geraadpleegd via www.china.org.cn; UK
immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.229), oktober 2004.
175 `Chinees kind blijft na scheiding vaker bij moeder', Trouw, 7 januari 2004.
50
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Ongehuwde moeders zijn in China een vrijwel onbekend fenomeen, dat wil
zeggen in China is vrijwel iedereen die kinderen heeft getrouwd of gescheiden.
Vrouwen die buiten het huwelijk zwanger worden zullen al snel wegens sociale
druk besluiten tot een abortus. Naast de sociale druk vanuit de omgeving, is er ook
nog de financiële druk. Voor een kind dat buiten de gezinsplanningsregels geboren
wordt, moet een social compensation fee worden betaald voordat het kind kan
worden geregistreerd. Het kind kan worden geregistreerd in de hukou van de
moeder.
Vrouwen met een in het buitenland geboren kind danwel kinderen kunnen
terugkeren in de Chinese maatschappij.176 In China bestaan geen opvanghuizen
voor alleenstaande (minderjarige) moeders. Bij terugkeer naar China kunnen zij
hulp vragen bij het buurtcomité in de plaats van herkomst. Via het buurtcomité
kan een bijstanduitkering (dibao) worden aangevraagd. Behalve een uitkering kan
een ongehuwde moeder ook sociale ondersteuning krijgen.
Het buurtcomité is uiteindelijk verantwoordelijk voor zorg en begeleiding.
Kinderen van ongehuwde moeders die jonger zijn dan 16 jaar kunnen eventueel
ook worden opgevangen in een kindertehuis.
Militaire dienst177
Op grond van de noden van het leger, kunnen vrouwen worden opgeroepen voor
militaire dienst vanaf hun achttiende jaar. Op basis van vrijwilligheid kunnen
jongens en meisjes die nog geen 18 zijn eveneens dienst nemen. Ook vrouwen
kunnen dienst nemen als beroepsmilitair.
Geweld tegen vrouwen
Vooral huiselijk geweld tegen vrouwen komt veel voor in China. Volgens een
onderzoek in 2003 van de All China Women's Federation (ACWF) komt in zeker
38% van alle huishoudens in China huiselijk geweld voor. Het werkelijke
percentage kan zelfs nog hoger liggen, omdat een taboe rust op het buiten hangen
van `de vuile was'.178 Er is geen aparte wet voor strafbaarstelling van huiselijk
geweld. De huwelijkswet bevat wel enkele bepalingen over huiselijk geweld.
Chinese vrouwen kunnen volgens deze wet voor hulp terecht bij de nationale en
lokale ACWF en bij buurtcomités, dorpscomités, werkeenheden en de politie.179
176 Dit geldt overigens ook voor Chinese echtparen die in het buitenland één of meer kinderen hebben gekregen
die buiten de gezinsplanningsregels zijn geboren (zie bijvoorbeeld AP, Chinese couple with two children lose
bid for refugee protection in Australia, 20 februari 2004).
177 Zie ook paragraaf 3.4.4.
178 US Department of State, China (includes Tibet, Hong Kong and Macau) Country Report on Human Rights
Practices-2004, 28 februari 2005; UK immigration and Nationality Directorate, China Country Report
(6.221), oktober 2004.
179 Marriage Law of the People's Republic of China, 1 jan.1981, geamendeerd op 28 april 2001, Ch.V, Art. 43.
51
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Daar zal men proberen de problemen door bemiddeling op te lossen, en mocht dat
niet slagen, de zaak doorverwijzen naar de rechtbank.180 De huwelijkswet bepaalt
dat huiselijk geweld en mishandeling, wanneer bemiddeling niet slaagt, wettelijk
erkende redenen zijn voor echtscheiding.181 Voorts zijn er telefonische hulplijnen
en privé-organisaties die vrouwen gratis juridische bijstand verlenen en advies
geven. Het probleem hierbij is echter dat veel vrouwen, vooral op het platteland,
niet weten waar ze voor advies terecht kunnen.
In zo'n 30 provincies en gemeenten in China zijn lokale wetten aangenomen tegen
huiselijk geweld. De aan de overheid gelieerde Werkgroep tegen Huiselijk Geweld
in China en de ACWF sporen misbruikte en mishandelde vrouwen aan om de
daders aan te klagen. Daartoe zijn tevens speciale kantoren opgezet die de
vrouwen kunnen helpen met het verzamelen van bewijs. In sommige gebieden zijn
opvanghuizen voor vrouwen opgericht.182
Mishandeling en verkrachting van vrouwen is strafbaar volgens het Chinese
strafrecht.183
Abortus
Gedwongen abortus is bij de wet verboden. Het komt echter vooral in rurale
gebieden voor dat de druk van lokale gezinsplanningsambtenaren, die de doelen
van het gezinsplanningsbeleid koste wat kost willen behalen, soms zo groot is dat
vrouwen zich gedwongen voelen een abortus of sterilisatie te ondergaan.184
Selectieve abortussen komen ook voor. Dit komt omdat vooral op het platteland
een voorkeur voor jongens bestaat. Ook al is het volgens de gezinsplanningswet
verboden om via een echo het geslacht van het kind te bepalen, toch zijn artsen
tegen betaling bereid dergelijke echo's uit te voeren, en ook om selectieve abortus
toe te passen op basis van het geslacht. China tracht met de campagne Care for
Girls een einde te maken aan het aborteren van vrouwelijke foetussen.
180 Marriage Law of the People's Republic of China, 1 jan.1981, geamendeerd op 28 april 2001, Ch.V, Art. 45.
181 Marriage Law of the People's Republic of China, 1 jan.1981, geamendeerd op 28 april 2001, Ch.V, Art. 32-b.
182 UK immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.223), oktober 2004; US Department
of State, China Country Report on Human Rights Practices 2004, 28 februari 2005.
183 De strafmaat voor verkrachting is niet minder dan 3 jaar en niet meer dan 10 jaar. Seksuele omgang met een
meisje jonger dan 14 jaar wordt beschouwd als verkrachting. Straffen voor verkrachting van meisjes jonger
dan 14 jaar zijn zwaarder (Criminal Law of the People's Republic of China, 14 maart 1997, Ch.IV, Artt. 236
en 237).
184 US Department of State, China (includes Tibet, Hong Kong and Macau) Country Report on Human Rights
Practices-2004, 28 februari 2005.
52
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Via geboorteklinieken wordt de boodschap van gelijkheid tussen meisjes en
jongens verspreid.185
Gezinsplanning in de praktijk
Het Chinese gezinsplanningsbeleid lijkt te zijn ingeburgerd.186 Veel gezinnen
wensen slechts één kind, vaak omdat het hebben van meer kinderen zwaarder en
duurder is vanwege de social compensation fee.187
Elke provincie heeft eigen regelgeving opgesteld wat betreft gezinsplanning. De
implementatie is gedelegeerd aan de districten en ligt voor een groot deel bij de
lokale gezinsplanningsambtenaren. De nadruk is meer komen te liggen op
kwaliteit van de zorg en voorlichting. Wat betreft handhaving van het
gezinsplanningsbeleid meldt de Chinese overheid dat er minder illegale praktijken
voorkomen. In het verleden kwam het bijvoorbeeld voor dat beslag werd gelegd
op huis of land als een familie de boete niet kon betalen. Volgens de wet kunnen
burgers gezinsplanningsambtenaren aanklagen die hun bevoegdheden hebben
overschreden.
Op elke 100 meisjes worden in China 119 jongens geboren. Met name op het
platteland en in achtergebleven gebieden is de genderverhouding verstoord. Met
de campagne Care for Girls stelt China zich ten doel de genderverhouding in 2010
op het normale niveau te brengen, te weten 105 jongens tegenover 100 meisjes.188
3.4.2 Homoseksuelen
De situatie voor homoseksuele mannen en vrouwen is de laatste decennia
aanzienlijk verbeterd. In 1997 werd `straatschenderij' uit het strafrecht geschrapt;
een misdaad op grond waarvan veel homoseksuelen werden opgepakt. En in 2001
werd homoseksualiteit van de lijst van geestesziektes geschrapt. De Chinese over-
heid tolereert homoseksualiteit zolang homoseksuelen niet openlijk kritiek uiten
op het regime en niet al te openlijk voor hun seksuele geaardheid uitkomen.
Ondanks deze verbeteringen wordt het sociaal-maatschappelijk gezien nog steeds
niet geaccepteerd dat personen van hetzelfde geslacht een relatie met elkaar
185 UNFPA China, `Sex ratio facts and figures', juli 2004; `China offers perks to stop aborting baby girls',
Reuters 12 augustus 2004; `Chinees verbod op selectieve abortus', ANP, 7 januari 2005.
186 Catholics for a Free Choice, The United Nations Population Fund in China: a catalyst for change. Report on
an interfaith delegation to China, november 2003.
187 Zie hierover paragraaf 3.1.2.
188 `Sex Ratio facts and figures', UNFPA China, juli 2004; AP, 7 januari 2005.
53
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
aangaan. De gemiddelde Chinees ziet homoseksualiteit weliswaar niet langer als
crimineel gedrag, maar beschouwt het wel nog steeds als een ziekte. Het idee
overheerst dat een Chinees uit piëteit aan de ouders en trouw aan de
familiestamboom moet trouwen en voor nageslacht moet zorgen. Het komt daarom
nog veel voor dat homoseksuelen onder druk van de familie een heteroseksueel
huwelijk aangaan en kinderen krijgen.189 Omdat homoseksualiteit sociaal nog niet
geaccepteerd is stellen homoseksuelen mogelijke discriminatie niet aan de kaak en
durven zij ook de hulp van bijvoorbeeld de politie niet in te roepen in geval van
discriminatie.190
Het is volgens sommige bronnen niet onmogelijk voor homoseksuelen om op
sociaal en maatschappelijk gebied te functioneren, maar het is wel moeilijk. De
autoriteiten bieden weinig bescherming.
Er is in China een aantal `homohotlines' waar homoseksuelen terecht kunnen voor
hulp en advies. Verder zijn er ongeveer 250 websites die als onderwerp
homoseksualiteit hebben. Het is volgens bronnen voorgekomen dat gay-
webmasters zijn gearresteerd op grond van het verspreiden van pornografie via het
internet. In veel grote steden zijn homobars en cruiseplekken te vinden. Een aantal
bekende popsterren komt openlijk uit voor hun homoseksualiteit. Zolang eigenaars
en klanten van homobars de wetten niet overtreden, worden zij in het algemeen
met rust gelaten door de politie.
Er is nauwelijks sprake van een zichtbare lesbische gemeenschap. De vrouwen
durven niet openlijk naar buiten te treden uit angst voor represailles en voelen zich
ook niet thuis in de setting van een bar. Lesbiennes zijn in het algemeen minder te
vinden in homobars en geven de voorkeur aan chatten via internet en privé-
salons.191 In Shanghai is een aantal uitgaansgelegenheden voor lesbische vrouwen
te vinden.
3.4.3 Minderjarigen
Beleid minderjarigen
Sinds 1992, het jaar waarin werd gestart met de uitvoering van het National
Programme of Action (NPA) for Child Development in China in the 1990's,
hebben de Chinese overheid en organisaties voor kinderen veel bereikt op het
gebied van de promotie van kinderrechten en ontwikkeling van kinderen.
189 `Au moins 80 des gays chinois se marient au sexe opposé', AFP, 19 augustus 2004; ANP, 26 juli 2004.
190 Voorbeelden van discriminatie: homoparen kunnen geen kind adopteren, homoseksuele mannen en vrouwen
mogen geen bloeddonor zijn en homoseksuelen lopen op het werk vaak een promotie mis.
191 `China's first lesbian film quietly tests limits', Reuters, 9 augustus 2002.
54
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
De Staatsraad heeft inmiddels een nieuw NPA for Child Development voor de
periode 2001-2010 goedgekeurd. Aandachtspunten daarbij zijn het verminderen
van de ongelijkheid in de ontplooiing van kinderen in de diverse regio's, het
creëren van een betere leefomgeving, gezondheidszorg, opleiding en bescherming
van de bevolking, en het beteugelen van de verdere verspreiding van HIV/aids
onder kinderen.
Onderwijs
De leerplicht geldt in principe vanaf zes jaar. In sommige gebieden mag dit
uitgesteld worden tot het kind de leeftijd van zeven jaar heeft bereikt.192 Ieder kind
in China heeft een leerplicht voor de duur van negen jaar.193 Volgens de Chinese
overheid volgt 98,6 procent van de kinderen de verplichte zes jaar lagere school en
92,6 procent de verplichte drie jaar middelbare school.194 Zeker voor arme
gezinnen zijn de schoolkosten een grote belasting.
Het komt voor dat kinderen niet toegelaten worden op scholen ondanks het feit dat
in artikel vier van de leerplichtwet neergelegd is dat overheid, scholen en ouders
ervoor moeten zorgen dat het recht van de kinderen om onderwijs te volgen wordt
gewaarborgd. Uitsluiting van onderwijs gebeurt in het geval ouders hun kind niet
hebben geregistreerd195 of in geval van migrantenkinderen, die in een andere
woonplaats verblijven dan waar hun huishoudregistratie staat geregistreerd. De
term migrantenkinderen verwijst hier naar kinderen van ouders die van het
platteland naar de stad zijn verhuisd, veelal vanuit economische overwegingen, en
veelal zonder dat hun huishoudregistratie is aangepast. De overheid uit de
woonplaats, waar het kind geregistreerd is, wordt verantwoordelijk geacht voor het
verschaffen van de verplichte negen jaar onderwijs.196 Migranten kunnen hun
kinderen in principe slechts naar school laten gaan in hun feitelijke woonplaats,
indien zij beschikken over de juiste vergunningen en indien er plek over is in de
klassen.197 Het is de bedoeling dat steden in de toekomst het vergunningenbeleid
ten gunste van de migranten versoepelen, net zoals in Shanghai is gebeurd.198
192 Compulsory Education Law of the People's Republic of China (1 juli 1986), Art. 5.
193 Idem Art. 2 en Education Law of the People's Republic of China (1 sep. 1995), Art. 18.
194 UK immigration and Nationality Directorate, China Country Report (5.101), oktober 2004.
195 Het komt voor dat ouders hun kind niet of pas later registeren. Vaak gaat het om `ongeplande' (niet binnen de
regels geboren) kinderen.
196 Human Rights in China, Shutting out the Poorest, Discrimination against Migrant Children in City Schools,
China Rights Forum, No. 2, 2002, pp. 4.
197 Idem, pp. 6.
198 Migranten met een niet-stedelijke huishoudregistratie kunnen in Shanghai een permanente
verblijfsvergunning krijgen. Zij genieten dan dezelfde voordelen op het gebied van sociale voorzieningen en
onderwijs voor kinderen als de personen met een stedelijke huishoudregistratie. Om in aanmerking te komen
voor een permanente verblijfsvergunning moet betrokkene wel al langere tijd wonen en werken in de stad.
`Residence Ploicy Farsighted', China Daily, 13 september 2004; `Residence card open to migrants',
Shanghai Daily, 9 oktober 2004.
---
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Het is voorgekomen dat geboorteplanningsbureaus scholen die niet-geregistreerde
kinderen aannamen een boete gaven.199 Ook komt het veelvuldig voor dat
openbare scholen extra gelden heffen voor migrantenkinderen of niet-
geregistreerde kinderen. Niet-geregistreerde kinderen kunnen overigens alsnog
geregistreerd worden na betaling van de social compensation fee. Ook komt
omkoping van ambtenaren wel voor met als resultaat dat kinderen toch
geregistreerd kunnen worden of toch naar school kunnen.
Veel migranten en ouders van niet-geregistreerde kinderen laten hun kinderen naar
privé-migrantenscholen gaan die vaak goedkoper maar ook minder van kwaliteit
zijn (zowel wat betreft niveau van het onderwijs als dat van de huisvesting).
Diploma's van deze (veelal illegale) scholen worden echter niet erkend waardoor
de kinderen niet verder kunnen leren. De Chinese autoriteiten sluiten geregeld
illegale scholen omdat de voorzieningen niet adequaat (zouden) zijn.200 In deze
gevallen gaat de overheid over tot het slopen van de gebouwen en geregeld vindt
arrestatie van de schoolleiding plaats.201 In sommige grote steden worden steeds
meer migrantenkinderen toegelaten op openbare scholen. Bijvoorbeeld in
Shanghai mogen migrantenkinderen niet meer worden uitgesloten van openbare
scholen, en mag geen hoger schoolgeld gevraagd worden. Migranten die het
schoolgeld niet kunnen betalen kunnen voor kwijtschelding in aanmerking komen.
Studeren in het buitenland
Een goede opleiding heeft in China een hoog aanzien. De plaatsen aan
universiteiten in China zijn echter beperkt en de toelatingseisen zijn vaak hoog.
Chinese ouders zijn bereid tot zware offers om hun (enig) kind toch te laten
studeren. Studeren in het buitenland is daarom een alternatief. Er zijn in China
vele bemiddelingsbureaus die reclame maken voor studies in het buitenland en
bemiddelen bij het verkrijgen van visa. Een meerderheid daarvan is illegaal. De
Chinese overheid waarschuwt tegen bemiddelingsbureaus die studenten grote
sommen geld afhandig maken door hen in te schrijven voor niet bestaande studies.
Ook wordt vaak ten onrechte een verblijfsvergunning in het vooruitzicht gesteld.
Leeftijdsopgave Chinese minderjarigen
Het leeftijdsverschil dat kan bestaan tussen opgave van leeftijd volgens de
westerse of volgens de Chinese telling heeft niet te maken met de Chinese
199 Human Rights in China, Shutting out the Poorest, Discrimination against Migrant Children in City Schools,
China Rights Forum, No. 2, 2002, pp. 7.
200 De school heeft bijvoorbeeld geen stromend water, het gebouw is onveilig of de leraren zijn niet
gekwalificeerd.
201 Human Rights in China, Privately Run Migrant Schools in Beijing, Vital Community Resources Existing on
Sufferance, China Rights Forum, No. 2, 2002, pp.18-19. In de verslagperiode zijn overigens geen gevallen
bekend van arrestaties van de schoolleiding.
56
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
kalender, maar is een traditioneel gebruik.202 Het verschil zit in het feit dat Chinese
kinderen bij hun geboorte reeds als één jaar oud worden beschouwd. Iedere
Chinees wordt voorts op Chinees Nieuwjaar een jaar ouder. Wanneer een kind dus
een dag voor Chinees Nieuwjaar geboren is, kan het voorkomen dat wanneer het
een dag oud is volgens westerse telling, het volgens de Chinese telling reeds twee
jaar oud is.203
Meerderjarigheid en handelingsbekwaamheid
Een Chinees burger is meerderjarig vanaf 18 jaar.204 Volgens de Chinese
wetgeving, zijn burgers vanaf de leeftijd van 16 jaar strafrechtelijk aansprakelijk.
Kinderen tussen de 14 en de 16 jaar oud die een zware misdaad hebben begaan
(zoals moord of verkrachting), zijn eveneens strafrechtelijk aansprakelijk.205
Een Chinees burger is handelingsbekwaam vanaf 18 jaar. Minderjarigen tussen de
16 en 18 jaar die door werk grotendeels in eigen onderhoud voorzien, worden
geacht volledig handelingsbekwaam te zijn in het maatschappelijk verkeer.
Een kind van 10 jaar of ouder is beperkt handelingsbekwaam. Een kind jonger dan
10 is niet handelingsbekwaam.206
Opvang
Minderjarigen die alleen komen te staan, worden in China in eerste instantie opge-
vangen door familieleden of als er geen familie meer is door goede bekenden uit
de directe omgeving. Alleen in die gevallen dat een kind helemaal alleen staat,
komt overheidsopvang aan de orde. Alleenstaande jongeren onder 16 jaar worden
als regel ondergebracht in een weeshuis in de regio van herkomst. Alleenstaande
jongeren van 16 of 17 jaar zullen eerder geplaatst worden in een verzorgingste-
huis. Onderwijs of beroepstraining wordt vanuit die tehuizen gevolgd. Bij het be-
reiken van de leeftijd van 16 jaar kan desgewenst bemiddeld worden voor het vin-
den van werk of zelfstandig onderdak. In landelijke gebieden zorgt het dorpscomi-
té tezamen met de lokale gemeenschap voor onderdak en begeleiding.
Volgens het ministerie van Sociale Zaken zijn er in China 190 staatsweeshuizen of
Child Welfare instituten. Het is de bedoeling dat het aantal instituten niet veel
meer toe zal nemen. De Chinese overheid streeft er namelijk naar om kinderen via
de zogenaamde community based approach bij familie of pleegouders in lokale
gemeenschappen onder te brengen.
202 Zie ook paragraaf 2.1.1 voor de Chinese kalender in het algemeen.
203 Lee Siow Mong, Spectrum of Chinese Culture, Petaling Jaya Malaysia, 1986.
204 Law on the Protection of Minors, Ch. 1, Art. 2. en website voor Chinees recht.
205 Criminal Law of the People's Republic of China, Ch. II, Art.17.
206 General Principles of the Civil Law of the People's Republic of China, 1 jan. 1987, Ch. II, Artt. 11 en 12 en
artikel 34 van de grondwet van de Volksrepubliek China.
57
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Verder bestaan er in kleinere gemeenten verzorgingstehuizen, de Social Welfare
instituten, waar zowel senioren als weeskinderen of gehandicapte kinderen worden
opgevangen. Deze instituten staan onder toezicht van de lokale overheid. Er
bestaan tevens veel particuliere opvanghuizen.
In 2001 en 2002 brachten medewerkers van de Nederlandse vertegenwoordigingen
in China bezoeken aan diverse weeshuizen en Social Welfare instituten. Ook
vonden enkele telefoongesprekken plaats.207 Het algemene beeld dat daardoor
ontstond was dat de Chinese autoriteiten de laatste jaren veel aandacht besteden
aan opvang van weeskinderen. UNICEF bevestigde dit algemene beeld destijds.
Deze organisatie is in veel van de weeshuizen actief, en assisteert ook bij het
vinden van alternatieve opvang voor minderjarigen, bijvoorbeeld in gastgezinnen.
Het voor kinderopvang verantwoordelijke ministerie van Burgerzaken werkt
intensief samen met UNICEF, maar ook met veel andere NGO's.208 De instituten
voor kinderopvang moeten voldoen aan een basisstandaard. Er zijn geen
aanwijzingen dat het algemene beeld aanpassing behoeft.
Terugkeer
In het ambtsbericht van 9 april 2001 over de positie van minderjarigen in China
wordt een beschrijving gegeven van de behandeling van illegale emigranten bij
terugkeer in China (pagina 22). Minderjarigen worden bij terugkeer niet gestraft
wegens illegale emigratie. Het beginsel van niet-bestraffing van minderjarigen is
vastgelegd in de wet op de bescherming van minderjarigen (Law on the Protection
of Minors) van 4 september 1991, van kracht vanaf 1 januari 1992. Ingevolge
artikel 38 van deze wet dienen minderjarigen vooral te worden opgevoed,
overtuigd en verbeterd, en wordt opvoeding door de samenleving (ouders etc.)
beschouwd als belangrijkste aanpak, en straf als een secundaire.
207 Het betrof de staatsweeshuizen en Social Welfare Institutes in de volgende plaatsen: Peking; Chongqing;
Fuzhou (provincie Fujian); Guangzhou (provincie Guangdong); Nanchang (provincie Jiangxi); Ningbo,
Qingtian en Wenzhou (provincie Zhejiang); Shanghai; Wuhan (provincie Hubei). Sommige tehuizen zijn
meerdere malen bezocht. Van de meeste bezoeken zijn verslagen opgenomen in het Ambtsbericht
Minderjarigen in China van 9 april 2001. In 2002 werden door medewerkers van de Nederlandse
vertegenwoordigingen in China bezoeken afgelegd aan weeshuizen in de volgende plaatsen: Guangzhou
(provincie Guangdong), Leshan (Sichuan provincie), Tianjin en Urumqi (provincie Xinjiang). Telefonisch
contact om informatie te verkrijgen werd in 2002 opgenomen met weeshuizen en Social Welfare Institutes in
de volgende plaatsen: Changchun (provincie Jilin), Changsha (provincie Hunan), Guiyang (provincie
Guizhou), Huiyang (provincie Anhui), Kunming (provincie Yunnan), Lanzhou (provincie Gansu), Nanning
(autonome regio Guangxi), Shijiazhuang (Hebei provincie), Xi'an (Shaanxi provincie), Yinchuan (Ningxia
autonome regio), Zhengzhou (Henan provincie). Zie tevens het ambtsbericht `minderjarigen in China;
zelfredzaamheid, opvang en terugkeer' van 9 april 2001 (DPC/AM-709612).
208 Bijvoorbeeld Save the Children (kantoor in Peking), Canadian International Development Agency (kantoor
in Peking) en de Chi Heng Foundation (gestationeerd in Hongkong; richt zich specifiek op aidswezen).
58
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Bij aankomst op het vliegveld van Peking wordt de minderjarige opgevangen door
de immigratiedienst. Betrokkene wordt daarna overgedragen aan zijn (naaste)
familieleden die reeds tevoren gewaarschuwd zijn en als regel naar het vliegveld
komen. Indien de familie armlastig is, zal het ministerie van Burgerzaken
zorgdragen voor begeleiding naar de plaats van herkomst. Ditzelfde geschiedt
indien er geen familieleden meer zijn. Betrokkene wordt in dit laatste geval door
het ministerie van Burgerzaken begeleid naar zijn plaats van herkomst en door
bemiddeling van dat ministerie aldaar ondergebracht in een weeshuis of
verzorgingshuis of overgedragen aan het dorpscomité.
3.4.4 Dienstplichtigen
Militaire dienst
Er bestaat dienstplicht voor alle mannen tussen 18 en 22 jaar.209 De duur van de
militaire dienst was voorheen drie jaar in de landmacht en vier jaar bij de marine
en luchtmacht. In december 1999 is de diensttijd teruggebracht tot twee jaar voor
alle militaire onderdelen. Tevens worden mannen aangemoedigd een aantal jaren
als vrijwilliger dienst te nemen. Reserve-eenheden zijn oproepbaar in tijd van oor-
log. De dienstplicht wordt als regel niet vervuld in het gebied waar een
dienstplichtige vandaan komt, maar elders in China.
Mannelijke en vrouwelijke leerlingen en studenten die doorleren na de negen jaar
leerplicht krijgen verplicht militaire training op school. De duur varieert van één
tot enkele weken. De jongeren leren onder andere marcheren en schieten.
Toetreden tot het leger is voor jongeren op het platteland een manier om het rurale
leven te ontvluchten en een van de weinige mogelijkheden voor een opleiding en
werk. Een baan bij het leger biedt veiligheid, prestige en carrièrekansen en is
daarom gewild. In het kader van modernisering en herstructurering wordt het leger
de komende jaren ingekrompen.210
Registratie, keuring en oproep
In het jaar dat mannelijke burgers de leeftijd van 18 jaar bereiken zijn zij
oproepbaar voor militaire dienst. Zij blijven oproepbaar totdat zij de leeftijd
bereiken van 22 jaar. Werkeenheden dienen ervoor te zorgen dat alle mannelijke
18-jarigen worden geregistreerd. Het ieder jaar op te roepen aantal dienstplichtige
rekruten wordt vastgesteld door het Centrale Militaire Comité (artikel 11).
209 Een Nederlandse vertaling van de dienstplichtwet uit 1984, gewijzigd 1998, is te vinden op:
www.law.kuleuven.ac.be/chineesrecht/staatsrecht/staatsinrichting/leger/leger2.htm (geraadpleegd op 31 mei
2005).
210 Over de inkrimping van het leger: `China's National Defense in 2004', PRC: White Paper on National
Defense, 27 december 2004.
59
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Vanwege het grote aantal beschikbare kandidaten wordt slechts een klein percen-
tage van de geregistreerde en medisch goedgekeurde mannelijke burgers
daadwerkelijk opgeroepen. Volgens de geldende regels kunnen jonge vrouwen van
18-22 jaar opgeroepen worden als en voor zover daaraan behoefte bestaat (artikel
12). In de praktijk wordt ongeveer 10% van degenen die beschikbaar zijn voor
militaire dienst daadwerkelijk in dienst genomen.
Dienstplichtigen krijgen een speciale identiteitskaart. In het Chinees heet deze:
junren shengfenzhen, wat letterlijk betekent: identiteitskaart voor
dienstplichtigen.211 Er zijn geen aparte paspoorten voor dienstplichtigen; ze
gebruiken het reguliere paspoort.
Uitstel en vrijstelling
Uitstel van militaire dienst is mogelijk, indien betrokkene studeert of kostwinner is
(artikel 15). Vrijstelling van militaire dienst wordt verleend, indien de betrokkene
een ernstig fysiek gebrek heeft (artikel 3).
Uitgesloten van militaire dienst zijn diegenen van wie conform het wetboek van
strafrecht de politieke rechten zijn ontnomen (artikel 3).212 Ook worden
dienstplichtige burgers die worden vastgehouden voor onderzoek of
strafvervolging niet gerekruteerd, evenmin als dienstplichtige burgers die een
gevangenisstraf uitzitten of onder toezichtstelling staan (artikel 16).
Alternatieve dienstplicht
De mogelijkheid vrijstelling te verkrijgen wegens gewetensbezwaren bestaat niet.
Een alternatieve dienstplicht bestaat evenmin.213
Dienstplichtontduiking
Dienstplichtontduiking (ontduiking van registratie of keuring of het niet opkomen
in daadwerkelijke dienst na te zijn geselecteerd) wordt ingevolge artikel 61 van de
Military Service Law van 1 oktober 1984214 gestraft met een boete, terwijl
betrokkene door de lagere overheid alsnog opgeroepen wordt om de dienstplicht te
vervullen. Indien men na goedkeuring niet opkomt voor militaire dienst of weigert
militaire oefeningen te doen, wordt men gedurende twee jaren uitgesloten van
211 Beroepsmilitairen beschikken ook over een speciale identiteitskaart.
212 De artikelen 54-58 van het Chinese wetboek van strafrecht regelen het ontnemen van politieke rechten. Het
gaat hier om het recht te stemmen en te worden verkozen, de vrijheid van meningsuiting, en een verbod tot
functies bij de overheid of staatsbedrijven. De straf kan worden uitgesproken als iemand de staatsveiligheid
in gevaar bracht, schuldig is aan moord, verkrachting, brandstichting, een ontploffing, vergiftiging, roof of
ernstige verstoring van de sociale orde en wanneer iemand is veroordeeld tot levenslang of de dood.
213 War Resisters' International 1998, p. 80 onder 2. Achterliggende bron is het Amnesty International rapport
`Conscientious objection to military service' van 1991.
214 Zoals gewijzigd door artikel 10 van de Military Service Law Amendment Decision van 29 december 1998.
60
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
werk bij de overheid of een staatsbedrijf, van buitenlandse reizen, of hoger
onderwijs.215 In de grote steden onttrekken dienstplichtigen zich in toenemende
mate aan selectie. Een aantal daarvan slaagt daarin door diverse redenen aan te
voeren verband houdend met familieomstandigheden of fysieke gesteldheid.
Omdat gekozen kan worden uit een groot aantal oproepbare dienstplichtigen,
nemen de autoriteiten weinig maatregelen om dit tegen te gaan of te bestraffen.
Dienstweigering en desertie
Dienstweigering of het verlaten van de legereenheid wordt in vredestijd
administratief gestraft. In oorlogstijd is het een strafrechtelijk delict.216 Ingevolge
artikel 428 van het Chinese wetboek van strafrecht wordt het niet opvolgen van
een dienstbevel door een officier gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste
vijf jaar, en indien dit gedrag leidt tot zware militaire verliezen, met ten minste vijf
jaar. Het verlaten van de post of het verwaarlozen van de opgedragen taak wordt
ingevolge artikel 425 bestraft met ten hoogste drie jaar gevangenis. Desertie (het
verlaten van de troepen) is ingevolge artikel 435 in ernstige gevallen strafbaar met
een vrijheidsstraf van ten hoogste drie jaar, in oorlogstijd met ten minste drie en
ten hoogste zeven jaar. Desertie naar het buitenland wordt ingevolge artikel 430
bestraft met ten hoogste vijf jaar gevangenisstraf, in ernstige gevallen met ten
minste vijf jaar.217
215 Artikel 61 (nieuw) luidt:
- In the event that the citizen obliged to perform military service (1) refuses or evades military service regis-
tration and physical examination; or (2) being eligible for military service refuses or evades drafting; the
county-level government shall issue a reprimand for correction within a limited time.
- Where it is not remedied within the time limit, the county-level government shall enforce him to perform
his military service and may impose a penalty fine.
- Those who commit the act (2) and refuse to remedy the situation shall, for a period of 2 years, be rejected to
be recruited as a civil servant or an employee of a state enterprise, or to go abroad, or be enrolled in higher
education.
216 Artikel 62 van de Military Service Law stelt terzake: Military servicemen in actual service who refuse to per-
form duty or flee the armed forces with the aim of evading performance of military service shall be sanc-
tioned with administrative punishments in accordance with the provisions of the Central Military
Commission. Fleeing the armed forces during wartime shall constitute a criminal offence and
shall be investigated for criminal responsibilities according to law.
217 Artikel 435: A serviceman who violates the draft laws and regulations by deserting his troop, if the circum-
stances are serious, shall be sentenced to fixed-term imprisonment of not more than three years or criminal
detention. A serviceman who commits the crime in the preceding paragraph during wartime shall be
sentenced to fixed-term imprisonment of not less than three years and not more than seven years.
Artikel 430: A serviceman who leaves his post without permission, flees the country or defects to a foreign
country while outside the country during the course of performing official duties, undermines the national
military interests and shall be sentenced to fixed-term imprisonment of not more than five years or criminal
detention. Where circumstances are involved, the sentence shall be fixed-term imprisonment of not less than
five years. A serviceman who uses an aircraft or a ship to desert or if other exceptionally serious
circumstances are involved, shall be sentenced to fixed-term imprisonment of not less than ten years, life
imprisonment or death.
61
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Minderheden
In de Military Service Law staat dat burgers van de Volksrepubliek China,
ongeacht hun nationaliteit, ras, beroep, familiale herkomst, godsdienstige
overtuiging en opleidingsniveau, de plicht hebben hun militaire dienst te vervullen
(artikel 3). In het algemeen worden militairen gerekruteerd uit de grootste bevol-
kingsgroep in China, de Han. Over de oproep tot dienstplicht bij etnische
minderheden is geen informatie beschikbaar. Er zijn geen aanwijzingen dat leden
van etnische minderheden vanwege hun etnische achtergrond vaker gerekruteerd
of bij overtredingen extra zwaar bestraft worden.
3.5 Situatie in specifieke gebieden
3.5.1 Tibet
Bevolking
Het aantal Tibetanen in China wordt geschat tussen de vijf en zes miljoen.218 Iets
minder dan de helft van de Tibetanen is woonachtig in de Autonome Regio Tibet
(hierna: Tibet), maar veel Tibetanen wonen ook in de ongeveer twaalf kleinere
autonome Tibetaanse gebieden die zijn gelegen in de Tibet omringende provincies
Sichuan, Qinghai, Gansu en Yunnan. Veel Han-Chinezen zijn de afgelopen
decennia naar Tibet gemigreerd, daartoe aangemoedigd door overheidssubsidies.
Meer dan de helft van de bevolking in de hoofdstad Lhasa is Han-Chinees, maar
over heel Tibet bezien is volgens de Chinese overheid slechts zo'n vijf procent
Han-Chinees. In dat percentage worden echter de grote aantallen Han-Chinese
militairen en hun families niet meegerekend.219
Politieke ontwikkelingen en veiligheidssituatie
Sinds 2002 zijn enige positieve ontwikkelingen zichtbaar in de relatie tussen de
Dalai Lama en de Chinese autoriteiten. In 2002 werden zeven Tibetaanse politieke
gevangenen vervroegd vrijgelaten door de Chinese autoriteiten. De broer van de
Dalai Lama, Gyalo Thondup, bracht in juli 2002 voor het eerst sinds 1952 weer
een bezoek aan Lhasa.
218 Volgens de Tibetaanse regering in ballingschap zijn er zes miljoen Tibetanen in heel China: `People's
Republic of China: Background Paper on the situation of the Tibetan Population', Writenet Report by
Professor Colin P. Mackerras, februari 2005, pagina 19. Het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken houdt
het op een aantal van 5.4 miljoen: UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report
(6.200), oktober 2004.
219 UK immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.200), oktober 2004; US Department
of State, China (includes Tibet, Hong Kong and Macau) Country Report on Human Rights Practices-2004,
28 februari 2005, pagina 42. Vergelijk ook de cijfers in de White Paper `Regional Autonomy for Ethnic
Minorities in China', Information Office of the State Council of the PRC, februari 2005, pagina 38.
62
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Het bezoek in september 2002 en juni 2003 van gezanten van de Dalai Lama aan
Peking en Lhasa wordt ook beschouwd als vooruitgang. Voor het eerst in negen
jaar vond officieel contact plaats tussen de Tibetaanse regering in ballingschap en
de Chinese leiders. Deze stap werd toegejuicht door westerse regeringen en een
aantal Tibetaanse NGO's. In september 2004 vond een derde dialoog plaats tussen
gezanten van de Dalai Lama en de Chinese regering.
De Chinese strategie lijkt te zijn gericht op imagoverbetering. Onderdeel van de
campagne is het vergemakkelijken van reizen naar Tibet voor toeristen,
buitenlandse journalisten en diplomaten. Als gebaar van goede wil heeft China in
de afgelopen jaren naar eigen zeggen zo'n 20.000 Tibetanen in ballingschap
toegestaan een bezoek aan Tibet af te leggen.
De veiligheidssituatie is stabiel te noemen. De mensenrechtensituatie blijft
zorgelijk (zie verderop).
Economische ontwikkelingen
Tibet is één van de armste regio's in China. De Chinese regering steekt veel geld
in de economische ontwikkeling van Tibet. De economische groei in Tibet was de
afgelopen jaren hoger dan gemiddeld in de rest van China en de levensstandaard
van de Tibetaan is gemiddeld hoger geworden. De Chinese overheid voert enkele
grootschalige projecten uit in Tibet die zijn gericht op de ontwikkeling van de
infrastructuur. Een groot deel van de investeringen komt terecht bij het deel van de
stadsbevolking, dat niet Tibetaans is. De meeste arbeiders die gerekruteerd worden
zijn Han-Chinees. Het merendeel van de etnische Tibetanen leeft op het platteland
en profiteert veel minder van het Chinese ontwikkelingsprogramma. Ook op het
terrein van de verdeling van banen worden Tibetanen gediscrimineerd ten opzichte
van de Han-populatie. Hoewel meer dan zeventig procent van het totaal aan
overheidsambtenaren uit etnisch Tibetanen bestaat, is het percentage Han-
Chinezen op invloedrijke posities relatief hoger.220
Tibetaanse identiteit en cultuur
Tibetanen bekritiseren de Chinese autoriteiten wegens het aantasten van de
identiteit en cultuur van Tibet. Ontwikkeling van de regio gaat gepaard met
destructie van oude wijken en tempels, waarvoor moderne gebouwen in de plaats
komen. Het Chinees is steeds meer de gangbare taal op scholen. Recent is er iets
meer aandacht gekomen voor het behoud van het cultureel erfgoed in Tibet, mede
onder invloed van de toeristische belangstelling.221
220 US Department of State, China (includes Tibet, Hong Kong and Macau) Country Report on Human Rights
Practices-2004, 28 februari 2005, pagina's 41 en 42.
221 US Department of State, China (includes Tibet, Hong Kong and Macau) Country Report on Human Rights
Practices-2004, 28 februari 2005, pagina 41.
63
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Geboortebeleid
Als etnische minderheid zijn er voor Tibetanen geen quota wat betreft het aantal
kinderen dat zij mogen krijgen. Deze quota bestaan wel voor Han-Chinezen in
Tibet. Veel gezinnen op het platteland in Tibet hebben drie kinderen.
Vrijheid van godsdienst overtuiging
In principe is vrijwel iedere Tibetaan aanhanger van het Tibetaanse boeddhisme.
Deze godsdienst kan openlijk worden beleden. Artikel 36 van de Chinese
grondwet beschrijft vrijheid van normale religieuze activiteit. Vele traditionele
religieuze handelingen en uitingen van het geloof zijn toegestaan. De Chinese
autoriteiten handhaven wel strikte controles op alle religieuze activiteiten, en op de
gang van zaken in tempels en kloosters. Het komt voor dat religieuze activiteiten,
zoals festivals, door de overheid worden gezien als uitingen van politieke onvrede
of onafhankelijkheidsstreven. Hiertegen worden dan maatregelen genomen.
Geregeld worden activiteiten verboden. Ook worden kloosters gesloten en worden
monniken en nonnen opgepakt die beschuldigd worden van politieke
gedragingen.222 Het is moeilijk om de grens aan te geven wat geoorloofd is en wat
niet. De beperkingen die opgelegd worden verschillen per regio. Er worden minder
beperkingen opgelegd in de kleinere autonome Tibetaanse gebieden die zijn
gelegen in de Tibet omringende provincies Sichuan, Qinghai, Gansu en Yunnan
dan in Tibet zelf.223
Veel Tibetanen hebben thuis afbeeldingen van de Dalai Lama aan de muur
hangen. Soms komt men deze afbeeldingen ook tegen in kloosters en andere
openbare plaatsen. Volgens de Chinese autoriteiten is het toegestaan een foto van
de Dalai Lama te bezitten ter verering, maar niet om separatisme uit te dragen. In
de praktijk blijkt het moeilijk onderscheid te maken tussen wat geoorloofd is en
wat niet. In de Tibetaanse autonome gebieden Lithang en Ganzi in Sichuan zijn
portretten van de Dalai Lama verboden.224
Het aantal Tibetaanse monniken en nonnen ligt volgens een rapport van de
Chinese overheid van mei 2004 rond 46.000. 225 Dit cijfer wordt al sinds 1996
gehanteerd, hoewel de zogeheten `patriottische onderwijscampagne', die door de
overheid in kloosters werd gehouden van 1996 tot 2000, resulteerde in uitzettingen
van vele monniken en nonnen uit de kloosters.
222 US Department of State, International Religious Freedom Report 2004 China, 15 september 2004.
223 US Department of State, International Religious Freedom Report 2003 China, 18 december 2003.
224 `China says Tibetans oposse display of Dalai photos', Reuters, 19 augustus 2004; US Department of State,
China (includes Tibet, Hong Kong and Macau) Country Report on Human Rights Practices-2004, 28
februari 2005, pagina 40.
225 PRC White Paper `Regional Ethnic Autonomy in Tibet', 23 mei 2004. In de andere Tibetaanse autonome
gebieden, waar een mindere strikte controle op het aantal monniken en nonnen bestaat, levenmeer dan 60.000
boeddhistische monniken en nonnen.
64
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
In deze campagne die verplichte politieke training behelsde, werd de
kloosterlingen gevraagd de Dalai Lama af te wijzen en Tibet te accepteren als
onderdeel van China. Velen werden `politiek ongeschikt' bevonden en moesten
hun kloosters verlaten. De patriottische onderwijscampagne wordt nog steeds
voortgezet, hoewel minder intensief. 226
Aanstelling van hoge religieuze leiders vindt plaats na toestemming van de
Chinese autoriteiten. De Chinese overheid houdt lijsten bij van monniken en
nonnen, en controleert hun aantal. Indirect heeft de overheid invloed op het
bestuur van ieder klooster via het Democratisch Management Comité (DMC).
Ieder klooster heeft een DMC dat voornamelijk uit monniken en nonnen bestaat,
maar waar ook altijd een vertegenwoordiger van het lokale overheidsbestuur in
zetelt. De samenstelling van het DMC moet worden goedgekeurd door het lokale
bestuur, evenals belangrijke besluiten. De vertegenwoordiger van het lokale
overheidsbestuur speelt daarbij een cruciale rol. Inschatting is dat ongeveer vijftig
procent van de Tibetaanse monniken en nonnen wordt betaald door de Chinese
autoriteiten en aan hun kant staat.227
Religieuze leiders
De Dalai Lama is de hoogste boeddhistische leider van de Tibetanen. China erkent
de Dalai Lama als religieus instituut, maar beschouwt de huidige Dalai Lama als
een politiek activist die de onafhankelijkheid van Tibet voorstaat. Naar eigen visie
is de Dalai Lama op zoek naar een oplossing waarbij Tibet weliswaar het
politieke, economische en diplomatieke gezag van China accepteert, maar daar
dan wel volledige autonomie zou behouden over culturele en religieuze zaken. Op
14 maart 2005 bood de Dalai Lama in een voorpagina-artikel van de South China
Morning Post een handreiking aan de Chinese autoriteiten met de - herhaalde -
verklaring dat Tibet een deel van China is en dat hij geen voorstander is van
afscheiding van Tibet. Dit standpunt werd door China met wantrouwen ontvangen.
De huidige Dalai Lama bevindt zich sinds 1959 in ballingschap in India.
De Panchen Lama is de tweede hoogste Lama na de Dalai Lama. Na het
overlijden van de vorige Panchen Lama in 1989 wees de Dalai Lama Gendun
Choekyi Nyima aan als elfde Panchen Lama. In 1995 plaatsten de Chinese
autoriteiten deze toen zesjarige jongen onder huisarrest. Aan China getrouwe mon-
niken wezen vervolgens een eigen Panchen Lama aan, de nu 15-jarige Gyaltsen
Norbu. Er zijn daardoor twee concurrerende Panchen Lama's. De `Chinese'
Panchen Lama woont thans in Peking.
226 US Department of State, China (includes Tibet, Hong Kong and Macau) Country Report on Human Rights
Practices-2004, 28 februari 2005, pagina 41.
227 US Department of State, China (includes Tibet, Hong Kong and Macau) Country Report on Human Rights
Practices-2004, 28 februari 2005, pagina 40.
65
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
De Chinese autoriteiten laten geen gelegenheid voorbij gaan de Tibetanen erop te
wijzen Gyaltsen Norbu als de tweede hoogste Lama te erkennen. Over het lot van
de Tibetaanse Panchen Lama is niets bekend.228 De derde hoogste Lama is de
Karmapa Lama. De huidige Karmapa Lama is de vijftienjarige Urgyen Trinley
Doje. Hij is de enige Lama die zowel de goedkeuring heeft van de Dalai Lama als
van China. De Chinese regering werd evenwel op 5 januari 2001 in verlegenheid
gebracht door de heimelijke vlucht van deze zeventiende Karmapa Lama naar
India.
Vrijheid van vereniging en vergadering
Voor zover bekend zijn er geen Tibetaanse politieke partijen actief binnen China.
Tibetaanse boeddhistische monniken en nonnen zijn soms als politiek activist
actief in China, in en rondom Tibet, waar veel etnische Tibetanen leven. Iedere
politieke activiteit wordt door de Chinese regering onderdrukt en vaak worden
pro-onafhankelijkheidsactivisten opgepakt.
Veel Tibetanen binnen en buiten Tibet bestrijden dat Tibet een provincie van
China is en zijn gekant tegen de zo groot mogelijke etnische assimilatie van het
gebied en zijn etnische bevolking door de Chinese autoriteiten. De Tibetaanse
regering-in-ballingschap staat onder gezag van de Dalai Lama. In 2001 werd
Samdhong Rinpoche door Tibetanen in ballingschap tot premier gekozen. De
Tibetaanse regering in ballingschap streeft naar autonomie binnen China en recht
op een Tibetaanse identiteit en cultuur.
Arrestaties en detenties
Door de repressie zijn protesten door Tibetanen sporadischer geworden. Volgens
Tibet Information Network bevonden zich in januari 2005 tussen de 130 en 135
Tibetaanse politieke gevangenen in detentie.229 Veel rechtszaken vinden achter
gesloten deuren plaats. Van de veroordeelde Tibetanen is weinig bekend over de
aanklachten, waar ze worden vastgehouden, de lengte van de veroordelingen, de
condities van hun opsluiting of hun gezondheidssituatie.
De doodstraf van de Tibetaanse boeddhistische monnik en religieus leider, Tenzin Deleg
Rinpoche, die in april 2002 werd opgepakt op basis van de aanklacht betrokken geweest te
zijn bij bomaanslagen in Chengdu, is in januari 2005 omgezet naar levenslang. Betrokkene
werd opgepakt met de Tibetaan Lobsang Dhondup.
228 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.294), oktober 2003. Zie ook SCMP,
24 januari 2005, `China tells Tibet monks to support Panchen Lama', Reuters, 25 januari 2005; `Tibet: two
faced', Far Eastern Economic Review, 22 juli 2004;, `China stresses support for Panchen Lama', Reuters, 3
februari 2005.
229 Tibet Information Network, New Information Emerges on Sentence Reductions for Tibetan political
prsioners, 4 februari 2005. In 2004 was het aantal 145, waarvan negen vrouw. Driekwart was monnik of non.
---
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Op 2 december 2002 werden Tenzin Deleg Rinpoche en Lobsang Dhondup ter dood
veroordeeld wegens betrokkenheid bij genoemde bomexplosies. Tevens werden zij
beschuldigd van verboden wapenbezit en het aanzetten tot afsplitsing van Tibet. De
processen vonden plaats achter gesloten deuren. Lobsang Dhondup werd in januari 2003
geëxecuteerd.230
In januari 2005 werden vijf monniken veroordeeld tot twee danwel drie jaar
heropvoedingskamp nadat zij volgens de autoriteiten een politiek getinte boodschap via een
nieuwsbrief overbrachten aan drie andere gevangenen.231
In februari 2004 werd de Tibetaanse non Phuntsog Nyidron, na bijna vijftien jaar cel,
vervroegd vrijgelaten. Zij was zover bekend de langstzittende vrouwelijke politieke
gevangene. Haar straf liep oorspronkelijk tot maart 2005. De Chinese regering legt haar nog
wel tal van beperkingen op. Zo staat ze onder huisarrest en kan ze niet terugkeren naar het
klooster (de Chinese regering verbiedt iedere monnik of non die gevangen heeft gezeten
terug te keren naar het klooster, welk klooster dan ook).232
Mishandeling en foltering
De meeste gevangenen binnen Tibet die vast zitten wegens separatisme, worden
opgesloten in de Drapchi-gevangenis in Lhasa. Dit detentiecentrum heeft een
notoir slechte reputatie met betrekking tot de behandeling van gevangenen. Ook
recent vrijgelaten gevangenen rapporteerden over de slechte condities en
mishandeling na overtreding van gevangenisregels. Ook in andere gevangenissen
zou foltering een veel voorkomende praktijk zijn.233 De VN-werkgroep inzake
arbitraire detentie heeft haar bezoek aan de Drapchi-gevangenis in september 2004
voortijdig afgesloten omdat zij niet de personen te spreken kregen die ze wilden
spreken.234
Terugkeer
Er is een groeiend aantal Tibetanen dat voor zakelijke of academische doeleinden
naar het buitenland reist en vrijelijk in en uit kan reizen. Echter, voor Tibetanen
die het land hebben verlaten zonder de juiste procedures te volgen (bijvoorbeeld
zonder paspoort of met een vals paspoort) is de kans erg groot dat zij zullen
worden ondervraagd wanneer zij terugkeren naar China.
230 Reuters, BBC News, 25 januari 2005.
231 Persbericht Rapporteurs sans Frontières, 14 februari 2005.
232 `Another `singing nun' home but not free', Human Rights Watch, 9 augustus 2004.
233 US Department of State, China (includes Tibet, Hong Kong and Macau) Country Report on Human Rights
Practices-2004, 28 februari 2005, pagina 38; UK Immigration and Nationality Directorate, China Country
Report (6.216), oktober 2004.
234 VN Commission on Human Rights, Civil and Political Rights, including the Question of Torture and
Detention. Report of the Working Group on Arbitrary Detention. E/CN.4/2005/6/Add.4, 29 december 2004.
67
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Dit geldt ook voor Tibetanen waarvan de autoriteiten vermoeden dat zij politiek
asiel hebben aangevraagd in het buitenland of die langere tijd in het buitenland
hebben verbleven. Soms leidt een ondervraging tot arrestatie van de terugkerende
Tibetaan. In welke gevallen dat is, is niet aan te geven. In geval van arrestatie
loopt betrokkene het risico te worden mishandeld of gefolterd.
Mishandeling van Tibetanen die ongedocumenteerd de grens met Nepal proberen
over te steken komt aan beide zijden van de grens regelmatig voor.235
3.5.2 Xinjiang
Achtergrond
In Xinjiang (voluit: Xinjiang Uighur Autonomous Region, XUAR) vormen de
Oeigoeren met 8,6 miljoen inwoners de meerderheid van de bevolking.
Tevens wonen in Xinjiang 1,2 miljoen Kazakken en een miljoen mensen uit
andere etnische groepen (o.a. Oezbeken, Kirgizië, Tadzjieken en Mongolen).
Oeigoeren zijn etnisch verwant aan Turkse volkeren. Zij wonen al eeuwen in
Xinjiang en grensgebieden onder diverse heerschappijen. Na het eind van de
laatste keizerdynastie van de Qing riepen Oeigoeren in Xinjiang in 1933 en in
1944 de onafhankelijke staat Oost-Turkestan uit. Hieraan ging een periode van
grote etnische onrust vooraf. In 1949 toen de communisten in China aan de macht
kwamen, nodigden de Oeigoeren hun uit in Xinjiang en werd het gebied een
autonome regio. Sindsdien spreekt de Chinese overheid van de `vreedzame
bevrijding' van Xinjiang. Etnische onrust hield echter aan en leidde tot grote
migratie van Oeigoeren en Kazakken naar de omliggende Centraal-Aziatische
landen. Toen de grenzen begin jaren zestig van de vorige eeuw door China werden
gesloten bevonden zich ongeveer 300.000 Oeigoeren in de omringende landen.
Vanuit cultureel en linguïstisch oogpunt hebben Oeigoeren een sterkere band met
volkeren uit Centraal-Aziatische landen dan met de Han-Chinezen. De Oeigoerse
taal is gelieerd aan het Turks. De islam werd de overheersende Oeigoerse
godsdienst vanaf de tiende eeuw, ervoor waren Oeigoeren voornamelijk
boeddhisten. De identiteit van de Oeigoeren is dan ook niet met name gebaseerd
op de islam, maar komt voort uit etniciteit en geschiedenis van het Oeigoerse volk.
Evenals in Tibet is er een grote instroom van Han-Chinezen in de provincie. De
Oeigoeren vrezen op den duur een etnische minderheid te worden in hun eigen
regio.
235 US Department of State, China (includes Tibet, Hong Kong and Macau) Country Report on Human Rights
Practices-2004, 28 februari 2005, pagina 39. Zie verder paragraaf 4.2 over opvang in de regio.
68
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Het aantal Han-Chinezen (in 1949 slechts 6,3%) is nu rond de 41% (7,5 miljoen).
Grote aantallen legereenheden en Han-arbeiders die tijdelijk in Xinjiang
gestationeerd zijn, zijn daarbij niet meegeteld.
Grote infrastructurele projecten worden vaak uitgevoerd door Han-Chinese
bedrijven, die eerder Han-Chinezen in dienst nemen. Oeigoeren voelen zich
hierdoor achtergesteld. Oeigoeren die zich buiten Xinjiang vestigen, hebben veel
moeite om werk te vinden.
China voert in Xinjiang een beleid dat erop gericht is de Oeigoeren te laten
assimileren. Het traditionele Arabische schrift is jaren geleden afgeschaft en op de
lagere school krijgen Oeigoeren Chinese les. Aan Oeigoerse namen van steden in
Xinjiang zijn de Chinese namen toegevoegd.
Onderwijs
Het onderwijssysteem in Xinjiang voorziet in onderwijs in de Chinese taal voor
Han-leerlingen. Oeigoerse leerlingen krijgen tot hun vierde leerjaar les in het
Oeigoers. Daarna wordt geleidelijk overgegaan op het Chinees als voornaamste
instructietaal. Wanneer men afstudeert aan een Oeigoerse school heeft men vaak
onvoldoende beheersing van de Chinese taal.236 Op universiteiten wordt
onderwezen in het Oeigoers, maar in een beperkt aantal vakken. Veel traditionele
boeken in het Oeigoers zijn vernietigd.
Onafhankelijkheidsstreven
Veel Oeigoeren streven naar een vrij Oost-Turkestan, zonder Chinese
overheersing. De separatistische aspiraties zijn eerder gebaseerd op etnisch-
nationalistische gronden dan op de islam. Met name na de vorming van de
onafhankelijke Centraal-Aziatische staten na het uiteenvallen van de Sovjetunie
begin jaren negentig van de vorige eeuw werd de drang naar onafhankelijkheid
groter. Diverse organisaties in het buitenland pleitten actief voor meer autonomie.
Gevolg was een repressiever beleid van de Chinese regering. Daarop werden
zowel binnen als buiten China incidenteel aanslagen gepleegd. Een kleine
minderheid van de Oeigoeren grijpt naar geweld. De laatste jaren zijn geen
aanslagen gepleegd. Wel werden in januari 2005 door een explosie in een bus
zeker elf mensen gedood. Volgens sommigen ging het om een bomaanslag, maar
dit werd niet officieel bevestigd.237
236 US Department of State, China (includes Tibet, Hong Kong and Macau) Country Report on Human Rights
Practices-2003, 25 februari 2004.
237 Reuters, 20 januari 2005; ANP/AFP, 21 januari 2005.
69
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Oeigoeren voelen zich achtergesteld in vergelijking met de Han-Chinezen in
Xinjiang. Veel van de protesten van Oeigoerse organisaties zijn gericht op de
bevoordeling van de Han-bevolking in Xinjiang.
Politieke ontwikkelingen en veiligheidssituatie
De veiligheidssituatie in Xinjiang krijgt veel aandacht van de Chinese autoriteiten.
China voert in Xinjiang een actief beleid tegen terrorisme, separatisme en religieus
extremisme, waarbij onvoldoende onderscheid wordt gemaakt tussen vreedzame
uitingen van protest enerzijds en gewelddadige anderzijds. De Chinese overheid
treedt hierbij hard op.238 Niet uitgesloten wordt dat onder het mom van
terrorismebestrijding rechten van minderheden in Xinjiang worden beknot.
De aanwezigheid van eenheden van de People's Liberation Army (PLA) en de
People's Armed Police (PAP) in de regio is de laatste jaren versterkt. Zo zijn begin
2002, 40.000 soldaten van het volksbevrijdingsleger naar Xinjiang gestuurd. Na 11
september 2001 is het aantal arrestaties sterk toegenomen, waarbij naar schatting
duizenden mensen zijn opgepakt en verscherpte controles hebben plaatsvonden bij
moskeeën en universiteiten.
De positie van Oeigoeren in China vormt een belangrijk onderwerp in de bilaterale
betrekkingen van China en zijn noordwestelijke buurlanden. Onderling wordt
informatie uitgewisseld en van terrorisme verdachte personen (kunnen) worden
uitgeleverd. De leden van de Shanghai Cooperation Organisation hebben
toegezegd geen steun te geven aan Oeigoerse separatistische bewegingen.
In 2002 publiceerde het persbureau van de Staatsraad een lang artikel waarin
wordt beschreven waaraan de Oost-Turkestan groepen zich schuldig maken.
Volgens de Chinese autoriteiten hebben Oeigoeren, vertegenwoordigd door onder
andere de East Turkestan Islamic Movement, East Turkestan Islamic Party, East
Turkestan Liberation Organisation, The Shock Brigade of the Islamic Reformist
Party en de East Turkestan Opposition Party zich schuldig gemaakt aan
verscheidene terroristische activiteiten in dichtbevolkte gebieden. Tussen 1990 en
2001 zouden volgens dit artikel 200 terroristische acties zijn gepleegd waarbij 162
mensen zijn omgekomen en meer dan 440 personen gewond zijn geraakt. De
belangrijkste terreurdaden waren explosies, moorden, aanvallen op
overheidsinstanties, vergiftiging en brandstichting, het opzetten van geheime
trainingskampen en het inzamelen van fondsen voor de aankoop en productie van
wapens en munitie en het organiseren van ordeverstoring, opstanden en het
creëren van een atmosfeer van terreur.
238 'PRC: Uighurs fleeing persecution as China wages its `war on terror', Amnesty International, ASA
17/021/2004, 7 juli 2004
70
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
In augustus 2002 werd de East Turkestan Islamic Movement (ETIM) aan de VS-
lijst van internationale terroristische organisaties toegevoegd. Vanaf september
2002 staat ETIM tevens op de VN-lijst van terroristische organisaties.
Het persbureau van de Staatsraad publiceerde in 2003 in persberichten en in een
staatsraadrapport opnieuw een overzicht van organisaties en terroristische
aanslagen die door Oeigoeren in China zouden zijn gepleegd. Hierin werd
aangegeven dat de Oost-Turkestan beweging uit meer dan veertig organisaties zou
bestaan, die zich in verschillende mate, zowel openlijk als in het geheim, inlaten
met terroristisch geweld. Van deze organisaties zouden er acht openlijk geweld
bepleiten in hun politieke platforms. Deze organisaties zijn Eastern Turkistan
Islamic Resistance Movement in Turkije, Eastern Turkistan Liberation
Organization, Eastern Turkistan International Committee, United Committee of
Uygur Organizations in Centraal-Azië, Central Asian Uygur Hezbollah in
Kazachstan, Turkistan Party in Pakistan, Eastern Turkistan Islamic Movement in
Afghanistan en Eastern Turkistan Youth League in Zwitserland. Daarbij werd ook
een lijst van zeven aanslagen en explosies in Xinjiang genoemd die door de
Chinese autoriteiten zijn geregistreerd, met de ervoor verantwoordelijke
organisaties. Een soortgelijke lijst werd gepubliceerd met aanslagen in de regio.
Op 15 december 2003 publiceerde het Chinese Ministerie voor Openbare
Veiligheid een lijst van 11 gezochte Oeigoeren met het verzoek ze uit te leveren
aan China. De gezochte Oeigoeren zouden verantwoordelijk zijn voor aanslagen
en liquidaties en zij zouden zich in Zuid- en Centraal-Azië en in Duitsland
bevinden. Ook werd de internationale gemeenschap opgeroepen om vier
organisaties, die zich volgens China schuldig maken aan terrorisme en religieus
extremisme, te verbieden en hun banktegoeden te bevriezen. Naast ETIM werden
de volgende organisaties genoemd: Eastern Turkistan Liberation Organization
(gevestigd in Istanboel), World Uyghur Youth Congress en East Turkistan
Information Center (beide gevestigd in Duitsland).239
Economische ontwikkelingen
Om het westen van China te ontwikkelen investeert de overheid in Xinjiang. China
gaat door met het economisch ontwikkelen van deze regio, onder meer door de
aanleg van een spoorweg die de regionale hoofdstad Urumqi verbindt met de
westelijk gelegen plaats Kashgar. Sinds een aantal jaren bestaat een autoweg door
de voorheen ontoegankelijke Taklamakan-woestijn. Met de verbeterende
transportinfrastructuur vestigen zich groeiende aantallen Han-Chinezen in de
opengelegde gebieden. Meer dan 90% van de Oeigoeren in Xinjiang leeft onder de
armoedegrens.
239 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.67-6.68), oktober 2004.
71
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Vrijheid van godsdienst en overtuiging
De Oeigoerse bevolking is moslim. De uitoefening van hun religie en culturele
gebruiken worden door de Chinese overheid slechts binnen nauwe kaders
getolereerd. Het is moeilijk om de grens aan te geven tussen wat geoorloofd is en
wat niet. De Chinese autoriteiten maken geen duidelijk onderscheid in de
bestrijding van separatisme, terrorisme en religieus extremisme.
Religieuze en volksgebruiken worden door de overheid extra gemonitord en
geregeld verboden. Oeigoeren die zich te religieus gedragen lopen kans te worden
opgepakt en lang vastgehouden of veroordeeld.
De bouw en renovatie van moskeeën is aan banden gelegd. In sommige gebieden
mogen jongeren onder de 18 jaar geen religieus onderwijs ontvangen en vaak ook
geen moskeeën bezoeken. Partijleden, ambtenaren, leraren en professoren mogen
hun geloof niet in het openbaar belijden. Ambtenaren van Oeigoerse afkomst
moeten vooraf schriftelijk toestemming verkrijgen als zij religieuze feesten of
bijeenkomsten bij willen wonen. Imams in Xinjiang worden onderworpen aan
patriottisch onderwijs en hun preken worden gecontroleerd. Alleen religieuze
publicaties van het Bureau voor Religieuze Zaken zijn nog toegestaan. Illegale
religieuze publicaties worden geconfisceerd.240
Arrestaties en detenties
Sinds 1996 worden in Xinjiang campagnes gevoerd tegen separatisme, terrorisme
en religieus extremisme. Oeigoeren worden onder meer veroordeeld voor illegale
religieuze activiteiten en het in gevaar brengen van de staatsveiligheid. Er wordt
onvoldoende onderscheid gemaakt tussen vreedzame en gewelddadige uitingen
van verzet. Vooral sinds de aanslagen van 11 september 2001 in de VS treden de
Chinese autoriteiten hard op. De oorlog tegen het terrorisme wordt volgens
mensenrechtenorganisaties gebruikt als excuus voor de campagnes tegen de
Oeigoeren. Volgens Amnesty International zitten duizenden Oeigoeren vast in
Xinjiang.241
Mishandeling, foltering en de doodstraf
Geregeld maken kranten en mensenrechtenorganisaties executies bekend van
Oeigoerse islamitische leiders. Sinds 1997 zijn volgens Amnesty International
meer dan 200 mensen geëxecuteerd.
240 US Department of State, International Religious Freedom Report China 2004, 15 september 2004;
`Devastating Blows: Religious Repression of Uighurs in Xinjiang', Human Rights Watch en Human Rights
in China, 12 april 2005.
241 'PRC: Uighurs fleeing persecution as China wages its `war on terror', Amnesty International, ASA
17/021/2004, 7 juli 2004; `Devastating Blows: Religious Repression of Uighurs in Xinjiang', Human Rights
Watch en Human Rights in China, 12 april 2005.
72
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Ook foltering komt volgens getuigenissen van diverse Oeigoerse vluchtelingen
veelvuldig voor.242
In één van de grootste zaken in de afgelopen jaren inzake separatisme werden in juli 2004
twee Oeigoeren geëxecuteerd wegens verboden bezit van explosieven. Voor zestien
anderen werden straffen uitgesproken van vijf jaar oplopend tot levenslang.243
Terugkeer
Er is een groeiend aantal Oeigoeren dat voor zakelijke of academische doeleinden
naar het buitenland reist en vrijelijk in en uit kan reizen. Echter, voor Oeigoeren
die het land hebben verlaten zonder de juiste procedures te volgen (bijvoorbeeld
zonder paspoort of met een vals paspoort) is de kans erg groot dat zij zullen
worden ondervraagd wanneer zij terugkeren naar China. Dit geldt ook voor
Oeigoeren waarvan de autoriteiten vermoeden dat zij politiek asiel hebben
aangevraagd in het buitenland of die langere tijd in het buitenland hebben
verbleven. Soms leidt een ondervraging tot arrestatie van de terugkerende Oeigoer.
In welke gevallen dat is, is niet aan te geven. In geval van arrestatie loopt
betrokkene het risico te worden mishandeld of gefolterd.
Familieleden van naar het buitenland gevluchte Oeigoeren, of Oeigoeren die om
andere redenen in het buitenland verblijven, staan onder controle en worden soms
onder druk gezet.
Familieleden, vrienden en werknemers van Rebiya Kadeer, een politieke gevangene die in
maart 2005 vervroegd werd vrijgelaten (zie voetnoot 38), worden bedreigd door Chinese
autoriteiten.244
China legt geregeld verzoeken bij de omringende landen neer om Oeigoeren die
zich op hun grondgebied bevinden terug te sturen. Hoewel onder de Centraal-
Aziatische bevolking sympathie voor de Oeigoerse zaak bestaat, hebben de
Centraal-Aziatische landen, waaronder ook Nepal, Pakistan en Afghanistan, grote
belangen bij goede betrekkingen, rust in de grensregio en open grenzen met China,
met name gezien de handelsrelaties. Om die reden werken deze landen mee aan
het uitleveren van Oeigoeren aan China. Tientallen Oeigoeren zouden inmiddels
zijn uitgezet. Hieronder bevinden zich ook personen die door UNHCR erkend
waren als vluchteling. Kazachstan en China hebben hiertoe een verdrag getekend.
242 'PRC: Uighurs fleeing persecution as China wages its `war on terror', Amnesty International, ASA
17/021/2004, 7 juli 2004; `Criminalizing ethnicity: political repression in Xinjiang', China Rights Forum,
No.1 2004.
243 Reuters, 13 augustus 2004.
244 `China: Uighur activist's family threatened', Human Rights Watch, 14 mei 2005.
73
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
De Chinese veiligheidsdiensten zijn in bovengenoemde landen actief betrokken bij
de opsporing en repatriëring van Oeigoerse vluchtelingen en activisten.
Internationale mensenrechtenorganisaties zoals Amnesty International en Human
Rights Watch roepen op geen Oeigoeren naar China terug te sturen die verdacht
worden van betrokkenheid bij pro-onafhankelijksgroepen of andere activiteiten die
door de Chinese autoriteiten worden beschouwd als terrorisme, religieus
extremisme en separatisme. Deze organisaties zijn bang dat teruggestuurde
Oeigoeren terug in China mishandeling, foltering, en wellicht executie te wachten
staat.245
3.5.3 Binnen-Mongolië
Achtergrond
In de zeventiende eeuw ontstond het onderscheid tussen Binnen- en Buiten-
Mongolië, respectievelijk de gebieden ten zuiden en ten noorden van de Gobi
woestijn. De huidige Chinese Autonome Regio Binnen-Mongolië in het zuiden
kwam onder vrijwel direct Chinees gezag. Het noorden (de huidige staat
Mongolië) behield een grote mate van politieke en culturele zelfstandigheid.
Buiten-Mongolië verklaarde zich onafhankelijk bij de val van de Mantsjoe-
dynastie in 1911. De voornaamste godsdienst in Binnen-Mongolië is het
boeddhisme. Het Mongools behoort tot de Oeral-Altaïsche talen.
In navolging van de acties op het Tiananmenplein in Peking en in andere steden in
China in mei en juni 1989, vonden ook in Hohhot, de hoofdstad van Binnen-
Mongolië, studentendemonstraties plaats voor democratie. In de jaren negentig is
het nog een aantal malen voorgekomen dat de Chinese autoriteiten in actie
kwamen tegen activisme vanuit Binnen-Mongolië. Zo traden zij in mei 1991 op
tegen twee kleine Binnen-Mongoolse organisaties die de bevordering nastreefden
van de traditionele Mongoolse cultuur en identiteit. Ook vonden tussen november
1991 en februari 1992 in een aantal steden in Binnen-Mongolië grootschalige
demonstraties plaats voor onafhankelijkheid. Ontevredenheid over de steeds maar
voortgaande toevloed van Han-Chinezen246 en het daardoor verloren gaan van de
eigen identiteit leidde in 1995 tot een aantal geweldloze demonstraties in Hohhot.
245 `US: don't send detainees back to China', Human Rights Watch, 26 november 2003; `Amnesty urges US not
to return Uigur prisoners to China', AFP, 4 december 2003; `Continuing abuses under a new leadership-
summary of human rights concerns', Amnesty International, 28 oktober 2003; 'PRC: Uighurs fleeing
persecution as China wages its `war on terror', Amnesty International, ASA 17/021/2004, 7 juli 2004.
246 De Mongoolse populatie in Binnen-Mongolie is nog maar 14% door migratie van Han-Chinezen naar het
gebied. In 1940 maakten de Mongolen nog 86% uit van de bevolking in Binnen-Mongolië.
74
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Veiligheidssituatie
In de verslagperiode hebben zich voor zover bekend geen veranderingen
voorgedaan in de veiligheidssituatie in Binnen-Mongolië. Activiteiten van Binnen-
Mongolen die door de Chinese autoriteiten worden beschouwd als separatisme,
zoals het bevorderen van de eigen cultuur en etnische identiteit, het bekritiseren
van het regeringsbeleid en het aan de kaak stellen van de mensenrechtensituatie,
worden niet geduld en kunnen leiden tot het opgelegd krijgen van een meerjarige
gevangenisstraf. Protestbewegingen die openlijk streven naar een onafhankelijk
Binnen-Mongolië zijn sinds 1995 niet of nauwelijks meer actief in Mongolië.247
Zowel de Binnen-Mongoolse Volkspartij (IMVP) als de Zuid-Mongoolse
Democratische Alliantie (ZMDA) zijn verboden in China. Indien een dergelijke
beweging in China actief naar buiten zou treden, kan verwacht worden dat de
Chinese autoriteiten onmiddellijk daartegen optreden.
Economische situatie
De economische situatie is moeilijk in Binnen-Mongolië. Door de strenge winters
en extreme droogte van de afgelopen jaren is veel vee omgekomen, en is er grote
armoede ontstaan onder de nomadenbevolking. Ook heeft Binnen-Mongolië te
kampen met overbegrazing. De afgelopen jaren heeft China meer dan 30.000
veehoeders uit Binnen-Mongolië overgebracht naar gebieden met een betere
ecologische conditie. De komende zes jaar zijn de Chinese autoriteiten van plan
nog eens 650.000 veehoeders ergens anders te vestigen.248 Han-Chinezen worden
aangemoedigd om zich in Binnen-Mongolië te vestigen.
Discriminatie
Er is geen sprake van discriminatie van de etnisch Mongoolse minderheid in
Binnen-Mongolië. De meeste Binnen-Mongolen zijn, mede onder invloed van het
onderwijs, `verchineest'. Voor een etnisch Mongoolse Binnen-Mongool die uit het
buitenland terugkeert, lijken er geen redenen te zijn te vrezen voor discriminatie of
vervolging wegens zijn etnische achtergrond.
3.5.4 Hongkong
Staatsinrichting
Op 1 juli 1997 vond de soevereiniteitsoverdracht van Hongkong plaats, van het
Verenigd Koninkrijk aan China. De burgerrechten en politieke rechten en
vrijheden in Hongkong en China verschillen even wezenlijk van elkaar, zowel
institutioneel als in de praktijk (one country, two systems), als voor de
soevereiniteitsoverdracht.
247 UK immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.231), oktober 2003.
248 Xinhua, 7 december 2002; `Oprukkende woestijn', Trouw, 2 januari 2004.
75
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
De burgerrechten, politieke rechten en vrijheden in Hongkong zijn gegarandeerd
in de per 1 juli 1997 in werking getreden Basic Law, de Hongkongse grondwet en
de schakel tussen het Hongkongse Common Law rechtssysteem en het
rechtssysteem van China.
De Basic Law garandeert Hongkong een hoge mate van autonomie. Alleen de
integriteit van het grondgebied (defensie) en de buitenlandse politiek gereserveerd
voor staten, vallen onder de centrale autoriteiten in Peking. Daarnaast benoemt
Peking de Hongkongse regeringsleider en op diens voordracht ook de Hongkongse
ministers.
De Hongkongse autonomie vindt onder andere zijn weerslag in zijn eigen
rechtssysteem, paspoort, toelatingsbeleid, munteenheid en deviezenreserves.
Verder is Hongkong een zelfstandige, aparte, douane-eenheid, zelfstandig lid van
de WTO, APEC en andere internationale organisaties en zelfstandig partij bij vele
multilaterale en bilaterale verdragen en overeenkomsten.
In overeenstemming met de bepalingen (en de geest) van de Sino-British Joint
Declaration van 1984 heeft Hongkong na de soevereiniteitsoverdracht van 1 juli
1997, zijn eigen rechtssysteem behouden. Hongkong was en is een rechtsstaat.
De rechterlijke macht is politiek onafhankelijk. Hongkong heeft ook een eigen
politiek systeem. In Hongkong bestaan verschillende politieke partijen die vrijelijk
hun mening kunnen verkondigen, zowel binnen als buiten het Hongkongse
parlement. Hongkong is echter geen democratie. Het Hongkongse parlement, de
Legislative Council, telt zestig leden. Daarvan zijn er vierentwintig direct gekozen
door de voltallige kiesgerechtigde bevolking, dertig door en vanuit sectorale
kiesgroepen en zes door een achthonderd leden tellende verkiezingscommissie.
Aan de benoeming door Peking van de Hongkongse regeringsleider, de Chief
Executive, gaan lokale verkiezingen vooraf. Echter, slechts de achthonderd leden
van de hiervoor genoemde verkiezingscommissie zijn daartoe kiesgerechtigd. De
bevoegdheden van de wetgevende macht zijn geringer dan die in Nederland.
Parlementsverkiezingen 2004
Op 12 september 2004 kozen de inwoners van Hongkong een nieuwe
volksvertegenwoordiging, althans dat deel waarover zij zeggenschap hebben. De
pro-Pekingpartijen hebben hun meerderheid in het parlement behouden: 34 zetels
tegen 25 voor de democraten (één afgevaardigde is onafhankelijk). De
verwachtingen waren dat de democraten het beter zouden doen. Volgens
waarnemers is hun zwakke prestatie het gevolg van verscheidene schandalen
waarin democratische leiders verwikkeld raakten.
76
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Human Rights Watch meldde dat politici, journalisten en kiezers in de aanloop
naar de verkiezingen geïntimideerd en zelfs bedreigd zijn vanaf het vasteland van
China met het kennelijke doel een verkiezingsoverwinning van pro-Peking
kandidaten.249
Verdragen en protocollen
Hongkong is partij bij het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en
Politieke Rechten, het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en
Culturele Rechten en het Verdrag tegen Foltering. Hongkong is geen partij bij het
Vluchtelingenverdrag.
Mensenrechten algemeen
De mensenrechtensituatie in Hongkong heeft na de soevereiniteitsoverdracht aan
China per 1 juli 1997 geen wezenlijke wijzigingen ondergaan. Dit is in
overeenstemming met de bepalingen (en de geest) van de Sino-British Joint
Declaration van 1984 en van de Basic Law. In de verslagperiode zijn volgens
sommigen vanuit Peking de teugels wel strakker aangehaald. De groeiende
`eigengereidheid' van democratische groeperingen staat China niet aan.250
Democratische hervormingen
De Hongkongse grondwet, de Basic Law, staat in beginsel toe dat het openbaar
bestuur tien jaar na de soevereiniteitsoverdracht, dat wil zeggen vanaf 2007, een
groter democratisch gehalte krijgt. Het gaat daarbij concreet om wijziging van de
huidige selectiemethode van de Chief Executive en de verkiezingsmethodiek van
de volksvertegenwoordiging. Volgens juridische deskundigen van het Chinese
vasteland is nooit beoogd om al in 2007 democratische verkiezingen toe te staan.
Veeleer zou bij de opstelling gedacht zijn aan de latere jaren in de periode van
vijftig jaar waarin Hongkong het eigen kapitalistische systeem mag behouden en
een hoge mate van autonomie mag genieten.251 Na een hevige strijd met pro-
democratische groepen over een tijdschema voor de invoering van de beloofde
democratische hervormingen trad Tung Chee-hwa, de Chief Executive in maart
2005 af `wegens gezondsheidsredenen'. Zijn plaatsvervanger, Donald Tsang, zal
deelnemen aan de verkiezingen voor de nieuwe Chief Executive op 10 juli 2005.252
249 ANP, 13 september 2004; `Hong Kong: Elections marred by intimidation', Human Rights Watch, 9
september 2004; `A short-term victory for Beijing', Far Eastern Economic Review, 23 september 2004.
250 `In Hongkong kan er maar één de baas zijn: Peking', De Volkskrant, 10 september 2004. Drie grote
protestmarsen tegen het Chinese politieke eenpartijsysteem (1 juli 2003, 1 januari en 1 juli 2004) verrasten de
machthebbers.
251 ANP, 7 september 2004, Reuters, 25 oktober 2004.
252 ANP, AFP, 10 maart 2005
---
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
In juli 2004 trokken honderdduizenden burgers door de straten van Hongkong. Zij
eisten dat Peking ernst maakt met de democratische hervormingen.253
Vrijheid van meningsuiting
In het politieke debat bestaat zowel binnen als buiten het parlement volledige
vrijheid van meningsuiting. Er worden, soms stevige, debatten gevoerd met de
Chief Executive en zijn ministers en tussen de partijen onderling. De debatten zijn
openbaar. Ook burgers kunnen hun mening vrij uiten. Demonstreren is mogelijk
en er vinden regelmatig demonstraties plaats.
Sommigen menen dat de media in Hongkong minder kritisch zijn ten aanzien van
China dan voorheen. Veel media zijn in handen van mediatycoons met zakelijke
belangen op het vasteland in China. Deze tycoons willen de Chinese overheid niet
tegen de schenen trappen, zo is de indruk.
Vrijheid van vereniging en vergadering
In Hongkong bestaat geen verbod op politieke partijen en groeperingen. In de
huidige, 60 leden tellende, Legislative Council zijn dit de grootste politieke
partijen:
· Democratic Alliance for the Betterment of Hongkong (geldt algemeen als pro-
Peking, 12 zetels);
· Liberal Party (geldt als pro-grootkapitaal254, 10 zetels);
· Hongkong Democratic Party (9 zetels).
Er zijn in Hongkong op allerlei terreinen NGO's actief. Veel
mensenrechtenorganisaties die de situatie op het Chinese vasteland volgen zijn in
Hongkong gevestigd.
Vrijheid van godsdienst en overtuiging
In Hongkong bestaat vrijheid van godsdienst die ook in de praktijk wordt
gerespecteerd.255 Er bestaan geen semi-legale of verboden spirituele bewegingen.
De op het Chinese vasteland verboden, als evil cult aangemerkte Falun Gong, is in
Hongkong een legaal geregistreerde organisatie die de naam Falun Dafa draagt.
Falun Gong-aanhangers kunnen vrijuit handelen en demonstreren. Vervolging doet
zich niet voor. De bewegingsvrijheid van buitenlandse Falun Gong-aanhangers om
in Hongkong tegen de centrale regering te ageren werd echter ingeperkt na het in
januari 2001 in Hongkong gehouden internationale Falun Gong-congres en de
253 Reuters, 2 juli 2004. In Hongkong wordt ieder jaar gedemonstreerd op 1 juli, de dag waarop de Britse
kroonkolonie, nu bijna acht jaar geleden, terugkeerde onder Chinese soevereiniteit.
254 In het algemeen betekent dit ook `niet ingaand tegen de wensen/opinies van de centrale autoriteiten in
Peking', gezien de grote zakelijke belangen van dat grootkapitaal in het Chinese vasteland.
255 US Department of State, International Religious Freedom Report China 2004, 15 september 2004, pagina 11.
78
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
zelfverbrandingen op het Tiananmenplein in Peking in diezelfde maand. Sindsdien
wordt buitenlandse Falun Gong-aanhangers regelmatig de toegang tot Hongkong
ontzegd. De heersende opinie onder waarnemers is dat zowel de centrale
autoriteiten als de regionale autoriteiten in Hongkong niet dulden dat Hongkong
wordt gebruikt als internationale basis voor acties en propaganda tegen het regime
in Peking.
In mei 2004 werd enkele Falun Gong-aanhangers uit Taiwan en Macau de toegang tot
Hongkong ontzegd. Zij wilden een conferentie bijwonen. 250 Taiwanezen en vier
aanhangers uit Macau werden wel toegelaten.256
Bewegingsvrijheid
Hongkong heeft een eigen toelatingsbeleid en een eigen paspoort, dat houders
daarvan tot de meeste landen in de wereld, waaronder de EU-lidstaten, toegang
zonder visum verschaft.257 Houders van Chinese paspoorten hebben een visum
voor toelating tot Hongkong nodig. Er is een streng bewaakte fysieke grens tussen
Hongkong en het Chinese vasteland, met immigratie- en douanevereisten. Sinds
juni 2003 kunnen Chinezen woonachtig in Peking, Shanghai en een achttal steden
in de provincie Guangdong nu ook op individuele basis Hongkong en Macau
bezoeken, en niet alleen meer in groepsverband.
Illegale migratie
Veel Chinezen afkomstig van het vasteland proberen naar Hongkong te emigreren.
Velen hebben er familie of trachten er werk te vinden. De autoriteiten van
Hongkong hebben een streng toelatingsbeleid. Met grote regelmaat worden
illegale grensoverschrijders opgepakt en direct teruggestuurd naar het vasteland.
256 US Department of State, International Religious Freedom Report China 2004, 15 september 2004, pagina 12.
257 Een houder van een Hongkong S.A.R. paspoort (het eigen paspoort van Hongkong) heeft geen visum nodig
voor de EU, zolang het voorgenomen verblijf de drie maanden niet overschrijdt.
79
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
4 MIGRATIE
4.1 Migratiestromen en motieven258
4.1.1 Migratie uit China
Bestaande traditie
In drie zuidelijke provincies in China, de provincies Fujian, Zhejiang en
Guangdong bestaat al eeuwen een migratietraditie. Generaties familieleden
bevinden zich in het buitenland, en van jongeren die afkomstig zijn uit de
migratiegebieden (bepaalde regio's in de genoemde provincies) wordt vaak
verwacht dat ze naar het buitenland zullen gaan. Jongeren zijn doorgaans flexibel
en maken een grotere kans om het te redden in het buitenland. Ouders sturen hun
kinderen weg met als doel geld te verdienen en een verblijfsvergunning of
paspoort te verkrijgen. Men doet aan risicospreiding binnen de familie. Vaak blijft
één van de kinderen in China om voor de ouders te zorgen. Het kind in het
buitenland zorgt voor inkomsten.
Het familielid dat zich in het buitenland bevindt, geniet groot aanzien bij de
thuisgemeenschap. Aanzien is van groot belang in China. Hoewel de situatie in het
buitenland voor de illegale migrant niet altijd even rooskleurig is, geeft men dit
niet altijd toe (vanwege `gezichtsverlies') en zal het familielid dat hulp vraagt als
potentiële illegale migrant, vaak worden aangemoedigd om eveneens de stap te
wagen.
Economische situatie en vooruitzichten in China
De slechte economische situatie in het noordoosten van China maakt dat meer
mensen de risico's van illegale emigratie voor lief nemen en vertrekken. Vanuit de
provincies Liaoning, Heilongjiang en Jilin vertrekken veel mensen naar Zuid-
Korea en Japan. De Chinezen uit de zuidelijke provincies die naar Europa
vertrekken als migrant behoren niet tot de armste lagen van de bevolking. De
zuidelijke provincies zijn juist de rijkere provincies, waar mensen zich de dure reis
naar het buitenland kunnen veroorloven. Wat lokt is nog steeds het idee dat in het
Westen meer geld te verdienen valt. Dit wordt ook bevestigd door familieleden die
altijd terugkeren met veelbelovende verhalen en veel aanzien genieten bij de
achterblijvers.
258 Bij deze paragraaf is onder meer gebruik gemaakt van Frank N. Pieke (IOM), Recent trends in Chinese
Migration to Europe: Fujianese Migration in Perspective, maart 2002 en UK Immigration and Nationality
Directorate, China extended Bulletin 4/2002, Looking for the Golden Country, augustus 2002.
80
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Het onderwijssysteem is rigoureus in China. Er moet hard gewerkt worden met
hoge scores om op een goede school terecht te komen. Toelating tot een goede
school, na zware examens, is een voorwaarde voor een goed betaalde baan.
Wanneer niet geïnvesteerd wordt in een hogere opleiding rest voor jongeren het
vooruitzicht om te gaan werken in fabrieken. De arbeidsomstandigheden zijn daar
slecht en de salarissen laag. Is er in China geen kans op een goede opleiding (en
dus goedbetaald werk) dan is het buitenland een voor de hand liggende keuze, of
voor studie of voor werk.259
Mensensmokkelnetwerken
Gezien de lange migratietraditie bestaat in China en daarbuiten een groot netwerk
van mensensmokkelaars, de zogeheten `slangenkoppen'. Zij bieden allerlei
reispakketten aan, waarbij vaak het organiseren van een paspoort en visum,
illegaal transport, opvang bij aankomst etc. wordt gecombineerd. De potentiële
migrant betaalt een fikse reissom, maar krijgt daarvoor een georganiseerde reis tot
de eindbestemming terug. De `slangenkoppen' variëren van verre familieleden tot
professionele internationale smokkelnetwerken, en alles wat daar tussen zit. In
dorpen wordt vaak door reisagenten geadverteerd, gespecialiseerde bureaus bieden
uitnodigingsbrieven of valse diploma's aan en in veel kranten en tijdschriften
wordt (studenten)visabemiddeling aangeboden.
Legale uitreis
Door het wegnemen van een aantal administratieve obstakels begin 2001, heeft de
Chinese overheid de legale uitreis van Chinese staatsburgers aanzienlijk
eenvoudiger gemaakt. Zo is de procedure voor paspoortafgifte versoepeld en is de
controle op de eerste uitreis, die voorheen geschiedde door middel van een
systeem van uitreisvergunningen, afgeschaft. Een uitnodigingsbrief is niet meer
nodig om een paspoort te verkrijgen. De uitreis van de migrant uit China geschiedt
dikwijls legaal. Men reist daarna onder een valse naam verder. De reis eindigt
veelal zonder papieren. Door de Chinese autoriteiten worden deze mensen niet als
illegale emigranten beschouwd; zij hebben China immers legaal verlaten.
Vrijwel alle ambassades en consulaten in China hebben te maken met een groei
van het aantal visumaanvragen. Chinezen reizen steeds meer, niet alleen zakelijk,
maar ook als toerist. Met de inwerkingtreding van de EU-China ADS-
overeenkomst per september 2004 kunnen Chinese toeristen in groepsverband naar
de EU reizen. Het aantal visumaanvragen is sindsdien nog meer toegenomen.
Onderzoek toont aan dat een aantal Chinese toeristen illegaal in de landen van de
EU achtergebleven is.
259 `Chinese student gaat niet stappen', Nederlands Dagblad, 22 oktober 2003.
81
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Beleid Chinese autoriteiten
China kampt met tientallen miljoenen werklozen en arme boeren. Deze aantallen
zullen de komende jaren toenemen. De Chinese autoriteiten hebben er om die
reden op zich geen bezwaar tegen als hun burgers het land verlaten om zich ergens
anders te vestigen. Bovendien brengen de overzeese Chinezen harde valuta terug
het land in, door investeringen in hun oorspronkelijke woonplaatsen. Steden als
Changle en Wenzhou, waar veel Chinese migranten uit afkomstig zijn, zijn
daardoor rijk geworden. Op sommige plaatsen (in Fujian bijvoorbeeld) stimuleert
de lokale overheid illegale migratie zelfs, om met de terugkomende valuta de
lokale economie te stimuleren.
Anderzijds geeft China, sinds in 2000 in Dover 58 Chinezen in een container om
het leven kwamen, meer prioriteit aan het bestrijden van illegale migratie. Men
beschouwde deze tragische gebeurtenis ook als gezichtsverlies voor de Chinese
overheid, wat reden was om veel publiciteit te geven aan een voortvarende aanpak
van de illegale migratieproblematiek. Straffen op mensensmokkel zijn verhoogd.
Illegale migranten die voor vertrek uit China opgepakt worden, worden soms voor
korte tijd heropgevoed of krijgen een boete. De overheid houdt op diverse plaatsen
propagandacampagnes om mensensmokkel tegen te gaan. Series van
televisieprogramma's en krantenartikelen zijn vervaardigd over de risico's van
illegale migratie. Ook zijn controles op luchthavens, aan de grenzen en in de
grenswateren toegenomen.
4.1.2 Migratie naar China
Vluchtelingen
Eind 2003 verbleven er meer dan 397.000 vluchtelingen en asielzoekers in China.
Ongeveer 297.000 komen uit Vietnam (voornamelijk etnische Chinezen). Verder
zijn er Kachin-vluchtelingen uit Birma (verblijven in de provincie Yunnan) en veel
Noord Koreaanse vluchtelingen.260
Noord-Koreaanse vluchtelingen
In de grensstreek met Noord-Korea in het noordoosten van China houden zich
naar schatting tussen de 100.000 en 300.000 Noord-Koreanen op. Velen reizen
heen en weer om in China geld te verdienen of voedsel te kopen. Dit werd tot
enkele jaren geleden oogluikend toegestaan.
De opstelling van China ten aanzien van Noord-Koreanen die langer in China
verblijven is de laatste jaren verhard.
260 `World Refugee Survey 2004 Country Report - China, geraadpleegd via www.refugees.org op 20 mei 2005.
82
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
De officiële positie van China is dat de Noord-Koreaanse migranten op zoek zijn
naar betere leefomstandigheden.261 Volgens UNHCR gaat dit inderdaad op voor
ongeveer 65 procent van degenen die de grens met China oversteken. Ongeveer 15
procent blijft iets langer in China, maar keert eveneens terug naar Noord-Korea.
De resterende 20 procent wil definitief het land uit en tracht via China verder te
reizen. Met dat doel voor ogen verschaffen verschillende groepen en individuele
Noord-Koreanen zich, met behulp van activisten uit verschillende landen, geregeld
toegang tot diverse ambassades, consulaten of internationale scholen in China om
asiel aan te vragen. Ook gedurende de verslagperiode kwam het een aantal keer
voor.262
Noord-Koreaanse vluchtelingen worden door China officieel beschouwd als
`economische migranten' en worden teruggestuurd naar Noord-Korea. Conform de
overeenkomst die China met Noord-Korea hierover heeft. China heeft in 2003
bijna achtduizend Noord-Koreanen gedwongen teruggestuurd.263 Een uitzondering
op dit uitzettingsbeleid van China vormen de vluchtelingen die een ambassade of
consulaat invluchten. Tot nu toe konden zij naar een derde land reizen. Meestal
was dat Zuid-Korea.264 Volgens statistieken van de Zuid-Koreaanse overheid zijn
er van januari 2004 tot september 2004 1511 Noord-Koreanen via omwegen naar
Zuid-Korea gekomen. De meeste Noord-Koreanen kwamen via China.265
China heeft buitenlandse ambassades opgeroepen geen bescherming meer te
bieden aan Noord-Koreaanse vluchtelingen.266 China arresteert en berecht tevens
personen die verdacht worden van hulp aan de Noord-Koreaanse vluchtelingen.
De Chinese autoriteiten zouden ook premies uitkeren aan burgers die Noord-
Koreaanse vluchtelingen en degenen die hen daarbij behulpzaam zijn (zoals
zendelingen en ontwikkelingswerkers) aangeven. De gevluchte Noord-Koreanen
op hun beurt zouden direct gevangen worden gezet en net zo lang ondervraagd
totdat zij vertellen wie in China hen daarbij heeft geholpen.
261 Xinhua, China says illegal North Korean immigrants are not refugees, 25 november 2003.
262 `Tientallen Noord-Koreanen in Canadese ambassade', ANP/AFP/DPA, 29 september 2004; `Noord-Koreanen
vluchten Zuid-Koreaanse ambassade in', ANP/DPA/AFP, 15 oktober 2004; `Eight North Koreans seek
asylum at Japanese school in China', AP, 24 januari 2005.
263 US Committee for Refugees World Refugee Survey 2004-China, geraadpleegd via www. refugees.org op 20
mei 2005. Over 2004 zijn geen cijfers bekend. Bij terugkomst in Noord-Korea wacht de meeste vluchtelingen
een straf in een werkkamp. Het komt echter ook voor dat vluchtelingen worden geëxecuteerd (ANP/AFP, 16
maart 2005).
264 BBC News 12 december 2004.
265 Nederlands Dagblad, 29 oktober 2004.
266 AP, 26 oktober 2004.
83
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
4.2 Opvang in de regio
Onderhandelingen over een terug -en overnameovereenkomst tussen de EU en
China zijn gaande, maar verlopen traag. Met Hongkong is in 2002 een terug -en
overnameovereenkomst gesloten.
Er bevinden zich veel Tibetaanse vluchtelingen in Nepal en India. Met deze landen
zijn door Nederland geen overeenkomsten gesloten voor wat betreft personen
afkomstig uit China. Tussen de 30.000 en 35.000 Tibetaanse vluchtelingen hebben
zich in Nepal gevestigd. In 2004 hebben zich zo'n 2400 Tibetanen bij UNHCR in
Nepal aangemeld. Mishandeling van Tibetanen die ongedocumenteerd de grens
met Nepal proberen over te steken komt aan beide zijden van de grens regelmatig
voor.267
In India zouden zich 100.000 tot 130.000 Tibetaanse vluchtelingen bevinden (ook
tweede en derde generatie).268 Tibetaanse vluchtelingen worden daar zonder
problemen opgevangen. Er zijn geen berichten dat Tibetaanse vluchtelingen door
India worden teruggestuurd.
4.3 Activiteiten van internationale organisaties
UNHCR heeft geen toegang tot Noord-Koreaanse vluchtelingen die zich in China
bevinden.
UNHCR helpt naar Nepal gevluchte Tibetanen om door te reizen naar India, waar
de meerderheid van de Tibetaanse vluchtelingen leeft. 269
UNHCR heeft aangegeven geen officieel standpunt in te nemen ten aanzien van
terugkeer naar China. Het algemene beleid is van toepassing: terugkeer van
individuele afgewezen asielzoekers moet op een humane manier geschieden, met
respect voor de rechten en waardigheid van de betrokkenen. UNHCR heeft voorts
aangegeven niet betrokken te zijn geweest bij gevallen van vrijwillige terugkeer.
267 US Department of State, China (includes Tibet, Hong Kong and Macau) Country Report on Human Rights
Practices-2004, 28 februari 2005, pagina 39.
268 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.315), oktober 2003.
269 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.214), oktober 2004.
84
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
4.4 Beleid van andere westerse landen
België
In België wordt elk asielverzoek individueel beoordeeld. In sommige gevallen
vindt op humanitaire gronden regularisatie plaats. België hanteert geen speciaal
beleid voor specifieke groepen, maar geeft tegelijkertijd aan terugkeer van
Tibetanen en Oeigoeren naar China niet veilig te achten. Voor andere afgewezen
asielzoekers wordt terugkeer wel veilig geacht. In 2004 zijn vanuit België 63
personen naar China teruggestuurd. Het is niet bekend of dit afgewezen
asielzoekers dan wel illegalen betrof. België geeft ten slotte aan dat terugkeer van
afgewezen Chinese asielzoekers (niet zijnde Tibetaan of Oeigoer) soms niet plaats
kan vinden vanwege technische redenen.
Verenigd Koninkrijk
De Britse regering kent geen speciale bescherming voor specifieke groepen
Chinese asielzoekers. Ieder geval wordt op de eigen merites beoordeeld. China
wordt veilig geacht voor terugkeer. Terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers
vindt in de praktijk ook plaats.
Zwitserland
In Zwitserland wordt bij de behandeling van asielverzoeken speciale aandacht
besteed aan etnische minderheden, met name Tibetanen en Oeigoeren. Meer dan
80% van de asielaanvragen uit China is van deze groepen afkomstig. Tibetanen en
Oeigoeren kunnen in aanmerking komen voor subsidiaire protectie. Tibetanen
worden onderworpen aan een taal- en landenkennistest. Een Tibetaan met een
negatief resultaat op deze test moet het land verlaten. Terugkeer naar China wordt
veilig geacht. In de praktijk worden alleen Han-Chinezen teruggestuurd, maar
onder moeilijke omstandigheden. Er wordt niet nader aangegeven waar deze
moeilijke omstandigheden door ontstaan.
85
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
5 SAMENVATTING
De voornaamste zorgen van de regering zijn het handhaven van de politieke
stabiliteit en het primaat van de CCP, het bewaren van de territoriale eenheid, het
vermijden van sociale onrust, het scheppen van werkgelegenheid en het reduceren
van de kloof tussen rijk en arm. De huidige president en premier leggen nadruk op
sociale problemen en hebben meer aandacht voor het volk dan hun voorgangers.
De afgelopen jaren zijn kleine verbeteringen zichtbaar op mensenrechtengebied.
De term mensenrechten is niet langer taboe in China. Een duidelijk voorbeeld is de
opname van de passage in de grondwet over de bescherming van mensenrechten.
Voorts krijgt verbetering van het rechtssysteem veel aandacht van de Chinese
autoriteiten. Hervorming van de doodstraf lijkt concrete vorm aan te nemen. Begin
volgend jaar zou de wetgeving omtrent de beroepsprocedure tegen doodvonnissen
zo aangepast moeten zijn dat ter dood veroordeelden voor het Hooggerechtshof
mondeling in beroep kunnen gaan tegen de opgelegde doodstraf.
Burgers krijgen meer individuele vrijheid. Sociale onderwerpen kunnen worden
besproken en demonstraties vinden meer en meer plaats. De Chinese regering
blijft echter gevoelig voor goed georganiseerde groeperingen die, ongeacht hun
aard, het gezag van de communistische partij aan zouden kunnen tasten.
Ondanks de kleine verbeteringen worden in China nog steeds de mensenrechten op
verschillende terreinen geschonden. Persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting
zijn aan aanzienlijke beperkingen onderworpen. Het gebruik van internet wordt
gecensureerd. Met betrekking tot door Chinese autoriteiten als niet-politiek
gevoelig beschouwde onderwerpen, is het mogelijk om in China zonder
consequenties kritiek te uiten. Het is echter niet altijd duidelijk waar de grens ligt
tussen wat wel en niet geoorloofd is. Het is niet toegestaan om onafhankelijke
partijen op te richten die zich kritisch tegenover de CCP opstellen. Arrestanten en
gevangenen lopen de kans mishandeld en gefolterd te worden. Het aantal
doodstraffen in China is hoger dan in de rest van de wereld bij elkaar opgeteld.
Het rechtssysteem vormt nog steeds een middel voor de CCP om macht uit te
oefenen en het recht is ondergeschikt aan de politiek. Veel wetten zijn vaag
geformuleerd en verdachten hebben slechts zeer beperkt toegang tot een advocaat.
Met grote regelmaat vinden processen achter gesloten deuren plaats. Verdachten
zitten vaak lang vast voordat hen iets ten laste wordt gelegd of de zaak voor het
gerecht komt.
Religieuze stromingen in China zijn verplicht zich te registreren, worden aan
strikte regels gebonden en worden streng gecontroleerd.
86
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
De mogelijkheid tot godsdienstbeoefening van niet-geregistreerde kerken is in de
praktijk afhankelijk van de opstelling van de lokale autoriteiten en varieert per
regio. De controle op en aanpak van niet-geregistreerde kerken lijkt in de
afgelopen jaren te zijn verscherpt. De Falun Gong is een verboden sekte en
aanhangers worden door de Chinese autoriteiten zeer actief vervolgd.
Sinds 2002 zijn enige positieve ontwikkelingen zichtbaar in de relatie tussen de
Dalai Lama en de Chinese autoriteiten. In 2002 en 2003 vond officieel contact
plaats tussen de Tibetaanse regering in ballingschap en de Chinese leiders. In de
verslagperiode heeft een derde bijeenkomst plaatsgehad. De Chinese autoriteiten
handhaven strikte controles op alle religieuze activiteiten, en op de gang van zaken
in tempels en kloosters in Tibet. Soms worden kloosters gesloten en worden
monniken en nonnen opgepakt die beschuldigd worden van politieke gedragingen.
De religieuze vrijheid van Tibetanen buiten de Tibetaanse Autonome Regio is
groter dan daarbinnen.
China voert in Xinjiang een actief beleid tegen terrorisme, separatisme en religieus
extremisme, waarbij onvoldoende onderscheid wordt gemaakt tussen vreedzame
uitingen van protest enerzijds en gewelddadige anderzijds. De uitoefening van
Oeigoeren van hun religie en culturele gebruiken worden door de Chinese
overheid slechts binnen nauwe kaders getolereerd. Oeigoeren die zich te religieus
gedragen lopen kans te worden opgepakt en lang vastgehouden of veroordeeld.
Activisme gericht op afscheiding van Binnen-Mongolië wordt niet geduld.
Protestbewegingen die openlijk streven naar een onafhankelijk Binnen-Mongolië
zijn sinds 1995 niet of nauwelijks meer actief in Binnen-Mongolië.
De mensenrechtensituatie in Hongkong heeft na de soevereiniteitsoverdracht aan
China per 1 juli 1997 geen wezenlijke veranderingen ondergaan. In de
verslagperiode zijn volgens sommigen vanuit Peking de teugels wel strakker
aangehaald.
Gezien de lange migratietraditie bestaat in China en daarbuiten een groot netwerk
van mensensmokkelaars. De uitreis van de migrant uit China geschiedt vaak
legaal. De reis eindigt veelal zonder papieren.
UNHCR is van mening dat terugkeer van een afgewezen asielzoeker naar China in
beginsel mogelijk is, maar dat in ieder individueel geval voorzichtig te werk moet
worden gegaan. Het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland achten terugkeer van
uitgeprocedeerde asielzoekers veilig. België ook, behalve wat Tibetanen en
Oeigoeren betreft. Zwitserland stuurt in de praktijk alleen Han-Chinezen terug.
87
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
6 GERAADPLEEGDE BRONNEN
Amnesty International (www.amnesty.org)
· PRC: Uighurs fleeing persecution as China wages its `war on terror', ASA
17/021/2004, 7 juli 2004
· PRC: Human Rights Defenders at a Risk, ASA 17/045/2004, december 2004
· Update - PRC: Human Rights Defenders at a Risk, ASA 17/002/2005, maart
2005
· Persberichten
Committee to Protect Journalists (www.cpj.org)
· News Alerts
Dui Hua Foundation (www.duihua.org)
· Dialogue (diverse)
Economist Intelligence Unit (EIU) (www.eiu.com)
· China Country Profile 2005
· China Country Report, maart 2005
Human Rights in China (www.hrichina.org)
· Shutting out the Poorest, Discrimination against Migrant Children in City
Schools, China Rights Forum, No. 2, 2002
· Privately Run Migrant Schools in Peking, Vital Community Resources
Existing on Sufferance, China Rights Forum, No. 2, 2002
· Devastating Blows: Religious Repression of Uighurs in Xinjiang, 12 april
2005 (samen met Human Rights Watch)
Human Rights Watch (www.hrw.org)
· World Report 2005: China, januari 2005
· Devastating Blows: Religious Repression of Uighurs in Xinjiang, 12 april
2005 (samen met Human Rights in China)
· Nieuwsberichten
Ministerie van Buitenlandse Zaken (www.minbuza.nl)
· Algemeen ambtsbericht China, 28 maart 2003 (DPV/AM-784116)
· Algemeen ambtsbericht China, 28 november 2001 (DPC/AM-733856)
· Ambtsbericht minderjarigen in China, 9 april 2001 (DPC/AM-709612)
· Algemeen ambtsbericht China, 28 augustus 2000 (DPC/AM-665588)
· Algemeen ambtsbericht China, april 2004 (DPV/AM-842040)
88
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Persberichten en (kranten)artikelen uit onder andere:
Far Eastern Economic Review, Reuters, AP, ANP, AFP, DPA, BBC News,
Xinhua, China Daily, South China Morning Post, NRC Handelsblad, Trouw, The
Economist, International Spectator.
Rapporteurs sans Frontières (www.rsf.fr)
· Nieuwsberichten
Tibet Information Network (www.tibetinfo.net)
UK Immigration and Nationality Directorate (www.ind.homeoffice.gov.uk)
· China Country Report, oktober 2003
· China Country Report, oktober 2004
· China Extended Bulletin 4/2002
US Committee for Refugees (www.refugees.org)
· World Refugee Survey 2004 Country Report China
US Department of State (www.state.gov)
· China (includes Tibet, Hong Kong and Macau)Country Report on Human
Rights Practices 2003, 25 februari 2004
· China (includes Tibet, Hong Kong and Macau) Country Report on Human
Rights Practices - 2004, 28 februari 2005
· China International Religious Freedom Report 2004, 15 september 2004
· Background Note China, maart 2005
Verenigde Naties
· VN Commission on Human Rights, Civil and Political Rights, including the
Question of Torture and Detention. Report of the Working Group on Arbitrary
Detention. E/CN.4/2005/6/Add.4, 29 december 2004.
89
Algemeen ambtsbericht China| juni 2005
Lijst met afkortingen
ACFTU All China Federation of Trade Unions
ACWF All China Women's Federation
ADS Approved Destination Status
AFP Agence France Presse
ANP Algemeen Nederlands Persbureau
AP Associated Press
EU Europese Unie
ETIM East Turkestan Islamic Movement
CCP Chinese Communistische Partij
CDP China Democracy Party
CPJ Committee to Protect Journalists
DMC Democratisch Management Comité (in Tibet)
ILO International Labour Organisation
NGO non-gouvernementele organisatie
NPC National People's Congress, het parlement
PSB Public Security Bureau
RMB Renminbi, Chinese Yuan Renminbi (nationale munt)
RTL Re-education Trough Labour, heropvoedingskamp
VN Verenigde Naties
90
---- --
Ministerie van Buitenlandse Zaken