ONDER EMBARGO
TOT DINSDAG 23 AUGUSTUS 2005,
10.00 UUR
Betaalbaar Onderwijs: Verlaging van de schoolkosten
Den Haag, 23 augustus 2005
PvdA Tweede Kamerfractie
Woordvoerder Mariëtte Hamer
Betaalbaar onderwijs:
Verlaging van de schoolkosten
Geld mag geen drempel zijn voor een schoolloopbaan
De kosten die ouders moeten maken voor het onderwijs aan hun kinderen lopen steeds verder op. Het Laks waarschuwde er dit voorjaar voor dat dit een reden kan zijn dat kinderen hun studie niet afmaken. De PvdA maakt zich al jaren zorgen over de alsmaar toenemende schoolkosten.
De afgelopen maanden kwam vooral het lesgeld voor 16- en 17-jarigen in het nieuws. Het is goed dat dit lesgeld nu door het kabinet wordt afgeschaft. De PvdA heeft dit van harte ondersteund en de nodige financiële dekking aangetoond. Zeker voor de middeninkomens is dit belangrijk. De lagere inkomens kregen het lesgeld al volledig gecompenseerd. Toch hebben ook zij te maken met hoge kosten voor hun schoolgaande kinderen. De schoolkosten omvatten namelijk aanmerkelijk meer dan het lesgeld. Tussen 2001 en 2004 stegen de gemiddelde totale schoolkosten in het voortgezet onderwijs tussen de 21 en 50 %. De boekenkosten vormen de hoogste kostenpost.
Toen het vmbo en de Tweede Fase in havo en vwo werden ingevoerd, ging dat gepaard met de aanschaf van vele nieuwe methoden en schoolboeken. De prijzen van de nieuwe boeken liepen des te sterker op omdat de educatieve uitgevers dure en zeer rijk geïllustreerde uitgaven uitbrachten. Destijds heeft de PvdA zich ingezet voor beheersing van de schoolboekenprijzen. Al in 2001 heeft het PvdA-Kamerlid Mariëtte Hamer bij de behandeling van de onderwijsbegroting de discussie over de stijgende kosten voor schoolboeken met een motie verbreed tot algemene stijging van schoolkosten, inclusief de vrijwillige bijdragen en de lesgelden. Helaas heeft deze motie niet tot een ander beleid geleid. De schoolkosten zijn sinds die periode alleen maar hoger geworden. Steeds vaker geven ouders van schoolgaande kinderen aan dat de hoogte van de bijdrage voor het onderwijs door hen als een knellend probleem wordt ervaren.
De schoolkosten bestaan uit verschillende onderdelen:
· De boekenkosten in het voortgezet onderwijs
· De (vrijwillige) ouderbijdrage in het basis en het voortgezet onderwijs
· De vaste bijdrage voor materialen en gereedschappen voor de school.
· De bijkomende kosten voor eigen materialen en gereedschappen.
· Kosten voor schoolactiviteiten, zoals het schoolreisje
· Reiskosten openbaar vervoer.
Het huidige kabinet maakte de keuze om aan scholen en ouderorganisatie gezamenlijk te vragen een oplossing te vinden voor de stijging van bovenstaande kosten. De minister van onderwijs is daarbij zelf vooralsnog langs de kant blijven staan.
Op 10 februari overhandigde een groot aantal onderwijsorganisaties de gedragscode schoolkosten voortgezet onderwijs aan de minister. De gedragscode schoolkosten is opgesteld om ouders meer transparantie en helderheid te geven als het gaat om schoolkosten in het voortgezet onderwijs. De code behelst een aantal richtlijnen over de hoogte en opbouw van de schoolkosten.
De Vereniging Openbaar Onderwijs (VOO) waarin vele ouders zijn vertegenwoordigd, ondersteunt deze gedragscode echter niet. Zij vindt de gedragscode te vrijblijvend en zij streeft naar wettelijke maatregelen door de minister.
De VOO wil onder andere meer transparantie bij de vrijwillige ouderbijdrage. Ook wil de VOO dat er een bevriezing komt van de schoolboekenkosten met een evaluatie na drie jaar.
De PvdA is van mening dat het convenant weliswaar een goede aanzet biedt om het gesprek tussen ouders en scholen op gang te brengen over de verlaging van de schoolkosten, maar dat er niet direct van verwacht kan worden dat de kosten ook daadwerkelijk zullen dalen. En dat laatste is wel noodzakelijk. Vanuit dit oogpunt is de PvdA het dan ook met de VOO eens dat het convenant versterking verdient vanuit de overheid. Aanvullende maatregelen zijn nodig.
Op 29 september 2005 voert de onderwijscommissie in de Tweede Kamer een debat over het convenant en de stijging van de schoolkosten. De PvdA presenteert bij de start van het nieuwe schooljaar - alvast een aantal ideeën om de schoolkosten voor ouders te verlagen.
---
Vijf voorstellen van de PvdA voor de verlaging van schoolkosten:
1. Geleidelijke opname van de kosten voor schoolboeken in de lumpsumvergoeding
Oorzaak:
In het voortgezet onderwijs kiezen de docenten de boeken uit. De rekening gaat vervolgens naar de ouders. Er is daardoor geen directe stimulans voor docenten en scholen om het kostenaspect een belangrijke rol te laten spelen bij de boekenkeuze. Daarnaast komen de door scholen bedongen kortingen niet altijd ten goede aan de ouders.De grote educatieve uitgevers zijn ertoe overgegaan om met grote schoolboekhandelaren deals te sluiten, die op het volgende neerkomen: als een school een methode bestelt, wordt als er een nieuwe versie van de methode is, automatisch de nieuwe versie uitgeleverd, tegen voor de school dezelfde (leerboek)kosten als de oude. Voor de school is dat niet duurder, maar voor de ouders wel, omdat de werkboeken bij de nieuwe versie vaak een stuk duurder zijn. De uitgever haalt de winst voornamelijk uit de werkboeken en die worden steeds duurder want dikker, mooier, mét cd-rom, gesplitst in twee werkboeken etc. Hierdoor lopen de schoolkosten voor ouders als het ware onopgemerkt op. Bij de vernieuwing van de Tweede fase in 2007 zullen vermoedelijk nieuwe schoolboeken verschijnen die zijn aangepast aan de nieuwe examenprogramma s en dan zal de discussie over nieuwe en dure schoolboeken dus opnieuw zeer actueel worden. Voor schoolboeken geldt het lage BTW-tarief. Sinds december 2004 geldt dit lage BTW-tarief echter niet meer voor cd-roms, die vaak wel een vast onderdeel vormen van de lesmethoden en bij het boek moeten worden gekocht.
In het basisonderwijs bestaat een heel ander systeem. Daar worden de schoolboeken uit de rijksbijdrage betaald en blijven de boeken eigendom van de school. De vraag is waarom dit ook niet in het voortgezet onderwijs kan? Zeker nu blijkt dat ondanks de initiatiefwet op de vaste boekenprijs waarbij schoolboeken werden uitgezonderd, de toegenomen prijsconcurrentie niet tot een verlaging heeft geleid, maar de adviesprijzen juist zijn omhoog gegaan.
Voorstel
Uiteindelijk wil de PvdA dat voor schoolboeken in het voortgezet onderwijs een systeem gaat gelden zoals we dat kennen in het primair onderwijs: de school koopt de boeken en geeft ze in bruikleen aan de leerlingen. De vergoeding voor de boeken wordt dan onderdeel van de lumpsumfinanciering. Hierdoor krijgen scholen zowel de verantwoordelijkheid voor de keuze van de schoolboeken als de verantwoordelijkheid voor het budget en de besteding er van. Naar deze situatie willen wij geleidelijk toewerken. Dit laat onverlet dat er ook nu al stappen kunnen worden gezet om de boekenkosten te beperken. Elke school kan nu al gaan werken met een boekenfonds, waarbij de boeken in bruikleen worden gegeven en ouders een vergoeding hiervoor aan de school betalen. . De gebruikswaarde van boeken zal dan meer de verantwoordelijkheid van de school worden. Ook zou de regering zich actiever moeten inzetten voor een verlaagd BTW-tarief voor educatieve cd-roms. Uitgevers en scholen moeten samen afspraken maken hoe zij de kosten van boeken kunnen laten dalen zonder dat dit afbreuk doet aan de kwaliteit en de noodzakelijke innovatie van de lesmethoden. Dit kan bijvoorbeeld door een efficiënte inzet van de werkboeken.
2. Voldoende overheidsvergoeding voor de daadwerkelijke kosten van scholen
Oorzaak
Steeds vaker hebben scholen te kampen met een gebrek aan middelen omdat de overheidsvergoeding te beperkt is. Naast de problemen die scholen hebben met gerichte bezuinigingen op bijvoorbeeld de ID-banen, ondervinden steeds meer scholen problemen vanwege het feit dat de vergoeding voor bekostiging van het rijk al jaren niet mee stijgt met de gemiddelde loon- en prijsstijging. In deze vergoeding aan de scholen wordt geen rekening gehouden met de prijsindexatie. Mede daarom moeten scholen naar andere middelen gaan zoeken. De vrijwillige ouderbijdragen bieden enig soelaas, maar hierdoor stijgen de schoolkosten voor ouders.
Voorstel
Er moet voldoende overheidsfinanciering van het onderwijs zijn, dat betekent in ieder geval dat de problemen moeten worden opgelost die ontstaan door de het achterblijven van de compensatie voor de loon- en prijsstijging waarmee scholen te maken krijgen. Er moet hiernaar nog voor de behandeling van de onderwijsbegroting 2006 een onderzoek komen.
3. Transparantie en specificatie bij de inning van vrijwillige bijdragen
Oorzaak:
Scholen doen vaker een beroep op ouders via de inning van vrijwillige bijdragen. Wettelijk is geregeld dat deze vrijwillige bijdrage geen belemmering mag vormen voor de toegankelijkheid van het onderwijs. Toch denken ouders vaak dat zij verplicht zijn de bijdragen te betalen, ook als zij dit eigenlijk niet kunnen. Scholen sturen ouders soms een factuur voor de verplichte bijdrage aan schoolkosten en doen daar dan de rekening voor de niet verplichte ouderbijdrage bij. Het onderscheid is voor ouders vaak niet duidelijk.
Sinds 1997 is al bij wet bepaald dat overeenkomsten tussen ouders en scholen over de betaling van vrijwillige ouderbijdragen nietig zijn, onder meer als er niet een specificatie voor de te onderscheiden voorzieningen in de overeenkomst is opgenomen. De geest van deze bepaling is echter nog altijd niet verwerkelijkt. Ook in de Gedragscode Schoolkosten Voortgezet Onderwijs is deze bepaling weer opgenomen, maar omdat de code scholen niet kan verplichten tot voorgeschreven gedrag, kan het nog steeds gebeuren dat scholen ongespecificeerde bedragen in rekening brengen.
Voorstel
De verplichting van scholen om ouders inzicht te bieden over de verschillende bijdragen gaat beter gecontroleerd worden door de onderwijsinspectie en gemeenten. Er moet meer transparantie komen over de gevraagde ouderbijdragen. Dit betekent dat van scholen verlangd mag worden dat ze op de nota duidelijk onderscheiden wat waarvoor wordt gevraagd en duidelijk zichtbaar maken dat de vrijwillige ouderbijdrage vrijwillig is en dat zij hierover in hun verantwoording achteraf ook inzicht in geven. Ouders krijgen daadwerkelijk de mogelijkheid om slechts aan bepaalde voorzieningen mee te betalen.
4. De optelsom van de schoolkosten voor ouders in kaart brengen en voorzien van een richtlijn
Oorzaak
De schoolkosten komen vaak via een optelsom van kosten tot stand. Het is een optelsom van boekengeld, materiaalkosten, algemeen vrijwillige bijdragen, specifieke bijdragen voor schoolreizen of andere activiteiten en verplichte ouderlijke bijdragen. Het eindresultaat voor de individuele ouders wordt vaak niet in de gaten gehouden. De ouders krijgen de rekening op een bepaald moment gepresenteerd en onwillekeurig kunnen de bedragen steeds hoger oplopen, zonder dat daaraan een prijs-kwaliteit afweging voor ouders ten grondslag ligt.
Voorstel
Overheid, scholen en ouders komen samen tot een richtlijn voor het totaal van de schoolkosten, waarboven deze kosten redelijkerwijs niet uit mogen komen. Ook stimuleert de overheid samen met scholen en ouders dat de kosten laag blijven door bijvoorbeeld bekendheid te geven aan scholen die in staat zijn tot een goede prijs-kwaliteitverhouding te komen. Uitdrukkelijk is het niet de bedoeling dat de richtlijn voor scholen gaat werken als een legitimering om meteen op het maximum te gaan zitten. Aan de hand van een index wordt bekeken of er een verhoging noodzakelijk is. Het is een goede zaak als er jaarlijks wordt stilgestaan bij verhogingen in de schoolkosten. Natuurlijk kunnen er goede redenen bestaan voor een verhoging van de schoolkosten, maar de verhoging mag niet verworden tot een automatisme.
Scholen moeten ook gericht de leerlingen raadplegen in het kader van Vraag het de leerling! naar noodzaak van de omvang schoolkosten. Dit project beoogt leerlingen van scholen voor voortgezet onderwijs (vmbo en havo/vwo) te laten meedenken over de wijze waarop hun school nog beter kan worden. Leerlingen hebben vaak goede ideeën die op veel scholen nog niet voldoende worden gebruikt. Het is waardevol om bijvoorbeeld van leerlingen te horen welke schoolboeken of materialen zij werkelijk ervaren als noodzakelijk voor het leerproces. Zij kunnen zoiets vaak beter beoordelen dan ouders.
5. Werken aan verlaging van de kosten
Oorzaak
Met name in het voortgezet onderwijs hebben ouders te maken met reizende schoolgaande kinderen. Vaak zullen zij gebruik moeten maken van bus of trein. De kosten van het openbaar vervoer stijgen, maar individuele ouders bevinden zich als consument te zeer in een zwakke positie om met de openbaar vervoersbedrijven de discussie aan te gaan over de hoogte van de tarieven. Toch zijn scholen in zekere zin grootverbruikers van het openbaar vervoer.
De schoolkosten lopen voor ouders ook op, omdat voor verschillende losse activiteiten een aparte bijdragen wordt gevraagd: het schoolreisje, de werkweek, bezoeken aan diverse instellingen etc. Het signaal dat ouders de schoolreis niet meer kunnen betalen, horen we steeds vaker van scholen. Hierdoor kan het voorkomen dat sommige kinderen niet mee gaan.
Voorstel
De PvdA heeft verschillende suggesties om de schoolkosten omlaag te brengen.
Scholen zouden bijvoorbeeld via afspraken met het openbaarvervoersbedrijf kunnen werken aan gereduceerde tarieven openbaar vervoer voor leerlingen. Sommige scholen met een regionale functie sluiten al jaarlijks een contract af met een openbaar vervoersbedrijf, zodat leerlingen voordeliger kunnen reizen. Zulke initiatieven verdienen navolging. De overheid kan en moet de scholen ondersteunen bij het nemen van dergelijke initiatieven. Ook zou kunnen worden bezien of er voor scholieren in navolging van de OV-studentenkaart in het hoger onderwijs, voor scholieren een OV-trajectkaart kan komen, of dat er andere maatregelen moeten komen.
Ook worden scholen gestimuleerd om de kosten van schoolreisjes te beperken. Zo hoeft een schoolreisje niet perse vorm te krijgen als een bezoek aan een duur pretpark, maar men kan ook kiezen voor een reisje naar een boerderij, waar ook genoeg ruimte is voor sport, dieren, natuur, etc. Bij een schoolreis naar het buitenland kan men de hotelkosten drukken door er een uitwisseling met een partnerschool in het buitenland van te maken. De overheid kan de scholen stimuleren door o.a. uitwisseling van goede praktijken te bevorderen en hieraan publiciteit te besteden.
Er bestaan scholen die erin slagen om de schoolkosten laag te houden. De overheid moet meer ruchtbaarheid geven aan dergelijke succesverhalen.
Samenvatting van de PvdA-voorstellen:
* De kosten voor de schoolboeken in het voortgezet onderwijs worden geleidelijk opgenomen in de lumpsumvergoeding van het voortgezet onderwijs. De scholen worden verantwoordelijk voor de besteding van het budget, vergelijkbaar met de situatie in het basisonderwijs. De school koopt de boeken en geeft ze in bruikleen aan de leerlingen.
* De overheidsvergoeding voor loon- en prijsstijging waarmee scholen te maken krijgen, wordt op peil gebracht. Hiervoor wordt op korte termijn een onderzoek uitgevoerd, met als uitgangspunt dat de achtergebleven prijsindexatie wordt gecompenseerd.
* Scholen gaan vooraf en achteraf verantwoording afleggen over de inhoud en besteding van de vrijwillige bijdragen van ouders. Op de nota s aan de ouders wordt duidelijk onderscheiden wat waarvoor wordt gevraagd. Scholen leggen aan inspectie en gemeenten hierover verantwoording af.
* Voor het totaal van de schoolkosten stellen overheid, ouders en scholen een gezamenlijke richtlijn op, waarbij aan de hand van een index wordt bekeken of er een verhoging werkelijk noodzakelijk is.
* Overheid en scholen werken aan de verlaging van de schoolkosten door bijvoorbeeld beperking van de kosten van het openbaar vervoer en schoolreisjes.
Den Haag, 23 augustus 2005