Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Datum 23 augustus 2005 Van Postbus 58285, 1040 HG Amsterdam drs. F.J. Kist T (020) 687 51 74, F (020) 687 51 91 floor.kist@uwv.nl De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
De heer mr. A.J. de Geus Ons kenmerk Postbus 90801 RvBs-66787 2509 LZ Den Haag

Onderwerp
Ontslag directeur F&I UWV
Geachte heer De Geus,
UWV heeft zich helaas genoodzaakt gezien bij de kantonrechter het ontslag van de directeur F&I, mr. E.J. de Jonge te verzoeken. De reden hiervan ligt in een vertrouwensbreuk tussen de Raad van Bestuur en de heer De Jonge als gevolg van het functioneren van de heer De Jonge. De zitting heeft vandaag gediend. De uitspraak wordt over twee weken verwacht.

De heer De Jonge is door dit verzoek gekrenkt en heeft emotioneel gereageerd in zijn verweerschrift. In zijn verweerschrift doet hij een aantal ernstige aantijgingen over de integriteit van leden van de Raad van Bestuur, over de huisvesting UWV en over ICT bij UWV dat ik opdracht gegeven heb om opmerkingen uit het verweerschrift intern na te gaan zodat ik u hier op adequate wijze over kan informeren. De aantijgingen zijn zonder enige twijfel publicitair gevoelig.

Integriteit
De heer De Jonge stelt dat bij het huurcontract van ons pand in Almere een `cash deposit' van 2,4 mln euro bij UWV is binnengekomen. Vervolgens insinueert de heer De Jonge dat een koffertje met geld verdwenen is en dat mogelijk de leden van de Raad van Bestuur Cloo en Fransen zich hieraan verrijkt hebben. Uit eigen onderzoek blijkt het bedrag van 2,4 mln conform huurcontract inderdaad ontvangen te zijn, maar er is geen sprake van `cash deposit'. De betaling heeft van bank tot bank plaatsgevonden. De betaling betrof een bijdrage aan de eerste huurtermijnen, hetgeen bij dit soort huurcontracten gebruikelijk is. Voor de verrijking door de heren Cloo en Fransen levert de heer De Jonge geen enkel bewijs dat zijn uitspraken ondersteunt. Van verrijking is geen sprake.

De heer De Jonge suggereert dat ten tijde van het voorzitterschap van de heer Fransen bij SFB kennelijk 18 mln gulden zouden zijn verdwenen. De heer Fransen zou dit bedrag aangewend hebben om een verblijf in Spanje te kopen. SFB is een van de voorgangers van UWV. Het is voor mij geheel onduidelijk waar de heer De Jonge hierbij op doelt. Hij levert geen enkel bewijs die zijn opmerkingen steunen. De heer Fransen beschikt inderdaad over een verblijf in Spanje en heeft dit uit eigen middelen bekostigd.

Bezoekadres La Guardiaweg 68 1043 DK Amsterdam www.uwv.nl

Ons kenmerk RvBs- Blad 2 van 2 Huisvesting
De heer De Jonge geeft zijn waarneming van de huisvesting van het hoofdkantoor UWV. De zaken die hij hierin schetst hebben u aanleiding gegeven een onderzoek naar de huisvesting bij UWV te starten. Het rapport Deskundigenoordeel huisvesting UWV is in februari 2004 bij u ingediend. Naar aanleiding daarvan hebt u mijn voorganger de heer mr. T.H.J. Joustra verzocht zijn functie neer te leggen. De beschrijving door de heer De Jonge voegt inhoudelijk niets toe aan wat reeds bekend is. Het rapport Deskundigenoordeel huisvesting UWV heeft antwoord gegeven op de vragen rondom de huisvesting van het hoofdkantoor UWV. Naar aanleiding van het rapport Deskundigenoordeel huisvesting UWV heeft de heer Cloo de huisvestingsportefeuille aan de heer Annink overgedragen. Bij zijn vertrek heeft de heer Annink de huisvestingsportefeuille aan de heer Fransen overgedragen. Sinds zijn overdracht aan de heer Anninkg heeft de heer Cloo geen bemoeienis met deze portefeuille.

In zijn verweerschrift beschrijft vervolgens de heer De Jonge de huur van een drietal panden van UWV. Het betreft de UWV-vestigingen in Rotterdam, Zwolle en Almere. De overeenkomsten van deze panden zijn conform nieuwe interne procedures en afspraken met het ministerie tot stand gekomen.

ICT
De heer De Jonge beschrijft ook enkele ICT-opgaven waar UWV voor staat. Vanuit zijn functie beschikt de heer De Jonge niet over de laatste stand van zaken. Zijn zienswijze is dan ook op belangrijke punten onjuist en/of achterhaald.

Zijn opmerkingen over de Polisadministratie zijn vooral op essentiële punten achterhaald en in een verkeerde context geplaatst. Maandelijks informeert het programma Polisadministratie de voltallige Raad van Bestuur over de stand van zaken. Aan de hand hiervan ontvangt u maandelijks een voortgangsrapportage. De opmerkingen van de heer De Jonge voegen niets nieuws toe.

Tenslotte wijst de heer De Jonge naar een overschrijding bij het project PUIK. Hierover heb ik u op hoofdlijnen geïnformeerd in de 2e kwartaalrapportage UWV 2005. PUIK betreft de invoering van een uniforme kantoorautomatisering bij UWV. Er is inderdaad sprake van een risico. Daarop hebben wij maatregelen getroffen.

Ik beperk mij hier op dit moment tot een aantal hoofdpunten van het verweer van de heer De Jonge. Graag zal ik al naar gelang uw informatiebehoefte u over andere punten informeren.

Hoogachtend,
Dr. J.M. Linthorst

Voorzitter Raad van Bestuur