Nivel
Factsheets over thuiswonende mensen met dementie of een verstandelijke beperking
23 augustus 2005
Het komt voor dat zorgverleners, waaronder thuiszorgmedewerkers,
thuiswonende mensen met dementie of een verstandelijke handicap in hun
bewegingsvrijheid beperken. Het gaat dan vooral om het optrekken van
bedhekken of het toedienen van kalmerende medicatie. Vastbinden en het
afsluiten van deuren komen weinig voor. Dat blijkt uit onderzoek van
bestaande gegevens en literatuur, verricht door het NIVEL en
gesubsidieerd door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport (VWS).
Dat vrijheidsbeperking ook in de thuiszorg voorkomt is opmerkelijk.
Ten eerste mág het niet: de Wet Bijzondere opnemingen in
psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz) staat vrijheidsbeperkende
maatregelen alleen toe in zogenoemde Bopz-aangemerkte instellingen. De
thuissituatie valt daar niet onder. Bovendien zijn er aanwijzingen dat
de veiligheid en gezondheid van de bewoners soms meer worden geschaad
dan bevorderd door dit soort maatregelen.
De Wet Bopz geeft een wettelijk kader voor het toepassen van
vrijheidsbeperkende maatregelen, zoals het optrekken van bedhekken,
het omdoen van een onrustband (waarmee je niet uit bed kunt komen,
maar wel kunt draaien, bewegen en zitten in bed), en het toedienen van
kalmerende medicatie (zoals angstremmende medicijnen en
slaapmiddelen).
Rechtsbescherming
In Nederland woont meer dan de helft van de verstandelijk
gehandicapten thuis, dat wil zeggen: zelfstandig, bij hun ouders, of
bij andere naasten. Dat zijn 58.000 mensen. Van de mensen met dementie
wonen twee van de drie thuis, in totaal zo'n 120.000 mensen.
Om die kwetsbare groepen ook buiten de muren van een instelling
voldoende rechtsbescherming te bieden, heeft de staatssecretaris van
VWS in juni 2005 de Tweede Kamer geïnformeerd over een voorgenomen
wijziging van de Wet Bopz. Die wet zal van toepassing moeten worden op
alle situaties waarin professionele zorgverleners zorg verlenen aan
mensen met dementie of een verstandelijke handicap, en waarbij sprake
is van het beperken van iemands vrijheid.
In de brief van de staatssecretaris staat onder andere dat
zorgverleners vrijheidsbeperkingen alleen mogen opleggen om
gevaarlijke situaties te voorkomen. Ze mogen dit dus niet doen als er
een alternatief voorhanden is met een minder ingrijpend karakter. Een
alternatief voor bedhekken kan bijvoorbeeld een lager bed of een
matras op de grond zijn. Ook is het de bedoeling eisen te stellen aan
zorgverleners die zorg verlenen aan deze groepen mensen waarbij
vrijheidsbeperkingen kunnen voorkomen. In verband met deze
wetswijziging heeft VWS het NIVEL gevraagd een beeld te schetsen van
de huidige situatie van thuiswonende mensen met dementie of een
verstandelijke beperking.
Opdrachtgever en samenwerkingspartners
Bovengenoemd onderzoek is uitgevoerd door het NIVEL en gesubsidieerd
door het het Ministerie van VWS .