Contactpersoon
-
Datum
23 augustus 2005
Ons kenmerk
DGP/SPO/U.05.02062
Doorkiesnummer
-
Bijlage(n)
-
Uw kenmerk
2040519120
Onderwerp
kamervragen
Geachte voorzitter,
Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen van het lid Dijksma
over het duurder maken van de treinkaartjes in de Randstad door de NS.
1. Kloppen de mediaberichten dat de NS de treinkaartjes in de
Randstad duurder wil maken dan in de rest van Nederland?
1. De NS heeft een getrapt voorstel ingediend bij de
consumentenorganisaties voor advies. Ik heb van NS begrepen dat het
eerste deel van het voorstel een gematigde generieke verhoging betreft
van de treinkaartjes. Het tweede deel, zo heeft NS mij laten weten,
betreft het voorstel om de treinkaartjes op een aantal trajecten in de
Randstad duurder te maken dan in de rest van Nederland. NS heeft deze
voorstellen ter advies voorgelegd aan de consumentenorganisaties. Op
basis van het advies van de consumentenorganisaties en voorzien van
een deugdelijke motivering zal NS mij vervolgens haar voorstel tot
tariefwijziging voor 2006 toesturen. Dit moet zij ten minste drie
maanden vóór de ingangsdatum doen; ik verwacht dat dit voor 1 oktober
2005 zal zijn.
2. Bent u van mening dat het plan om het reizen in de Randstad
duurder te maken dan het reizen buiten de Randstad zorgt voor een
ongewenste ongelijkheid onder de reizigers? Zo neen, waarom niet?
2. Er is nu al een ongelijkheid onder de reizigers. De Nota
Mobiliteit deel I constateert dat bij een gemiddeld aantal reizigers
van minder dan 40.000 per werkdag de reizigersopbrengsten de integrale
kosten van exploitatie en infrastructuur onvoldoende dekken. De Nota
Mobiliteit deel I geeft bovendien aan dat de kostendekkingsgraad van
deze baanvakken omhoog zou moeten. Dit zijn nu juist niet de
baanvakken in de Randstad. Op het moment dat ik het voorstel van NS
heb ontvangen zal ik het toetsen aan de kaders die ik heb gesteld in
de vervoerconcessie en in de Nota Mobiliteit deel I, maar ook op de
effecten die het heeft op de reizigersaantallen.
3. In hoeverre verhoudt het plan van de NS om de treinkaartjes in
de Randstad duurder te maken zich met de doelstelling van WP2000 om
meer reizigers in het Openbaar Vervoer te krijgen?
3. In de vervoerconcessie is een verplichting voor NS opgenomen om
er voor te zorgen dat het aangeboden vervoer gericht is op
reizigersgroei. Zolang ik het voorstel van NS niet ken, kan ik niet
beoordelen of het verhogen van de prijs van de treinkaartjes zich
verhoudt tot deze verplichting in de concessie. Het voorstel dat NS
bij mij indient zal zeer goed onderbouwd moeten zijn zodat duidelijk
wordt wat het effect is van een dergelijke differentiatie op de
reizigersvraag, eventuele verschuivingen in vraag en aanbod,
beschikbaarheid materieel en zitplaatsen etc.
4. Betekent het duurder maken van de treinkaartjes in de Randstad
dat u de Nederlandse Spoorwegen vanaf nu de vrijheid geeft om
tariefdifferentiatie toe te passen?
4. In de vervoerconcessie, artikel 15, vijfde lid, is
voorgeschreven dat NS vrij is om tariefdifferentiatie toe te passen
tussen de (beschermde) kaartsoorten, gewogen over alle
afstandsklassen, die niet meer dan twee procentpunten verschilt van de
gemiddelde tariefwijziging. In de toelichting op dit artikel is
opgenomen dat NS mij een voorstel kan doen voor een nieuw systeem
waarbij tariefdifferentiatie naar onder andere tijd, plaats en traject
mogelijk gemaakt kan worden. Doel hierbij is om een hogere
bezettingsgraad en kostendekkingsgraad van de trein te realiseren door
de prijs van het vervoer beter in lijn te brengen met de
betalingsbereidheid van reizigers en met de werkelijke kosten van
specifieke trajecten.
Dit voorstel heb ik tot op heden niet ontvangen. Een dergelijk
voorstel betekent overigens wel dat eerst de concessiewet zou moeten
worden gewijzigd alvorens het voorstel tot uitvoering zou kunnen
komen.
Hoogachtend,
DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
mw drs M.H. Schultz van Haegen
-----------------------
Teletekstbericht, 28 juli jl., 'NS wil dure kaartjes in de Randstad' en
berichtgeving in diverse kranten op 29 juli jl. (o.a. Telegraaf, de
Volkskrant, Trouw)
Ministerie van Verkeer en Waterstaat