---
Kamervragen en antwoorden
---
Antwoorden op kamervragen over de magere intelligence-bestaffing van
Nederland in Afghanistan
23-8-2005 9:20:00
Hierbij bied ik u aan de antwoorden op de schriftelijke kamervragen
van het lid Wilders over de magere intelligence-bestaffing van
Nederland in Afghanistan (nr. 2040518500 van 19 juli jl.)
DE MINISTER VAN DEFENSIE
Bijlage, behorende bij antwoorden op kamervragen van het lid Wilders
over de magere intelligence-bestaffing van Nederland in Afghanistan
(nr. 2040518500 van 19 juli jl.)
1. Is het u bekend dat Nederland slechts een paar
intelligence-militairen heeft bij de ISAF/NATO-post te Kabul,
Afghanistan, terwijl de Belgen, de Kroaten en de Fransen een veelvoud
van intelligence-personeel hebben, en dat de magere Nederlandse
intelligence-bestaffing ook bij een aantal Nederlandse militairen ter
plaatse als storend en onvoldoende wordt gezien?
2. Is het u ook bekend dat bij het Nederlandse Provincial
Reconstruction Team (PRT) te Pol-e-Khomri slechts een paar militairen
zich met intelligence bezighouden en dat dit ook bij een aantal
Nederlandse militairen ter plaatse als onder de maat en onvoldoende
wordt gezien? Is het waar dat men al geruime tijd op de vervanging van
een tweetal personen zit te wachten en dat die vervangers pas over
enkele maanden zullen arriveren?
3. Vindt u het voor de veiligheid van de Nederlandse militairen niet
onverantwoord om zo weinig in intelligence te investeren? Wat is de
reden dat Nederland - ook in vergelijking tot andere, vergelijkbare,
landen - zo weinig militairen in Afghanistan heeft die zich met
intelligence bezighouden? Deelt u de mening dat het aantal militairen
dat zich met intelligence bezighoudt - zeker voor het Nederlandse PRT
in Pol-e-Khomri waar Nederland de intelligence praktisch alleen doet
in tegenstelling tot Kabul waar Nederland met andere ISAF-landen
actief is - op korte termijn aanzienlijk dient te worden uitgebreid?
Zo ja, op welke wijze en binnen welke termijn zult u hiervoor
zorgdragen? Zo neen, waarom niet?
De strategie van landen met betrekking tot de inzet van
intelligence-personeel voor crisisbeheersingsoperaties is
verschillend. Andere landen hebben bijvoorbeeld een grotere
inlichtingencapaciteit in Afghanistan geplaatst en slechts een geringe
(reach-back) capaciteit in eigen land. Het analyseproces wordt door
hen voornamelijk in Afghanistan uitgevoerd, dit in tegenstelling tot
Nederland. De Nederlandse integrale analyse wordt door de MIVD in
Nederland uitgevoerd. Deze integrale analyse omvat naast de
operationele inlichtingen uit Afghanistan alle overige beschikbare
inlichtingen afkomstig van een diversiteit aan bronnen.
Het vergaren van inlichtingen vindt plaats in een NATO-brede
samenwerking met "intell-sharing" tussen de diverse deelnemende
landen. Vooral deze internationale samenwerking op het gebied van
inlichtingenvergaring en uitwisseling maakt het mogelijk om met
relatief weinig inlichtingenpersoneel een zo goed mogelijk
inlichtingenbeeld te garanderen.
Om in detail de situational awareness te garanderen heeft het PRT een
aantal Liaison teams in zijn organisatie. Deze teams zijn de ogen en
oren van de commandant van het PRT en vergaren human intelligence door
het voeren van gesprekken en het onderhouden van sociale contacten
tijdens patrouilles. Daarnaast heeft het PRT de beschikking over
speciale teams die zich meer richten op specifiek benodigde
informatie(bronnen). Deze speciale teams hebben tevens een
ondersteunende adviesfunctie naar de liaison teams.
Daar Nederland gelijktijdig deelneemt aan meerdere
crisisbeheersingsoperaties is ook de inzet van het Nederlands
inlichtingenpersoneel gespreid over meerdere inzetgebieden. De
afgelopen periode heeft een herschikking van de capaciteiten, met name
op het gebied van de eerdergenoemde speciale teams, plaats gehad. Door
deze herschikking zijn de vacatures in Afghanistan nu gevuld en kan
ook regulier in opvolging worden voorzien.
Mede door deze maatregelen en de eerdergenoemde internationale
samenwerking is de Nederlandse intell-vergaring en intell-verwerking
in Afghanistan voldoende gewaarborgd.
Nu het steeds vaker voor komt dat Nederland gelijktijdig deelneemt aan
meerdere crisisbeheersingsoperaties is in de "Beleidsvisie 2007"
opgenomen dat de Chef Defensiestaf in samenspraak met de Directeur
MIVD de toereikendheid van de inlichtingencapaciteit van de
krijgsmacht zal gaan bezien. Hierbij zal ook aandacht worden besteed
aan de inlichtingenvergaring door militairen onder de bevolking
(human-intelligence) en aan de inlichtingenverwerkingscapaciteit.
Ministerie van Defensie